Deze dode morgen, Het Amsterdams Hoerdom, door Lotte van de Pol
Het Amsterdams Hoerdom, door Lotte van de Pol
Bespreking: Peter Motte
In 2003 had ik een sociale geschiedenis gekocht door Lotte van de Pol over prostituees in de 17e en 18e eeuw in Amsterdam: "Het Amsterdams Hoerdom. Prostitutie in de zeventiende en achttiende eeuw", een boek uit 1996. En dat lag nog altijd ongelezen tussen de stapel andere geschiedkundige werken.
Ik had er aanvankelijk geen flauw idee van waarom ik dat had gekocht, maar na wat reconstructie ontdekte ik in dezelfde periode "Kushiels pijl" van Jacqueline Carey te hebben gerecenseerd. Geen slecht boek, maar toen het tweede deel me werd opgestuurd, had ik na minder dan een pagina al iets van "Why bother?". Exit Jacqueline Carey.
Maar aangezien "Kushiels pijl" een prostituée als hoofdpersoon had, wou ik betere inlichtingen over prostitutie. Het probleem is dat daarover veel onzin de ronde doet: ofwel krijg je donderpreken, ofwel sentimenteel geouwehoer. Het hangt er maar vanaf of je de dominee hoort of de klanten.
En Lotte van de Pol had er een degelijk onderzoek over uitgevoerd, niet gebaseerd op de literatuur, maar in hoofdszaak op rechtbankdossiers en andere juridische documenten. Ze heeft daarvoor in archieven gedolven uit een periode van minstens 200 (!) jaar.
Haar weergave is dan ook tamelijk correct, en ik zou het boek zeker durven aanraden, zelfs aan kinderen van 10 jaar, want die komen toch niet door de eerste pagina heen. Het is nu eenmaal een wetenscháppelijk werk, geen sensatieromannetje. Het kostte mij 3,5 minuut om één pagina te lezen! En dat is zonder de eindnoten.
Er zit ook een behoorlijke verzameling bijlagen bij ter ondersteuning van Van de Pols bevindingen. Er is een bibliografie en een index. Die index vind ik spijtig genoeg wat summier, maar soit.
En wat kom je zoal te weten?
Nou, bijvoorbeeld dat de meeste prostituées eraan beginnen uit geldgebrek. Er zitten ook wel domme gansjes tussen, maar zonder geldgebrek waren ze er toch niet ingetuind.
Een ander interessant aspect is dat Van de Pol de evolutie van de opvattingen over prostitutie heeft uitgezocht. Het is dus ook mentaliteitsgeschiedenis. In de middeleeuwen werd prostitutie gedoogd om erger te voorkomen, en de kerk verdiende er soms aan. Maar de protestanten keurden het eigenlijk in alle vormen af, alhoewel een stad zoals Amsterdam het toch min of meer oogluikend toeliet, omdat het zo'n beetje dweilen met de kraan open was. Niettemin heeft het Amsterdams beleid zich altijd tegen prostitutie verzet, al varieerde de aanpak.
Er staan ook enkele opmerkelijke dingen in: het was onder andere strafbaar voor joden om met christelijke vrouwen naar bed te gaan. Heel merkwaardig.
En behalve de vaststelling dat geldgebrek een van de belangrijkste factoren voor prostituie was - wat dus al wijst op een sociaal probleem - blijkt ook dat er al in de 18e eeuw vrouwenhandel in de prostitutie was.
Het Amsterdams Hoerdom. Prostitutie in de zeventiende en achttiende eeuw, door Lotte van de Pol, 1996, Amsterdam, Uitgeverij Wereldbibliotheek bv., geÏllustreerd, met bijlagen, eindnoten, bibliografie, index, paperback, 493 p's, 22x14x4 cm, isbn 90-284-1750-8
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:recensie, bespreking, lotte van de pol, het amsterdams hoerdom, prositutie, hoer, prostituée
17-03-2020
Boekhandels dicht
Toen ik vanmiddag in de Standaard Boekhandel sprak met de uitbater, kwam er net een e-mail binnen om
te melden dat vanaf vanavond 17 maart de winkels voor onbepaalde tijd worden gesloten.
Ik vermoed dat het minstens tot 3 april 2020 zal zijn, maar ik hoop dat het niet zo lang duurt.
De webshop wordt niét gesloten.
Ik heb ook al meerdere berichten gekregen over striphandels die sluiten maar doorggaan met hun onlinebestellingen.
Veel mensen mijden die winkels op het moment. Het heeft voor velen dan ook weinig zin om nu open te zijn. Ook in de Standaard waar ik binnenging kon de uitbater vertellen dat mensen zelfs hun krant niet kwamen afhalen.
Ik vraag me af hoe de tijdschriftafdelingen dat zullen overleven, want het wordt moeilijk om je dagelijkse krant af te halen. Zou dat verschuiven naar online lezen? Ik sluit het niet uit, al zal dat niet voor de volle honderd procent zijn. Online is nu eenmaal onveilig.
Het begint toch wel op paniekgedrag te lijken, vooral omdat de diverse quarantainemaatregelen het totale aantal besmettingen - en dus ook het totale aantal overlijdens - niet zal beperken, maar alleen maar zal uitspreiden in de tijd. Het enige nut zou zijn om de belastingen voor de zorgverleners te spreiden in de tijd, zodat het medische systeem niet wordt overbelast.
Op pi-dag zou ik het kunnen hebben over het verband
tussen de Hawking-straling van zwarte gaten en pi, maar dit jaar wil ik het wat
anekdotischer houden.
Dirk Huylebroeck, professor wiskunde aan de Katholieke
Universiteit van Leuven (België) is zo enthousiast over pi, dat hij door
sommigen Professor Pi wordt genoemd.
Zelfs zijn autokeuze wordt door pi bepaald. Hij reed
jarenlang met een Toyota Picnic, en schakelde daarna over naar een Kia Picanto.
Gelukkig voor hem rijden alle auto's op ronde wielen.
