Wat voor geluiden krijg je in een dansvoorstelling die 'The Sound' wordt genoemd?
- Een besmettelijke tot terminale kuch of hoest, zoals die van mijn linkerbuurman, een gsm die vraagt hem om op te laden, een piepende stoel, nerveus geschuif, af en toe een deur van mensen die het niet volhouden. 'The Sound', laat dat duidelijk zijn, begint zonder klank. Toch zonder klank op het podium. Of het de bedoeling is of niet, de kleinste geluiden in de zaal klinken op dat moment oorverdovend en erg storend.
- De imitatie van het geluid van de dansers, af en toe onderbroken, maar te weinig, om met het imiteren te gaan spelen, experimenteren, voortbouwen. Met een schoen, met velcro, een zak, zelfs een zweep, in extremis zelfs met een doek van het decor. Een prima vondst, mooi uitgewerkt, maar tegelijk te lang en toch ook niet ver genoeg.
- Beatlesmuziek gespeeld door dansers, ofwel ontstaan uit onverstaanbaar, maar duidelijk kwaad geroep (While my guitar gently weeps), ofwel beginnend uit gitaargetokkel. Af en toe loeihard indruisend tegen de stilte (met Helter Skelter nog wel!), waardoor iedereen opveert en er een nieuw kuchsalvo volgt. Geen dj die het zou riskeren: hij werd ter plekke gelyncht! Dat Haydn eerder al iets dergelijks deed met zijn Surprise Symphony kan niet als verzachtende omstandigheid ingeroepen worden...
Na de sound, 'the look':
- Een kaal decor met enkel een reusachtige lap cellofaanpapier als vals plafond, dat af en toe om eerder onduidelijke redenen stijgt of daalt.
- Dansers in repetitiekleren die observeren en af en toe zelf iets mogen proberen.
- Een laserlicht dat soms focust op mimiek, maar evengoed een bizarre boog van 180°, het publiek in, maakt.
Conclusie: Anna-Teresa De Keersmaeker is misschien een 'grote naam' in de danswereld, maar haar stijloefeningen van 'The Sound' vragen naar mijn gevoel nog heel wat vijl-, knip- en plakwerk. Onthaasting? Vergeet het! Op een paar goede vondsten na: saai, langdradig en oeverloos.
Wel leuk: een 'evocatie' van vogels in het bos... maar dan was het kind al met het badwater weggespoeld.
Hoe het ter sprake kwam, weet ik niet meer, maar leerlingen van mijn klas ontdekten tot hun verbazing ineens dat ik ook Engels geef. Dat ze zich dat echt niet konden voorstellen... Natuurlijk, als je al Nederlands, esthetica en seminarie talen van een leerkracht krijgt, verwacht je niet dat die nog meer vakken geeft... ;-)
Is het toneel? Is het film? Is het een videogame? Maria Magdalena is geen gewone voorstelling. Dit laatste deel van de Wayn Wash trilogie speelt zich af tussen Bijbel en hotelkamer, in Hong Kong, aan het zwembad van Gabriel Rios, in een oorlog, in een kerk...
Beeld is aloverheersend in Maria Magdalena. Het beeld van een dansende aantrekkelijke, oosterse kloosterzuster. Het beeld van een demonische figuur, Wayn Traub zelf, die de hele voorstelling door de joystick in handen houdt. Maar het gaat niet over 'joy', veeleer over de eeuwige zoektocht naar manvrouwrelaties, naar het spirituele ook. Symbolen en betekenissen worden associatief aan elkaar geregen op een niet-vrijblijvende manier, zoals 'sjamaan' Traub zelf aangeeft aan het begin van de voorstelling.
Ook de muziek speelt een belangrijke rol. Wayn Traub lijkt wel een duistere variant van Dave Gahan, perfect gedragen door de electronica van de Deense Jaan Hellkvist.
Maria Magdalena combineert popcultuur en hippe multimedia met oude legendes en christelijke figuren tot een overdonderende associatieve cocktail van ideeën en hoewel je er af en toe als toeschouwer in verdrinkt, is het toch heerlijk zwelgen.
Het was al weken aangekondigd, maar ja, je kent dat: nu eens was er een grote toets van wiskunde of Frans, dan weer was er een vrije dag. Een grote toets Nederlands hadden we nog niet eerder gepland. Met als gevolg: een gigantische hoeveelheid leerstof. Iedereen dus wat in paniek, ook al omdat ik had laten uitschijnen dat ik het niet speciaal makkelijk zou maken.
