Ingrediënten:

• ca. 400 g bloemkool- en 300 g broccoliroosjes;
• zout,
• ca. 75 g boter;
• 45 g bloem, gezeefd, 3 dl melk;
• 11/2  theel. (kruiden)bouillonpoeder,
• 6 verse basilicumblaadjes, in uiterst smalle reepjes (draadjes);
• 100 g geraspte (extra) belegen Goudse kaas;
• 3 eetl. droog kruim van witbrood.

Bereidingswijze:

Kook de beide soorten roosjes, elk apart, in ruim water waaraan wat zout is toegevoegd niet veel langer dan 10 minuten. Laat ze in een vergiet uitlekken. Houd het kookvocht van de broccoli apart. Maak een roux van 50 gram boter en de bloem. Schenk de melk erbij en blijf roeren tot alles aan de kook is gekomen en een gladde vrij dikke saus is verkregen. Voeg nog zoveel van het kookvocht toe tot de saus wat soepeler is geworden. Voeg 75 gram geraspte kaas toe.

Blijf zo lang roeren tot de kaas volledig in de saus is opgenomen. Verdeel de bloemkoolroosjes over de bodem van een met boter bestreken ovenvaste schaal. Schik de broccoliroosjes erop. Schenk de kaassaus erover. Schep de rest van de geraspte kaas en het broodkruim luchtig door elkaar. Bestrooi het gerecht er mee en leg er hier en daar een flintertje boter op. Plaats de schaal in het midden van de tot 220°C voorverwarmde oven. Laat er in circa 12 minuten een fraai goudbruin korstje op bakken.

TIP: geef warme en knapperige (zelf afgebakken) witte of bruine pistolets erbij.

Ingrediënten:

• 3 eetl. olijfolie;
• 2 teentjes knoflook,
• in plakjes;
• 2 uien, gesnipperd;
• 8 Hollandse pruimtomaten, Red Fresh, ontveld;
• 1 takje verse tijm;
• 6 eetl. rode wijn, bijv. Barvlo;
• zout,
• versgemalen zwarte peper; 1 theel. honing;
• 300 g elleboogjesmacaroni;
• 8 verse basilicumblaadjes, in smalle reepjes (draadjes);
• 250 g gekookte ham, dunne plakken, in smalle reepjes.

Bereidingswijze:

Snijd het vruchtvlees van de tomaten in stukjes. Verhit de olie en laat de knoflookplakjes

goudbruin bakken. Neem ze daarna weg.

Laat de uien 2 minuten in de hete olie fruiten. Schep daarna de tomaten erdoor en laat alles dan 2 minuten zachtjes bakken. Voeg de wijn en het tijmtakje toe. Strooi er wat zout en peper over en voeg honing toe. Leg het deksel op de pan en laat alles 20 minuten zachtjes smoren. Roer alles van tijd tot tijd even krachtig door. Kook intussen de pasta zoals op de verpakking is aangegeven in ruim water waaraan wat zout is toegevoegd. Laat de pasta even op een zeef uitlekken.

Schenk de saus door een zeef in de pan waarin de pasta werd gekookt. Breng de saus opnieuw aan de kook. Schep de warme elleboogjes samen met basilicum en ham door de kokende saus. Laat alles daarna door en door warm worden. Verdeel het gerecht over voorverwarmde borden.

TIP: geef er een kommetje met fijngeraspte (Parmezaanse) kaas bij.

Ingrediënten:

• 500 g filets van stevige  zeevis, zoals kabeljauw;
• 2 eetL limoen- of citroensap;
• 1 ½  dl mayonaise;
• 2 eetl. crème fraîche;
• 2 eetl. tomatenketchup;  zout;
• versgemalen witte peper; 
• 1 mespunt scherpe  paprikapoeder,
• 1 eetl. fijngesneden bieslook;
• 1 eetl. milde paprikapoeder-
• 2 eetl. bloem, gezeefd; 
• 40 g boter;
• 2 eetl. (zonnebloem)olie.

Bereidingswijze:

Spoel de vis onder stromend koud water.

 Maak de filets daarna droog en snijd ze in lange smalle repen. Haal de repen door limoen- of citroensap en laat ze 10 minuten liggen. Maak de vis daarna opnieuw droog. Maak intussen de saus door mayonaise te vermengen met crème fraîche of zure room en tomatenketchup. Voeg naar smaak zout, peper en scherpe paprikapoeder toe. Roer er daarna bieslook door. Schud in een plastic zak bloem, paprikapoeder zout en peper door elkaar. Leg de repen vis in de zak en blijf zo lang schudden tot de repen met een bloemlaagje zijn omgeven. Verhit boter en olie.

Bak de visrepen er snel aan alle kanten goudbruin in. Laat ze na het bakken even uitlekken.

Verdeel ze daarna over voorverwarmde borden. Schep de saus in eenpersoonskommetjes en geef ze er apart bij.

TIP: serveer er een groene salade (met verschillende tuinkruiden) en stokbrood bij.

Ingrediënten:

• 40 g boter;
• 24 bosuitjes, in stukjes  van 5 cm;
• 1/2 tablet voor kippenbouillon;
• 1 dl droge witte wjn,  bijvoorbeeld Pinot Blanc  (Elzas);
• 1 eetl. allesbinder; 
• 20 plakken gebraden  fricandeau, samen  ca. 350 g.
  

Bereidingswijze:

Verhit de boter in een wok en schep de bosuitjes erdoor. Laat ze 1 minuut bakken. Schenk er 2 deciliter water en de wijn bij en voeg het bouillontablet toe. Wacht tot alles aan de kook is gekomen. Temper de warmtebron. Laat alles met het deksel op de wok 8 minuten zachtjes stoven. Schuif de bosuitjes naar één kant van de wok. Strooi allesbinder over het kookvocht op de bodem van de wok. Roer alles krachtig door en schep de bosuitjes door de nu ontstane saus. Verdeel met behulp van een schuimspaan de bosuitjes over voorverwarmde borden. Haal de plakken fricandeau een voor een door de kokende saus en leg ze naast de bosuitjes op de borden. Schep de resterende saus over het vlees.