Vertalen, vertaalbureau, vertalingen, vertaler, literatuur, Ezzulia, forum
Vertalen, vertaalbureau, vertalingen, vertaler, literatuur, Ezzulia, forum
10-04-2019
Eerste foto van een zwart gat
De spanning wordt er al enkele weken in gehouden: er zou een foto van een zwart gat worden gemaakt.
Om de foto te maken werd het internationale Event Horizon
Project (EHP) georganiseerd. Dat is een netwerk van acht radiotelescopen op vier
continenten. Als het beeld wordt samengevoegd, ontstaat een supertelescoop met een diameter zo
groot is als die van de aarde.
De eerste studieobjecten van het EHP
waren het zwarte gat Sagittarius A* in het centrum van de Melkweg op
26.000 lichtjaar van ons, en een nog veel groter exemplaar in het
centrum van het sterrenstelsel Messier 87 op 50 miljoen lichtjaar van
ons.
De foto hierboven is van Messier 87. Het is 40 miljard km doorsnede, 3 miljoen keer zo groot als de aarde. Het staat 500 miljoen biljard km ver. De massa is 6.5 miljard keer die van de zon. Het is trouwens een van de grootste in het ons bekende heelal, wat waarschijnlijk betekent dat het ontstond doordat meerdere zwarte gaten zich samenvoegden.
Strikt gezien is aan een zwart gat niets te zien, omdat het nu eenmaal zwart is. Er kan geen licht uit ontsnappen. Wat wel zichtbaar is, is het gedrag van de materie BUITEN het zwarte gat. Met natuurkundige formules kan in hoge mate berekend worden hoe die materie zich gedraagt, maar metingen kunnen controleren of die formules juist zijn.
De foto is een valsekleurenweergave van de gecombineerde waarneming van acht verschillende telescopen. De telescopen waren radiotelescopen en namen milimetergolven waar. Om het zichtbaar te maken, werd het omgezet in licht. Het had evengoed zwart-wit kunnen zijn, maar er werd gekozen voor rood-oranje-wit. De echte prestatie is eigenlijk dat het lukte om de gegevens van acht verschillende telescopen te combineren in één beeld. Daardoor werd een telescoop met een enorme diameter gecreëerd. De bedoeling is om nu telescopen toe te voegen, om het vermogen van de telescoop te laten stijgen.
Ook is een zwart gat niet dat wat het zwarte gat veroorzaakt. Het is de grens van waaraf licht binnen het gat niet meer naar buiten kan. De buitengrens van het object IN het zwarte gat valt dus niet noodzakelijk samen met de "zichtbare" rand van het gat. Die rand wordt de gebeurtenissenhorizon genoemd, omdat we niets kunnen zien van de gebeurtenissen binnen die horizon.
Het is de vraag of er objecten bestaan waarvan de grenzen van het massale object in de kern samenvalt met de gebeurtenissenhorizon. Zo'n object heet een "naakte singulariteit".
De foto hierboven toont de kern van het sterrenstelsel Messier 87.
De "ring van vuur" wordt veroorzaakt door gas dat uiterst heet wordt terwijl het in het zwarte gat valt. Het licht is helderder dan dat van de de miljarden sterren samen die in dat melkwegstelsel zitten. Alleen daardoor is het vanaf de aarde zichtbaar. De "ring van vuur" rond het zwarte gat in het centrum van ons melkwegstelsel is trouwens veel zwakker.
Zwarte gaten zijn eigenlijk zeer eenvoudige voorwerpen, maar hun aantrekkingskracht en hun gravitatieveld is zo immens, dat veel processen binnenin zo ver af staan van onze dagelijkse ervaringen, dat we er ons moeilijk iets bij kunnen voorstellen. Ruimte en tijd zouden één en hetzelfde verschijnsel worden. Bovendien kunnen we er niets van waarnemen om het te onderzoeken.
Vermoedelijk ontstaan melkwegstelsels rond een zwart gat. In principe bevat elk stelsel dus een zwart gat, maar door turbulente gebeurtenissen in het heelal, vooral botsingen tussen melkwegstelsels, is het niet uitgesloten dat sommige zwarte gaten hun sterren en stofwolken verliezen, waardoor ze onzichtbaar in het heelal rondzweven, soms aan duizelingwekkend hoge snelheden, terwijl hun sterren en stofwolken zonder kern verdergaan.
Als melkwegstelsels op elkaar botsen, is de kans heel groot dat hun zwarte gaten met elkaar versmelten, en waarschijnlijk ontstond daardoor Messier 87.
Messier 87 is het 87e object opgenomen in de catalogus samengesteld door de Franse sterrenkundige Charles Messier (26 juni 1730 12 april 1817). Sommige van die objecten zijn melkwesgstelsels, andere gaswolken binnen ons melkwegstelsel. Toen Messier zijn catalogus opstelde, wist men nog niet dar er ook voorwerpen BUITEN ons melkwegstelsel konden zijn.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Tags:zwart gat, messier 87, foto van een zwart gat, eerste foto van een zwart gat, Event Horizon Project, EHP, astronomie, sterrenstelsel, melkwegstelsel, melkweg, Sagittarius A*, singulariteit
07-04-2019
Deze dode morgen Biofeedback, Jean-Marc Ligny
Deze dode morgen: Biofeedback, Jean-Marc Ligny bespreking: Peter Motte
Gisteren eindelijk "Biofeedback" van Jean-Marc Ligny uitgelezen. "Eindelijk", want volgens mij kun je het boekje gemakkelijk in drie avonden uitlezen. De eerste avonden racete ik zonder problemen door de eerste 70 bladzijden.
Dat is opmerkelijk, want het zit vol neologismen, en de namen zijn bizar.
Typisch sciencefiction. Je noemt iemand niet zomaar Jan, of in dit geval Jean, want het boek is in het Frans, maar Kis-Fish, of Sakau-Shan, of Sar-Oïa. De meeste normale naam was Pril (dag Marc), alhoewel een Fransman Fogeye misschien ook tamelijk normaal vindt.
Laat je dus niet misleiden door de titel: "Biofeedback" is wel degelijk in het Frans. Hier en daar zijn er trouwens op het Engels gebaseerde neologismen.
De sterkte van het boek is het ritme. Dat zit goed op elk niveau, zowel het zinsritme als de introductie van nieuwe personages en begrippen, als het aanbrengen van de gebeurtenissen en de raadsels die je telkens verder het boek inzuigen. De spanning is goed opgebouwd en de complexe achtergrond wordt geleidelijk duidelijk gemaakt.
