OM HET ZOEKEN IN DEZE PLANTENDATABASE MAKKELIJK TE MAKEN
DRUK CTRL-F EN VUL IN HET KADERKE
HET GEWENSTE WOORD IN BV."HULST"
EN ALLE VERWANTE TEKSTEN MET HET WOORD "HULST" IN VERSCHIJNEN.
WEL BLIJVEN KLIKKEN TOT U HET GEWENSTE ARTIKEL GEVONDEN HEBT
------------------------------
HOE MEER REAKTIES ER KOMEN HOE MEER DE SITE WORD UITGEBREID
12-10-2011
Rosa 'Ausbuff'
Rosa 'Ausbuff'
Botanische naam : Rosa 'Ausbuff' ('English Garden') Nederlandse naam : Engelse roos Herkomst : Engeland Bijzonderheden : pomponvormige bloemen Grondsoort : alle, humeus, lichte klei Vochtbehoefte : normaal Licht : zon Wind : weinig gevoelig Groep : engelse rozen Gebruik : groepen/vakken, tuinen Hoogte : 1.00-2.00 m Vorm : breed Bloeikleur/vorm : roze Bloeitijd : juni, juli, augustus Blad : bladverliezend Twijg/stam : doorns/stekels
Standplaats: Volle zon , leem, vochtig, goed gedraineerde grond Water: Gemiddelde watergift Houdt van vruchtbare grond en een licht snoei bevorderd een kompakte groei.
Bloemen : Juni, juli, augustus De bloemen zijn volledig dubbel, tamelijk vlak geconfronteerd bloei. Ze zijn warm afgezwakt, licht abrikoos en dragen een goede theeroos geur. De bloemen komen uit roodachtige knoppen en de plant kan herhalend bloemen.
Planten : Te gebruiken voor: als Solitair, in groepen, op een lijn (haag) en bloempotten.
Weetjes :
De bloem is in het begin abrikozen kleurend, maar later wordt deze geel, aan de rand overgaand naar wit. De zeer grote schaalvormige bloemen zijn plat, vaak in kwarten verdeeld, sterk gevuld en geurend. Een recht omhoog gaande en gezonde groei. Zeer mooi gevormde, rijkelijke- en langbloeiende " Engelse roos"!
Om de bloeitijd en de gezondheid van de rozen te waarborgen, is het belangrijk dat de rozen in een humus-, voedindsrijke grond staan.
Ook is een afgewogen en regelmatige bemesting belangrijk voor een goede groei
Rozen zijn zonaanbidders en staan daarom het liefst op een zonnige, warme en luchtige plaats in de tuin.
Botanische naam : Sempervivum arachnoideum Nederlandse naam : Spinnwebhuislook Herkomst : Pyreneeen, Alpen, Apenijnen Bijzonderheden : stapelmuur Grondsoort : alle, zand, kalkarm Vochtbehoefte : droog Licht : zon Gebruik : bladplant, rotstuinen Hoogte : 0.10-0.20 m Bloeikleur/vorm : roze, tros Bloeitijd : juli, augustus Blad : wintergroen
Standplaats: zonnig Lichte, goed doorlatende grond Zorg er voor dat sempervivum zo'n 4-6 uur licht per dag krijgt om te vermijden dat de planten een donkere grauwe kleur krijgen en opschieten.
Kenmerken: Het vlezige blad is grijsachtig groen. De doorsnede van een bladrozet is circa 2 cm. De plant dankt zijn naam aan de spinnenwebachtige beharing. De vlezige bladeren en de beharing zijn natuurlijke aanpassingen om zuinig te zijn met water
Bloemen : Bloemen komen in juli te voorschijn en zijn helder karmijnrood van kleur. De plant bloeit van juli tot september. De bloem is roodachtig roze, stervormig en ongeveer 1,5 cm in doorsnede. De bloemen vormen bijschermen
Gebruik : zijn geschikt voor een rotstuin, begroeing van daken en in potten of kuipen voor op het balkon.
Eigenschappen: Groenblijvende, zodenvormende succulent. Geschikt voor toepassing in een rotstuin, grindbed, muurtjes, troggen. Na de bloei sterft het rozet af (monocarpie)
Vermeerderen : Hij plant zich voort door middel van uitlopers of scheuten en door zaad. Jonge planten op uitlopers van de moederplant worden opgepot
Soorten : Verwante soorten komen in Europese gebergten voor. De meeste hebben roze bloemen, maar er zijn ook soorten met gele bloemen
Weetjes :
Sempervivum arachnoideum, spinnenwebhuislook, dankt zijn naam aan de typisch spinnenwebachtige beharing op de bladtoppen. De rozetten zijn twee centimeter in doorsnede. Het uiteinde van de rozetbladen is roodbruin van kleur.
Botanische naam : Sisyrinchium californicum Nederlandse naam : Bieslelie / Blauwogengras Herkomst : Bijzonderheden : matig winterhard Grondsoort : alle, humeus Vochtbehoefte : normaal Licht : zon Wind : gevoelig Gebruik : groepen/vakken, randen, borders, snijbloem, kuipen/potten Hoogte : 0.20-0.40 m Bloeikleur/vorm : geel Bloeitijd : juni, juli, augustus
Standplaats: Hij verlangd wel een zonnige plaats en de grond moet wat vochtig zijn ,maar wel goed doorlatend.
Kenmerken: Deze vaste plant doet een beetje lis-achtig aan. Dit vanwege zijn blad. Blauwogengras zoals deze ook wel wordt genoemd lijkt ook wel grasachtig, kortom zeer de moeite waard.
Bloemen : van juni tot september Het blad is smal en langwerpig en groen van kleur.
Planten : Als enkeling in een rotstuin komt hij mooi uit, maar zeker nog als groep langs een vijver of slootrand. De geadviseerde plantafstand is 26 cm. (11-15 st. per m2.)
Eigenschappen: Deze plant komt van oorsprong uit de bergen en is dan ook zeer geschikt voor de rotstuin als 'voegenvuller' in de stapelmuur of tussen stenen (ook bestrating). Verlangt een zonnige plek en een matig voedselrijke, stenige bodem.
Vermeerderen : Door zaaien of scheuren van de oude pollen in maart of september Kan zich sterk uitzaaien als de omstandigheden juist zijn. In dat geval is uitzaaien te voorkomen door bv. de uitgebloeide bloemen te verwijderen.
Snoeien : Kleine struik die u goed met vaste planten in de border kunt combineren. De plant is gevoelig voor late nachtvorst, maar vraagt weinig onderhoud. Snoei om de paar jaar na de bloei, door oudere takken die gebloeid hebben, zo diep mogelijk weg te knippen. Laat jong hout staan.
Soorten : Er zijn ook soorten met witte en gele bloemen
Sisyrinchium 'Mrs Spivey'
Sisyrinchium angustifolium
Sisyrinchium bermudianum 'Album'
Sisyrinchium californicum
Sisyrinchium montanum
Sisyrinchium striatum
Sisyrinchium striatum 'Aunt May'
Weetjes :
-Je kunt de bloei ook niet verlengen door weg te plukken:klaar is klaar.
-'s Winters zou je er wat oud boomblad op kunnen leggen, waardoor het hart van het plantje en de grond vrij droog blijft.
Botanische naam : Hydrangea paniculata Nederlandse naam : Pluimhortensia Herkomst : China, Japan Bijzonderheden : weinig steriele bloemen Grondsoort : humeus, kalkarm Vochtbehoefte : normaal Licht : half schaduw, zon Groep : (sier)heesters Gebruik : groepen/vakken, solitair, tuinen Hoogte : 2.00-3.00 m Vorm : opgaand Bloeikleur/vorm : wit/créme, opvallend Bloeitijd : augustus Blad : bladverliezend
Standplaats: Zonnig tot halfschaduw. Vochtige, goed doorlatende vruchtbare grond (voorkeur voor eerder zure grond). Bij volle zon moet de bodem voldoende vochtig zijn.
Kenmerken: Een bladverliezende struik met ovale, donkergroene bladeren. die wel 3m hoog kan worden, met grote witte bloemtuilen van 40 cm lang en 25 cm breed
Bloemen : tussen juni en half juli en dit tot eind augustus/september. Vanaf juni verschijnen de langwerpige bloempluimen met witte bloemblaadjes
Planten : solitair - in borders als achtergrond - cottagegardens
Gebruikte delen: zeer geschikt voor droogboeketten- bloemschikken...
Eigenschappen: De plant is een gemiddelde groeier en vormt brede bossige struiken. De bloempluimen kunnen gerust tot bijna 25 cm lang worden. Ideale plant om op de achtergrond van vasteplanten of hydrangeaborders te plaatsen
Pluimhortensias zijn ook echte zonnekloppers, ze voelen zich lekker in volle zon op voorwaarde dat de grond niet uitgedroogd is, ze beschikken ook meestal over een mooie uitbloei (roze rood) van de bloemen én soms van de bladeren
Vermeerderen : Neem vanaf eind augustus, begin september half verhoute stekken en laat ze wortelen in stekgrond in de koude bak, Een veel eenvoudiger manier is het afsteken van de worteluitlopers tijdens de periode dat de plant in rust is. (na het verliezen van de bladeren en bij vorstvrij weer) Deze kun je dan verplanten naar de gewenste plaats
Snoeien : De pluimhortensia snoei je in maart tot op 20 a 30 cm boven de grond om grotere bloempluimen te bekomen. Indien je niet snoeit zal de struik veel hoger uitgroeien met veel meer, maar stukken kleinere bloemen. Door uw Hydrangea paniculata jaarlijks te snoeien worden ze niet hoger dan 1,5 meter en hou je eveneens het volume in bedwang waardoor de stuiken ook in kleinere tuinen goed tot hun recht kunnen komen
Soorten :
'Ammarin': snelgroeiende struik met grote bloemen
'Barbara': kleine heester met grote randbloemen, zuiver wit
'Big Ben': middelgrote heester, grote bloempluimen
'Bridal Veil': grote brede heester
Brussels Lace: zeer grote bloeiwijze
'Burgundy Lace': traaggroeiend, kleine witte bloemen
'Chantilly Lace': grote bloemen met zuiverwitte
randbloemen.
Darts Little Dot Darlido: Compacte bossige heester
(08m) Kan ook in potten gebruikt worden.
'Dharuma': kleine heester, 1.5m hoog
'Dolly': lijkt op 'Grandiflora'
'D.V.P. Pinky': stevige heester met toegespitste
bloempluimen en zuiver witte bloemen.
'Everest': stevige heester met crèmewitte steriele bloemen
Floribunda: zeer grote crèmewitte bloemen. Mooie
herfstkleur
'Garnet': rijkbloeiend
'Goliath': snelgroeiende heester.
Grandiflora: grote, steriele bloempluimen
'Great Escape': kleine bloeiwijze, crèmewitte bloemen
White Moth: bloeit met bijna bolronde bloempluimen
Hydrangea paniculata 'Pinky Winky'Nieuw op de markt en nu reeds veelgevraagde planten zijn Limelight', die van juli tot oktober bloemen produceert in een zeer subtiele limoen- tot crèmewitte kleur en Pinky Winky, die al roze verkleurt in de loop van de bloeiperiode.
Weetjes :
De kleur van de hortensiabloem reageert op de zuurgraad van de grond.
De zuurgraad van een grond wordt uitgedrukt in pH, een getal.
