Parijs was weg, foetsie, verdwenen... Waar men ooit deze fiere stad kon vinden, lag nu slechts een enorme berg sneeuw. Op de top kon men nog net de Tour Montparnasse ontwaren, en naar het zuiden en het noorden de immeubles van het 14de en het 19de. De Eiffeltoren, ontdaan van zijn statige poten, stond erbij als een mislukte kerstboom...
Diep binnenin was er nog leven. Niet veel, maar toch. Enkele gelukkige overlevenden kropen er samen in de kleine hoekjes van de metro, gingen bidden in de sacristie van de Notre-Dame, stichten een koninkrijk in de diepten van Les Halles. Enkelen hadden het Louvre weten binnen te dringen: men danste er rond een brandstapel aan Rubens', Poussins, da Vinci's...
Zo zou het aldus eindigen: terwijl bovengronds de atmosfeer herademde bij zulk een heerlijke leegte, bereikten de holbewoners daar beneden de terminale fasen der cultuur... Zo niet anders in het Maison des Belges. Zoals enkel een Belg het kan ("als het dan toch moet, dan doen we't beter goed!"), had men hier besloten de apocalyps met een glimlach én een glas crémant tegemoet te treden! Soirée Gala noemt men dat dan: het Laatste Avondmaal met de Goede Heer achter de draaitafels...
Het had zo'n fantastich eind kunnen zijn; een laatste "pop" van de champagnefles voordat de wereld leegloopt. Maar helaas, geen martelaarschap voor ons: de dag erop leek de sneeuw weggesmolten te zijn... Geen adembemende apocalyps, geen fantastisch fin d'histoire, maar de koude realiteit, en zelfs bittere toekomst: een vooruitdenkende snoodaard had besloten het mes nog eens om te draaien en een kerstboom in de inkomhal neer te planten...
Bij deze weten we het weer: een kater doet pas pijn als je weet dat het niet de laatste zal zijn...