Voor de toets kreeg ik een vraag... die ik vorig jaar op een vergelijkbare toets had gesteld! Bleek dat één van de bissers haar toetsen bijzonder goed bewaard had en ze de klas had laten rondgaan. De nieuwe toets bevatte enkele vragen eruit, maar er was ook heel wat veranderd. Even aarzelde ik: zou het dan geen kwaad kunnen die vragen te herhalen? Lang hoefde ik niet te twijfelen: dan hadden ze de leerstof nog moeten studeren om de vragen te kunnen beantwoorden, en er waren nog al die andere vragen.
De boodschap heb ik wel begrepen: voor het kerstexamen weer wat creatiever uit de hoek komen!
Wat kan ik zeggen over deNachten 2009? Gemengde gevoelens, dat in elk geval. Leuke dingen gezien en gedaan, dat ook. Maar er was pech. Donderdag was ik ziek. Geen paardenmiddel dat me overeind hield. Dan maar de krachten gespaard voor vrijdag. Wonderwel hersteld en helemaal klaar ervoor. Prachtig parcours hadden ze aangelegd, trouwens, met een symbolische muur die in de loop van de avond werd neergehaald. De inkleding was prachtig: graphic novelwanden, heerlijke wegzinkkussens, een Ostdeutsche patrouille, alle zalen in het Duits aangegeven... Niets aan het toeval overgelaten. Maar waar is nu precies die 'Helling'? Er zijn er minstens twee in deSingel...
Vrijdag was ook de dag van Inktaap en graphic novel. Dimitri Verhulst en Robert Vuijsje waren allebei van de partij en het was dan ook logisch dat ik met de leerlingen eerst naar hun interview ging luisteren. Daarna werd het al meteen een pak minder evident. Ik koos voor het einde van Three Trapped Tigers, die musiceerden in de 'Rote Bühne'. Ter plaatse nog een vraagteken, maar na herbeluistering thuis een echte revelatie! Niet erg toegankelijke, maar wel uitstekende postrock.
Misschien was ik wel in de rode zaal blijven zitten voor Cees Nooteboom, als iemand van de leerlingen niet had verteld dat hij Nooteboom donderdag ook al had gezien en dat het enorm was tegengevallen. Met een heleboel leerlingen die rond me clusterden wou ik over het muurtje kijken en iets anders zoeken. Het werd het begin van een soms moeilijk kiezen-is-verliezenparcours. Stripauteurs Olivier Deprez, Randall C. en Brecht Evens werden geïnterviewd door ene Kristoff Tilkin, al is 'geïnterviewd' hier een te mooie term. Tilkin slaagde er niet in enige vorm te geven aan het gesprek, kon amper in gesprek gaan met de Franstalige Deprez omdat hij zelf de taal niet voldoende machtig was en wist Brecht Evens er amper in te betrekken. Gelukkig nam Randall C. het wat van hem over, zodat er toch nog een iets of wat boeiende conversatie ontstond. Een gemiste kans, al bij al. Collectief Lamelos was de meer dan welkome afwisseling. Zij brachten vijf à tien bijzonder grappige minuutjes 'striptheater', geïnspireerd op Star Wars.
Opnieuw een interview binnenduiken leek me even geen optie en dus liet ik Guy Mortier en Ever Meulen al na twee minuten in de steek. Madensuyu speelde in de 'Kino', maar daar geraakte ik dan weer niet binnen. Hoog tijd om de kleine zaaltjes te verkennen. Een goede keuze, zo bleek. Ik liet me vooral niet fotograferen, maar genoot wel van de Tekenmachine (om het even welke opdracht in cartoon omgezet) en (vanop veilige afstand) van Mieke Maaike's (sic) Obscene Kapsalon. Het knapst waren nog de performances van Floris Schillebeeckx & Hannes d' Hoine en van Stijn Vranken en Sabien Clement. Van het eerste duo kreeg ik alleen de gedichtenlezer te zien (en eerlijk gezegd ben ik vergeten wie van de twee heren het is), maar die wist het goedgekozen werk zo raak te brengen dat de dertien minuten die hij ervoor nodig had zo overbrugd waren en ik probleemloos nog een tweede keer had durven aanschuiven, ware het niet dat er maar drie rijen banken stonden. Stijn Vranken kende ik al wat langer. Hij kroop een week lang in de huid van ene Aaron Holsters en sloot zich met tekenares Sabien Clement zo lang op om samen aan een graphic novel te werken. Het voorlopige resultaat werd een bijzonder poëtische reis die live associatief werd getekend door Clement. Liefhebbers kregen een kopie van het resultaat mee naar huis. Reken maar dat er een exemplaar op m'n bureau hangt!