Zure gronden hebben een pH-getal tussen 4,5 - 5,5, lichtzure gronden hebben een pH van 5,6 - 6,5 en basische gronden een pH tussen 6,6 - 7,2.
Naarmate de grond zuurder is, kunnen meer metalen oplossen.
De aanwezigheid van ijzer en/of aluminium in zure gronden bleken de verkleuring te veroorzaken.
De schimmel (Volutella buxi of pseudonectria rousseltana) veroorzaakt opvallende plekken van bruinverkleurende, verschrompelende blaadjes; en andere plekken van wegkwijnende, geelverkleurende afstervende blaadjes. Vervolgens verdroogt het blad en kan gaan afvallen. Wanneer men dan meer in detail kijkt, komt het naar voor dat alle afstervende, of reeds afgestorven, blaadjes op één en dezelfde zijtak zitten. Op de reeds geïnfecteerde twijgjes zitten de blaadjes dichter tegen het twijgje aan, dan bij een gezond takje. Er is een insnoeringsplaats te vinden waarboven het takgedeelte verkleurt en afsterft. Soms kunnen er op de grotere takken ook een soort kankers ontstaan. De schors van geïnfecteerde takjes is dood en kan gemakkelijk worden losgemaakt van het onderliggende hout. Dit onderliggende hout is grijs tot zwart verkleurd. Aan de onderzijde van blaadjes op de geïnfecteerde takjes, kan men bleekroze puistjes terugvinden als er voldoende vochtigheid is over een langere periode. Op dode blaadjes kan men zeer kleine groene of rode bolvormige uitgroeiingen vinden (moeilijk met het blote oog). Deze laatste zijn de vruchtlichamen van de schimmel. De gevormde schimmelsporen overwinteren in de blaadjes, al dan niet afgevallen. In de lente infecteren ze de buxusplant via allerlei wondjes bijvoorbeeld na vormsnoei. Daarom is het van het allergrootste belang om bij infectie àlle afgevallen blaadjes netjes op te ruimen, én mee te geven met GTF-container. Nooit deze blaadjes op de composthoop werpen, daar de sporen tot 3 jaar levensvatbaar zijn ! Bij infectie de aangetaste twijgen terugsnoeien tot in het gezonde hout. Na elke knipbeurt uw snoeimateriaal ONTSMETTEN, om geen overdracht te hebben. Preventief is het ook van belang om uw snoeimateriaal sowieso steeds te ontsmetten als u naar een andere buxuspartij overgaat bij het snoeien. Deze ziekte kan eigenlijk veel schade berokkenen bij vormgesnoeide buxusplanten omdat de taksterfte lege plekken creëert in de snoeivorm. Om te weten of je met deze ziekte te maken hebt, bestaat er een eenvoudige test. Een aangetaste tak afknippen, een beetje vochtig maken, en in een afgesloten plastiek zakje steken gedurende 2 tot 3 dagen. Deze gesloten plastiek zak op kamertemperatuur bewaren. Na een 3-tal dagen moeten er bij infectie van Volutella dan roze puntjes verschijnen op de onderzijde van de bladeren. Bestrijding: Een middel met koper als werkzame stof (in Nederland niet meer toegestaan) In België kan met bordeauxe pap gebruiken.
Controleer Buxus op Cylindrocladium.
Vooral bij vochtige omstandigheden en hogere temperaturen kan de schimmel zich sterk ontwikkelen. Bestrijding is mogelijk met bijvoorbeeld 350 ml Mirage Plus per 100 I water.Let op dat dit middel maximaal vier keer per groeiseizoen mag worden toegepast. Het is daarom belangrijk in perioden met een lage infectiedruk te kiezen voor andere middelen, zoals Topsin M Vloeibaar, Flint, Ortiva, Kenbyo, Daconil of captan.
De vochtige zomers van de afgelopen twee jaar hebben op heel wat plaatsen gezorgd voor zware schimmelaantastingen in Buxus in heel West-Europa.
Er komen twee verschillende schimmels voor namelijk Cylindrocladium buxicola en Volutella buxi.
Beide schimmels veroorzaken blad en taksterfte. De aantasting begint meestal met Cylindrocladium en kan gevolgd worden door een secundaire aantasting van Volutella. Beide schimmels dienen dan ook bestreden te worden.
Beschrijving Cylindrocladium De aantasting begint met zwarte vlekken op het blad. Na enkele dagen vallen de aangetaste bladeren massaal af en er ontstaan zwarte strepen op de jonge twijgen
Beschrijving Volutella De aantasting begint met bruinverkleuring van de bladeren die daarna verdorren en tijdelijk aan de plant blijven hangen. Onderaan de bladeren ontstaan er bleekroze schimmelsporen.
Deze ziektes zijn bij een correcte behandeling goed onder controle te houden. Wanneer er bij aantasting echter geen behandeling wordt uitgevoerd, kan de schade enorm zijn. Dit schadebeeld begint meestal met enkele kleine plekken om dan het tweede jaar uit te groeien tot grote aangetaste vlakken .In 2007 werd er al vanaf mei schade geconstateerd, waarschijnlijk te wijten aan de zeer warme aprilmaand. De grootste schade gebeurt in de zomer en herfst, vooral bij vochtige omstandigheden. Extra waakzaamheid is dan zeker geboden. De eerste schade in 2008 werd vastgesteld eind mei/begin juni tijdens een week met veel regen.
Bestrijding:
boomkwekerij/tuinaanleg: Er zijn meerdere behandelingen nodig om de ziekte onder controle te houden. Een goede afwisseling van de gebruikte fungiciden is nodig resistentie te voorkomen. Alle informatie verkrijgbaar via het Waarschuwingssysteem voor de Sierteelt
particulier: Door het beperkt aantal goedgekeurde middelen is bestrijding niet zo evident. Meer informatie via gespecialiseerde tuincentra of vakhandel
Preventie: Door een aantal gepaste maatregelen kan de ziektedruk fel verminderd worden.
Een goede hygiëne is aanbevolen maar is geen garantie om de ziektes tegen te houden.Vermijd contact tussen besmette planten en gezonde planten.
In tuinen met automatische beregening is het beter om, in droogteperiodes, 1 keer per week veel water te geven dan alle dagen te sproeien. Op deze manier kunnen de planten beter opdrogen en zal de schimmel minder kans maken. Ook het gebruik van druppelbevloeiing is aan te bevelen.
Ook oordeelkundige bemesting kan heel wat leed voorkomen. Planten die op een rustige manier groeien, blijken minder gevoelig voor aantasting. Het gebruik van gecoate meststoffen heeft dan ook de voorkeur. Overbemesting moet zeker vermeden worden.
Ook de manier waarop we Buxus gebruiken, heeft een grote invloed op het voorkomen van deze ziektes. Dichte massieven, geschoren vormen en wolken zijn veel gevoeliger voor aantasting dan natuurlijk gegroeide struiken. In zulke tuinen is wat extra zorg dan ook zeker aangewezen.
Afwisseling in het sortiment kan ook heel wat problemen voorkomen. Vermijden van gevoelige soorten is zeker te overwegen. Sommige soorten Buxus blijken niet of weinig gevoelig te zijn.
Conclusie: Het is een feit dat we meer een meer geconfronteerd worden met lange, vochtige periodes in de groeimaanden, mogelijk een gevolg van de opwarming van ons klimaat. Deze omstandigheden bevorderen vooral schimmelaantastingen bij planten. Ook Buxus wordt hierdoor getroffen. Door het vooroordeel dat er met Buxus niets kon gebeuren, werden deze schimmelziektes niet of weinig aangepakt. Door de povere kennis van deze schimmels werden er dikwijls foutieve adviezen gegeven.
Een adequate opvolging en behandeling zijn volgens mij de enige oplossing om deze plaag onder controle te houden.
Buxus met gele bladranden Wanneer de buxus gele bladranden gaat vertonen is het de hoogste tijd om flink bij te mesten. De gele bladranden zijn te wijten aan gebrek aan meststoffen en kalk. In november een flinke kalkgift toedienen en in het voorjaar flink bemesten met kippenmestkorrels en/of koemestkorrels. Ook in de handel verkrijgbare speciale buxusmeststoffen zijn hiervoor goed bruikbaar. Om snel de groene kleur weer te krijgen bemesten met bitterzout (ook te gebruiken als bladbemester) of kieresiet.
Buxus met gele bladranden en een bruingroene kleur Buxus houdt van een vochtige bodem, maar als ze te lang met hun wortels in het water staan krijgen ze ook gele bladranden en een bruingroene kleur. De afwatering verbeteren door drainage aan te brengen helpt. Ook de buxus herplanten in nieuwe bemeste tuinaarde eventueel vermengen met compost en of dierlijke mest zal de plant een nieuwe impuls geven. wanneer er men geen maatregelen neemt zal de buxus afsterven.
Bloei in buxus Dit kan diverse oorzaken hebben zoals, te droog of te nat ,verplanten e.d. nu kan het natuurlijk altijd wel een keer gebeuren dat er een natte of een droge periode is en zou dat betekenen dat de buxus jaarlijks zou gaan bloeien, Ware het niet dat wanneer er regelmatig in de buxus wordt gesnoeid er weinig of geen zaadproductie is. wanneer er zaad in de buxus komt , probeer dan te achterhalen wat de oorzaak zou kunnen zijn. Is uw buxus in het voorjaar tijdens het groeien droog geweest, en er word niet tijdig gesnoeid, dan is de kans dat er bloem in de buxus komt erg groot. Zit er eenmaal bloem in de buxus dan is het belangrijk dat er gesnoeid word. Door er flink wat bloem uit te snoeien , is de kans groot dat de buxus weer gaat groeien. Buxus maakt zijn bloem normaal gesproken op zijn eerste gewas (vanaf april / juni) en is pas goed zichtbaar in de nazomer en winter. uit een buxus die veel bloemen heeft komen in mei grote hoeveelheden geel stuifmeel te voorschijn wanneer u ze aanraakt.
Voorkomen dat de buxus gaat bloeien kun je door ze niet te droog / nat te houden. en tijdig te snoeien.
Roest Zichtbare symptomen zijn de verdikkende bladeren. (puccinia buxi) Deze verschijnen gedurende de zomer op de blaadjes die nog datzelfde jaar werden gevormd. De verdikkingen op de bladeren zijn vlekken met purperachtig bruine, op blaren lijkende puistjes. In deze puistjes bevinden zich de schimmelsporen. Deze verdikkingen kunnen zowel aan de bovenkant als aan de onderkant teruggevonden worden. Bij zware infectie kunnen, in de nazomer, nieuwe jonge en sappige scheutjes eventueel gaan afsterven aan de top.
bestrijding :Bayfidan special
Specifiek meeldauw- en roestmiddel. · Systemische werking. · Zowel voorkomend als genezend (preventief en curatief). · Zeer effectief voor de verbruining van coniferen. · Kwaliteitsformulering met een sterk uitvloeiend vermogen, ook op bladeren met een waslaag. De behandeling tijdig starten (mei), bij het begin van de eerste infectie.De planten goed bevochtigen, maar afdruipen van de spuitvloeistof voorkomen.