In de eerste bladzijden worden om de haverklap nieuwe personges ingevoerd, en toch stoort dat helemaal niet. Jean-Marc Ligny kan in een paar regels een situatie duidelijk maken en een personage typeren, zodat de lezer direct mee is. Daardoor lezen de eerste hoofdstukken als een reeks korte verhalen na elkaar, soms van maar een pagina lang, die zich allemaal in hezelfde universum afspelen.
Jean-Marc Ligny verliest zich ook niet in literair doen om literair te zijn, zoals lange beschrijvingen van romantische zonsondergangen. Hij schreeft geen verhaal waarvan hij het verloop onderbreekt door af en toe poëzie te willen brengen.
Sommige scènes deden me aan Akira denken, maar het boek werd gepubliceerd in 1979 (en is dus ouder), en toen bestond Akira niet.
De doorgewinterde sciencefictionliefhebber zal er trouwens ook extra plezier aan beleven. Hij weet sneller dan de auteur het expliciet vermeld waa sommige personages zich bevinden, door een afstand te vermelden. En er zit een verwijzing naar Isaac Asimov in.
Ook een knappe jongen: Albert Camus. Ik vond een
schooleditie in pocketuitgave van "L'étranger". Het boek is niet erg
dik. Het is meer een novelle dan een roman. Het hoofdpersonage is een
ogenschijnlijk wat afwezige man, die door omstandigheden iemand doodschiet.
De stijl deed me denken aan "In Cold Blood" van
Truman Capote. Het spreekt voor Camus dat hij met weinig actie de lezer kan
boeien. Ja, er wordt iemand doodgeschoten, maar het is geen schietpartij in een
Far West saloon (in "Alita" zit er wel een saloon brawl, maar de
originaliteit zit daar in de vechters: het zijn diverse typen cyborgs) en het
is ook geen shoot-out. Het is domtoevallig op het verkeerde moment een geladen
vuurwapen in handen hebben.
Dat Camus ondanks de weinige actie je vooruitkrijgt in het
verhaal, en hij evenmin stilistische kunststukjes opstapelt waardoor het erg
toegankelijk is, bewijst dat hij een fijne stijlbeheersing heeft, die in
vertaling waarschijnlijk veel verliest
Achterin zoomt de tekstbezorger, Maurice Bruézière, van een
hoger niveau telkens dieper in: eerst is er een biografie van Camus, daarna een
overzicht van al zijn werk en genres, en dan wordt L'étranger nauwkeuriger
bestudeerd met behulp van een essay en uittreksels met begeleidende vragen.
Ideaal voor klasgebruik of zelfstudie. Er is ook een glossarium. van 25
bladzijden, en een bibliografie.
Deze dode morgen: "Caroline oh! Caroline" door Paul van Herck
"Caroline oh! Caroline", door Paul van Herck
bespreking: Peter Motte
655 woorden
Deze dode morgen besteden we aan een dode schrijver: Paul
van Herck. Hij werd geboren in 1938 en stierf in 1989 door zelfmoord, zoals
Eddy C. Bertin me vertelde. Hij woonde zijn hele leven in Berchem. Hij is
tegenwoordig wat weggezonken doordat zijn werk erg verspreid werd gepubliceerd
en zijn min of meer vast uitgever het kleine De Schorpioen was, en doordat hij
vooral een schrijven van midden de jaren 60 tot 1980 was.
In 1965 verscheen een debuutbundel, "De Cirkels",
bij een kleine uitgeverij in Antwerpen, Uitgeverij De Kentaur. Op de
auteursfoto van de flap lijkt hij wat op de latere Patrick Bernauw: scherp
gezicht, korte baard, kort haar.
Er was één roman in het Nederlands, "Sam, of de
pluterdag", bij uitgeverij Meulenhoff, waarmee hij furore maakte door de
humor, en de in die tijd populaire linkse toon. Het boekje won een prijs in
1972 in Trieste, en werd uitgegeven door DAW.
Eigenlijk was hij vooral actief als schrijver van
hoorspelen. Hij schreef er 10, vooral van 1969 tot 1976, met nog een nakomertje
in 1980. Minstens één ervan werd uitgezonden op de Nederlandse radio,
"Apollo XXI". Het werd in 1973 uitgegeven bij De Schorpioen in
Strombeek-Bever (België).
Bij De Schorpioen verscheen Van Herck o.a. in een bundel,
"Jarga van Krell", waarin alle verhalen van Bren de Bard zijn, op één
na, nl. "Carol" van Paul van Herck". Over Bren de Bard is me
verder niets bekend, behalve dat hij ook "Brenn de Bard" zou kunnen
zijn, met twee -n'en, maar volgens mij is dat een typefout in Fandata.
Overigens zouden de verhalen van Bren de Bard vertaald zijn door ene Serge F.
Bertran. Bren de Bard zou in 1944 zijn geboren,
Bij De Schorpioen verscheen in 1973 ook "Ysee-A"
dat twee verhalen bevat: één verhaal van Paul van Herck, nl. "De
laatste", maar het titelverhaal is van Louis Thirion.
Van Herck schreef daarbovenop ook nog 7 scenario's voor
historische stripverhalen.
Door zijn publicaties in het Engels en de uitgave in 1976
van zijn roman "Caroline oh! Caroline" in het Frans, werd hij
beschouwd als een van de belangrijkste Nederlandstalige
sciencefictionschrijvers.
"Caroline oh! Caroline" heeft hetzelfde lichte,
humoristische toontje als "Sam, of de Pluterdag". De humor ontstaat
vooral doordat hij sommige mensen niet ernstig neemt. Het hoofdpersonage trekt
een belangrijk deel van het boek rond met een zekere Adolf Hitler en de
paus..Maar het gaat niet over Hitler of de paus.
Het speelt zich af in een wereld waarin Napoleon de slag bij
Waterloo heeft gewonnen, omdat de VS hem kwam helpen. Het Vrijheidsbeeld was
immers een cadeau van Frankrijk aan de VS, en Louisiana was een voormalige
Franse kolonie die aan de VS werd verkocht. Hitler heeft in die wereld niet de
historische rol gespeeld die hij in werkelijkheid had. Geen SS-ers op het
toneel, dus. Maar het is wel duidelijk dat de echte Hitler in het achterhoofd
van Paul van Herck zat. Hij is een al even grote racist en antisemiet als het
echte exemplaar, en het zweet breekt hem uit als hij zichzelf op een bepaald
moment joods verklaart om te ontkomen aan vervolging door zwarten.
