Voel, ruik, kijk,
de veranderende atmosfeer in de lucht is bijna tastbaar. Hij proeft de herfstlucht, het tintelen van frissere lucht s morgens en s avonds. Het zachtere licht geeft de wereld rond hem iets tastbaarder, fragieler. Hij wou het stoppen, hij wou dit moment fixeren, voor altijd in zijn lijf willen behouden, voor al zijn zintuigen. Hij wilt het uitschreeuwen dat hij gevangen zit in het systeem en dat hij het niet langer meer uithoud. Dat het leven veel meer is dan altijd maar hetzelfde saai stramien volgen en mooi de te volgen paadjes blijven bewandelen. Het systeem geeft zekerheid, daarom blijft hij de modelgevangene van zijn eigen wereldje.
De hortensias beginnen te verdorren, de kleuren van de bloemen wassen af gelijk in een aquarel. Afgewassen kleuren, herfstkleuren in zijn hart. Hij wilt zijn gevoelens terug op papier zetten voor zijn amper acht lezers maar dat geeft niet, hij wilt het neerschrijven voor zijn eigen. Het zet alles keurig op een rijtje. Het is een reis op zoek naar zijn eigen ik. Op papier verzet hij zich tegen het systeem. Lettertjes en woordjes, soms nietszeggende zinnen. Mensen volgen hun hart niet meer of hij volgt zijn hart niet meer. Het is maar hoe je het leest.
Dit is het dagboek van zijn gevoelens, niet van zijn leven.
Hij trok de deur achter zich dicht en ging wandelen. Doelloos stappen, zijn gedachten afgesloten van de buitenwereld. Hij was hier niet graag meer in deze buurt. Na enkele honderden meters voelde hij zich al moe maar hij zette door. Stappen, in zijn fantasie was hij elders. Andere beelden dan de werkelijkheid. Er was iets dat hij miste, ergens bevond zich een soulmaatje, een zielsgenoot die hetzelfde dacht als hij. Of sloeg zijn fantasie weer op hol?
Op het einde van de weg keerde hij terug naar huis. Nee, hij was niet graag meer in deze buurt. En thuisgekomen zet hij zich aan tafel. Hier in dit oude huis was hij ook niet meer thuis. Een huis zonder ziel is geen thuis. En morgen zou hij terug opstaan en naar het werk gaan. Maar zonder zijn gedachten, die laat hij achter op een plek waar hij denkt gelukkig te zijn.
En daar aan dat kleine tafeltje aan het venster met een kopje koffie voor zich en zijn oude Leica M5 voelt hij terug een beetje leven in zijn verstarde lichaam. Dit is wat hij moest doen zonder rekening te moeten houden met welk systeem ook die zijn leven beheerst. Dwalen door oude steden en fotos maken en woordjes schrijven in zijn moleskineboekje. Hij wist echter dat hij dit nooit zou doen. Hij is een wispelturige oude dromer met een fantasierijke geest en volgeschreven blaadjes.
Hij zit thuis aan een tafeltje met een kopje koffie en helaas de oude Leica, subliem meesterstuk uit vervlogen analoog tijdperk is er niet. Hij zou de oude meester, Henri Cartier Bresson zaliger nooit kunnen opvolgen. Daarvoor is zijn fotografisch talent veel te beperkt.
En hij geeft het toe, hij heeft nooit de moed gehad om zijn dromen waar te maken. Veel te veel gehecht aan zijn gemakzuchtig bestaan vol zekerheden. De avontuurlijke reiziger is hij alleen maar in zijn hart, in zijn gedachten. En al zijn wilde plannen vervliegen als hij
s avonds moe in de zetel neerploft. Geestelijk uitgeput.
De opkomende dag trok rode strepen in de hemel. Hij opende het venster en staarde naar de prachtige lucht en was weer ver weg met zijn gedachten. Een hotelkamer, een stukje stadszicht doorheen het vensterraam en de wegtrekkende nacht die plaats maakte voor de rode ochtendslierten. Een dag om de stad in te trekken en verwonderd kijken en fotos maken. Gelukkig zijn.
De werkelijkheid was anders, hij kreeg verdomme zijn venster niet meer dicht en enerveerde zich van het eerste moment dat hij opstond. Het doorbrak tenminste de eentonigheid van zijn leven.
09-09-2009 om 16:02
geschreven door stefi 
|