Buxusbladmineerder Op enkel individuele bladeren van het vorige jaar kunnen aan de boven- en onderzijde van het blad blaasvormige gallen te zien zijn. (Monarthropalpus buxi) Deze aangetaste bladeren verkleuren geel tot oranje. Aan de onderzijde van deze bladeren zijn vervellingen van de mugjes te zien. De larven en de poppen die in deze gallen zitten zijn niet bereikbaar om chemisch af te doden. Men moet dus proberen te behandelen op het ogenblik dat de mugjes in het late voorjaar (eind april - maand MEI) uit de gallen komen. Dit is het enige moment om een efficiënte bestrijding uit te voeren daar deze galmug maar één generatie per jaar voortbrengt. De larven uit de versgelegde eitjes zullen zich tot het volgende jaar IN het blad verschuilen en er schade aanrichten. Ze overwinteren als larve. De verpopping vindt plaats begin april van het daaropvolgende jaar. Deze plaag komt eerder sporadisch voor ! Planten die op een beschutte plaats staan worden wel eens het vlugst aangetast.
bestrijding :Talstar 2.5
Middel spuiten op het ogenblik dat de mugjes ontluiken uit de gallen : eind april en de maand mei. De rest van het jaar is er geen efficiënte chemische bestrijding.
Botanische naam : Dryas octopetala Nederlandse naam : Achtster Herkomst : Alpen, Balkan, Pyreneeën Bijzonderheden : stapelmuur, pluizig zaad Grondsoort : alle, humeus, zand, kalkrijk Vochtbehoefte : droog, normaal Licht : zon Gebruik : bodembedekker, rotstuinen Hoogte : 0.10-0.20 m Bloeikleur/vorm : wit/créme Bloeitijd : mei, juni, juli Blad : wintergroen, donkergroen
Standplaats: Heeft een tamelijk zonnige plaats nodig en geeft de voorkeur aan een enigszins kalkhoudend grondmengsel Verlangt een humusrijke, goed water doorlatende grond. Plant ze in de volle zon of halfschaduw.
Kenmerken: Ooit was dit plat op de grond groeiend plantje een heerser op de toendra. Nu is het veel zeldzamer geworden maar we komen dit plantje toch nog overvloedig tegen op de bergkammen o.a. in de buurt van het Franse Ceillac.
Alhoewel de niet-bloeiende planten weinig opvallen door hun liggende vorm, hebben we in juni geen moeite om ze te herkennen. De vrije grote witte bloemen met hun acht bloemblaadjes
Bloemen : Witte tot 3,5 cm. grote kroonbladeren en gele meeldraden. De bloei concentreert zich voornamelijk op de jonge groeischeuten. Door zijn prachtige witte tot 3,5 cm. grote kroonbladeren en zijn echt gele meeldraden vormt deze plant een echter blikvanger in de rotstuin. De bloemen hebben meestal 7-10 kelkblaadjes Bloeit begin van de zomer met grote, opvallende, alleenstaande bloemen. De bloemen zijn tot vijf centimeter in doorsnede met in het midden een gele toef meeldraden. De bloemen hebben een paraboolvorm en vangen de zonnewarmte op
Gebruikte delen: Het is niet echt een bekende medicinale plant, maar de naam Thé suisse, verwijst wel naar zijn sporadisch gebruik als drank. Er zijn ook looistoffen en flavonoïden in het blad gevonden, zoals er ook in de Chinese thee zitten.
Werkzame bestanddelen: En waarschijnlijk hebben ze daardoor ook een anti-oxydantwerking en bij het drinken van grotere hoeveelheden ook een stoppende werking
Eigenschappen: De plantjes vragen een zonnige en goed gedraineerde grond. De bloei kan soms uitbundig zijn, maar er kunnen ook jaren zijn dat er weinig bloemen verschijnen. Je kan daar weinig aan doen; het is vooral een kwestie van de juiste temperatuur en regen op het juiste moment
De bladeren van de Dryas octopetala zijn elliptisch van vorm en hebben een gekartelde rand die enigszins omrolt. De bladeren zijn overblijvend en zijn aan de onderzijde licht behaard
Vermeerderen : Vermeerderen kan door zaaien, maar als je eenmaal een plant in de tuin hebt, kun je gewortelde uitlopers af nemen of je kunt de planten vermeerderen door ze te stekken
Snoeien : Snoeien van de plant bevorderd zeker de groeistijl en de bloei. Wanneer men de plant niet snoeit wil hij nogal wat kale takken vormen.
Soorten :
-Dryas octopetala var. argentea.
Deze kenmerkt zich door het feit dat het blad tweezijdig behaard is.
-Dryas octopetala 'Minor' kenmerkt zich door de kleinere bloemen en bladeren dan de gewone Dryas ocotopetala.
Daarnaast bestaat er ook nog een kruising, t.w.
-Dryas suendermannii. Dit is een kruising van Dryas octopetala x Dryas drummondii.
Weetjes :
Gedurende en na de ijstijden bedekte dit plantje grote delen van de toendra's. In de kleilagen van de morenen zijn er veel resten gevonden van Dryas naast de fossielen van berk en wilg. Die periode is dan ook naar de Achtster genoemd, het dryastijdperk.
De Duitse naam Silberwürz, zilverwortel en de oude Nederlandse naam zilverkruid verwijzen naar de kleur van het blad. In de noordelijke landen werd de plant naar de sneeuwhoenders genoemd, omdat die zich met het blad en de vrucht voeden.
Drys is een oude naam voor eik, het blad maar dan vele maatjes kleiner, heeft de typische vorm van het eikenblad. Het tweede deel van de naam octopetala en de Nederlandse naam Achtster, verwijst naar de acht bloemblaadjes
De naam octopetala komt van het Griekse octo (acht) en petalon (bloemblaadje), verwijzend naar de acht bloemblaadjes van de bloem - een ongebruikelijk aantal bij de Rosaceae, waar vijf het normale aantal is. Nochtans komen ook bloemen voor met maar liefst 16 bloemblaadjes
Botanische naam : Geranium cinereum 'Ballerina' Nederlandse naam : Ooievaarsbek Herkomst : Bijzonderheden : talud Grondsoort : alle, zand Vochtbehoefte : droog, normaal Licht : half schaduw, zon Wind : weinig gevoelig, zeewind bestendig Gebruik : groepen/vakken, borders, kust/zeewind, rotstuinen Hoogte : 0.10-0.20 m Bloeikleur/vorm : roze, lila Bloeitijd : juni, juli, augustus, september Blad : grijsgroen, ingesneden
Standplaats: lichtbehoefte zon, halfschaduw,deze plant vraagt of gedijt goed op droge gronden Geranium cinereum 'Ballerina' staat graag op een zonnige tot lichtbeschaduwde plaats. Deze ooievaarsbek is geschikt om te worden toegepast in een rotstuin of in de voorrand van een (roze) vaste plantenborder.
Kenmerken: Geranium cinereum 'Ballerina' is een kleine en laagblijvende geraniumsoort geschikt voor de rotstuin Ontstaan uit de kruising van Geranium cinereum ssp. cinereum en Geranium cinereum ssp. subcaulescens.
Bloemen : bloeit met lilaroze bloemen met een opvallende donkere adering en een purper hartje. Komvormige bloemen tot 3 cm groot.
Planten : De geadviseerde plantafstand is 20 cm. (25 st. per m2.) Deze plant komt van oorsprong uit de bergen en is dan ook zeer geschikt voor de rotstuin als 'voegenvuller' in de stapelmuur of tussen stenen (ook bestrating).
Verzorging :
-Starten doorgaans uit zaad of scheuren in begin lente of najaar
weinig onderhoud
- als de planten er op het einde van de bloeiperiode wat slordig gaan uitzien , kan men best de plant stek terugknippen , dat stimuleerd nieuwe bladvorming , en de plant blijft tot de winter mooi groen
- in groeiseizoen maandelijks bemesten
- uitgebloeide bloemstengels wegsnijden voor nieuwe bloei kan zonder extra voeding , maar wat extra organische mest in het voorjaar kan geen kwaad . -Deel de planten indien nodig in het voorjaar
Eigenschappen: De bloemkleur is roze+lila en de bloeitijd is van ca. juni tot en met augustus. De bladeren zijn groen en ongeveer 10 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 15 cm. Verdraagt een temperatuur tot -25 gr. C. Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten.
Vermeerderen : Geranium cinereum 'Ballerina' kan vermeerderd worden door de plant in het voorjaar op te nemen en te delen.
Weetjes :
Deze geranium vormt kussens die pas na een aantal jaren gescheurd moeten worden. Dit bij voorkeur in het voorjaar doen.
Regelmatig wieden tussen de planten.
Konijnen eten deze ooievaarsbekken niet.
De Geranium cinereum 'Ballerina' wordt ook wel Geranium cinereum var. cinereum 'Balleri genoemd en behoort tot de familie Geraniaceae. De Nederlandstalige naam van deze Geranium is Ooievaarsbek
Herkomst: Noord-Afghanistan, Tadzjikistan en het oosten van Oezbekistan.
De donkergroene bladeren zijn breed lancetvormig die naar de top smaller worden.
Zo'n acht tot tien witte bloemen met een grijsachtige waas is normaal.
Verlangt een droge en zonnige plek gedurende de zomermaanden.
Hoogte: 20-30 cm.
Bloeitijd: april-mei.
Bolgrootte: 6 cm.
Hoewel dit bolgewas vaak onder glas wordt gekweekt,zal deze mooie plant ook goed bloeien in een warme,droge border. De bloemen zijn meer geopend dan bij veel andere Fritillaria's waardoor de prachtige groengevlekte hartjes goed zichtbaar zijn
Botanische naam : Caesalpina giliesii Nederlandse naam : Paradijsvogelstruik Herkomst : Mexico Bijzonderheden : roodachtige meeldraden Vochtbehoefte : licht vochtig houden Licht : zon Bloeikleur/vorm : oranje Blad : bladverliezend Vermeerdering : stekken, zaaien Voedingsbehoeft : om de week Overwintering : temperatuur 4- 8 ø, donker
Standplaats: op een warme zonnige plaats; aan de grond worden geen bijzondere eisen gesteld; een goed doorlatende, zandige grond met een beetje humus is voldoende om de plant te laten groeien.
Kenmerken: Caesalpinia is eigenlijk een tropisch of subtropisch peulgewas met donkerroze tot roodachtige meeldraden. Caesalpinia gilliesii is een exotische struik of kleine boom De Paradijsvogelstruik is bladhoudend als hij bij +5 graden de winter doorkomt. Als het rond het vriespunt is dan verliest hij zijn blad. Het blad lijkt op dat van de slaapboom en is ook dubbel geveerd, ook deze bladeren vouwen zich s-avonds samen in de slaapstand
Bloemen : Bloemkleur: goudgeel met rode meeldraden vanaf mei
Planten : ook geschikt voor gebruik in potten, bakken of terraskuipen In de volle grond planten kan, mits zeer goed beschermd tegen matige en strenge vorst.
Eigenschappen: Deze plant komt oorspronkelijk uit tropisch Amerika die weinig behoefte heeft aan water en voedingsstoffen. Inheems in Argentinië, Uruguay, Texas en Zuid-Amerika. Zijn naam Paradijsvogel heeft hij te danken aan de lange, rode meeldraden die uit de goudgele, 3 tot 4 cm lange bloemen steken en zo aan een vogelstaart doen denken. In het wild tot 3 m hoog groeiend, als kuipplant 1.25 m
Vermeerderen : uit zaad; het zaad eerst wat opruwen en daarna weken in heet water om het kiemen te bevorderen. Aan het einde van de bloeiperiode die de hele zomer duurt, verschijnen peulen uit de uitgebloeide bloemen. Deze worden 10/15 cm lang. Het zaad in deze peulen kiemt in ons klimaat moeilijk.