Sinds een Belg mits betaling een eigen nummerbord mag
kiezen, rijdt hij rond met PI314. Zijn favoriete snelweg is de E314, waarvan
hij hoopt er ooit eens 3 uur en 14 minuten in de file te staan. En hij probeert
altijd precies 31,4 liter te tanken.
Op reis vraagt hij altijd naar kamer 14 op de derde
verdieping. Inderdaad: kamer 314.
En sommige slagers jaagt hij op de kast door altijd 314
gram te vragen. Al vinden sommigen het ook wel amusant.
Voor de lezers onder ons heeft Professor Pi ook goed
nieuws: precies op 14 maart brengt hij een boek uit: Columns van Professor Pi.
Vanwaar die fascinatie voor pi? Het is een erg irritant
getal, omdat het onmogelijk precies te bepalen is. Maar het is tegelijk erg
machtig: het zit bijna overal in.
En kijk: daardoor beland ik toch weer bij zwarte gaten en
Hawking-straling, want straling wordt beschreven door golfvergelijkingen, en
daarin zit pi verborgen. Is de onberekenbaarheid van pi de oorzaak van de
Hawking-straling? Is de onmogelijk tot absoluut perfecte rondheid de oorzaak
van de instabiliteit van zwarte gaten?
Want de onoplosbaarheid van de kwadratuur van de cirkel,
namelijk onmogelijkheid van de verhouding tussen de cirkelomtrek en de straal
van de cirkel, lost de natuur op door geen perfecte cirkels toe te laten.
Stel je eens voor dat er wél perfecte cirkels bestonden.
Dan zouden er in de werkelijkheid vormen bestaan,
waartussen geen enkel correct verband is.
In een heelal waarin zowel perfecte vierkanten als
perfecte cirkels bestaan, ontstaan een paradoxale tegenstelling.
Je zou bijvoorbeeld een perfect vierkante pot kunnen
maken, en een perfect bolvormige pot. Als je dan de vierkante pot volgiet, kun
je nooit de inhoud ervan overgieten in de bolvormige pot zonder dat er iets te
veel of iets te weinig is.
Dat lijkt geen halszaak, maar in werkelijkheid is het dat
wel. Het betekent dat je een hele reeks bolvormige en cirkelvormige voorwerpen
kunt maken, waarvan de afmetingen perfect met elkaar kunnen worden vergeleken.
Zelfs als je moet stellen dat de ene cirkel even groot is als de andere maal
een getal met honderdduizenden, miljoenen of zelfs miljarden cijfers na de
komma, dan zijn ze nog altijd perfect vergelijkbaar. Als er maar een einde komt
aan die lange reeks cijfers. Hun afmetingen zijn dan in elkaar uitdrukbaar.
Hetzelfde geld voor alle voorwerpen die niets van een
cirkel in zich hebben: hun lengte, oppervlakken en inhouden kunnen ook perfect
in elkaar worden uitgedrukt, desnoods met een enorme lange reeks cijfers.
Maar die twee groepen voorwerpen kunnen niet in elkaar
worden uitgedrukt. Het zou zijn alsof er in ons heelal twee verschillende
werelden tegelijk bestaan.
Maar de oplossing is eenvoudig: in ons heelal bestaan
geen perfecte cirkels of bollen. Dus ook geen perfect ronde zwarte gaten.
Een zwart gat is dus fundamenteel onregelmatig.
Of, beter gezegd: de waarnemingshorizon van de
singulariteit is een onregelmatige bol. Hij is in heel hoge mate perfect rond,
maar hij is niet perfect perfect.
Betekent dat ook dat de singulariteit van een zwart gat
onregelmatig is? Is dit onze enige manier om iets waar te nemen van wat er
binnen een zwart gat is?
Deze dode morgen The Winter's Tale door William Shakespeare
The Winter's Tale, door William Shakespeare bespreking: Peter Motte
Er zijn tragedies en komedies. In de tijd van Shakespeare was het onderscheid eenvoudig: in tragedies stierven op het einde belangrijke personages (zie Romeo and Juliette), en in de komedies was het einde een grote trouwpartij. Maar Shakespeare deed er de "black comedies" bij: tijdens het verhaal stierven er ook mensen, maar op het einde liep het goed af. "The Winter's Tale" is de categorie black comedies. Dat is in het begin van het verhaal niet duidelijk, omdat de personages allemaal al getrouwd zijn. Maar er wordt er nog eentje geboren, en die blijkt op het einde te huwen.
The Winter's Tale is niet het beste stuk van Shakespeare. Naar het einde toe had ik plots het gevoel dat er iets ontbrak. Het hele stuk door "toont" Shakespeare alles, en plotseling laat hij enkele nevenpersonages, die nog nooit in het stuk waren voorgekomen, vertellen wat er gebeurde. Een ervan laat hij wel zeggen dat geen bard zou kunnen beschrijven wat er was gebeurd, maar het blijft onevenwichtig. De hoofdpersonages komen dan wel terug voor een apotheose die ook wat geforceerd overkomt: een van de doden blijkt immers niét dood te zijn, maar werd jarenlang verborgen. Dat Hermione aanvankelijk verborgen werd gehouden, is aannemelijk, maar dat het zo lang duurt voor ze terugkeert, niet.
Doorgaans schrijft Shakespeare in blanc verse, en dat geeft zijn taal een vlot ritme, terwijl hij tegelijk de valkuil van rijmdwang ontloopt. Sommige passages in The Winter's Tale lijken echter niet in blanc verse te zijn, maar misschien ligt dat aan de druk in mijn versie. Misschien hebben ze de verzen gewoon achter elkaar gezet om plaats te sparen.