In tegenstelling tot "Script" van Alain Dartevelle
is "Caroline oh! Caroline" erg toegankelijk. De humor schuilt meer in
het badinerende karakter dan in de grappen. De truc is dat Van Herck ernstige
zaken luchtig afhandelt. Een stuk van de kracht ervan is wat verloren. In 1976
Hitler luchtig behandelen had een veel morbidere ondertoon dan nu, waardoor het
gemakkelijker tot zwarte humor leidde. Maar de personages blijven trappen in de
gevolgen van hun eigen vooroordelen. Dat neem je natuurlijk nooit weg. Het is
een ontspannend boekje met een ernstiger ondertoon dan het lijkt.
"Caroline oh! Caroline", Paul van Herck, 1976,
Paris, Le Masque Science fiction 42, oorspronkelijk: "Caroline oh!
Caroline", vertaling: Michel Védéwé, pocket, 251 p's, 17x11 cm, isbn
2-7024-0507-X.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:bespreking, recensie, review, paul van herck, van herck, caroline oh caroline, sciencefiction, hitler, paus, adolf hitler
14-03-2019
PI-DAG !
Deze tekening is niet perfect.
Donderdag 14 maart 2019: PI-DAG!
Het is die dag van het jaar dat ik alleen maar RONDE dingen eet, ter ere van het bewijs dat de straal van een cirkel niet in een deelbaar aantal delen over de omtrek kan worden gelegd.
Anders gezegd: dat er GEEN GETAL BESTAAT WAARMEE JE DE STRAAL VAN EEN CIRKEL KUNT VERMENIGVULDIGEN OM DE LENGTE VAN DE CIRKELOMTREK TE KRIJGEN.
In maart 2019 zette Emma Haruka een record: zij berekende meer dan 31,4 biljoen cijfers achter de komma van pi.
Als iemand een actuelere of nauwkeurig waarde voor het aantal cijfers na de komma kent, mag je dat zeker aan de groep melden.
De cijfers van pi zijn van belang voor het coderen van boodschappen. Voor onze privacy dus.Of om bedrijfsgeheimen te bewaren. Of staatsgeheimen.
Maar nog veel interessanter zijn de fysieke implicaties van die vaststelling, want het betekent dat er NIETS BESTAAT DAT PERFECT CIRKELVORMIG IS
En dat is onthustend, want het betekent ook dat het meest extreme voorwerp van het heel-al, ook niet perfect rond is.
Ja, jullie horen me al aankomen: DE GEBEURTENISSENHORIZON VAN EEN ZWART GAT IS GEEN PERFECTE BOL !
En die gebeurtenissenhorizon wordt veroorzaakt door de singulariteit in de kern. Je zou dus kunnen stellen dat ook die singulariteit niet perfect bolvormig kan zijn, maar die bewering hangt wat in het ijle. Een singulariteit een singulariteit zijnde, is het kenmerk "rond" er niet op van toepassing.
Echter, die singulariteit werkt wel in op de omringende omgeving, o.a. door de zwaartekracht, en die zwaartekracht zou zich in principe bolvormig moeten uitstrekken. En aangezien perfecte cirkels in het heelal niet bestaan, betekent dat ook dat er iets aan de hand moet zijn met die singulariteit. Ofwel is ze niet perfect bolvormig, in welk geval ze onstabiel zou kunnen zijn. Ofwel onttrekt ze zich aan de fysica-wetten van ons heelal, waardoor het dus BUITEN ONS HEELAL zou kunnen liggen.
Maar ik gok op de eerste mogelijkheid: de singulariteit is in de grond INSTABIEL, en dat de grondreden kunnen zijn voor de HAWKING-STRALING, die o.a. wordt gebruikt om aan te tonen dat een zwart gat na biljoenen jaren gewoon ... vervliegt.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:pi, pi-dag, cirkel, cijfers na de komma, beduiende cijfers, cijfers van pi, emma haruka, haruka, nasa, hawking-straling, hawking-radiation
12-03-2019
Storm van 10 maart 2019
De storm van zondag 10 maart 2019 veroorzaakte in de buurt geen zware schade, maar toen ik de dag erop het nabije bos binnentrok, werd de weg versperd door een boomstam een halve meter doorsnede. Dat is meer dan het klinkt. Stap er maar 's over.
Hij bleek een zware, afgebroken bovendeel te zijn van een boom naast het pad, die in zijn val nog een tak verloor die er nu naast ligt, tussen al andere houtresten, houtsplinters en losgerukte takken.
Hij duwde ook nog een heel hoge maar heel dunne boom omver.
"Script" door Alain Dartevelle is een Franse toekomstroman. Stilistisch wisselt hij de
psychologische roman af met de mozäïekroman, zoals we die kennen van "Iedereen op Zanzibar" door John Brunner of "Manhattan Transfer" door John Dos Passos. De talrijke
personages in "Script" portretteren verschillende lagen van de maaschappij waarin het
verhaal zich afspeelt, wat een slimme keuze is voor een toekomstroman. En
door het psychologische gedeelte geeft hij weer hoe die personaes hun
leefomgeving ervaren.
"Script" vormt een aardig duo met
"Biofeedback" van Jean-Marc Ligny, al ligt er tien jaar tussen het ontstaan
van de twee boeken. Dartevelles boek is het jongste, en dateert van 1989. Beide romans hebben een gelijkaardig thema: het
realiteitsgehalte van de wereld om ons heen. De personages belanden in een verwrongen weergave van de werkelijkheid, doordat hun
waarneming wordt gemanipuleerd. De technieken zijn echter totaal
verszchillend. In beide boeken kan een personage meerdere namen hebben. De president in "Script" wordt op een bepaald moment niet meer als de president herkend doordat hij is vermagerd, een baard heeft gekregen, en een facelift had laten uitvoeren. De werken worden niet moeilijk leesbaar door de doublures en persoonsverwisselingen, maar "Script" vereist wel een degelijke kennis van Frans.
Alain
Dartevelle werd in 1951 geboren in Bergen (België). Hij volgde een opleiding
tot journalist en debuteerde in 1983 met de sciencefictionroman "Borg, ou l'Agonie d'un monstre".