Tijd om nog eens binnen te stappen in de rode zaal. Robert Vuijsje declameerde er net zijn laatste zinnen uit 'Alleen maar nette mensen' en gaf de fakkel over aan Verhulst, die het begin van 'Godverdomse dagen' in ons gezicht kwam smeren, om maar even in de sfeer van dat romanbegin te blijven. Knap, maar ik had het al eens eerder gehoord. Bovendien heb ik het boek intussen ook gelezen. Een echte verrassing was het dus niet meer.
Daarna was ik echt wel toe aan de sprookjesklanken van Efterklang. Muziek verzachtte de pijn van af en toe op de verkeerde plaats op het verkeerde moment te zijn. Jammer ook dat Absynthe Minded, Pitchtuner en Apparat zo laat pas mochten aftrappen: om 1u40, 2 uur en 3 uur! Maar ja, het zijn dan ook niet voor niets 'deNachten'. M'n kortstondige buikgriep stond echter nog scherp in mijn geheugen gebrand en ik besloot om mijn verstand maar te volgen en mijn bed op te zoeken.
Een geslaagde editie kortom, maar ik had er graag wat uitgebreider van kunnen genieten...
Gezondheidsbeleid en gezondheidspromotie zijn niet altijd de populairste leerstofonderdelen bij de verpleegkundestudenten. Het is vrij abstract en staat iets verder van de dagelijkse verpleegpraktijk. De Mexicaanse griep brengt daar dit jaar echter verandering in. Ineens is het organiseren van een griepbeleid een heet nieuwsitem. Allerlei media slaan ons bovendien om de oren met goedbedoelende adviezen, de ene al (on)geloofwaardiger dan de andere.
Psychologie Magazine hield het wijselijk algemeen genoeg en somde enkele eenvoudige, voor de hand liggende, maar vaak vergeten middelen op om onze weerstand te versterken: slapen, sporten, relaxen en ... seks. Het artikel leende zich perfect als toepassing op de leerstof over gezondheidspromotie en preventie. Het was meteen een schot in de roos. De meesten hadden amper de tekst gekregen, of ze hadden al het woord 'vrijen' of 'seks' zien staan en ze waren vertrokken...
Dat ze meteen zouden weten wat vertellen vanavond, aan hun partner. 'Daar zal ik me niet mee bemoeien', gooide ik er met een brede glimlach tussen. Eén studente kleurde zelfs helemaal rood, zoals ik dat zelf als achttienjarige vast ook had gedaan. 'Ja,' zei iemand anders, 'maar meer dan twee keer per week is blijkbaar ook niet goed. Sèg!' Hilariteit alom.
Eén preventiemaatregel hebben we in elk geval allemaal genomen: eens goed gelachen!
Als je de voorbije jaren werd verkozen tot mooiste boekenstand, dan heb je een reputatie hoog te houden. De Geus wist in elk geval de aandacht te trekken met een live pianist en een badkuip waarin je kon verdrinken tussen de nieuwste Annelies Verbeke.
Vrijdagavond gezellig de Boekenbeurs ingedoken, kwestie van meteen de juiste toon te zetten voor de herfstvakantie. Onderweg gristen we een paar gratis kranten mee en speelden we de wedstrijden die je toch nooit kunt winnen met schiftingsvragen als 'hoeveel weegt deze stapel boeken?'. Stapels bij de vleet, in elk geval! Van Stieg Larsson tot de kokpiet, Zafon of Lanoye, allemaal lagen ze er in reusachtige hoeveelheden te wachten op een koper. Mijn verlanglijst werd er alleen langer door, maar ik had me voorgenomen weinig of niets te kopen. Dat mijn nachtkastje vol ligt was daarbij een goede hulp.
Of we bekenden gezien hebben? Natuurlijk! Of dat er iets toe doet? Nee, natuurlijk. Maar voor de kindjes nam ik toch een foto van Musti. Een heel vriendelijke kerel, trouwens, die Musti!