The Winter's Tale is zeker een goed stuk, met enkele van de kwaliteiten van Shakespeare: de personages spreken volgens hun stand, maar zonder dat het geforceerd is door de herders domme en kromme taal te laten uitkramen, of de koningen absurd verheven te laten spreken. Dankzij de blanc verse is het ook erg vlot leesbaar. Maar soms voelt het aan alsof het niet helemaal is afgewerkt: er lijken stukken gewoon proza in te zitten, en wat eigenlijk de apotheose had moeten worden, nl. de verzoening van de twee koningen en de bekrachtiging van het huwelijk, wordt extra muros verteld, en gevolgd door een geforceerde terugkeer van Hermione, die ongeveer 17 jaar verborgen werd terwijl al lang bekend was dat haar echtgenoot was bijgedraaid.
Dus zeker niet Shakespeares beste stuk, maar niettemin amusant.
Deze dode morgen Herfsttij der Middeleeuwen door Johan Huizinga
Hersttij der Middeleuwen,
door Johan Huizinga
bespreking: Peter Motte
Het boek is van 1919, het
Nederlands dus ook. Dat betekent niet dat het onleesbaar is, maar wel dat je
eraan moet wennen.
Misschien ligt het aan de
druk, maar hier en daar vond ik diverse fouten: er ontbreekt al eens een
lettertje, al is dat een zeldzaamheid.
Erg vreemd was de
onregelmatige behandeling van de citaten.
Aangezien "Herfsttij
der Middeleeuwen" een historische studie is, worden de stellingen bewezen
door voorbeelden. Die voorbeelden bestaan vaak uit citaten. Aangezien het over
de 14e en 15e eeuw gaat, zijn die citaten vaak uit oude Nederlandse, Frans,
Engelse, Duitse en Latijnse teksten.
De vertalingen daarvan
staan achteraan in een lijst. Maar vreemd genoeg zijn niet alle citaten
vertaald. Even vreemd is dat de vertaling van de Latijnse citaten doorgaans in
de tekst zelf staat, vlak na het citaat.
Het boek ontstond uit de
wens om de schilderijen van Jan van Eyck beter te begrijpen, waardoor het dus
aansluit bij het Van Eyck-jaar van 2020.
De behandelde periode valt
kort na die van "Montaillou" door de historicus Emmanuel Leroy
Ladurie, en er is zelfs overlapping.
Beide boeken vormen een
interessant tweeluik, niet in het minst omdat ze niet alleen qua
tijdperk in elkaars verlengde liggen, maar op andere gebieden tegenstellingen
zijn: "Montaillou" speelt zich af in het zuiden van wat nu Frankrijk
is (maar het rond 1300 nog niet was), terwijl "Herfsttij derMiddeleeuwen" zich in het noorden van
Frankrijk en in de Nederlanden afspeelt, met veel aandacht voor de
Bourgondiërs, en uitstapjes naar de Duitse gebieden en Italië.
"Montaillou"
speelt zich af onder de arme boeren van een klein dorp, terwijl "Herfsttij
derMiddeleeuwen" zich bezighoudt
met de rijke cultuur van de hoge adel en de rijke burgerij.
Beide boeken hebben
gemeenschappelijk dat ze een andere benadering van geschiedenis hebben dan
louter een weergave van gebeurtenissen. "Montaillou" omschrijft de
omstandigheden waarin de Katharen van Montaillou en omgeving leefden en
vervolgd werden, waardoor het een sociaal-maatschappelijk georiënteerde studie
is.
"Herfsttij derMiddeleeuwen" daarentegen besteed vooral
aandacht aan de geestelijke en culturele beleving.
De verdienste van beide
werken is dat ze meestal korte metten maken met ideeën die we hebben over het
verleden.
In "Herfsttij
derMiddeleeuwen" zijn er veel
verrassende zaken te lezen, zoals een hoge edelman die een belangrijke veldslag
onderbreekt om zich snel naar Brussel te reppen om de koning te begroeten,
omdat hij het oneervol zou hebben gevonden als de koning naar hem had moeten
komen.
Dat was het gevolg van het
enorme belang dat op het einde van de middeleeuwen werd gehecht aan de vorm,
waardoor de oorspronkelijke betekenis van die vorm en het nut ervan vaak
volledig werden veronachtzaamd.
Overigens zijn sommige van
die vormen tot op vandaag overgeleverd, zoals het "Na u", om iemand
te laten voorgaan. Maar in het hofleven van de 15e eeuw was dat
buitenproportioneel geworden, en kon men lange tijd met elkaar staan palaveren
voor ze eindelijk hun weg vervolgden. Het is uit die omgangsvormen en de
opvattingen die aan de basis liggen van de spelvormen van het toernooi, dat ons
idee over "ridderlijkheid" is ontstaan. Die opvattingen evolueerden
in Engeland tot de "gentleman".
Zowel "Montaillou" als "Herfsttij der Middeleeuwen" vragen dat de lezer vooral de eerste bladzijden volhoudt. Huizinga heeft de neiging droge inleidingen te schrijven, die een verkeerd beeld geven van het vervolg van het boek. Maar als men aan de stijl gewoon is geworden, en in geval van Huizinga het oudere Nederlands begint aan te voelen, geven de boeken veel terug aan inzichten in perioden waarop onze visie doorgaans is misvormd.
Bij mij te koop voor 6
euro exclusief verzendkosten, afhalen mogelijk. De rug van het exemplaar heeft
wel wat geleden onder het lezen.
Van zaterdag 7 tot zondag 15 maart staan Vlaanderen en Nederland weer helemaal in het teken van de Boekenweek. Tijdens de Boekenweek ontvangen klanten in de deelnemende boekhandels het Boekenweekgeschenk van Annejet van der Zijl bij aankoop van ten minste 15 aan literatuur. Daarnaast kan je tijdens de Boekenweek het Boekenweekessay van Özcan Akyol kopen voor 3,75.
Ezzulia leesuitdaging maart een boek met een seizoen in de naam
De uitdaging aan Ezzulia
Ezzulia is een forum dat lezers van boeken bij elkaar brengt.
De initiatiefnemer is eigenlijk een boekhandelaar in Nederland.
Er is elke maand een Ezzulia-challenge.
Dat betekent dat de leden proberen om samen 15 boeken te lezen met een gemeenschappelijk kenmerk.