Film: "Alita: Battle Angel" door Peter Motte 1234 woorden
De première van "Alita: Battle Angel" was
oorspronkelijk voorzien voor half 2018. Toen werd het uitgesteld naar eind
2018. Daarna naar februari 2019.
Omdat ze de bui hadden zien hangen.
Verfilmingen van manga en anime zijn namelijk een zekere
gok: ze mislukken altijd. Gedeeltelijk omdat de bioscoopbezoekers onvoldoende
vertrouwd zijn met de personages om het risico van een tegenvallende film (en
een verloren toegangsprijs) te riskeren, en gedeeltelijk omdat de film soms
tegenvalt.
Maar wat is een slechte film?
De verfilming van het rollenspel "Dungeons &
Dragons" werd ook slecht onthaald, maar ik vond het best een geslaagde
weergave van wat een D&D-rollenspel is, inclusief de NPC's die allemaal
flat zijn. De kijker kende het rollenspel niet genoeg om te begrijpen wat de
filmmakers hadden gedaan: de ervaring van een D&D-rollenspel in een film
gieten.
We moeten echter toegeven dat "Ghost in the Shell"
tegenviel, vooral door de houterige dialogen. De scenaristen leken gewoon het
lesboek te hebben gevolgd en ongeïnspireerd te hebben ingevuld. Ze hielden er
wel rekening mee dat een personage iets moest weten, maar stonden er niet bij
stil of een ander personage dat wel op zo'n manier op dat moment zou hebben
gezegd. Wat zonde was van de plot, want die was best wel aardig. En nu vraag ik
me nog altijd af of Scarlett Johanson wel kan acteren.
En "Alita: Battle Angel" is ook een
manga-anime-verfilming. Zou ik de film dan wel gaan zien? Hij kon een goed verhaal
opleveren, maar evengoed verdrinken onder speciale effecten en vechtpartijen.
En de manga telt aardig wat griezelige scènes. Zou dat wel te bekijken zijn?
Die vragen speelden in mijn hoofd vanaf het moment dat ik de
eerste trailer zag. Sommige recensenten bleven maar hameren op de grote ogen
van Alita. Ze vinden dat weird en ongemakkelijk. Maar ik was onder de indruk
omdat de twee hoofdpersonen direct herkenbaar waren. En waarom zou een verder
normaal ogend meisje "weird" zijn en mensen uit de bioscoop houden,
terwijl al die superheldenfilms één grote freakshow zijn en tonnen geld
opleveren?
Maar uiteindelijk ging ik toch bij de eerste gelegenheid
kijken. Zonder veel te verwachten.
De film was eigenlijk een wensdroom van James Cameron. Hij
had de rechten al jaren geleden gekocht, maar vond de tijd niet om de film te
maken. Ondanks "Titanic" en "Avatar" houdt Cameron zich
vooral bezig met "Terminator" en allerlei afleidingen ervan. En op
een bepaald moment begon hij aan "Avatar 2" en "Avatar 3".
En "Avatar 4". En 5. Dus vond hij helemaal de tijd niet meer voor
zijn troetelkind "Alita".
Dat delegeerde hij aan Robert Rodriguez, bekend van
"Spy Kids" en "El Mariachi".
Maar dat was niet de reden dat de première nog minstens een
half jaar werd uitgesteld. Na de vorige flops, vooral van "Ghost in the
Shell", en waarschijnlijk meer marktonderzoek dan we beseffen, vreesden ze
een financiële kater. De film kostte tussen 170 en 200 miljoen dollar, zonder
reclamekosten. En James Cameron was niet zo agressief als Luc Besson in 2017,
die met "Valerian and the City of a Thousand Planets" alle
waarschuwingen negeerde en grote concurrenten zoals "War for the Planet of
the Apes", "Dunkirk" en"Spider-Man: Homecoming" full
frontal aanviel. En verloor. Honderden miljoenen. En een reputatie.
"Alita: Battle Angel" is gebaseerd op de manga
"Battle Angel: Alita". Let op het kleine verschil tussen de manga- en
de filmtitel. Dat gebeurt meer bij Japanse franchises. Daarmee wordt het
onderscheid gemaakt tussen al die mediavarianten, zoals light novels, manga,
anime, live action-movies, enzovoort.
Dat de film 170 miljoen heeft gekost, zie je wel. Sommige
recensenten zeggen wel eens dat hoge productiekosten worden bekendgemaakt als
reclame voor de film. Anderen dat er maffiageld wordt witgewassen. Maar ik heb
al genoeg films gezien en de kosten ervan bekeken om te weten dat het geen
pr-leugentjes zijn. "Alita: Battle Angel" moet inderdaad een sloot
geld hebben gekost.
En was het dat nu allemaal waard?
Tja, dat is natuurlijk de vraag van 170 miljoen. Moralisten
zullen zeggen dat je met dat geld betere dingen kunt doen. De
productiemaatschappij zal zeggen dat als ze er genoeg aan verdienen, het de
investering waard was. Wie artistiek is aangelegd, zal zeggen dat je niet zo
veel geld nodig hebt om een goeie film te maken. Laten we die discussie even
negeren, en de film zelf eens bekijken.
Eerste opmerking: "Alita: Battle Angel" staat
meestal in toptienlijsten van films die in 2019 zwaar verlies zullen lijden. In
dat geval zullen we geen vervolg krijgen. En het is nochtans nodig, want het is
duidelijk dat alleen ongeveer de eerste helft van de negen delen van de manga
zijn verfilmd.
Wie de tweede helft wil kennen, kan gelukkig terecht bij de
volledig vertaalde Nederlandse versie.
Uit de film blijkt in elk geval dat Rosa Salazar een
uitstekende actrice is. Ze leeft zich zo goed in haar rol in, dat ze zelfs haar
ogen groter heeft gemaakt en haar kaaklijn strakker getrokken! Haha. Als je in
bijna elk beeldje motion capture nodig hebt om het gezicht van je belangrijkste
acteur aan te passen, dan moet het wel duur worden. Het zal voor Salazar ook
niet gemakkelijk zijn geweest om met die twee camera's op haar kop rond te
lopen.
Twee camera's? Ja, want Cameron heeft er ook een 3D-versie
van gemaakt, en net zoals bij "Avatar" doet hij dat met dubbele
camera's. Sommige 3D-films worden met enkelvoudige camera's opgenomen, en
achteraf met de computer bewerkt. Dat schijnt tamme resultaten op te leveren.
