Jaja, ik heb het weer eens mogen uitleggen. De verkiezingen, de formatie, de onderhandelingen, tout machin. Ditmaal aan de geïnteresseerde professor Massoulman. Vriendelijke dame, dat. Soms een beetje stil tijdens de begeleiding, maar niet altijd; eens ze vertrokken is, dan weet je wel hoe het zit. Komt uit Iran, trouwens. Haar collega's, Jacob en Marco, komen respectievelijk uit Duitsland en (vermoedelijk) Spanje.
Hier op de Maison des Belges is het ondertussen wisselweekend. Zondag vertrekt ongeveer de helft van de inwoners. Zaterdagavond is het feest, dus een simpele boodschap: dat niemand het zich waagt me zondagochtend te bellen! Zondagochtend is Sebastiaan niet onder de levenden. Ondertussen komen de nieuwelingen al toe. Een beetje speciale gevallen, maar je moet nu al eenmaal een beetje particuliér zijn om hier binnen te geraken. Neem nu de laatste aanwinst: ze studeert rechten (privaat recht, ze is niet populair bij de publieke/Europese-rechtenstudenten), geboren rond Brugge, woont nu ergens rond Namen, en noemt zichzelf een echte Waalse. Heeft nochtans een mooi West-Vlaams accentje. Supportert voor Standard, net als Yves.
Er loopt hier zo nog eentje rond. Een kerel ditmaal, en geboren aan de andere kant van de taalgrens. Is dan voor god-weet-welke reden in Manchester gaan studeren, om zich daar dan in te schrijven voor het uitwisselingprogramma met Parijs. Aan zijn accent hangt al geen landstreek meer vast te hangen, tenzij misschien Noordzees of Pas-de-Calaisiaans of zo. Hij valt een beetje te vergelijken met de jongen van het vierde verdiep. Luxemburgs, aan Oxford gaan studeren, en dan uitwisseling met Parijs. Zijn Frans accent kan ik niet meteen thuisbrengen, maar zijn Engels is tout à fait Oxfordiaans.
En ik dan. Echte Vlaming, gaat dan op Erasmus op Parijs en vindt het vervolgens leutig om weekendjes in Londen door te brengen. Om daar dan opnieuw Vlaamse vrienden te maken. Ne mensch wiejet soms zelf niet wat 'm wil e. Betreffende mijn accent zijn de meningen trouwens verdeeld. Een Vlaams Nederlands met een klein beetje Aalsters, een Engels dat probeert te ontsnappen aan zijn Amerikaanse-cartoons-origine, en een Frans dat sommigen doet vermoeden dat ik Duitser ben. Je moet maar proberen om dàt als een compliment te beschouwen. Maar het kan eigenlijk nog erger: "toi, t'es déjà un vrai Wallon"...
We gaan het ons niet aantrekken. Op die manier voel ik me hier weer lekker thuis, in het broeipotje van Biermans en Lapotre. Hier in de Maison, in onze verscheidenheid van afkomsten/accenten/kleuren, keren we terug naar de basis van het bestaan. Geen geruzie over de taal ("mais oui, français, pourquoi pas?"), over culturele verschillen (on mange tout "à l'étudiant"), over politieke systemen ("Le Jos, c'est le Dieu"). We ruzieën over nachtlawaai, over vuile keukens, over wie het eerst de cinemazaal mag gebruiken. In ons beste doen leren we elkaars taal ("Koeiendag! Smakeleik! Godferdom!"), verdiepen we ons in elkaars cultuur ("Soirée Luxembourgeois, avec wodka!") en debateren we over de maatschappij ("toi, tu regardes aussi Friends?"). Voorwaar een ongelooflijk verrijkende ervaring! Zelfs in die mate dat, moest het ooit tot een splitsing van ons arme landje komen, we er niet voor zouden kiezen Vlaming of Waal of Brusselaar te worden, maar simpelweg een inwoner van Maison des Belges/Fondation Biermans-Lapotre, dat internationale eiland temidden van Parijs.
Stel je het eens voor. De meisjes zouden zich met alle fierheid als Lapotten laten aanspreken, en ik zou mezelf een Bierman kunnen noemen.