Met gesloten ogen zat hij met zijn gedachten op een totaal andere plek dan het kleine terrasje van het stadstuintje. Hij voelde de warme gloed van de avondzon op zijn onbedekte huid.
De zoete geur van de engelentrompetten doordrenkten zijn hoofd. Het gaf een roes van geurverslaving, een zintuiglijk genot. Het windje ritselde met de bladeren en zijn gedachten. Gedachten die ongestoord kunnen zwerven langs lievelingsplekjes zo ver weg. Hij deed zijn ogen open en zag het fel blinkende stipje van een vliegtuig hoog in de blauwe lucht. En wou dat hij daar in zat.
Hij zat op een terras op de binnenkoer van een van de talrijke verborgen cafeetjes. Verscholen achter eeuwenoude muren en enkel te bereiken langs smalle duistere gangen. Oases temidden de stad. Ze keek hem aan met heldere oplichtende ogen waar hij zichzelf in zag spiegelen.
Vertel iets over jou?
Er valt niets te vertellen.
Wat schuilt er dan achter je droevige blik?
Ik kan je niets vertellen over mijn reizen want ik reis niet.
Ik kan je niets vertellen over mijn werk want dat haat ik.
Ik kan je niets vertellen over de liefdes van mijn leven want die waren er niet.
Ik kan je niets vertellen over de passies in mijn leven, ik kijk enkel naar de tv, zit achter mijn computer en lees de krant of een boek.
Ik kan je niets vertellen over mijn leven want dat is er niet.
Daarom zijn je ogen zo dof zonder glinsterlichtjes. Je bent zo moe. Op wat blijf je toch wachten?
Geef me een knuffel en ik ben al tevreden. Verder heb ik niets meer te doen. Ik heb tijd zat.
De wind streelde de haartjes op zijn armen en benen en hij kreeg een koude rilling langsheen zijn schouderbladen die zijn rug naar beneden liep. Zijn ogen waren nog toe en de gedachten die hij lief had nog altijd aanwezig. Tederheid daar moest hij aan denken zittend in de avondzon met alleen de stilte om zich heen. Waarom hij daar nu moest aandenken wist hij niet. Tedere gedachten en een zachte aai, warme windstrelingen die hij met niemand kon delen. Met zijn ogen dicht zag niemand hem.
Hij wou alleen zijn in zijn leven en toch niet, een klein beetje misschien. Een klein beetje alleen zijn of een klein beetje samen zijn?
Ich bin ein Einzelgänger
wandel ganz allein
Nicht mein Wunsch
muss es Schicksal sein
( © Lady in red)
28-08-2009 om 10:28
geschreven door stefi 
|