Ook "doc" of "Dr. Dyson Ido" is direct
herkenbaar. Dat is sterk, want hij gebruikte geen motion capture. Wat me wel
stoorde bij Ido, was dat Christoph Walz hem vooral in het begin wat saai
neerzet. Zijn gelaatsuitdrukkingen beperken zich wat tot cynisch optrekken van
de linkermondhoek. Maar dat is misleidend. De film begint als de dokter het
hoofd van Alita vindt. Het duurt een tijdje voor het hoofdpersonage zelf
handelend optreedt, en als de dokter te levendig zou zijn geweest, bestond het
risico dat het publiek zijn verhaal zou hebben gevolgd, in plaats van dat van
Alita. Ik vermoed dat daarom de eerste minuten wat aan de matte kant zijn.
De lelijke mannelijke assistent van de dokter werd vervangen
door een zwarte vrouw, waarover een recensent opmerkte dat die eigenlijk niets
zegt en zelfs niets doet. Fout. Je kunt aan haar stil spel merken dat ze weet
waarom de dokter zijn robot Alita noemt, en ook dat ze het een probleem vindt.
Keean Johnson als Hugo doet zijn "aardige jongen waar
het meisje wel wat in ziet"-ding, en er is niet echt iets op aan te
merken. Ik ken die acteur trouwens helemaal niet.
Het verhaal bevat in elk geval stof. Het is evenwichtig
verteld, en de vrees dat het zou verdrinken in actie en "gore" blijkt
onterecht. De eerste minuten zijn wat tam, maar de film doet je meeleven met de
personages. Officieel duurt hij 122 minuten, aftiteling inbegrepen. En hij
verveelt niet. Dus wie beweert dat het een slechte film is, zal ook wel
opstappen tijdens het eerste halve uur van een vertoning van "2001: A
Space Oddysey".
"Alita: Battle Angel" is een boeiende film. Hij
trekt hoogstens wat traag op gang. Het zou dus wel eens een sleeper hit kunnen
worden zoals "Serenity" en "Sunshine". Laten we het hopen.
Want ik wil dat tweede deel zien.
Een andere boeiende uitgave van Aurore is "Intrusions", een bundel van 6 fantasy- en sf-verhalen door Pierre Stolze.
Stolze legt meer de klemtoon op fantasy en literatuur dan op pure sf. Zijn verhalen spelen zich wel eens af op een andere planeet, maar dat is alleen maar een uitvlucht om een fantasy-verhaal te vertellen. Hij is blijkbaar een liefhebber van architectuur, want dat komt uitgebreid aan bod in "Les réceptacles-mémoires", en speelt zelfs de hoofdrol in "Les architectes d'Echo". In "Les réceptacles-mémoires" toont hij ook zijn belangstelling voor oosterse filosofie, in het bijzonder voor de Indische richtingen.
"Une métamorphose dans au pays des arbre" is een fantasy-verhaal in het middeleeuwse Japan, dat samoeraï en magie combineert. Hjj lijkt de feodale verhoudingen van die tijd erg goed te kennen. "Les chevaliers-chiens" is ook een fantasy-verhaal in de Middeleeuwen, maar in Oost- en Midden-Europa. Net als in "Une métamorphose dans au pays des arbre" komt het fantastische element pas op het einde van het verhaal naar voren, dat zelfs naar horror neigt..
Stolze varieert minder qua vorm dan Milséi, maar zijn onderwerpen liggen verder uit elkaar: van spookverhalen tot sciencefiction à la Druillet. "Intrusions" was pas zijn tweede boek.
Deze dode morgen leek me geschikt om aandacht te besteden aan wat sf-boekjes.
Er worden vaak reeksen met veel enthousiasme en hoge verwachtingen gestart. Sommige houden het erg lang vol, zoals de pocketreeks Bruna SF (110 deeltjes, van 1971 tot 1980) en de reeks Meulenhoff-sf (357 delen, van 1967 tot 1999, veranderde wel eens van formaat). Andere verdwijnen snel, zoals de CuBe-reeks van uitgeverij Kraapkop (3 nu erg gezochte delen in 1983).
Editions de l'Aurore was een uitgeverij uit Grenoble (Frankrijk) die al een hele tijd actief waren voor ze een sf-reeks begonen. Het was allemaal Franstalige sf. Ze publiceerden ze rond 1990. De reeks kende verschillende titels. In de boeken van Milési en Stolze staat "Futurs", maar op internet stond de volgende lijst: - Futurs (nr 1 tot 6), - Futurs Science-Fiction (nr 7 en 8) - Science-Fiction (nr 9 tot 14) De twaalf eerste delen verschenen in het klassieke formaat 10,8 x 17,7, het 13e en 14e op 13 x 22. De eerste delen werden geïllustreeerd door Jean-Pierre Andrevon.
Het laatste deeltje van het klassieke pocket-formaat was "Extra-Muros", een bundel sf&f-verhalen van Raymond Milési. De bundel kreeg in 1991 de "Grand prix de xcience-fiction française", en dat is niet onverdiend. Milési toont in 10 verhalen zowel een gevarieerde fantasie als vormgeving. "Cinquante-cinquante" is klassieke sf, waarin cynische touroperators ruimtereizen aanbieden om een monster te bezichtingen, met hetzelfde gemak waarmee we nu naar de Canarische eilanden vliegen. "Extra-Muros" is fantasy waarin een volk zijn mogelijkheden verliest door zich spiritueel te laten opsluiten door ideeën die ze krijgen door onderwijs. Het is een parabel die vertelt hoe onderwijs mogelijkheden kan beperken. "Le Carnassier unijambiste" is een satirisch verhaal over een would-be-auteur die af te rekenen krijgt met een verregaande automatisering in de uitgeverswereld. Milési voegde er ook melancholische en andere verhalen aan toe. Hij kan blijkbaar veel kanten op. "Extra-Muros" is geen bundel om te laten liggen.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:extra-muros, raymond milési, sciencefiction, fantasy, horror, éditions de l'aurore, frans
14-01-2019
Mythos, door Stephen Fry
Muthos, door Stephen Fry
recensent Peter Motte, 591 woorden
Dit weekend uitgelezen:"Mythos" door Stephen Fry
"Mythos" van Stephen Fry is een tour de force: ik
ken geen enkel ander boek over de Griekse mythen dat zo volledig is of zo veel
eenheid in de verhalen heeft gebracht als Mythos.