Ontkieming kan worden bevorderd door de zaden eerst te scarificeren; met een scherp voorwerp de zaadhuid doorboren zonder de kern te raken. Vervolgens enige uren in warm water laten weken. Daarna bij plm. 21C zaaien in een goed doorlatende zaaigrond. Kiemt gewoonlijk binnen drie weken. Langzamerhand aan volle zon wennen. Eventueel snoeien om de plant wat bossiger te maken. Kan temperaturen tot -7C tijdelijk hebben
Soorten : Caesalpinia christa: Caesalpinia decapetala: Caesalpinia ferrea (= ijzerboom): Caesalpinia gilliesii: meest winterhard, bloeit vanaf een hoogte vanaf één meter. Caesalpinia pulcherrima: (= pauwenbloem)
Weetjes : Is een echte aanrader vanwege zijn prachtige bladeren en bloemen die de hele zomer tot bloei komen en voor wie iets bijzonders in zijn tuin/terras wil hebben. Winterhardheid zone 9a (-6 graden).
Verzorging: de grond moet de hele zomer voortdurend vochtig gehouden worden, maar niet langdurig tè nat laten; dus zorgen voor een goede drainage!
Bemesting: in groeiseizoen wekelijks kuipplantenvoeding.
Overwintering: voor de eerste vorst naar binnen brengen op een lichte plaats; bij een temperatuur boven 10°C behoudt ze haar bladeren; dan matig water geven zodat de wortelkluit niet uitdroogt
Botanische naam : Cydonia oblonga Nederlandse naam : Kweepeer, Gewone kwee Herkomst : Centraal-Azië Bijzonderheden : herfstkleur geel, meestal struik Grondsoort : alle, lichte klei Vochtbehoefte : normaal Licht : zon Wind : weinig gevoelig Gebruik : parken, tuinen, solitair, vruchthout Hoogte : 5.00-8.00 m Vorm : kegel Kroon : half open Bloeikleur/vorm : wit/créme Bloeitijd : mei, juni Blad : herfstkleur, bladverliezend Vrucht : geel, eetbaar
Standplaats: De kweepeerboom of kortweg kwee is een gemakkelijke klant. Hij wil wel niet voortdurend met zijn wortels in een plas staan, maar wie wil dat nu wel. Bovendien is dat zijn enige eis.De kwee is kort van stam, maar kan toch nog 12 meter hoog worden. Kort maar krachtig dus. De bladeren voelen zacht aan
Kenmerken: De kweepeer is een bittere vrucht die nauw verwant is aan de appel, peer en de lijsterbes. De harde vrucht groeit aan een boom die vier tot zes meter hoog kan worden.
Het is een harde, peervormige vrucht met een gele kleur en donzige schil. Het stevige vruchtvlees van kweeperen heeft een aangenaam aroma dat een hele kamer aangenaam doet geuren.
Bloemen : Bloeitijd mei, juni ;Snoeimaand maart De bloesems zijn enig mooi. Ze doen een beetje aan grote appelbloesems denken. Je kan eigenlijk het hele jaar door van kweepeer genieten. De vrucht van de kweepeer geurt verrukkelijk en kan gebruikt voor verschillende bereidingen zoals o.a. compote, jam, marmelade, gelei, vruchtensap, taart, wijn en likeuren.
Planten : Planten doe je in herfst of winter, wanneer de bladeren zijn afgevallen. Vroeg planten en aanbinden aan een steunpaal zal de hergroei sterk bevorderen
Gebruikte delen: De vruchten zijn vanaf oktober te oogsten en groot: exemplaren van een kilo zijn heel goed mogelijk! Je kunt eigenlijk alleen aan de kleur zien of ze rijp zijn. De kweepeer is vrij lang houdbaar
Kweeperen worden verwerkt tot compote, jam, marmelade, gelei, vruchtensap, vruchtenpasta (in blokjes lijkend op bonbons), taart, cotignac (vruchtenbrood), gekonfijt, wijn en likeuren
Werkzame bestanddelen: Kweeperen zijn rauw vrijwel niet te eten door het harde en zure vruchtvlees. Ook komen de looistoffen tannine en fenolen in het vruchtvlees voor. Daarnaast bevat de kweepeer veel steencellen, cellen met een harde wand. Kweeperen bevatten veel pectine en 10-14% suiker.
Eigenschappen: De kweepeer Cydonia oblonga is het enige lid van het geslacht Cydonia en behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De botanische naam Cydonia is afkomstig van Kydonia. Deze Griekse stad ligt aan de westkant van Kreta en heet tegenwoordig Chania
Vermeerderen : Kweeperen kun je vermeerderen door zaaien of stekken. Bij zaaien weet je alleen bij de soortechte variëteiten dat de eigenschappen van de moederplant terugkomen. Je kunt ook stekken. Dat gaat als volgt: gesnoeide takken steek je in het najaar of vroege winter diep in de aarde waarbij je drie tot vier ogen boven de grond houdt. Succes is echter in zijn geheel niet verzekerd! Tijdens de zomer kunt je ook groene takjes laten wortelen met behulp van stekpoeder.
Soorten : Er zijn twee vormen van kweeperen: appel- en peervormig.
Rauwe peren zijn oneetbaar, maar het zijn prima luchtverfrissers: een kweepeer die u in een kast of op de fruitschaal bewaart zal verschrompelen maar niet rotten, en maximaal 4 maanden een heerlijk geur verspreiden
De kweepeer of kwee (Cydonia oblonga) is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De soort komt oorspronkelijk uit het gebied rondom de Kaspische Zee en is een algemeen bekende vrucht in veel landen, vooral in de zuidelijke landen van Europa en in Japan. In Nederland wordt deze vrucht weer steeds vaker aangeboden op markten, in groentespeciaalzaken en in toko's. Vroeger stond bij veel boerderijen een kweepeer. De boom kan 4-6 m hoog worden. De kweepeer bloeit in vergelijking met de appel en peer laat, namelijk van mei tot in juni. De kweepeer is nauw verwant aan de appel, de peer en de lijsterbes.
De botanische naam is afkomstig van de Griekse stad Kydonia, tegenwoordig Chania, dat in het noordwesten van het eiland Kreta ligt.
Het woord "marmelade", dat oorspronkelijk kweeperenjam betekent, ontleent zijn betekenis aan de Portugese naam van deze vrucht, marmelo
Bereiden Kweeperen kan u niet rauw eten, de smaak is bitter. De bittere stoffen verdwijnen echter bij het koken. U kookt kweeperen op dezelfde manier als appelen: u schilt ze eerst en ontdoet ze van hun klokhuis. Er zit veel smaak in de schil. Probeer daarom als het kan de schil mee te koken. Enkele rassoorten geven na het koken een mooi rood vruchtvlees. Deze zijn bijzonder geschikt om er gelei van te maken. De jam of gelei kan in verschillende gerechten gebruikt worden. Laat kweeperen na het koken een nacht afgedekt staan om de smaak goed in te laten trekken. Dit zal ook de rode kleur ten goede komen. Kweeperengelei smaakt bijzonder goed bij varkensvlees en wildgerechten. Kweeperen combineren goed met appel. Vervang een deel van de appels eens door kweeperen om een bijzondere smaak te verkrijgen, bijvoorbeeld in een appeltaart. Van kweeperen kun je een heerlijke likeur maken.
Voedingswaarde/Gezondheid Kweeperen bevatten veel vitamine C.
Tips
1.Koop alleen gele vruchten die stevig aanvoelen en bij voorkeur lekker ruiken. Een bruin plekje mag best.
2.Zijn de peren nog vrij hard, laat ze dan gerust een paar weken in huis narijpen. Het hele huis ruikt dan lekker naar kweeperen. Controleer wel of ze niet bederven.
3.Verwijder altijd het vilt door de vruchten te wrijven met een zachte doek. Alles wat je erna van de vrucht maakt krijgt een veel mooier uiterlijk. Vooral voor kweepeer gelei is dit cruciaal.
4.Veel smaak zit in de schil. Wanneer een recept geschilde kweeperen vereist, probeer dan de schillen mee te koken. Als je veel schillen hebt en klokhuizen, dan kun je hier een uitstekende gelei van maken zelfs zonder vruchtvlees te gebruiken.
5.Kook de klokhuizen desnoods apart mee bij recepten waarvoor het klokhuis verwijderd moet worden. In de pitten zit veel pectine en zo krijg je toch een mooi gebonden resultaat.
6.Koop een echte koperen jampan. Het resultaat is verbluffend veel beter dan in een gewone pan. Door de geleiding van koper, krijg je snel een geconcentreerdere gelei met een mooiere kleur en stevigere gelei. De pannen hebben het formaat van een flinke wok, met 2 handvatten, een platte bodem en wanden die licht uitlopen. Kosten: al gauw 100,- of meer. Inderdaad veel geld, maar je hebt er je hele leven plezier van. Merken die ik aan kan bevelen: De Buyer en Mauviel. In Frankrijk zijn ze goed verkrijgbaar, in Nederland alleen in de betere kookwinkel.
7.Laat kweeperen na het koken een nacht afgedekt staan. Vruchtensap of vruchtvlees krijgen zo een veel mooiere diep rode kleur en alle smaak trekt in het sap.
8.Combineer kweeperen met appel. Een gewoon gerecht met appel wordt door een deel te vervangen door kweepeer direct bijzonder van smaak.
Kweepeerjam Ze zien er niet naar uit, maar van kweeperen kan je heerlijke jam maken. Als je mijn recept wil volgen, was je de kweeperen en wrijf je ze eerst goed over hun 'fluwelen' jas. Je kan de peren ook schillen, maar dan worden ze vlug bruin en wordt je jam donkerder van kleur. Snij de kweeperen dan in dunne plakjes. (Verzamel de pitten in een glazen pot. Die heb je nodig voor een ander recept, zie verder.) Overgiet de kweepeerplakjes met warm water tot er twee vingers water boven de kweeperenstukjes zit. Breng alles langzaam aan de kook. Prik er eens met je vork in, zoals je bij aardappels doet. Als ze zacht zijn, neem je de kookpot van het vuur en laat je alles een nachtje staan. Dan doe je de brij in een neteldoek. Druk al het vocht er goed uit. Neem nu een liter vocht, doe er een halve kg suiker bij en een bindmiddel. In de handel kan je een product krijgen dat van sap jam maakt, ook al doe je op 1 liter water maar een halve kg suiker. Volg de instructies op de verpakking en giet de kokend hete jam in glazen bokaaltjes, boordevol. Doe het metalen schroefdeksel erop en zet de potjes op hun kop om af te koelen. Dan sluiten ze zich hermetisch. Deze jam is niet alleen heerlijk, hij stopt diarree en is een weldaad voor maag en darmen. recept van Daniëlle Houbrechts
Ziekten en plagen De kweepeer is niet speciaal onderhevig aan bepaalde ziekten; soms heeft hij wel een last van monilia, meeldauw, bladvalziekte of bacterievuur. De vatbaarheid voor deze ziekten is afhankelijk van ras en standplaats.
Gescheurde kweevruchten (kort voor de pluk) zijn erg vatbaar voor schimmelaantasting. Controleer hierop en verwijder de aangetaste vruchten.
