De ene aardappel is de andere niet; voor elke bereidingswijze moet je het juiste type aardappel kiezen. Vastkokers Vastkokers zijn na het koken nog mooi stevig. Je kunt ze gebruiken om in de olie te bakken, maar ze zijn ook goed te gebruiken in salades en ovenschotels of om zelf friet en rösti van te maken. Iets kruimige aardappels Deze krijgen tijdens het koken een bloemig laagje aan de buitenkant. Je kunt ze gewoon gekookt eten, maar ze zijn ook lekker om te bakken of in de oven te roosteren. Grote exemplaren kun je goed poffen in de oven of magnetron. Kruimige aardappels Deze aardappels vallen na het koken haast vanzelf uit elkaar. Heel makkelijk voor een fijne stamppot of mooi gladde puree. Vroeg- en laatkomers Elk seizoen heeft zijn eigen aardappel. Vroege rassen - de zogenaamde nieuwe aardappels, zoals malta's en dorés - zijn te koop van begin juli tot en met augustus. Late rassen (zoals bidstar en eigenheimers) liggen vanaf augustus in de winkel en zijn dan bijna het hele jaar te koop. In het donker Aardappels kun je na aankoop een paar weken bewaren. Tenminste, als je ze koel, droog en in het donker opbergt. Zo voorkom je dat de aardappels groen uitslaan, zacht worden en uitlopers krijgen. Groene plekken, uitlopers en "ogen" moet je altijd ruim wegsnijden. Ze bevatten de giftige stof solanine. Bewaar aardappels nooit te koud. Onder de 4 graden wordt namelijk het zetmeel omgezet in suikers, waardoor de aardappels zoetig worden en dat tast de originele smaak aan. Met of zonder schil Aardappels schillen doe je altijd dun. De malta-aardappel, die vanaf juni in de winkels ligt, heeft net als jonge krieltjes een dunne schil. Die schrap je er onder de koude kraan zo af met een mesje. Maar je kunt deze aardappels natuurlijk ook schoonboenen en met schil en al eten. Wat oudere aardappels kun je ook in de schil koken of stomen om het vitame C-verlies te beperken. Prik de nog warme aardappels op een vork, dan trek je er met een mesje het makkelijkst de schil vanaf. Slank en gezond Omdat ze rijk zijn aan zetmeel, voedingsvezels, ijzer en vitamine B en C, zijn aardappels heel gezond. Ze bevatten geen grammetje vet en leveren weinig calorieën (de jus en sausjes die we er zo graag bij eten zijn de dikmakers!). Ter vergelijking: een portie aardappels (200 gram) levert maar 168 kilocalorieën tegen 262 kcal voor en portie pasta (75 gram ongekookt) of 273 kcal voor een portie rijst (75 gram ongekookt). Restjes Van een restje gekookte aardappels maak je de volgende dag weer wat lekkers. Bewaar ze bij voorkeur in de koelkast, afgedekt tegen uitdrogen en laat ze voor gebruik eerst op kamertemperatuur komen. 1. Pureer 500 gram kruimige aardappels met een liter warme kippenbouillon en een bekertje slagroom tot een romige soep, garneer met reepjes gekookte kip of knapperig gebakken spek. 2. Snijd vastkokende aardappels in plakjes en bak ze, bestrooid met wat cayenne peper of paprikapoeder, in boter goudbruin. Lekker met sla en een karbonade. 3. Prak een restje zeer kruimige aardappels fijn, liefst als ze nog warm zijn. Roer een klontje boter, geraspte kaas en wat fijngesneden bieslook door de puree en schep deze in een ovenschaaltje. Verwarm de puree de volgende dag in de oven, tot de bovenkant bruin kleurt. 4. Snijd vastkokende aardappels in stukjes en schep die - liefst nog warm - door een saus van mayonaise, citroensap, fijngesneden kruiden en versgemalen peper. Meng er ook wat gehakte augurk of zilveruitjes door en laat de smaken een nachtje intrekken. Lekker met stokbrood of als picknickgerecht met koude gegrilde kip.
bron: weetjes
|