Er zijn natuurlijk voorbeelden zoals de
"Metamorfoses" van Ovidius, of "Griekse mythen en sagen"
van Gustav Schwab, maar Ovidius' focus op metamorfosen doet de collectie
verhalen onrecht aan. Het is echt niet alleen een kwestie van metamorfosen. Het
is ook een kwestie van conflicten en evoluties.
"Mythos" wordt wel eens aangeprezen als
humoristisch, maar dat is een eenzijdige beoordeling. Het is waar dat de mythen
lichtvoetig worden aangepakt, en dat het ook wel eens humoristisch is. Maar er
zitten ook tragische verhalen tussen. Het lichtvoetige is grotendeels een
gevolg van de aard van de mythen zelf: ze werden niet overgeleverd in
vuistdikke romans van duizenden bladzijden, zoals tegenwoordig het geval is met
"La comédie humaine" van Balzac of "Game of Thrones" van
George R. R. Martin. Het is dus onvermijdelijk dat de stof hier en daar kort
wordt behandeld, waardoor het lichtvoetiger is dan de bombastische "Lord
of the Rings".
Maar het is geen humoristisch boek. Fry heeft veel
uitgezocht, en zijn boek is erg compleet. Het is soms een mengeling van fictie
en non-fictie: hij vermeldt soms niet alleen Griekse namen, maar ook de
Romeinse, en zelfs de verschillende varianten van namen. Gelukkig meestal in de
voetnoten. Hij verwijst trouwens ook naar verwijzingen naar de Griekse mythen
in latere cultuur, zoals in Shakespeare (om de bekendste, maar zeker niet de
enige te vermelden).
Ik vraag me wel eens af hoe je die mythen zou ervaren als er
in plaats van de Griekse (of Romeinse) namen altijd de Nederlandse woorden
zouden staan. Dus niet "Ares", maar "Oorlog", niet
"Kronis" maar "Tijd". Dat zou een heel andere beleving
opleveren, die volgens mij veel dichter staat bij de manier waarop de
Oud-Grieken zelf de verhalen ervaarden. Het zou minder roman worden en meer
verklaring van de werkelijkheid. En het zou me niet verbazen dat de Oud-Grieken
zelf er dan helemaal anders uit naar voren zouden komen, nl. als een volk dat
wel pogingen doet om de werkelijkheid te begrijpen, maar duidelijk nauwelijks
wetenschappelijke kennis heeft en heel bijgelovig naar de werkelijkheid kijkt.
Perseus, Hercules, Odysseus, Jaons en de andere helden komen niet in de boek
voor, omdat zij optraden in het tijdperk van de helden, en daarover schreef
Stephen Fry een ander boek, "Heroes". Dat kan worden beschouwd als
een tegenhanger van "Mythos", maar de verhalen worden op een andere
manier verteld.
Voor zover ik me herinner brengt Fry in "Mythos"
meer eenheid in de verhalen dan Gustav Schwab deed, en de tekst is zeker
eigentijdser. Ik vermoed ook dat ze vollediger is. Bovendien is er een index,
waardoor het een handig referentiewerk wordt. Fry heeft een degelijke appendix
en nawoord geschreven, waarin hij verder ingaat op verschillende aspecten van
de mythen en van de manier waarop anderen en hij de verhalen hebben benaderd.
En waarin hij er onder andere op wijst dat het hoe dan ook fictie blijft. Ten
slotte kent niemand van ons echt de oorspronkelijke verhalen, en zijn we ons
belemmerd doordat we moeten teruggrijpen op Romeinse bronnen.
De post. 500 jaar geschiedenis in Europa, door Vincent Schouberechts
Dit boek over de post gaat veel verder terug in de tijd dan pakweg 1500.
Het is een vlotte inleiding over de ontwikkeling van de post sinds de Perzische koning Cyrus. Volgens de Oud-Griekse historicus Herodotus, stuurde Xerxes na zijn nederlaag tegen Themistocles in de zeeslag bij Salamis in 480 vhj, een koerier om zijn nederlaag te melden. Dat zou dan een van de ouste bekende gevallen van post zijn.
Maar Herodotus vermeld ook dat het in de 6e eeuw vhj was, dat Cyrus tijdens een expeditie tegen de Scythen zijn eerste relais of "mansio's" liet uitbouwen. Het boek is heel uitvoerig geïllustreerd.
Schouberechts beschouwt de post ook helemaal anders dan we gewoon zijn, en niet als de enveloppen die door de postboden worden rondgebracht. Post was oorspronkelijk iets wat alleen heersers en rijke handelaren gebruikten, zoals blijkt uit het verhaal over Xerxes.
"De post. 500 jaar geschiedenis in Europa" is een uitstekende inleiding. Het boek is rijkelijk geïllustreerd door historische documenten, en in twee talen uitgevoerd: de linkerkolom is in het Nederlands, en de rechter in het Frans. Doordat het boek in 2016 verscheen, was het ook op tijd om de invloed van e-mail te vermelden.
De post, 500 jaar geschiedenis in Europa, La Poste, 500 ans d'histore en Europe, Vincent Schouberechts, 2016, Tielt, Uitgeverij Lannoo nv, vertaling Doreen Espeel, tweetalig Nederlands-Frans, geïllustreerd in kleur, met bibliografie, gebonden, 208 p's, 28x24 cm, isbn 978-94-014-2982-5 prijs 25 euro excl. verzendingskosten incl. verpakking, afhalen mogelijk
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:filatelie, philatélie, post, poste, vincent schouberechts, schouberechts, 500 jaar geschiedenis in Europa
02-01-2019
Gelukkig nieuwjaar vanaf Ultima Thule!
Op de drempel van het nieuwe jaar bereikte New Horizons na zijn bezoek aan Pluto het Kuiper-Gordel-object Ultima Thule. Geen geschikter beeld dus om iedereen het beste voor de toekomst te wensen!
Ultima Thule ligt zo'n 6 miljard kilometer van de zon af, en is een contact-dubbelstelsel. Het zijn twee bolvormige voorwerpen die elkaar raken, met de ene bol duidelijk groter dan de andere, waardoor het op een sneeuwman lijkt. De maximumlengte is 31 km. New Horizons vloog er aan 51.000 km/u voorbij.