Botanische naam : Malus toringo Nederlandse naam : Appel, Sierappel Herkomst : Japan Bijzonderheden : schurftvrij, verbloeit wit Grondsoort : alle Vochtbehoefte : normaal Wind : ongevoelig, zeewind bestendig Gebruik : parken, tuinen, solitair, kust/zeewind Hoogte : 2.50-5.00 m Bloeikleur/vorm : roze Bloeitijd : mei Blad : bladverliezend Vrucht : geel, oranje
Standplaats: sierappels groeien op alle, niet te natte en te arme gronden; voor neutrale tot licht kalkhoudende gronden. Ze wensen een plaats in de zon en zijn zeewind-gevoelig.
Kenmerken: glimmend groen; 5-7 cm. doorsnede; later aan langloten groter en meestal 3(-5)-delig; in herfst geel. Vruchten: rond; 8-10 mm. doorsnede; geel tot oranjegeel (of rood); tot eind oktober.
Bloemen : enkel; 2,5 cm. doorsnede, wit; in knop rozerood; talrijk; iets minder rijk dan M.floribunda, maar iets meer rozerood; bloeitijd midden tot laat.
Planten : Boom met breed, ovale, tot ronde kroon met iets overhangende takken, gebruikt in straten, lanen en parken; ook in verharding.
Eigenschappen: De nederlandse naam is Appel, familie van de Rosaceae. De bloemkleur is rozewit en de bloeitijd is van ca. mei. De bladeren zijn glimmendgroen. De volwassen hoogte van deze middelgrote heester is ca. 700 cm. Verdraagt een temperatuur tot -25 gr. C. Met opvallende vruchten. Geeloranje Is matig verkrijgbaar
Vermeerderen : Zaad - best zodra het rijp is in het najaar in een koude bak gezaaid. Het ontkiemt meestal in de late winter. Opgeslagen zaad nodig stratificatie voor 3 maanden bij 1 ° C en moet worden gezaaid in een koude bak, zodra het is ontvangen. Het is misschien niet ontkiemen voor 12 maanden of meer. Prik de zaailingen in afzonderlijke potten zodra ze groot genoeg zijn om te behandelen.
Indien gegeven een rijke compost zijn ze meestal snel te groeien weg en kan worden groot genoeg om uit te planten in de late zomer, maar overwegen om hen enige bescherming tegen de kou in hun eerste winter. Zo niet, bewaar ze in potten in een koude bak en plant ze uit in het late voorjaar van het volgende jaar.
Snoeien : Snoeien doe je best in het voorjaar na de bloei want het is zonde om takken vol met prachtige bloesems weg te snoeien.
Malus Tina verdraagt snoei bijzonder goed. Als jonge boom gekocht, hoeft hij nauwelijks te worden gesnoeid. Verwijder alleen elkaar kruisende scheuten of takken die sterk vanaf de zijtakken in de richting van de stam naar binnen groeien. Zo blijft de kruin luchtig en kan er voldoende zonlicht aan de bladen.
Verjongingssnoei kan je best in het najaar doen als al het blad van de boom is gevallen. Er worden dan in het voorjaar nieuwe scheuten gemaakt waarmee je terug aan de slag kan om vorm aan het boompje te geven. Deze nieuwe scheuten zijn sterk genoeg om een nieuw gestel te vormen.
Soorten : --Malus toringo 'Tina' Dwergvorm; traag groeide malus. Kroon net zo breed als hoog. Bloeit zeer rijk, ook al op 1-jarig hout. Sterk verbloeiend van hard-rose (knop) naar creme-wit (uitbloei). Vruchten soms talrijk, maar te klein (ca 0.5 cm.) om op te vallen. Deze Malus kan goed gesnoeid worden en is zeer ziekte resistent. Leverbaar op stam 60 en 80 cm. Weetjes : Bekende gevaren van Malus toringo: --Alle leden van dit geslacht bevatten de toxine waterstof cyanide in hun zaden en mogelijk ook in hun bladeren, maar niet in hun vruchten. --Waterstofcyanide is de stof die amandelen hun karakteristieke smaak, maar het dient alleen te worden geconsumeerd in zeer kleine hoeveelheden. --Apple zaden normaal gesproken niet bevatten zeer grote hoeveelheden waterstof cyanide, maar zelfs dan mag niet worden verbruikt in zeer grote hoeveelheden. --In kleine hoeveelheden waterstof cyanide is aangetoond dat de ademhaling te stimuleren en de spijsvertering te verbeteren, is het ook beweerd dat van de uitkering worden in de behandeling van kanker. --In eigen risico, echter, kan dit leiden tot ademhalingsproblemen en zelfs de dood.
Botanische naam : Rosa 'Ausbord' ('Gertrude Jekyll') Nederlandse naam : Engelse roos Herkomst : Engeland Bijzonderheden : ook als leiroos Grondsoort : alle, humeus, lichte klei Vochtbehoefte : normaal Licht : zon Wind : weinig gevoelig Groep : engelse rozen Gebruik : groepen/vakken, tuinen Hoogte : 1.00-2.00 m Vorm : spreidend Bloeikleur/vorm : roze Bloeitijd : juni, juli, augustus Blad : bladverliezend Twijg/stam : doorns/stekels
Standplaats: Om de bloeitijd en de gezondheid van de rozen te waarborgen, is het belangrijk dat de rozen in een humus-, voedindsrijke grond staan. Ook is een afgewogen en regelmatige bemesting belangrijk voor een goede groei Rozen zijn zonaanbidders en staan daarom het liefst op een zonnige, warme en luchtige plaats in de tuin.
Kenmerken: Goed groeiende robuuste roze roos met een vol geurend boeket. Bloeit meerdere malen en is zowel een struik- als klimroos.
Bloemen : Roze bloemen van Juni tot Oktober Planten : Op een Kalkrijke grond,goed gedraineerde Zandgrond,Voedselrijk,Kleihoudend,Humusrijk Standplaats : Zon
Gebruik: Als Haag en in de Vaste planten border
Eigenschappen: --Geschikt als snijbloem --Gedoornd --Geurend
Weetjes :
Eén van de pioniers voor het gebruik van vaste planten is Gertrude Jekyll geweest. Werden de eerste vaste planten in rijtjes in de tuin geplant en was de samenhang ver te zoeken. Gertrude Jekyll (1843-1932) combineerde als kunstschilderes de bovengrondse eigenschappen van de planten, als kleur, hoogte, bloeitijd en vorm tot een gewenst totaalbeeld. De door haar ontworpen borders zijn dan ook een lichtend voorbeeld van schilderen met planten.
Gertrude Jekyll was een beroemde tuinarchitect welke een belangrijke invloed heeft gehad op de stijl van de huidige Engelse tuinen. Zij was de grondlegger van de Cottage Garden
Botanische naam : Lychnis chalcedonica Nederlandse naam : Brandende liefde , Constantinopel Herkomst : Klein-Azië, Oost-Rusland Bijzonderheden : zaait uit Grondsoort : alle, humeus Vochtbehoefte : droog, normaal Licht : half schaduw, zon Wind : weinig gevoelig Gebruik : borders, verwildering, insecten Hoogte : 0.60-0.80 m Bloeikleur/vorm : rood/bruin Bloeitijd : juni, juli, augustus Blad : groen
Standplaats: Zonnig- halfschaduw, Goed vochtige grond. Beschut
Kenmerken: Lychnis chalcedonica komt van nature voor in Oost-Rusland en wordt in het Nederlands Brandende liefde genoemd. De 80-100 cm hoge plant wordt in de Angelsaksische wereld veel als tuinplant gekweekt. Hij draagt dan namen als Maltezer kruis of Jeruzalemkruis. De bloemen hebben een felrode kleur en staan in schermen van 5-12 cm. De rechtopstaande stengels zijn stijf en bebladerd.
Bloemen : Bloemen in helder scharlakenrood in flinke platte trossen met heldergroene ruw aanvoelende blaadjes
Planten : Geschikt voor perken, borders en achtergrondbeplanting De geadviseerde plantafstand is 30 cm. (8-11 st. per m2.) Bescherm de plant tegen slakken.
Eigenschappen: --borderplant --snijbloem --zomerbloeier --bladhoogte 40 cm
Deze plant is zeer geschikt voor de siertuin. Ze heeft opvallend blad, bloei, of vorm en laat zich eenvoudig combineren. Verlangt een zonnige plek en goed doorlatende, voedselrijke grond. Deze plant is zeer geschikt om te combineren met de 'basisplanten'. Verdraagt korte periodes van droogte prima. Natte winters daarentegen niet. Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten.
Vermeerderen : Uit zaad of delen. Bij voorkeur direct op plaats van bestemming zaaien. Dun uitzaaien en zo nodig nog uitdunnen. Bloeit in het 2e jaar De planten kunnen best om de 2-3 jaar worden opgegraven en gedeeld om te verjongen.
Bemesting Lychnis chalcedonica Bij bloeiende planten is het belangrijk om veel knoppen te hebben en om die knoppen uit te laten komen. De aanmaak van knoppen wordt gestimuleerd met een, verhoudingsgewijs, hoger fosfor gehalte. De bloei van de knoppen wordt gestimuleerd door een hoog kalium gehalte. Het hogere kalium gehalte zorgt tevens voor een langere bloei en verbetert de kwalitatieve eigenschappen zoals geur van de bloemen. Daarnaast zorgt het hogere kalium gehalte voor een efficiëntere waterhuishouding zodat de planten zuiniger zijn met water. Hoe verder de onderlinge gehalten uiteenlopen des te sterker gaat er een stimulerende werking vanuit. Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Weetjes :
De botanische naam Lychnis is afkomstig van het Griekse woord 'lychnos' dat lamp betekent. Er zijn verschillende verklaringen. Volgens een verklaring slaat de naam op de heldere kleur van de bloemen, volgens een andere verklaring slaat de naam op het gebruik van de wollige bladeren als lampepitten. De naam werd door de Griek Theophrastus gebruikt.
Botanische naam : Veronica longifolia 'Blauriesin' Nederlandse naam : Aarereprijs ,Lange ereprijs Herkomst : Bijzonderheden : Grondsoort : alle Vochtbehoefte : normaal Licht : zon Gebruik : groepen/vakken, randen, borders, insecten, bloemenweide, waterkant Hoogte : 0.60-0.80 m Bloeikleur/vorm : blauw, aar Bloeitijd : juli, augustus Blad : groen
Standplaats: Zon tot halfschaduw. Humusrijke, voldoende vochtige grond. Kalkrijke grond Zonnige plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselrijke, humeuze, neutrale tot zwak zure zandgrond.
Kenmerken: De plant komt van nature voor in Europa en wordt ook gebruikt in siertuinen. De plant wordt 60-120 cm lang en heeft eironde tot lancetvormige bladeren, die tegenoverstaand of in kransen van drie tot vier bladeren aan de stengel zitten. De bladeren zijn aan de voet dubbelgezaagd. De lange ereprijs bloeit in Nederland in juli en augustus met eindstandige trossen. De bloem is meestal hemelsblauw, maar soms wit. De vrucht is een hartvormige doosvrucht.
Planten : De geadviseerde plantafstand is 30 cm. (8-11 st. per m2.)
Gebruik: In de border heel mooi te combineren met bijvoorbeeld Alchemilla mollis ´Select´, Eryngium ´Blaukappe´ en Echinacea ´Magnus´
Eigenschappen: * In het najaar snijd je de stengels bij de grond af * Scheuren in het voor- of najaar * Planten in luchtige grond * Gevoelig voor meeldauw
Vermeerderen : Door zaaien het hele jaar door, kiemt makkelijk of door scheuren. Ondergrondse uitlopers delen
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur. Deze plant heeft in de winter bescherming nodig tegen overvloedige regen en sneeuw. In de zomer moet u ervoor waken dat ze niet uitdroogt.