Het zal wel niet als compliment bedoeld zijn en ik heb er ook geen punten extra voor gegeven, maar toen ik op een toets vroeg: "Is life easier when you are good-looking?", kreeg ik als antwoord: "Yes, you are."
Een bagageband, containers, aankondigingsbord en hangende computerschermen... de kleine rode zaal van deSingel was een overtuigende luchthaven dit weekend. In de containers en de pakketten: een achttal kinderen tussen zes en twaalf uit India, Gabon, Brazilië, Rusland, China, Canada, Marokko... of was het Frankrijk, Zwitserland, Portugal, Indonesië en de Verenigde Staten?
Voor de kinderen is het allemaal inwisselbaar. Ze reizen van buitenland naar buitenland, van internationale school naar internationale school. Hun ouders werken vaak voor multinationals of hebben een hoge functie in het leger. Ze houden van tennis, ruimtevaart, ééntje zelfs van slakken. Ze spreken allen minstens twee, drie talen: Frans en Engels worden vlot door elkaar gebruikt.
Oppervlakkig allemaal? Toch niet. Je kunt 'Airport Kids' op verschillende manieren bekijken. Je kunt de kinderen schattig vinden, lief, grappig en dat zijn ze ook. Maar wie alleen maar lacht heeft het niet begrepen. Die heeft de lusteloosheid niet gezien in de ogen van de Ierse jongen (Iers, wat is dat?), de vermoeidheid bij de Chinese jongen (Hoeveel uren vliegen is Antwerpen van Hong Kong?) en de gelatenheid bij de Russische (Tennissen met papier, ja, dat zet mijn zorgen even opzij). Ze zijn enorm zelfstandig, haast volwassen - het Canadese meisje van acht neemt alleen het vliegtuig, zonder verpinken. Ze zijn intelligent en ambitieus. Ze weten wat ze willen en over twintig jaar veroveren ze de wereld. Dat maakten ze overtuigend duidelijk met hun rocknummers en hun rijst. De verovering van Mars door de Chinezen zagen ze allemaal zitten...
Intrigerend? Dat zeker! En toch mis je iets. Iets wat de afstand enigszins overbrugt. Iets wat de documentaire een verhaal geeft. Maar het hoort zo: het leven van deze Airport Kids geeft je een wrang gevoel. Wat hebben we onze kinderen te bieden? En wat moet je met een meisje van zes dat te verlegen leek om uit haar container te komen, maar eigenlijk al lang weer verhuisd is van Lausanne naar Indonesië?
Webcams en containers scheppen ook symbolisch niveau een haarscherp beeld van deze minivolwassenen: ze komen overal maar zijn nergens thuis. Overal heen worden ze ingepakt en verplaatst. Verpletterend indrukwekkend. Als toeschouwer blijf je verweesd achter...
Yvonne zegt geen woord. Ze is lelijk en wordt door iedereen veracht. Maar ze zet het paleis in rep en roer door te zijn wie ze is. Koning, kamerheer en koningin smeden de snoodste plannen om van haar af te komen. Hofdames zijn stiekem jaloers op haar. En de prins? Die is afwisselend gek van haar en gek op haar!
Wanneer een leerling dagen afwezig is op school omdat hij op tournee gaat met zijn theatergezelschap, dan ga je toch kijken? Yep! En ik moest er nog rap bij zijn ook, want de tickets vlogen razendsnel de deur uit. Te snel voor de klasgenoten, helaas. Jammer, want het stuk was niet alleen hilarisch, maar stak ook bijzonder knap in elkaar. De eerste minuten mocht je nog de indruk hebben een groepje jongeren op een gekostumeerd bal te zien, maar al snel vormde zich een hechte acteursgroep die knappe acteerprestaties afwisselde met rake zinnen.
Het oorspronkelijk Poolse verhaal werd door de regisseur op meesterlijke wijze in rijmvertaling gekneed. Door de enjambementen en het losse omgaan met de rijmklanken bleef de tekst fris en net-niet-voorspelbaar. Dat kwam nog het mooist tot uiting in de ludieke liedjes, die misschien niet altijd toonvast werden gezongen, maar wel heerlijk werden ondersteund door de acteurs.
Yvonne doet iedereen buigen, op het podium, maar ook in de zaal. Chapeau!