Iedereen mag zelf kiezen welke boeken hij of zij wil lezen, maar het mag niet hetzelfde boek zijn dat de andere leden hebben gekozen.
Het is geen wedstrijd. Het is een manier om als Ezzulia samen een minimum aantal boeken met een gemeenschappelijk kenmerk te proberen te lezen.
Van elke deelnemer worden maximaal 3 boeken voor de challenge meegeteld.
Iedereen gebruikt de challenge voor wat anders. Sommigen om nieuwe boeken of schrijvers te leren kennen, sommigen om een keuze te maken uit hun gigantische bibliotheek, nog anderen om te beslissen wat ze kopen of uit de openbare bibliotheek ontlenen.
Sommigen gebruiken het gewoon om hun enthousiasme voor een schrijver bekend te maken.
En voor velen is het een manier om een aanknopingspunt te hebben voor gespreken over hun favoriete boeken of over allerlei nieuwe spannende en literaire ontdekkingen.
De enige "tegenprestatie" is dat je het boek en je leeservaring in een tekstje voorstelt, wat meer een manier is om zeker te zijn dat het boek echt is gelezen. Maar aangezien er geen prijzen zijn, heeft spieken weinig zin.
In maart organiseert Nicky de uitdaging aan de leden van Ezzulia.
Het gemeenschappelijk kenmerk van de boeken is deze keer: Een titel met een seizoen erin.
Dat mogen alle seizoensnamen zijn, varianten ervan en of woordcombinaties met seizoensnamen.
Voorbeelden zijn "herfsttij" en "lentevuur".
Ik koos deze keer voor "Hersttij der Middeleeuwen" van de geschiedkundige Johan Huizinga.
Om mee te doen moet je alleen maar lid zijn van Ezzulia, en dat is gratis.
NASA gaf herwerkte foto's bij van de Aarde, genomen vanaf miljoenen kilometers.
Het opmerkelijke van de foto genomen door Cassini is dat je heel goed kunt zien dat vanaf Saturnus werd gefotografeerd, en dat ondanks de enorme afstand de Aarde duidelijk zichtbaar is.
Deze dode morgen Een kleine geschiedenis van bijna alles door Bill Bryson
Een kleine geschiedenis van bijna alles, Bill BRYSON
De enige
reden dat ik het een 4 op 5 geef en geen 5 is dat ik de hoofdstukken over
het ontstaan van het heelal minder vind, maar dat is tenslotte een erg moeilijke materie.
Verder is op het boek weinig aan
te merken.
Bill Bryson heeft een erg vlot leesbare, journalistiek
aandoende stijl.
Het boek behandelt een enorme verscheidenheid aan
wetenschappelijke disciplines, al valt wiskunde erbuiten. Maar wat er wel
in zit: kosmologie, nucleaire fysica, mechanica, de evolutieleer, geologie,
erfelijkheid en nog veel meer.
Na afloop blijft het idee hangen dat hij
vooral beschrijft hoe sommige van onze huidige ideeën zijn ontstaan, en hoe
lang en moeilijk de weg soms was om anderen ervan te overtuigen. Zelfs iets
heel onschuldigs zoals het verschuiven van de continenten, waardoor bergen en
vulcanisme ontstaan, heeft veel weg van een gevecht tegen vooropgezette
ideeën.
Een aanrader.
Zijn laatste hoofdstuk wijst op onze
verantwoordelijkheid als behoeders van de planeet Aarde, omdat wij de enigen
zijn die in staat zijn om verregaand in te grijpen in onze leefomgeving. Hij
vermeldt enkele schrijnende verhalen over het uitroeien van diersoorten,
waarvan de dodo alleen maar de bekendste is.
Tegelijk zijn we ook de
enige dierstoort die beseft dat ze een grote invloed op haar leefomgeving
heeft, en die in staat is om daaraan iets te doen.
Het boek won de
Descartesprijs voor wetenschappelijke communicatie van de Europese Unie, en
dit is nou zo'n prijswinnaar waarvan je het je niet zult beklagen dat je hem
leest.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:bill bryson, een kleine geschiedenis van bijna alles, descartes, wetenschappen, prijs, korting
01-12-2019
Stripveiling voor liefdadigheidwerk 2019
Net als vorig jaar wordt via de verzamel-
en veilingsite Catawiki een veiling georganiseerd van striptekeningen en
-materiaal ten voordele van De warmste week.
De opbrengst van deze
liefdadigheidsveiling gaat voor de helft naar de G-sporters van
Jeugdrolstoelbasket dienstenaanhuis Lions Zedelgem en de andere helft
is voor het niet-gesubsidieerde dierenasiel Animaltrust Melle vzw.
De veiling sluit op vrijdag 6 december om 20.00 uur. Er worden geen
verkoperskosten aangerekend, maar mogelijk wel nog andere veilingkosten.
Deze dode morgen: Kokoro: de wegen van het hart, door Soseki Natsume
Kokoro: de wegen van het hart, door Soseki Natsume bespreking door Peter Motte 374 woorden
Eigenlijk zou je dit boek in tien dagen moeten lezen, niet in maar twee zoals ik deed. De reden daarvoor is in het boek verborgen, en wil ik hier niet onthullen.
Ik heb ook een truc toegepast: eerst heb ik de woordenlijst achterin het boek gelezen. Die is trouwens maar twee pagina's. Niet dat ik alles direct heb onthouden, want ik ben er tijdens het lezen regelmatig naar teruggekeerd.
Daarna las ik het Nawoord, geschreven door de vertaler, Luc van Haute. Hij is vooral bekend als vertaler van Haruki Murakami. Het Nawoord schetst de achtergrond van de schrijver, Soseki Natsume, en van het verhaal. Dat helpt in hoge mate om het boek te begrijpen.
Wie zou denken dat hier een onbegrijpelijke roman aan bod komt, gedrenkt in Japanse mysteries waar wij als Westerling nooit iets van zouden kunnen doorgronden, blijkt zich te vergissen.