Woekert niet of nauwelijks en laat zich goed combineren met andere planten
Ereprijs of Veronica hebben gauw meeldauw. Dit moment van de zomer komt meeldauw meer voor in de tuin dan bv in de lente of vroege zomer.
De planten op een luchtige plaats zetten, niet op een hete of ingesloten plek... zou kunnen helpen.
Siertuin - plantenborders: -Het onkruid in de borders blijven hakken, schoffelen en wieden.
-Verwijder de uitgebloeide bloemen zodat ze geen energie steken in de zaadvorming waardoor de planten langer doorbloeien en de bloemenborder mooier oogt.
-Verzamel zaden en steek ze in een koffiefilter of in een enveloppe. Bewaar ze gedurende de winter op een droge plaats.
-Irissen met een wortelstok kunnen worden gescheurd.
-Penstemon kan deze maand zeer gemakkelijk door stekken vermeerderd worden.
-Door regen en wind omgevallen planten zoals zonnebloemen, riddersporen,... opbinden met touw of steunen met bamboestokken, rijshout.
-De uitgebloeide bloeiaren van de lavendel mag je net boven de bladeren snoeien. De takken die er hier en daar uitspringen en zo een mooi zicht belemmeren mogen ook al worden afgeknipt. U mag zeker niet te diep snoeien, want de plant moet nog weerstand bieden tegen de vorst, vandaar enkel snoeien ter verfraaiing van de lavendel na de bloei.
-Eind augustus zijn de meeste hagen volledig gestopt met groeien. Als u de hagen met een vlakke bovenkant door de winter wil loodsen dan kan u nog snoeien tot eind augustus. Plaats aan het begin en aan het einde van de haag een paal en span daartussen een touw die je kunt gebruiken als leidraad. Bij de eerste scheerbeurt van de bovenkant controleer je de horizontale touw met een waterpas. Ga aan de haagkant staan waar je het makkelijkst kunt opruimen. Op deze manier komt daar het meeste snoeiafval terecht.
-Let er bij het snoeien op dat bewolkt weer is, als de zon te fel schijnt heb je steeds kans op verbranding.
-Scheer coniferenhagen nooit na augustus want dat gaat ten koste van de winterhardheid. Snoei ze bij voorkeur licht conisch zodat het licht ook de onderkant van uw haag kan belichten en de haag ook onderaan mooi gesloten blijft.
Zolang de gewenste hoogte bij een loofbladerenhaag niet bereikt is, snoeit u de omhoog groeiende takken ieder jaar een stuk terug. Dit bevordert de groei van de zijtakken.
-Klimhortensia kunnen na de bloei plat tegen de gevel worden terug gesnoeid.
-Snoei alle snoeivormen van heesters zoals buxus, liguster, lonicera, Taxus,...
-Vanaf eind augustus kun je buxus stekken.
-Planten in pot zoals buxusbollen met een groot, dicht bladerdek boven de pot dien je regelmatig water te geven. Het bladerdek fungeert als een paraplu waarbij bijna al het regenwater naast de pot terecht komt.
-Rozen op aantastingen controleren. Schimmelaantastingen zoals sterreroetdauw en meeldauw komen deze maand veel voor.
-Vergeet niet om regelmatig op het terras onder de parasol van de tuin te genieten. Let wel op met zoete dranken, want vanaf deze maand zijn de wespen op zoek naar zoetigheid en tracteren ze zichzelf maar al te graag op een cola, limonade of biertje van het huis. Hang in de buurt van het balkon of terras een wespenval om de onuitgenodigde gasten te weren.
Gazon: -Het gazon gaan we 1 of 2 keer per week maaien, afhankelijk van de groei. In droge periodes minder vaak maaien en het gras op een hogere stand afrijden. Om uitdroging door te grote verdamping tegen te gaan kan men bij warm weer met maaien beter wachten tot 's avonds. Het zou anders te snel kunnen verbranden (geel worden). De verse snijwondes van het maaien verdampen immers veel meer.
-In de zomer moet je, als je in het voorjaar langzaam werkende meststoffen gebruikt hebt in juli of augustus een keer bijmesten. Heb je een kortwerkende meststof gebruikt dan verdient het de aanbeveling om elke maand bij te mesten. Als je je gazon bemest, doe dit dan op een wat sombere niet zonnige dag, dit voorkomt gele plekken. Indien mogelijk het liefst bemesten als de weersvoorspellingen voor de komende dag(en) veel kans op regen geven. Mestkorrels verdeel je op een groot gazon bij voorkeur met een strooiwagen. Doe je dat niet dan kan het zijn dat je plekken vergeet of op de ene plek meer strooit dan op de andere, dit heeft als resultaat dat je een gazon met golven krijgt op de ene plek groeit het sneller dan op de andere plek.
-Als je terug komt van enkele weken vakantie en het gras staat zeer lang, dan maai je dit best eerst in een hogere maaistand en pas na enkele dagen op de normale maaihoogte.
-Om van je maaisel af te raken, kun je het in een dun laagje uitspreiden achteraan in de plantenborders tussen de sierheesters. Op de plaatsen waar zo'n laagje afgereden grasmaaisel ligt hoef je minder of niet meer te wieden en het maaisel wordt door de tuinwormen omgezet tot humus en voedsel voor de planten.
-Je kunt ook een grasmaaier gebruiken die het gras bij het maaien ineens versnippert en verspreidt over het gazon.
-Graskanten afsteken zodat ze niet te diep in de bloemenborder groeien. Slordige graskanten zorgen voor een minder net aanzicht van het gazon.
-Bij aanhoudend droog en warm weer het gazon regelmatig besproeien. Eenmaal per week gedurende enkele uren water geven is beter dan dagelijks een kwartiertje het zand te blussen. Weet wel dat het niet echt noodzakelijk is om een bestaand gazon te besproeien, want na enkele regenbuien zal het zich heel snel herstellen. Bij het water geven met een tuinslang voorkomen tuinslanggeleiders op de hoeken van de tuinborders dat de waterdarm doorheen de plantenborder worden gesleurd.
Bloembollen en -knollen: -Plant vanaf nu paaslelies / narcissen. Als je narcissen in het gazon plant moet je er wel rekening mee houden dat je het gras tot zes weken na de bloei niet mag maaien wil je volgend voorjaar terug bloemen zien.
-Voor het planten van bloembollen gebruiken we steeds de regel: 'twee maal zo diep planten als de bol hoog is'.
-Plant bloembollen die in de herfst bloeien zoals bijv. cyclamen.
-Bij enkelbloemige dahlia's bestaat de kans dat ze na de bloei over gaan tot zaadvorming. Pluk de uitgebloeide bloemen weg zodat de planten deze energie gebruiken om veel beter door te bloeien.
-Voorjaarsbloembollen moeten in de herfst worden geplant omdat ze een koude periode nodig hebben om in het voorjaar tot bloei te komen. De enige regel is dat voorjaarsbloemen voor de eerste vorst moeten worden geplant. Het is het beste de bollen zo snel mogelijk na aankoop, te planten. Als je ze nog even moet opslaan, zorg dan dat ze droog en koel (tussen de 10 en 15 graden Celsius) bewaard worden. Bloembollen en -knollen die in het vroege voorjaar bloeien zoals Iris reticulata, kievitsbloem (=Fritillaria persica), sterhyacint (=Scilla sibirica), hondstand (=Erythronium pagoda), Naald van Cleopatra (=Eremus), prairielelie (=Camassia) kunnen vanaf half augustus worden geplant in de tuin.
Moestuin: -Tot midden augustus kunt u nog spinazie, winterrammenas, veldsla, radijsjes, raapstelen,... zaaien.
-Plantjes van koolrabi, bloemkool, sla, andijvie,... kunnen in de moestuin worden uitgeplant.
-Doorlopend oogsten van de plukrijpe groenten zoals tomaten, pepers, aubergine, peulvruchten,...
-In augustus wordt het al vochtiger en is de kans op schimmelaantasting groter. Wees alert en pas uw buitentomaten een tomatenhoes aan. De hoofdscheut van uw tomatenplanten mag je ook toppen aangezien er zich toch geen vruchten meer kunnen vormen die voor de winter kunnen geoogst worden.
-Schoffelen en bij droog weer regelmatig water geven
-Oogst regelmatig uw komkommers en courgettes en dit als ze nog jong en mals zijn. -Hoe ouder en dikker de vruchten des te grover de structuur. Jonge groente smaakt dan ook veel beter. Wanneer er regelmatig vruchten worden afgesneden zullen de planten ook steeds weer nieuwe bloemen en vruchten dragen tot laat in het najaar.
-Bonen oogsten en invriezen of liever inmaken als wintervoorraad.
-De ajuinen kunnen worden gerooid als het bladloof dood begint te vallen. Kies een droge dag want droog zullen ze langer bewaren.
-Het loof van de gerooide aardappelen bevat vaak ziektekiemen. Voer het blad daarom bij voorkeur af met het GFT-afval en laat het niet op uw composthoop terecht komen.
-Beschikt u over een serre dan kunt u tegen het einde van de maand de deuren en de verluchtingsramen 's avonds sluiten om de warmte binnen te houden. De volgende morgen doe je ze dan terug open.
-De onderste bladeren van onze serretomaten kunnen we geleidelijk aan verwijderen. Zo krijgen de rijpende vruchten meer zonlicht en is er meer luchtcirculatie wat dan weer schimmelziektes voorkomt.
-Bij vochtig weer kunnen in een korte periode grote aantallen slakken actief worden. -Vanaf half augustus worden de nachten langer en zijn er in de ochtend langere dauwperioden. Deze vochtige omstandigheden zijn ideaal voor de naaktslakken. Zodra slakken of slakkenschade wordt opgemerkt en de weersomstandigheden gunstig blijven voor slakken, is bestrijden met slakkenvallen zinvol.
Fruittuin: -Oogsten van vroege appels en peren. De vruchten zijn rijp als het steeltje van de tak lost na een licht draaiende beweging.
-Snoei bij de druivenranken alle bladeren weg die voor de druiventrossen hangen. Die bladeren houden het licht tegen dat voor de druiven nodig is om te rijpen.
-Knip oude geoogste frambozenstengels af en bind de nieuwe stengels van dit jaar vast. Deze zullen volgend jaar vruchten dragen.
-Na de oogst van perziken, pruimen, kersen en bessen mag je deze bomen en struiken snoeien.
-Plant deze maand ( liefst voor 15 aug)nieuwe aardbeibedden in. Deze kunnen zich voor de winter nog goed ontwikkelen zodat ze volgend jaar een mooie oogst geven.
Kuipplanten, perkgoed, eenjarige en tweejarige planten: -Dit is de maand om te beginnen met stekken te nemen van uw kuipplanten: Pelargoniums (geraniums), Fuchsia's (bellenkensplanten),... Neem krachtige kopstekken van ± 10 cm en verwijder de bloemen. Verwijder de onderste bladeren en snij de stek onderaan net onder een bladknoop schuin af. Bij de Pelargonium kun je best de kleine steunblaadjes op het stengelgedeelte verwijderen want anders kunnen die in de stekgrond beginnen te rotten.
-Eenjarigen en perkgoed regelmatig water geven en wekelijks bijbemesten om de planten langer te laten doorbloeien.
