6 verse
basilicumblaadjes, in uiterst smalle reepjes (draadjes);
100 g geraspte (extra) belegen Goudse kaas;
3
eetl. droog kruim van witbrood.
Bereidingswijze:
Kook de beide soorten roosjes, elk apart, in ruim water
waaraan wat zout is toegevoegd niet veel langer dan 10 minuten. Laat ze in een
vergiet uitlekken. Houd het kookvocht van de broccoli apart. Maak een roux van 50 gram boter en de bloem.
Schenk de melk erbij en blijf roeren tot alles aan de kook is gekomen en een
gladde vrij dikke saus is verkregen. Voeg
nog zoveel van het kookvocht toe tot de saus wat soepeler is geworden.
Voeg 75 gram
geraspte kaas toe.
Blijf zo lang
roeren tot de kaas volledig in de saus is opgenomen. Verdeel de
bloemkoolroosjes over de bodem van een met boter bestreken ovenvaste schaal.
Schik de broccoliroosjes erop. Schenk de kaassaus erover. Schep de rest van de
geraspte kaas en het broodkruim luchtig door elkaar. Bestrooi het gerecht er
mee en leg er hier en daar een flintertje boter op. Plaats de schaal in het
midden van de tot 220°C
voorverwarmde oven. Laat er in circa 12 minuten een fraai goudbruin korstje op
bakken.
TIP: geef warme en knapperige (zelf afgebakken) witte of
bruine pistolets erbij.