Op basis van kleurwaarnemingen weten we dat het roodachtig is. Vermoedelijk ontstond die kleur door de miljarden jaren lange bombardering van het ijsachtige lichaam door straling.
Adrian Newey: Zo bouw je een auto (samen met Andrew Holmes)
"Zo bouw je een auto" door Adrian Newey is geen cursus uit het 1e jaar automechanica. Het is een echte AUTO-biografie.
Newey is ontwerper van raceauto's, en met behulp van ghostwriter Andrew Holmes schreef hij zijn herinneringen neer aan 34 jaar winnende auto's bouwen, al waren er ook mislukkingen. De vlotte stijl van Holmes zal zeker hebben geholpen om uiteindelijk droge technische kost boeiend voor de lezer te brengen. Het gaat immers vooral over de aerodynamica van de raceauto's.
Die auto's van Newey haalden in de F1-auto's 154 overwinningen en 10 constructeurstitels. Maar Newey was ook actief in de IndyCar, wat sinds Alonso's avonturen in de Indy 500 ook in Europa belangstelling krijgt. Het had vroeger gemogen: veel Europese coureurs zijn in de Indy actief, en Nederland kent zelfs een winnaar met Arie Luyendyk.
Het boek trok me aan, maar voor ik besloot er 25 euro voor neer te tellen, bladerde ik het even door, las wat passages, zag wat technische schetsen en tekeningen en kreeg de indruk dat het geen verzameling roddels was geschikt voor de sensatiepers, maar een boek dat het racen ernstig aanpakte. Verkocht.
Het werk blijkt inderdaad een uitstekend boek voor wie meer wil weten over hoe een raceauto wordt ontworpen. Newey hield zich ook met andere aspecten dan aerodynamica bezig. Hij begon in de tijd dat er nog mensen rondreden zoals Nigel
Mansell en Riccardo Patrese, en eindigde met piloten zoals Sebastian
Vettel en Mark Webber. Het evolueerde van de 3l-motoren tot de huidige
hybridetechnologie. Door zijn lange carrière geeft hij je dus een goed beeld van de ontwikkeling van de F1 van de laatste dertig jaar.
Over zijn ghostwriter zei Newey dat hij niets wist van F1, waardoor alles moest worden uitgelegd zodat ook een leek het begreep. Dat heeft ertoe bijgedragen dat het boek voor iedereen begrijpelijk is.
"Zo bouw je een auto", Adrian Newey (met Andrew Holmes), 2018, Amsterdam, Uitgeverij Meulenhoff Boekerij bv, geïllustreerd met foto's, z/w-schetsen en -tekeningen, met verklarende woordenlijst, met register. Oorspronkelijk: "How to build a car", 2017, vertaling: Eddy ter Veldhuis, gebonden met omslag, 400 p's, 24,5x19,5x3,5 cm, isbn 978-90-225-8428-6. Nieuw: 25 euro. Bij mij te koop in nieuwstaat voor 19 euro excl. verzendkosten, verpakking inbegrepen
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:andrian newey, andrew holmes, zo bouw je een auto, f1, formule 1, indycar, aerodynamica, race engineer
26-12-2018
Cleopatra. Politiek en propaganda in de Oudheid. Prof. Dr. H. Volkmann
Dit boekje kon ik jaren geleden kopen, en het bleef tamelijk lang onaangeroerd op mijn boekenrekken liggen.
De staat is niet te best: het is blijkbaar een voormalig bibliotheekboek, want er staan bibliotheekstempels in, er zit een bibliotheeksticker op, en zoals nogal wat bibliotheken vondt deze ook dat hij het boekje moest "verbeteren" door er mee te knoeien, zoals doorzichtige plastic errond kleven en er stukken afhakken boven, rechts en onder. Waar dat goed voor is ...
Gelukkig heeft de inhoud er nergens onder geleden. Misschien werd het nooit ontleend?
Maar het heeft me veel bijgeleerd over Cleopatra (die van Caesar, of dat had ze toch gewild), de dynastie van de Ptolemaeërs, en de politieke bedrijvigheid in het oude Rome van Caesar en zijn opvolgers.
Cleopatra. Politiek en propaganda in de Oudheid. Prof. Dr. H. Volkmann, 1959, Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven-Zeist-Wageninen, nv Standaard Boekhandel - Uitgeversmaatschappij W. De Haan nv., Phoenix Pocket nr. 13, oorspr. "Kleopatra", München, Verlag von Oldenbourg, vertaling: j.F. Nijkerk, geïllustreerd in z/w: 40 foto's en 3 kaarten, met chronologische tabel van de geschiedenis van de Ptolemaeën, paperback (pocket), 18x11 cm, 160 p's, geen WD, geen ISBN (bestond nog niet). Onbeschadigd behalve bibliotheekstempels en -stickers. Door de uitzonderlijke inhoud wou ik het niet weggooien. Prijs: 6 euro excl. verzendkosten, incl. verpakkingskosten, bij afhalen geen verzendkosten
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:cleopatra, ptolemaeërs, volkmann, oudheid, oude egypte, caesar
24-12-2018
David Christian:
Ik zag "Big History, Het waanzinnig wetenschappelijke ontstaansverhaal van de
mens, de wereld en het universum'" als een prequel van het tweeluik
"Homo Sapiens" - "Homo Deus" van Harari, maar ik vind het eigenlijk beter
dan Harari.
Harari moraliseert een beetje te veel, en verliest vooral de
objectiviteit uit het oog als hij het over de jager-verzamelaars heeft en
over de overgang van de jager-verzamelaars naar de boeren. Ook anderen vinden
dat hij de situatie van de jager-verzamelaars wat te positief
weergeeft.
David Christian is voor die fasen veel genuanceerder, en
waarschijnlijk ook een stuk waarheidsgetrouwer.
Een ander probleem is dat de grote piramiden van Egypte ontstonden bij
het begin van de Egyptische geschiedenis, terwijl je van zulke
bouwwerken zou verwachten dat ze veel later opduiken, en dat je een
geleidelijke groei van kleinere naar steeds grotere gebouwen krijgt, tot
het toppunt komt met de piramiden van Gizeh, en vooral die van Cheops.
Ze werd echter rond 2500 vC gebouwd,
Hoe dat mogelijk is, wordt ook uiteengezet in het boek van David Christian. Hij lost dus heel wat raadsels uit het verleden op.