Niet zonder reden is "Kokoro" ook in Japan beschouwd als een belangrijke klassieker. Het boek werd geschreven en verscheen op de overgang van het Meiji-tijdperk en het daaropvolgende tijdperk van Hirohito, en brengt waarschijnlijk precies daardoor de achtergronden van de omstandigheden en de personages voldoende naar voren om het voor iedere lezer begrijpelijke te maken. Natsume wist dat hij ook voor zijn tijdgenoten die verschillende tijdperken en opvattingen duidelijk moest maken.
Merkwaardig genoeg is het boek ook minder Japans dan je misschien zou denken. Luc van Haute ziet er in hoge mate een conflict in tussen de traditionele Japanse waarden, en de moderne waarden. Maar het afwijzen van de moderne waarden uit zich niettemin in een erg romantisch verhaal, waarin de personages uiteindelijk hun belangrijkste daden stellen door hartstocht. Je zou het ook een psychologische roman kunnen noemen. Het boek sluit dus op meerdere manieren aan bij de Westerse literatuur.
Dit boek is zeker een aanrader. Niemand onder ons zal duizelig door onbegrijpelijke Oosterse mystiek het boek als hermetische literatuur aan de kant moeten leggen. Het taalgebruik is ook nergens hoogdravend. Luc van Haute is er uitstekend in geslaagd om de zinsbouw naar een vlot leesbaar niveau te brengen. Het is ook niet zo lang dat je er ellenlange avonden aan moet besteden. Door de 260 p's heeft het een menselijke lengte.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:kokoro, soseki natsume, luc van haute, de wegen van het hart, recensie, bespreking
01-10-2019
Deze dode morgen Robinson Crusoe door Daniel Defoe
DRIEHONDERD JAAR
Dat is de tijd die het mij heeft gekost voor ik Robinson Crusoe van Daniel Defoe las. Het boek verscheen voor het eerst in 1719, wat ik pas besefte toen ik al enkele tientallen bladzijden was gevorderd. De September Challenge van Ezzulia kwam dus net op tijd, Vermoedelijk kocht ik het boek in 1994 in Gent, in de vroegere vestiging van De Kaft. Het lag hier dus ook al een hele tijd te wachten.
Engels van 300 jaar geleden: je zou verwachten dat het onleesbaar is zonder een of ander degelijk woordenboek, maar tot mijn verrassing was dat niet het geval. Het Engels is wel anders, maar de verschillen zijn niet zo groot dat het onleesbaar wordt. Het is zelfs niet bijzonder moeilijk. Af en toe is er verandering, bijv. "13 o'clock" is bij Daniel Defoe "13 of the clock". Er is ook wel eens betekenisverschuiving. Dat is een verschijnsel waarbij de betekenis van een woord lichtjes verandert, maar veel elementen van de oude betekenis worden behouden. Zoals het woord "knop", dat op een computerscherm iets anders betekent dan wat het vroeger betekende, maar de basisbetekenis is nog altijd dezelfde. Opgepast: een "muis" voor "computermuis" is géén betekenisverschuiving, dat is een metafoor, gewoon omdat het klein is en de vroegere draad aan de staart van een muis deed denken.
Je merkt wel dat het boek 300 jaar oud is, doordat er geen hoofdstukken zijn. Er is wel een indeling in alinea's, en af en toe is er een witregel. Er is dus ook een indeling in paragrafen. Maar het totale aantal paragrafen op dit boek van 400 bladzijden is hoogstens tien. Wie al eens middeleeuwse teksten heeft gelezen, ziet hierin een duidelijke overeenkomst. De allereerste geschreven teksten, en ook de manuscripten uit middeleeuwse kloosters en teksten uit dezelfde periode, tot zelfs nog een hele tijd daarna, waren niet bedoeld om te worden gelezen, maar om te worden opgelezen. Een interessant voorbeeld zijn de teksten van Aristoteles. Dat waren zijn lesnota's. Het was niet de bedoeling dat zijn leerlingen ze zouden lezen. Hij gebruikte ze om zijn lessen voor te bereiden. Het gevolg is dat ze onregelmatig zijn qua diepgang. Ze bevatten vooral de passages waarmee hij zelf moeite had. Andere stukken improviseerde hij gewoon tijdens het lesgeven, zoals leraren nu nog doen. Robinson Crusoe heeft dus veel weg van één lange tekst. Dat heeft zijn voor- en nadelen. Het voordeel is dat het boek je meer vooruittrekt tijdens het lezen. Het nadeel is dat je geen moment rust wordt gegund. Het is echter wel duidelijk dat er verschillende passages zijn, zoals het verhaal over de muiterij op het einde van het boek. Dat verhaal telt ongeveer 30 bladzijden, wat op een totaal van 400 dus tamelijk veel is.
Een ander element dat de leeftijd van het boek toont, en de verwantschap met de perioden die voorafgaan, is de lange zinnen. Ze zijn echt héél lang. Oorspronkelijk bestonden er geen leestekens. Oude manuscripten zijn een opeenvolging van woorden zonder het minste leesteken zoals ik nu hier probeer te demonstreren en ook zonder hoofdletters je riskeert als lezer in de zinsstructuur te verdwalen maar zoals ik hierboven schreef was het niet de bedoeling dat je die teksten las ze moesten worden opgelezen en dienden alleen maar als geheugensteun voor wie de teksten voor een groep bracht zelfs als mensen onder hun eentje lazen lazen ze oorspronkelijk luidop ik denk dat die gewoonte pas veranderde in de kloosters waar een zwijgplicht gold en misschien ook wel omdat als een bende paters in een bibliotheek allemaal tegelijk aan het lezen waren dat erg storend was Het zou me dan ook niet bazen dat de leestekens in Robinson Crusoe later werden toegevoegd. Ik vermoed zelfs hetzelfde voor de paragraaf- en alinea-indeling.