-Vanaf augustus kan men volop starten met het zaaien van tweejarige planten. Viooltjes, vergeet-me-nietjes, muurbloemen, duizendschoon,...
-Uitgebloeide bloemen verwijderen zorgt er voor dat de planten geen energie steken in de aanmaak van zaad maar in de vorming van nieuwe bloemen. De bloembakken staan er alzo ook steeds net en fris bij.
Vijver: -Overtollige bladeren van in de vijver te groot geworden planten en beschadigde bladeren wegknippen. In een vijver die volledig is dicht gegroeid met bladeren van bv waterlelies is er teveel schaduw. Dun de planten maar verwijder per opkuisbeurt niet meer dan 1/3 van de planten.
-Verwijder eveneens af en toe de uitgebloeide bloemen en dode, beschadigde en afstervende planten. Het voorkomt dat deze in de vijver rotten waardoor de algengroei zou toenemen.
-Drijvende planten zoals sommige zuurstofplanten kunnen zich tijdens warme dagen zeer snel vermeerderen waardoor het wateroppervlak al snel dreigt dicht te groeien. -Dun deze snel groeiende waterplanten regelmatig uit.
-Draadalgen groeien bij deze temperaturen ook heel snel. Haal eventuele draadalgen regelmatig weg. Algen verwijderen lukt makkelijk met een stok waar u ze omheen draait. Een riek met daaromheen kippengaas gewikkeld is ook handig om in de vijver te roeren en alzo de wieren op te vissen.
-Door watervlooien aan het vijverwater toe te voegen kun je ook zwevende algen voorkomen. In een vijver met vissen in heeft het weinig zin watervlooien in te zetten daar deze op het menu staan van de vissen.
-Controleer de waterwaarden regelmatig om tijdig in te kunnen grijpen. Meet de PH-waarde (zuurgraad), de GH-waarde (gezamenlijke hardheid) en de KH-waarde (carbonaatheid).
-Kijk bij het kopen van een vijverpomp of er geen spons in zit. Pompen zonder spons zijn minder gevoelig voor slijtage door slib.
-Leg je nu uw vijver aan? Doe dan het volgende: opengevouwen folie een tijdje in de warme zon leggen om beter te verwerken.
-Vul een nieuwe vijver met kraantjeswater en lees de watermeter voor en na af. Dat bespaart rekenwerk als u er later producten moet aan toevoegen.
-Leg een nieuwe vijver in de zomer aan, want dan zijn voldoende zuurstofplanten te koop. Die kunnen na enkele dagen in de vijver. -Goede zuurstofplanten zijn waterpest, hoornblad, fonteinkruid, sterrenkruid, vederkruid en waterranonkel.
-Maak u geen zorgen als pas uitgeplante waterplanten wegkwijnen. Ze zullen snel nieuwe scheuten vormen en zijn dan volledig aangepast. -Planten waarvan de namen eindigen op 'Nana', 'Minima' of 'Pygmaea' zijn geschikt voor de kleinste waterpartijtjes, watertonnen en -troggen.
-Geef nooit steurvoeder aan karperachtigen. Het bevat bloedmeel en veroorzaakt leverziekten bij andere vissen.
-Geef vissen niet meer voer dan ze binnen de tien minuten kunnen opeten. Het eten dat langer blijft liggen zal naar de bodem zakken en beginnen rotten. Haal voer dat na tien minuten nog in het water drijft weg.
-Hou de waterstand in de gaten. Op warme dagen verdampen er heel veel liters vijverwater waardoor je het waterniveau van de vijver ziet dalen. Vul regelmatig de vijver bij.
I-n warm en stilstaand water zal het zuurstofgehalte snel dalen. Bij het bijvullen van de vijver spuit je best op het wateroppervlak waardoor er meer zuurstof in het water wordt opgenomen. Dat is van belang voor de vissen en de waterplanten.
-Je kunt ook een fontein in de vijver plaatsen om ervoor te zorgen dat het water van zuurstof wordt voorzien.
-Tijdens hete zomerdagen kunt u de fontein overdag afzetten om te sterke opwarming van het vijverwater te voorkomen. 's Nachts mag hij weer aan. Denk er aan dat ook onderwaterspots veel warmte afgeven. Vooral in kleine vijvertjes.
Botanische naam : Liatris spicata 'Kobold' Nederlandse naam : Lampepoetser Herkomst : N.Amerika Bijzonderheden : trekt vlinders aan Grondsoort : alle, zand Vochtbehoefte : droog, normaal Licht : zon Gebruik : groepen/vakken, borders, snijbloem, insecten Hoogte : 0.40-0.60 m Bloeikleur/vorm : paars, aar Bloeitijd : juli, augustus, september Blad : groen
Standplaats: Verdraagt goed droge gronden maar haat in de winter natte voeten. Liatris groeit op alle gronden en zelfs in een moerassituatie nabij een vijver. De Liatris spicata houdt van vochtige, maar goed doorlatende grond en is daardoor ook te planten in de buurt van een vijver, dit in tegenstelling tot de soort Liatris pycnostachya, die het goed doet op droge plaatsen
Kenmerken: Liatris spicata is een overblijvende knolachtige vaste plant afkomstig uit Noord-Amerika Liatris spicata is een vaste plant en een populaire zomerbloeier voor gebruik in boeketten en in de border. Deze soort kan een hoogte bereiken die varieert van 30 tot 70 centimeter
Bloemen : De donzige violetpaarse bloemen verschijnen in juli-augustus aan 60-80 cm hoge bloemstelen. Opmerkelijk is dat ze niet zoals gebruikelijk van onder naar boven bloeien, maar omgekeerd. Ze beginnen te bloeien aan de top. Deze vaste planten zouden wat meer moeten aangeplant worden: ze trekken zowel bijen als vlinders aan
Planten : Meestal plant men Liatris als solitair in een rotstuin of in de border
Eigenschappen:
- geschikt voor gebruik in de vasteplanten border
- geschikt voor gebruik in de heidetuin
- deze plant vraagt of gedijt goed op droge gronden
- deze plant is aantrekkelijk voor bijen (lokt bijen)
- deze plant is aantrekkelijk voor vlinders (lokt vlinders)
Vermeerderen : Liatris heeft knolachtige wortelstokken waarmee de planten vermeerderd kunnen worden door delen in het voorjaar en scheuren in het najaar Ook zaaien behoort tot de mogelijkheden. Selecteer dan echter streng op kleur en eigenschappen
Snoeien : Uitgebloeide bloemen worden na de bloei verwijderd of gebruik ze bij aanvang van de bloei als snijbloem
Botanische naam : Lonicera caprifolium Nederlandse naam : Gewone kamperfoelie, Tuinkamperfoelie Herkomst : Europa, West-Azi Bijzonderheden : Klimplant Grondsoort : alle, humeus Vochtbehoefte : normaal Licht : schaduw, half schaduw, zon Gebruik : solitair, tuinen en parken Hoogte : 5.00-10.00 m Vorm : slingerend Bloeikleur/vorm : geurend, wit/créme, geel Bloeitijd : mei, juni, juli Blad : bladverliezend Vrucht : oranje
Standplaats: Vraagt een vochthoudende tot vochtige, humusrijke grond met een neutrale tot basische zuurgraad (pH = 7 - 9). Verlangt een plekje uit de volle zon. Dus bij voorkeur in gefilterd licht van andere planten. Deze plant is goed te combineren met 'bosrand' en 'borderplanten', zolang die er niet te dicht op staan. Kamperfoelie´s houden van een vochtige grond. Daar het een bosplant is staat haar kop graag in de zon, maar haar voeten houden van schaduw. Als haar voeten te heet worden is ze gevoeliger voor een aanval van bladluizen. Na de bloei kan de plant gesnoeid worden.
Kenmerken: Lonicera caprifoliumis een sterk groeiende klimplant met glanzend donkergroene bladeren die meestal eirond of breed ovaal zijn. De onderzijde is meestal blauwgroen van kleur. Aan het eind van dìe twijgen die de bloemen dragen, zijn de paarsgewijze bladeren met elkaar vergroeid, en onder de bloeiwijze zelf een breed elliptische schijf vormend.
Bloemen : In mei en juni verschijnen de sterk geurende, buisvormige bloemen vanuit de oksels van de schotelvormig vergroeide bladeren. Deze zijn tot 5 cm lang en crème-wit van kleur, soms wat roze getint aan de buitenzijde. Zes bloemen staan in kransen bij elkaar, meestal twee of drie kransen boven elkaar, maar altijd gescheiden door de schotelvormig vergroeide bladeren. De bloemen zijn tweelippig; de bovenlip iets terug geslagen, de onderlip sterk terug geslagen. Daardoor steken de stamper en meeldraden ver uit. Na de bloei ontwikkelen zich oranje-rode vruchten.
Planten : Bijvoorbeeld voor aanplant in windbeschutte (stads)tuinen en openbaar groen. Deze plant slaat vrij traag aan.
Eigenschappen: zeer winterhard en aangenaam geurend. Geschikt voor begroeiing tegen hekken, balustrades, pergola's en lage muren
Vermeerderen : De plant is vrij gemakkeljk te vermeerderen uit zomer- of winterstekken.
Snoeien : Na de bloei snoeien om vertakking te stimuleren en kale plekken onderaan de plant te voorkomen. Echte snoei verder niet noodzakelijk.
Soorten :
Lonicera caprifolium ´Anna Fletcher´ heeft bloemen die meer geel van kleur zijn, de buitenzijde zelden roze.
Lonicera caprifolium `Inga´ heeft iets grotere bloemen dan de soort en bloeit iets vroeger. De twijgen en bladeren zijn sterk behaard. De bloemen zijn creme-wit, aan de buitenzijde roze getint.
Weetjes :
Deze soort komt van nature voor in west Europa en noord Azië. In Nederland soms verwilderd.
Geneeskrachtige eigenschappen Als huismiddel werden vroeger de vruchten gegeten, rauw of gekookt, als braak of laxeermiddel.
Een siroop gemaakt van de bloemen werd vroeger gebruikt bij astma. Zowel de bloemen als de bladeren werden vroeger gebruikt als slijmoplossend middel en tegen krampen.
Thans wordt de plant nog gebruikt in de Bach bloesemtherapie. Het wordt gebruikt voor mensen die leven in het verleden en geen perspectief zien in de toekomst.
Vroeger werden de bloemen gebruikt voor het maken van parfum. Thans wordt het nog wel gebruikt in zeep.
Bemesting Lonicera caprifolium Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Ziekten Een veel voorkomende aantasting is vraat door bladluis. Kamperfoelie kan overdekt raken met dikke kolonies ervan. Ze zijn te bestrijden met eenvoudige middelen zoals een mengsel van water gemengd met groene zeep en spiritus of een speciaal middel tegen bladluizen.
Meeldauw ('het wit') overdekt blad en bloem met een wit, pluizig dons.
Botanische naam : Clerodendrum trichotomum fargesii Nederlandse naam : Kansenboom Herkomst : China Bijzonderheden : purperbruin uitlopend Grondsoort : alle Vochtbehoefte : normaal Licht : half schaduw, zon Wind : gevoelig Groep : (sier)heesters Gebruik : solitair, tuinen, insecten Hoogte : 3.00-5.00 m Vorm : opgaand Bloeikleur/vorm : wit/créme, rood/bruin, opvallend Bloeitijd : augustus, september Blad : bladverliezend Vrucht : zwart, blauw
Standplaats: Geeft de voorkeur aan een humeuze grondsoort, die zowel doorlatend als vocht vasthoudend moet zijn Plant Clerodendron bij voorkeur op een beschutte plaats waar voldoende zon schijnt. Op zware klei het plantgat voldoende ruim maken en compost en zand mengen met de uitgegraven grond. Waar het flink kan vriezen, de voet van de struik afdekken met bladeren of compost om de wortels te beschutten.