Mijn grootste bezwaar is de titel: "Big History" klinkt
nogal bombastisch, als het boek dat je verkoopt een mensen die denkend at ze
"grote boeken" lezen, terwijl ze alleen maar wat flutromannetjes
verwerken. Maar David Christians werk staat echt wel op een hoger
niveau.
18 Big History, Het waanzinnig wetenschappelijke ontstaansverhaal
van de mens, de wereld en het universum, David Christian, 2018, Amsterdam,
Maven Publishing, oorspr. "Origin Story: A Big History of Everything",
2018, vertaling: Frits van der Waa, met noten, glossarium, lijst
aanbevolen literatuur, paperback, 414 p's, 21 x 14,5 cm, isbn
978-94-9249-353-1 prijs 19 euro excl. verzendkosten, incl. verpakkingskosten,
afhalen mogelijk
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:david christion, big history, geschiedenis, wetenschap, sterrenkunde, antropologie, biologie, het waanzinnig wetenschappelijke ontstaansverhaal van de mens, de wereld en het universum
21-12-2018
David Mitchell: Tijdmeters
De titel werkt de indruk dat we met een sciencefictionroman te maken hebben, maar dat klopt niet helemaal. Toen ik het tweede deel uit had, was mijn indruk die van een opeenvolging van realistische korte romans met wat fantasy. Maar het vierde deel speelt zich af in 2015, en dat is een jaar nadat het boek werd geschreven. Om het daarom direct "sciencefrction" te noemen, is natuurlijk wat sterkt. Daarna verhuizen we naar 2019, dan 2025 en ten slotte 2043. Terwijl de eerste delen vooral realisme zijn, sluipt het fantastische element geleidelijk binnen tot het in 2025 een dikke stroom wordt die zich in een bijna-utopische toekomst afspeelt, om in 2043 te eindigen in een apocalyptisch Ierland dat het slachtoffer is van de opwarming van de aarde. Op het eerste gezicht niet helemaal een opbeurende roman, vooral omdat David Mitchell een heel klassieke opbouw gebruikt: beginnen bij het jonge leven van zijn hoofdpersoon, om te eindigen bij het einde. In de tussentijd heeft hij ons in de opeenvolgende delen als in realistische korte romans de wereld laten zien door de ogen van die hoofdpersoon en enkele nevenpersonages: de tiener Holly Sykes, een oplichter, een journalist en een schrijver. Maar Mitchell stuurt de lezer niet naar een hopeloos einde, en kan best wel schrijven. Er zijn boeken waar we meer van ondersteboven waren, maaar deze verdient zeker een plaatsje op je lectuurlijst.
Te koop op David Mitchell: Tijdmeters voor 6 euro excl. verzendkosten incl. verpakkingskosten, afhalen mogelijk.
M. DUHAMEL DU MONCEAU, par Jacques Raunet, Michel Sauterau et Françoise Coqblin
En
1982, pour le bicentenaire de la mort de Monsieur DUHAMEL DU MONCEAU, l'office
de tourisme de Pithiviers a donné l'ordre d'éditer "M. DUHAMEL DU MONCEAU,
de l'académie royale des sciences; de la soicété royale des Londres; de
l'académie de St. Petersbourgh, de Palerme, & de l'institut de Bologne;
honoraire de la société d"Edinmbourgh, et de l'académie de marine; associé
à plusieurs sociétés d'agriculture; inspecteur général de la marine. 1700-1782."
Les
recherches et commentaires étaient dirigés par Jacques Raunet, et Michel
Sauterau était le responsable d'édition: Michel Sauterau. Le Préface était par
Françoise Coqblin.
C'est
un peu tout ce que nous pouvons dire pour identifier cet oeuvre de 100 pages,
parce que beaucoup de l'informations est implicit: c'était le bicentenaire de
la mort de Monsieur DUHAMEL DU MONCEAU, donc c'était en 1982. Et c'était par la
comité du bicentenaire par l'office de tourisme de Pithiviers, donc c'était en
Pithiviers, France.
Intéressant
à savair est que l'édition était tirée à seulement 500 exemplaires.
Les
textes donnent un bilan intéressant, grâce à, par exemple, "Elogue
d'Henry-Louis Duhamel du Monceau, prononcée par de Condorcet devant l'académie
royale des sciences en 1782", qui étaitpris des oeuvres complètes de Condorcet, de l'édition à Brunswick, chez
Vieweg et à Paris, en 1804, en fac-similé.
Il
y a aussi une généalogie de Duhamel, des cartes de Pithiviers et une carte avec
les voyaes de Duhamel en France
J.
Raunet avait aussi écrit une "Ebauche d'une chronologie de Henry-Louis
Duhamel du Monceau",.avec une introduction et quatre colommes: Chronologie
générale, Eléments biographiques, Publications, et les Rubriques dans
lesquelles on peut classer les publications.
J.
Raunet. a aussi collectionné de préfaces par Duhamel des ses propres oeuvres et
des autres oeuvres en fac-similé, avec notes. Pour intéresser le plus grand
nombre de lecteurs, les textes les moins spécialisées ont retenu l'attention de
M. Raunet: les préfaces de ses traités. En outre, elles ont l'avantage de
permettre à l'auteur d'exposer des idées générales, ou de situer son oeuvre
dans le contexte de l'apoque. M. Raunet a d'abord été tenté de donner
intégralement un certain nombres de préfaces. Des notes s'imposaient, pour
clarifier le contexte. C'est devenu une belle compilation qui montre les idées
déjà modernes de M. Duhamel, et qui expliquent les bases de l'oeuvre
scientifiques et les valeurs que M. Duhamel avait.
Ce qui est surtout important dans le livre, c'est que les
rédacteurs ont publié dans on entiérité le texte "L'agriculture dans la
région de Phitiviers", avec éléments de monographie , appendice et notes
par B. de Dinechin.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:duhamel, Françoise Coqblin, Michel Sauterau, Jacques Raunet, DUHAMEL DU MONCEAU
29-09-2018
Nieuwe Blake & Mortimers op komst
Blake & Mortimer is een van de succesvolste Europese strips. We zouden graag een verfilming van De Zwaardvis zien, maar we zullen het moeten doen met het vervolg in stripvorm dat op stapel staat. Er zijn echter nog meer vervolgen aangekondigd, en ook albums over of in verband met B&M. Lees er hier meer over.