Geen hoofdstukken en erg lange zinnen, bovendien geschreven met primitieve middelen, en dat 400 blzn. lang. Je zou denken dat Daniel Defoe het boek verzon terwijl hij het schreef, maar dat is volgens mij niet het geval. Er is wel degelijk over nagedacht, maar hoe hij het precies heeft aangepakt, weet ik niet. Het moet in elk geval een enorm werk zijn geweest om zoiets voor elkaar te krijgen.
Inhoudelijk verrast het boek dikwijls. Bijvoorbeeld: iedereen kent de scène waarin Robinson Crusoe een voetafdruk op het strand vindt. Maar dat is niét de voetafdruk van Vrijdag! Het boek zegt zelfs nooit van wie die afdruk eigenlijk is. Alle boek- en filmbewerkingen korten het boek enorm in. Tussen de voetafdruk en de eerste keer dat Robinson mensen op het eiland ziet, zit een enorme tijd. Onder de eerste mensen die hij ziet, bevindt zich trouwens niet Vrijdag. Hij duikt pas later op. Ook verrassend is dat Robinson tijdens zijn verblijf op het eiland op basis van enkele Bijbels die hij had kunnen redden uit het schip aan boord waarvan hij op het eiland was terechtgekomen, begint na te denken over God, en religieus wordt. Daar stopt Defoe heel wat bladzijden in, maar de bewerkingen laten dat bijna altijd weg. Robinson probeert Vrijdag ook te bekeren, en Robinson wordt daarbij in de war gebracht door de vragen van Vrijdag.
Is het boek volgens de huidige normen wel een roman? Het valt op dat Daniel Defoe zowat niets zegt over het liefdesleven van Robinson. Hij zit zowat 30 jaar op dat eiland, en er wordt geen moment gezegd dat hij een vriendin mist. Het boek beschrijft wel tot in de details hoe Robinson zijn eiland inricht, hoe hij geiten vangt en kweekt, hoeveel aren hij beplant met graan en rijst, zijn ervaringen met het moment van het zaaien, hoe hij potten bakt, manden vlecht, boten maakt, planken zaagt, zijn onderkomens inricht en versterkt, enz enz Maar er wordt niets gezegd over vriendinnen of vrouwen. Alleen op het einde wordt gezegd dat hij trouwt en kinderen krijgt, maar dat is het. In vergelijking met Robinson Crusoe zijn de huidige romans sentimentele liefdesromannetjes. Tijdens mijn eerste studiejaar taal en letteren viel het me ook op dat de werken op de leeslijst eigenlijk allemaal liefdesromannetjes waren, en dat de literaire kwaliteit van sciencefiction doorgaans niet moest onderdoen voor die romans. Het verschil was de focus van het onderwerp. Dat verklaart waarom studenten letteren zo moeilijk werk vinden. Stel je dat sollicitatiegesprek voor. Vraag: En wat heb je gestudeerd? Antwoord: Ik heb veel liefdesromannetjes gelezen. In vergelijking met boeken zoals Robinson Crusoe lijken de huidige schrijvers geobsedeerd door hun liefdes- en seksleven. Een van mijn jaargenoten is trouwens een huwelijksbureau begonnen. Zij was misschien de enige die de goede studierichting had gekozen. ^_^
Fun Fact 1 Defoe schreef een vervolg, waar het einde van Robinson Crusoe eigenlijk al naar verijst: The Farther Adventures of Robinson Crusoe (1719). En hij schreef zelfs een derde deel Serious Reflections During the Life and Surprising Adventures of Robinson Crusoe: With his Vision of the Angelick World (1720).
Fun fact 2 Daniel Defoe schreef trouwens ook een sf-roman: The Consolidator or, Memoirs of Sundry Transactions from the World in the Moon in 1705.
Fun fact 3 Het eiland Robinson Crusoe (Oorspronkelijk Más a Tierra en ook wel Juan Fernández-eiland genoemd) is het grootste eiland binnen de Juan Fernández-archipel en ligt in de Zuidelijke Grote Oceaan op 674 kilometer van Zuid-Amerika. De andere 2 eilanden zijn Alejandro Selkirk op 181 km afstand en het veel kleinere Santa Clara op 1 km afstand. De inwoners wonen vooral in San Juan Bautista, de enige plaats op het eiland. Het eiland trekt jaarlijks een beperkt aantal toeristen.
2dehands boekenbeursje in The Preacher, zondag, 23 juni 2019
Volgende week zondag, op 23 juni 2019, is er in de The Preacher op de markt in Geraardsbergen (Oost-Vlaanderen, Belgiê) een beurs van boeken en strips.
Het is in principe een tweedehandsbeurs.
Ik zal boeken en strips meebrengen. Ik heb boeken vanaf 2 euro, maar er zijn ook enkele topstukken van meer dan 30 euro.
In
totaal neem ik 160 boeken + strips mee, in het Nederlands, Frans en
Engels, van 1 euro tot 45 euro, fictie en non-fictie, over exacte
wetenschappen en taal, en ook wat poëzie en toneel (maar dat is beide
heel weinig).
Mijn aanbod is dus erg gevarieerd. Hoe het aanbod
van andere deelnemers zal zijn, weet ik niet, maar ik veronderstel dat
het totale aanbod erg gevarieerd zal zijn.
Datum: zondag, op 23 juni 2019 Tijd: 10 uur tot 16 uur Plaats The Preacher, Markt, Geraardsbergen (Oost-Vlaanderen, Belgiê) Ingang: gratis
Het is niet mijn gewoonte om het over winkels te hebben, maar de
Standaard Boekhandel in Geraardsbergen heeft uitgebreid.
De officiële opening is zaterdag 19 april 2019.
Er zijn allerlei activiteiten voorzien, vooral voor de kinderen, heb ik
de indruk. De kinder- en jeugdafdeling is gevoelig uitgebreid.
Het feestprogramma begint om 10 uur s morgens met een signeersessie van Kristien Hemmerechts, voormalig professor literatuur van de Katholieke Universiteit Brussel, tot 11 uur.