Hij zei het bijna langs zijn neus weg, zonder dat er een aanleiding voor leek in het lesverloop. Dat er de vorige dag een aanslag was geweest in zijn geboorteland. Familieleden hadden bomscherven in hun tuin. Nee, gelukkig was iedereen ongedeerd. Ze waren wel wat angstig, maar ze waren het natuurlijk ook al wat gewoon. Iedereen was aan het uitwijken. Maleisië, de Verenigde Staten, Europa. Of ze dat dan niet erg vonden zo ver van elkaar te wonen? Dat viel mee, zei hij. Ze waren het gewoon.
Wat was de wereld plots klein en dichtbij. En hoe vreemd was het om het daarna toch weer gewoon over expressie en associatie en drum 'n' bass te hebben...
Kiezen is altijd verliezen. Wie een overzicht wil geven van de carrière van een artiest, laat staan van de volledige balletgeschiedenis, riskeert afbreuk te doen aan het gehele oeuvre. Van Trisha Brown kreeg ik in deSingel vier stukken te zien uit evenveel decennia. Haar volledige loopbaan als danseres en choreografe beslaat intussen zowat een halve eeuw. Dat op zich is al vrij indrukwekkend. Planes uit 1968 is ook vandaag nog fris te noemen. Een handvol dansers bewegen traag in een verticaal dansvlak dat nog het meest doet denken aan een vieropeenrijrooster. Daarover wordt een dubbele filmlaag gelegd, wat het geheel een fascinerende gelaagdheid bezorgt. Bij 'Set en Reset' uit 1983 was het al wat duidelijker dat dit geen recent werk is, maar storend werkte dat niet. Vreemd genoeg was dat wel het geval bij 'You can see us' uit 1996, dat wel enorm gedateerd aandeed. Dat was het duidelijkst te merken aan de muziekkeuze: één of ander slap synthesizergeneuzel ondersteunde de dansbewegingen, en dat in een zeer boeiende en creatieve periode! L' amour au théâtre uit 2009 kon tot slot wel weer bekoren, zeker door de manier waarop dansers en danseressen elkaars functie bij de pas de deux feilloos overnamen. Verrassend, en bij momenten ook bijzonder grappig. De oranje kleding geeft het misschien een wat retro sfeertje, maar laat zich wel mooi combineren met het decor: een reusachtige abstracte tekening die het midden lijkt te houden tussen graffiti en kindertekening, maar dan wel op een goede manier.
De evolutie van ballet zoals ze wordt geschetst door het Koninklijk Ballet van Vlaanderen balanceert op het dunne koord tussen voorstelling en geschiedenisles. Dat de verschillende stappen ook worden uitgelegd door een presentator maakt het overzichtelijker, duidelijker, leerrijk, maar zeker ook schoolser. De filmfragmenten uit 'Les Ballets Russes' blijven boeiend, maar je komt niet naar een balletvoorstelling om naar een dvd te kijken. De balletten zelf kregen daardoor een beetje teveel een louter illustratieve functie aangemeten. Nochtans werden ze stuk voor stuk meesterlijk uitgevoerd en zijn ze, hoewel sommige choreografieën bijzonder oud zijn, enorm te smaken. Grote namen genoeg ook: Diaghilev, Balanchine, Forsythe en in het klassieke gedeelte fragmenten uit La Sylphide, Giselle, Raymonda en Don Quichote. Ook de recente producties 'van het huis' wisten te verrassen. Qua timing is 'On the thread', een solo van Maxime Quiroga, ongeëvenaard. In kostuum verblufte hij met techniek; zonder bovenkledij veroverde hij vooral de meisjes op de rijen voor me, die wegsmolten voor zijn gespierde torso. De voorstelling eindigde met een clevere samensmelting van karakteristieke elementen uit de hele voorstelling, een onverwachte plensbui en een knap gemonteerd stuk film met beelden uit repetities en voorstellingen.
Hoewel het boeiende tijdreizen zijn en er onderweg heel wat spannende tijdreizen werden beleefd, mis ik toch de coherentie van een volledig werk. Bovendien zweer ik toch het meest bij dans uit heden en toekomst, al dan niet geworteld in of ontworteld uit het verleden, want die dialoog ga je natuurlijk als choreograaf steeds aan: in hoeverre hou ik me aan wat er al bestaat; in hoeverre wijk ik daarvan af? Wat mij betreft: werk vooral zonder gps!