Kenmerken: Een bijzonder kenmerk van deze plant is de bloeitijd: pas laat, in de nazomer. In augustus tot september verschijnen de trossen met bloemen.
Bloemen : Deze hoge struik of kleine boom draagt van augustus tot september witte buisvormige bloemen die gevolgd worden door vlezige, ronde helderblauwe vruchten. De bloemen verschijnen pas in grote hoeveelheden als de plant een weinig is uitgegroeid. De eerste jaren zuller er daarom vooral takken en hartvormig toegespitste bladeren worden gevormd, maar na de hevigste groeistuipen verschijnen er losse bundels stervormige, witte bloemen vanuit rode kelkbladeren Deze heester bloeit vanaf eind augustus met vele witte bloempjes met roze schutbladeren. De bloemen geuren lichtjes en worden graag bezocht door bijen en vlinders. De variëtiet fargesi heeft iets grotere bloemen.
Planten : groeit best op open lichte gronden en houdt van de volle zon. Het boompje is zeer goed bestand tegen hittereflectie wat hem ideaal maakt voor de aanplant in kleine besloten, verharde ruimtes.
Gebruikte delen: deze plant bevat geurende plantendelen ook geschikt voor gebruik in potten, bakken of terraskuipen
Eigenschappen: Na de bloei worden blauwe bessen gevormd waarrond de rode schutblaadjes blijven zitten. Zeer decoratief in een herfstbloemstuk.
De parfumachtige geur van de bloemen, die vaak tot tientallen meters reikt, is na een zonnige dag een dankbare herinnering in de zwoele avonduren.
Hij vormt een elegante, vrij dichte struik met een opgaande en nauwelijks vertakte groeiwijze en dunne, donzige, eivormige bladeren. Bladeren onaangenaam riekend bij kneuzing. Wordt vanwege de geur in Nederland ook wel pindakaasboom genoemd
Vermeerderen : Uit stekken, die op warmte snel aanslaan. Bij de vele soorten die wortelopslag vormen, kan wortelstek veel snellere resultaten geven.
De uitlopers kunnen echter vrij gemakkelijk worden weggehaald. Binnen korte tijd kan elke uitloper tot een nieuwe plant uitgroeien.
Snoeien : In het voorjaar een flinke snoeibeurt geven is dus de boodschap. De bloei heeft daardoor niet te lijden want de struik bloeit op de takken die hetzelfde jaar gevormd werden. Het snoeien kan direct worden uitgevoerd na de laatste bloei in oktober.
Soorten : Clerodendron is een telg uit de familie van de Verbenaceae en alhoewel er ongeveer 300 verschillende soorten Clerodendron bestaan, kunnen er maar twee onze winters overleven in volle grond.
Clerodendron trichotomum is de meest winterharde. Toch zullen de takken ieder jaar invriezen.
Clerodendron bungei is een matig winterharde heester Deze struik gedraagt zich in ons klimaat eerder als een vaste plant dan als een heester. Ieder jaar vriezen de takken af tot tegen de grond, maar in de lente worden nieuwe uitlopers gevormd, die in het zelfde jaar uitgroeien tot 1,5 meter hoog en in augustus en september bloeien met heerlijk geurende paarsrode bloemen die samen grote (tot 20 cm diameter) bloemschermen vormen. Het grote, donkergroene blad is ook zeer decoratief. Het gekneusde blad ruikt onaangenaam. Clerodendron bungei is een woekeraar. Hij vormt ondergrondse uitlopers die op enkele meter van de plant weer boven de grond komen. Deze kunnen wel gemakkelijk verwijderd worden.
Weetjes :
Kansenboom of de Clerodendron met prachtige vruchten
Wil je in september nog wat kleur in de border dan is de Clerodendron een geschikte keuze.
Bij warm weer flink begieten, want vooral bij C. bungei gaat de bladeren snel slap worden en afvallen.
Ziekten komen weinig voor en insectenplagen evenmin. Kortom: een struik met weinig problemen en veel voldoening.
Grondsoort : Alle grondsoorten Standplaats : Schaduw,Halfschaduw,Zon Groeiwijze : Ronde kroon Bloemkleur : Wit Winterhardheid : Normaal winterhard Wintergroen : Nee Bloeitijd : Juli,Juni Hoogte : 6 - 8 (12) m Vruchten : langwerpige steenvrucht, circa 1 cm Toepassing : parken, plantsoenen Grondsoort : weinig eisend, verdraagt kalk Windbestendigheid: slecht Herkomst : Japan en China
Standplaats: Gedijt in iedere grondsoort en verdraagt ook luchtvervuiling. betrekkelijk snel groeit en geschikt is voor standplaatsen in de zon of halfschaduw. Hoewel hij in staat is jaren te leven in de schaduw van andere houtige soorten dichtbij watervlakten, houdt hij niet van al te vochtige bodem.
Kenmerken: Pterostyrax hispida kan 5 à 7 m hoog worden en de bladeren tot 15 cm lang. De roomwitte, lange bloemtrossen komen in mei aan het uiteinde van de takken en geuren naar kamperfoelie. Hij is zeer winterhard en groeit niet vlug.
De bast is grijs met diepe groeven en de twijgen zijn behaard. Het frisgroene eirond tot ovale blad is 6cm tot 17cm groot. Later ontstaan de behaarde vruchten die de gehele winter in de boom blijven hangen,
Bloemen : De witte bloemen verschijnen in juni/juli en staan verzameld in tot 20 cm grote pluimen, ze geuren sterk en aangenaam. De klokvormige geurende bloemen hangen in witte pluimen en verchijnen in juni/juli en zijn 10cm tot 20cm lang.
Planten : Deze boom heeft een brede/ronde dichte kroon en kan uiteindelijk een hoogte bereiken van 6m tot 8m.deze boom is ook geschikt voor de kleinere tuin
Eigenschappen: Grote struik, kleine boom met in zomer hangende pluimen met witte bloemen. Het verspreidstaande, afvallende blad is langwerpig, ongeveer 17 cm lang en donzig aan de achterkant. De heerlijk geurende bloeiwijzen vormen zich aan de zijtakken. Ze bloeien in juini. De kroonbladeren, haast wit, zijn bijna los, alleen aan de voet nog een klein stukje met elkaar verbonden. De vruchten zijn vlezige steenvruchtjes met 1-2 nootjes, langwerpig, met geribbelde vleugeltjes die verdorren. Pterostyrax hispida is een houtachtig gewas, dat
Vermeerderen : Hij kan tamelijk goed gekweekt worden uit zaad, dat 's winters op een droge plaats bewaard moet worden. Hijkan in juli ook vermeerderd worden uit groene stekken.
Weetjes :
Is afkomstig van China en Japan. P. corymbosa lijkt er goed op en is eveneens geurend. Deze heester verdient beter gekend te zijn en zou in de stadsparken of ook in de tuin een mooie blikvanger zijn.
Gedurende de eerste jaren, die volgden op zijn ontdekking in 1839 en het kweken van de pterostyrax (P. corymbosa in 1850 en P. hispida in 1875), heeft men deze houtachtige gewassen lange tijd beschouwd als Halesiasoorten, afkomstig uit Oost-Azie.
Toch zijn de verschillen overduidelijk: Pterostyrax is afkomstig uit Japan en China, de bloeiwijzen vormen een 25 cm lange hangende tros. Pterostyrax vormt flinke struiken of bompjes met verschillende stammetjes.
Bovendien kan hij niet goed tegen lage temperaturen; in elk geval is hij na een vorstperiode wel in staat opnieuw uit te spruiten. De kwalificatie hispida heeft betrekking op de bloeiwijzen, die klierachtig behaard zijn.
Pterostyrax hispida is een rechtopstaande struik of een struik met verschillende stammetjes, die 15 meter hoog kan worden. Hij heeft een grote esthetische waarde.
Botanische naam : Laburnocytisus adamii Nederlandse naam : Adam's goudenregen Herkomst : Frankrijk (Parijs) Bijzonderheden : vleeskleurig, op leeftijd bonte bloei Grondsoort : alle, humeus Vochtbehoefte : normaal Wind : ongevoelig Gebruik : parken, tuinen, solitair Hoogte : 2.50-5.00 m Vorm : zuil Kroon : half open Bloeikleur/vorm : geel, roze Bloeitijd : juni,juli Blad : bladverliezend
Standplaats: Deze plant wenst een matig voedselrijke, droge tot vochthoudende, zandige bodem. Heeft een voorkeur voor neutrale tot basische grond (ph = 7 - 9). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw. Deze plant is in haar jonge jaren eenvoudig met allerlei vaste planten te combineren. Later alleen nog maar met 'bosrand' en 'bosplanten'.
Kenmerken: De nederlandse naam is Laburnocytisus, familie van de Fabaceae. De bloemkleur is geel+rozepaars en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni. De bladeren zijn groen. De volwassen hoogte van deze middelgrote heester is ca. 600 cm. Verdraagt een temperatuur tot -15 gr. C. Heeft een opvallende bloeiwijze.
Bloemen : De boom heeft twee verschillende kleuren bloemen: gele bloemtrossen van de gouden regen en roze bloemtrossen van de brem!
Planten : Zorg ervoor dat de kluit van Laburnocytisus adamii goed vochtig is. Zet de boom eerst in een emmer lauwwarm water. Maak een ruim plantgat van minstens 50 x 50 x 50 cm en maak de grond goed los. Zet de kluit van Adam's gouden regen op de juiste hoogte in het plantgat. De bovenkant van de kluit moet net iets onder het grondniveau komen. Vul het plantgat met aarde en druk stevig aan. Geef na het planten direct water. Adam's gouden regen groeit goed in voedselrijke, kalkhoudende grond. Verbeter arme tuingrond met compost en koemestkorrels. Geef de boom een plekje in de volle zon.
Eigenschappen: Met een grote sierwaarde, vooral bv. als accentplant in het openbaar groen en in de tuin vanwege de mooie vorm, de bloeiwijze of de bladkleur.
Vermeerderen : De bijzondere Laburnocytisus adamii is ontstaan door de brem (Cytisus) op een stam van de bekende gouden regen (Laburnum) te enten. Zo kan het dat deze kleine boom twee verschillende kleuren bloemen heeft: roze bloemtrossen van de brem en gele bloemtrossen van de gouden regen. Werkelijk spectaculair als solitair in uw tuin. Snoeien : Laburnocytisus adamii is een makkelijk te kweken boom die het op elke zonnige plek goed zal doen. Deze gouden regen heeft wel een hekel aan zeer natte grond. U kunt na de bloei de zijscheuten toppen om zo een compacte kroon te houden. Snoei zonodig kruisende takken in de kroon weg. Wilt u een hoge kroon? Snoei dan in de winter de onderste takken weg
Weetjes :
Bemesting Laburnocytisus adamii Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
De naam 'Adam's gouden regen' (Laburnocytisus adamii) kunt u wel begrijpen als u naar de schitterende foto's kijkt. Deze zeer speciale soort is ontstaan door een brem (Cytisus) te enten op een stam van de gouden regen (Laburnum).