Daarna zijn er gedurende een uur spelletjes voor alle leeftijden.
Over spelletjes gesproken: ze hebben er heel wat spelletjesdozen staan tegenwoordig, o.a. om thuis escape room te spelen. Er was zelfs een variant gebaseerd op Murder on the Orient Express.
's Middags krijg je van 13 tot 18 uur
een tractatie van een ijskar bij elke aankoop. Als het weer blijft zoals het nu is, kan dat
van pas komen.
Van 13 tot 16 uur is er een knutselhoek voor kinderen tot 12 jaar, en van 14 tot 17 uur stelt Cedric uit de tv-reeks Familie zijn favoriete boeken voor.
Om 17 uur is er voor de kleinsten ook een paasverhaal.
Iedereen welkom: voorstelling van nieuwe biografie van Jean Ray
De Vriendenkring Jean Ray zet zijn schouders onder de biografie die Geert Vandamme samenstelde over de Gentse auteur met de vele namen RAYMOND JEAN-MARIE DE KREMER, alias JEAN RAY alias JOHN FLANDERS.
Op donderdag 9 mei 2019 wordt het boek om 20 uur voorgesteld in AMSAB - ISG in de Bagattenstraat 174, 9000 Gent (België).
De ingang is gratis, maar om te kunnen schatten hoeveel mensen zullen opdagen, wordt gevraagd vooraf te telefoneren naar +31-(0)9-222.91.67 of te e-mailen naar paul.luyten@walry.be
Het boek is een tour de force.
Jean enzovoort Ray schreef als een duizendpoot op steroïden, en had een enorm publicatieritme.
In Soms overtreft de werkelijkheid de fantasie: Raymond de Kremer alias Jean Ray / John Flanders brengt Geert Vandamme het resultaat samen van tientallen jaren onderzoek.
Raymond De Kremer (Gent, 1887-1964) was de auteur van een bijzonder divers oeuvre.
Naast fantastische romans en verhalen schreef hij ook sprookjes, scenarios voor stripverhalen, gedichten en revueteksten, avonturenverhalen voor de jeugd en talloze journalistieke stukken. In Vlaanderen is hij vooral bekend voor zijn Vlaamsche Filmkens voor de jeugd en de (verfilmde) roman Malpertuis (1943). In die laatste roman rekent hij af met zijn eigen socialistische verleden en vooral met zijn oom, Edward Anseele.
Geert Vandamme (1962) onderzoek al tientallen jaren gepassioneerd Gent. Hij heeft zich ingezet voor de biografische aspecten van Raymond De Kremer. Deze monumentale biografie (2 delen, samen 630 paginas) onthult tal van nieuwe feiten, informatie en anekdotes.
De organisatie is een samenwerking van AMSAB - ISG met BOEKHANDEL WALRY en POESPA PRODUCTIES
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Tags:jean ray, john flanders, raymond de kremer, raymond jean-marie de kremer, geert vandamme, van damme, vandamme, geert van damme, biografie
10-04-2019
Eerste foto van een zwart gat
De spanning wordt er al enkele weken in gehouden: er zou een foto van een zwart gat worden gemaakt.
Om de foto te maken werd het internationale Event Horizon
Project (EHP) georganiseerd. Dat is een netwerk van acht radiotelescopen op vier
continenten. Als het beeld wordt samengevoegd, ontstaat een supertelescoop met een diameter zo
groot is als die van de aarde.
De eerste studieobjecten van het EHP
waren het zwarte gat Sagittarius A* in het centrum van de Melkweg op
26.000 lichtjaar van ons, en een nog veel groter exemplaar in het
centrum van het sterrenstelsel Messier 87 op 50 miljoen lichtjaar van
ons.
De foto hierboven is van Messier 87. Het is 40 miljard km doorsnede, 3 miljoen keer zo groot als de aarde. Het staat 500 miljoen biljard km ver. De massa is 6.5 miljard keer die van de zon. Het is trouwens een van de grootste in het ons bekende heelal, wat waarschijnlijk betekent dat het ontstond doordat meerdere zwarte gaten zich samenvoegden.
Strikt gezien is aan een zwart gat niets te zien, omdat het nu eenmaal zwart is. Er kan geen licht uit ontsnappen. Wat wel zichtbaar is, is het gedrag van de materie BUITEN het zwarte gat. Met natuurkundige formules kan in hoge mate berekend worden hoe die materie zich gedraagt, maar metingen kunnen controleren of die formules juist zijn.
De foto is een valsekleurenweergave van de gecombineerde waarneming van acht verschillende telescopen. De telescopen waren radiotelescopen en namen milimetergolven waar. Om het zichtbaar te maken, werd het omgezet in licht. Het had evengoed zwart-wit kunnen zijn, maar er werd gekozen voor rood-oranje-wit. De echte prestatie is eigenlijk dat het lukte om de gegevens van acht verschillende telescopen te combineren in één beeld. Daardoor werd een telescoop met een enorme diameter gecreëerd. De bedoeling is om nu telescopen toe te voegen, om het vermogen van de telescoop te laten stijgen.
Ook is een zwart gat niet dat wat het zwarte gat veroorzaakt. Het is de grens van waaraf licht binnen het gat niet meer naar buiten kan. De buitengrens van het object IN het zwarte gat valt dus niet noodzakelijk samen met de "zichtbare" rand van het gat. Die rand wordt de gebeurtenissenhorizon genoemd, omdat we niets kunnen zien van de gebeurtenissen binnen die horizon.
Het is de vraag of er objecten bestaan waarvan de grenzen van het massale object in de kern samenvalt met de gebeurtenissenhorizon. Zo'n object heet een "naakte singulariteit".
De foto hierboven toont de kern van het sterrenstelsel Messier 87.
De "ring van vuur" wordt veroorzaakt door gas dat uiterst heet wordt terwijl het in het zwarte gat valt. Het licht is helderder dan dat van de de miljarden sterren samen die in dat melkwegstelsel zitten. Alleen daardoor is het vanaf de aarde zichtbaar. De "ring van vuur" rond het zwarte gat in het centrum van ons melkwegstelsel is trouwens veel zwakker.