Iemand vroeg het me stiekem: "Wie is die mevrouw in de mediatheek?"
Die mevrouw? Twee leerlingen van het zesde jaar helpen sinds maandag met het runnen van de schoolmediatheek. Voor kinderen van elf of twaalf is een zeventienjarige al een echte mevrouw...
Pas vertrokken thuis, of mijn achterband pufte zich plat. Dan maar de tram op en hopen dat die niet op tijd in de buurt van de school geraakt. Dat was ook het idee van één van de leerlingen die enige tijd later opstapte. Ik had het meteen door: zij hoefde er niet om halfnegen te zijn. Daarvoor zag ze er te ontspannen uit. "Stage?" raadde ik. Inderdaad. Laatste dag, want het is maar voor een week. "Dat wordt nipt, hé, meneer", zei ze. ;-)
Uiteindelijk stapte ik op het belsignaal de schoolpoort binnen. Mijn fiets staat intussen bij de fietsenmaker. Nipt was het zeker, maar op de tram heb je al eens een onverwachte ontmoeting...
Even was er paniek bij de leerlingen van mijn klas. Op maandagmorgen waren ze slechts met vijf van de vijftien! Eén van die vijf was net terug van een paar dagen ziek zijn, dus het lag voor de hand dat het virus zijn ronde had gemaakt.
Twee uur later bleek de schade toch wat beperkter dan gevreesd. Enkele leerlingen mochten later beginnen omdat ze voor wiskunde toch studietoezicht zouden hebben. Zieken waren er wel, maar gelukkig geen tien...
Kan het werk van Gerard Walschap nog iets betekenen voor leerlingen van de 21ste eeuw? TGV Vagevuur gelooft in elk geval rotsvast van wel. Vorige vrijdag brachten ze in het gezellige 't Appeltje de Tom Lanoyebewerking van Celibaat.
André is de laatste van de d'Hertenfeldts, een roemrucht geslacht van grootgrondbezitters. Speelbal in het mislukte huwelijk van zijn ouders, vernederd door oom en neef en verleid door zijn tante: een makkelijke jeugd heeft hij allerminst. Knuffels en huisdieren moeten het dan maar ontgelden: wat André niet krijgt, zullen zij ook niet krijgen. Aanvankelijk lijkt ook de aantrekkelijke boerendochter Ursule daar weinig verandering in te kunnen brengen, maar vanbinnen stormt het bij André. Wanneer de pastoor roet in het eten strooit, vlucht hij weg, maar uit de Groote Oorlog komt hij gelouterd terug, zelfs al is zijn gezicht verminkt en draagt ook Ursule onmiskenbaar de sporen van de menselijke wreedheid...
De zes acteurs van TGV spelen de (bloem)potten en pannen van het dak. Moeiteloos wisselen ze van rol: een bazige kolonel of een demente bejaarde, een macho neef of een kruiperige boerenmeid, het gaat allemaal even vlot. De beeldtaal is bij momenten geniaal. Met twee goed geplaatste lampen wordt een kerk opgeroepen, de sanseveria's en de bloempotten waar ze in steken worden bijzonder multifunctioneel gebruikt. De regie koos voor een groteske aanpak en die werkt wonderwel.
Toch kon het stuk maar weinig leerlingen bekoren. Het verhaal bleef te ver van hun bed. Linken tussen André en bepaalde (zelf)moordaanslagen in kinderdagverblijven en scholen zagen ze niet. Ook de vormgeving was voor velen te moeilijk. Waarom loopt die kerel met een rol plasticfolie rond zijn gezicht gespannen? Wel reageerden ze steeds op situaties die een reactie uitlokten: het overdreven geflikflooi tussen Ursule en André en de onvergetelijke scène met de boer en zijn glas wijn. Het geheel vatten de meesten echter niet.
Jammer, want ik zag een enthousiast gezelschap met een interessant stuk dat uitstekend werd gebracht. Hopelijk krijgen ze voldoende support om niet meer op een vrijdagmiddag in een klein zaaltje voor een man of vijftig te moeten spelen, maar kunnen ze hun prestaties voor een groter publiek neerzetten.
"A few days later the terrorists attacked the villagers. The terrorists had placed mine explosions in the grounds. Tommy and Johnny didn't know that there was a mine explosion. They saw 2 terrorist and they walked away. The mine explosion exploded. There were died around 100 inhabitants, Tommy and Johnny."