Ik mis de zon. Al bijna een hele week hangt er een dik, grijs tapijt boven Parijs, en het dekselse ding wil maar niet bougeren. Dus zitten wij, bewoners van de Fondation Biermans-Lapôtre, hier mooi gevangen, verstoken van zonlicht, verwend met talloze regenvlagen...
Geen kat die het in zijn hoofd haalt om nu naar buiten te gaan. Dus plots zijn er examens te leren, werkjes te maken, verslagjes te schrijven, en nog zo vele andere redenen om toch maar mooi binnen te blijven. De bezetting van de studiezaal schiet de hoogte in, op de gangen dolen verdwaalde zielen rond, zoekend naar enige afleiding. Stilaan slaat de verveling in wanhoop om; klaagzangen weerklinken door de stenen traphal...
Wat een geluk dat ik Jakob heb! Dit heerschap is dankzij een of andere westenwind van Duitsland naar Frankrijk gewaaid, en spendeert hier zijn tijd met kunst te maken, les te geven en vriendelijk te zijn. Eén van de meest rechtgeaard links-progressieve zielen die ik al ontmoet heb, en tegelijk lekker conservatief in zijn lesgeven: vastbesloten ze wat cultuur in te stampen sleept hij zijn leerlingen van museum naar theater naar museum.
Dus als ik al regen op de ruiten tikken hoor, dan zijn het wel de ruiten van het Louvre, waar Patrice Cherau dezer dagen even de plak zwaait met twee zeer mooie tentoonstellingen. Het moet gezegd zijn: het is een ietwat mooier hol om te overwinteren dan mijn gang op het 5de verdiep. Hoewel het verschil soms niet zo heel groot is: ook schilderijen hebben soms last van een winterhumeur... (foto)
Maar ik zal niet te veel klagen. Eerlijk gezegd; dit weertje doet me wel aan België denken. Als ons landje in iets groot is, dan is het wel in de grauwheid van zijn herfstnamiddagen... Parijs lijkt gemaakt te zijn voor een de open hemel van een diepe winter, of een zachte lente; het verdraagt slecht de herfst.
Zo zie je maar: nostalgie werkt via vreemde wegen. Plots zie je je vaderland verschijnen in de waas van een motregen, in het gebladerte van een kalende boom.
Maar nostalgie is maar nostalgie. Zoals ik al zei; ik zal niet te veel klagen. Want eigenlijk bevalt het me hier wel. Dus heb ik besloten om te blijven, voor nog een semestertje...