Zwarte gaten zijn eigenlijk zeer eenvoudige voorwerpen, maar hun aantrekkingskracht en hun gravitatieveld is zo immens, dat veel processen binnenin zo ver af staan van onze dagelijkse ervaringen, dat we er ons moeilijk iets bij kunnen voorstellen. Ruimte en tijd zouden één en hetzelfde verschijnsel worden. Bovendien kunnen we er niets van waarnemen om het te onderzoeken.
Vermoedelijk ontstaan melkwegstelsels rond een zwart gat. In principe bevat elk stelsel dus een zwart gat, maar door turbulente gebeurtenissen in het heelal, vooral botsingen tussen melkwegstelsels, is het niet uitgesloten dat sommige zwarte gaten hun sterren en stofwolken verliezen, waardoor ze onzichtbaar in het heelal rondzweven, soms aan duizelingwekkend hoge snelheden, terwijl hun sterren en stofwolken zonder kern verdergaan.
Als melkwegstelsels op elkaar botsen, is de kans heel groot dat hun zwarte gaten met elkaar versmelten, en waarschijnlijk ontstond daardoor Messier 87.
Messier 87 is het 87e object opgenomen in de catalogus samengesteld door de Franse sterrenkundige Charles Messier (26 juni 1730 12 april 1817). Sommige van die objecten zijn melkwesgstelsels, andere gaswolken binnen ons melkwegstelsel. Toen Messier zijn catalogus opstelde, wist men nog niet dar er ook voorwerpen BUITEN ons melkwegstelsel konden zijn.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Tags:zwart gat, messier 87, foto van een zwart gat, eerste foto van een zwart gat, Event Horizon Project, EHP, astronomie, sterrenstelsel, melkwegstelsel, melkweg, Sagittarius A*, singulariteit
07-04-2019
Deze dode morgen Biofeedback, Jean-Marc Ligny
Deze dode morgen: Biofeedback, Jean-Marc Ligny bespreking: Peter Motte
Gisteren eindelijk "Biofeedback" van Jean-Marc Ligny uitgelezen. "Eindelijk", want volgens mij kun je het boekje gemakkelijk in drie avonden uitlezen. De eerste avonden racete ik zonder problemen door de eerste 70 bladzijden.
Dat is opmerkelijk, want het zit vol neologismen, en de namen zijn bizar.
Typisch sciencefiction. Je noemt iemand niet zomaar Jan, of in dit geval Jean, want het boek is in het Frans, maar Kis-Fish, of Sakau-Shan, of Sar-Oïa. De meeste normale naam was Pril (dag Marc), alhoewel een Fransman Fogeye misschien ook tamelijk normaal vindt.
Laat je dus niet misleiden door de titel: "Biofeedback" is wel degelijk in het Frans. Hier en daar zijn er trouwens op het Engels gebaseerde neologismen.
De sterkte van het boek is het ritme. Dat zit goed op elk niveau, zowel het zinsritme als de introductie van nieuwe personages en begrippen, als het aanbrengen van de gebeurtenissen en de raadsels die je telkens verder het boek inzuigen. De spanning is goed opgebouwd en de complexe achtergrond wordt geleidelijk duidelijk gemaakt.
In de eerste bladzijden worden om de haverklap nieuwe personges ingevoerd, en toch stoort dat helemaal niet. Jean-Marc Ligny kan in een paar regels een situatie duidelijk maken en een personage typeren, zodat de lezer direct mee is. Daardoor lezen de eerste hoofdstukken als een reeks korte verhalen na elkaar, soms van maar een pagina lang, die zich allemaal in hezelfde universum afspelen.
Jean-Marc Ligny verliest zich ook niet in literair doen om literair te zijn, zoals lange beschrijvingen van romantische zonsondergangen. Hij schreeft geen verhaal waarvan hij het verloop onderbreekt door af en toe poëzie te willen brengen.
Sommige scènes deden me aan Akira denken, maar het boek werd gepubliceerd in 1979 (en is dus ouder), en toen bestond Akira niet.
De doorgewinterde sciencefictionliefhebber zal er trouwens ook extra plezier aan beleven. Hij weet sneller dan de auteur het expliciet vermeld waa sommige personages zich bevinden, door een afstand te vermelden. En er zit een verwijzing naar Isaac Asimov in.
Ook een knappe jongen: Albert Camus. Ik vond een
schooleditie in pocketuitgave van "L'étranger". Het boek is niet erg
dik. Het is meer een novelle dan een roman. Het hoofdpersonage is een
ogenschijnlijk wat afwezige man, die door omstandigheden iemand doodschiet.
De stijl deed me denken aan "In Cold Blood" van
Truman Capote. Het spreekt voor Camus dat hij met weinig actie de lezer kan
boeien. Ja, er wordt iemand doodgeschoten, maar het is geen schietpartij in een
Far West saloon (in "Alita" zit er wel een saloon brawl, maar de
originaliteit zit daar in de vechters: het zijn diverse typen cyborgs) en het
is ook geen shoot-out. Het is domtoevallig op het verkeerde moment een geladen
vuurwapen in handen hebben.
Dat Camus ondanks de weinige actie je vooruitkrijgt in het
verhaal, en hij evenmin stilistische kunststukjes opstapelt waardoor het erg
toegankelijk is, bewijst dat hij een fijne stijlbeheersing heeft, die in
vertaling waarschijnlijk veel verliest
Achterin zoomt de tekstbezorger, Maurice Bruézière, van een
hoger niveau telkens dieper in: eerst is er een biografie van Camus, daarna een
overzicht van al zijn werk en genres, en dan wordt L'étranger nauwkeuriger
bestudeerd met behulp van een essay en uittreksels met begeleidende vragen.
Ideaal voor klasgebruik of zelfstudie. Er is ook een glossarium. van 25
bladzijden, en een bibliografie.