Nieuw repetitie-instrument voor het Ruysscheveldekoor
DGX-630 YAMAHA
88 standaardtoetsen met gegradueerde hamerinstelling met 503 natuurlijk klinkende voices en stijlen.
DGX-630 is Yamaha's beste pianobenadering ooit, met gewogen gegradueerde hameractie, ultra-echt aanvoelend en meer. Alle beste geluiden zijn beschikbaar via een druk op een knop en het opnemen van virtuoze uitvoeringen is eenvoudig met de ingebouwde recorder. De Yamaha Education Suite en usb-connectiviteit voegen functionaliteit toe.
Graded Hammer Standard (GHS)-toetsenbord met 88 toetsen
Akoestische, superexpressieve Live!-, Cool!- en Sweet!-voices en met ingebouwde DSP
Easy Song Arranger-functie en speelassistentietechnologie (P.A.T.)
Usb-aansluiting voor handige opslag en voor het afspelen van songdata
Optionele pedalenconsole met drie pedalen voor expressieve effecten
Op zondag 26 april e.k. organiseert de vzw Het Orgel in Vlaanderen een treforgeltrip waarbij leerlingen van de muziekacademies de kans wordt geboden om orgels in Beveren te bespelen. Erwin Van Bogaert is coach.
programma 14.00u: start te Vrasene, H.-Kruiskerk, Aegidius-Franciscus van Peteghemorgel 15.30u: Melsele, kapel van Gaverland, historisch Spaans orgel 17.00u: Beveren, hoofdkerk, Anneessens-orgel, deel 1 19.00u: Beveren, hoofdkerk, slotconcert
Dit weekend een leuk bericht in de kwaliteitskrant De Standaard:
Niet alleen Pink Floyd en andere Judas Priests zouden verborgen boodschappen in hun muziek hebben gesmokkeld. Volgens een bericht van de Britse openbare omroep zou ook de Franse componist Maurice Ravel zich zo hebben laten gaan.
Doorheen het werk van Ravel - in het bijzonder in "La Valse" - komt dikwijls een sequentie van drie noten voor en die slaan op een fameuze populaire Parisienne, aldus de BBC op gezag van Ravel-deskundige David Lamaze. Het gaat om de noten E, B en A ofwel mi, si en la waardoor de kenner uitkomt bij Misia Sert, een goede vriendin van de componist.
De vrouw was goed gekend in kunstmiddens en komt ook voor op doeken van Renoir en Toulouse-Lautrec.
Ravel, wiens leven achter een nevel was gehuld, was nooit getrouwd, terwijl Misia Sert drie keer eeuwige trouw heeft gezworen. Nog volgens de BBC heeft de man enkele werken gecomponeerd terwijl hij verbleef op een boot die eigendom was van Misia Sert en haar tweede man.
De laatste week hebben er hoe langer hoe meer mensen gevraagd hoe het met mijn vrouw gaat: lief dat jullie daar ook aan denken. Als je het mij vraagt - en ze zou niet akkoord zijn als ze dit las - vind ik dat ze er niet op vooruit gaat. Hoe langer hoe meer ademnood maakt het allemaal niet gemakkelijk. Gelukkig kunnen we morgen naar het Onze Lieve Vrouwziekenhuis in Aalst, waar haar misschien een "koninklijke" ontvangst wacht/ Een hartkatheterisatie zal er voor zorgen dat ze een leuke blauwe plek zal hebben. Maar daar zal ook meteen uitgemaakt worden wat er nog allemaal gaat volgen. En voor diegenen die hardop hun twijfels hebben uitgesproken over mijn eigen culinaire capaciteiten: de (bouillon)soep was lekker, de frietjes juist genoeg gebakken en de beefsteack perfect. Der zaten nog wel wat veel steeltjes aan de veldsla, maar een kniesoor die daar om geeft.
Het slot van Haydns levensgeschiedenis zorgde voor een note gaie: in 1805 stierf zijn broer Johann; men verwarde hem met den beroemden Joseph, die toen zijn eigen doodsbericht in de kranten las. Vooral Parijs heeft toen een figuur geslagen: men voerde er ter ere van den vermeende dode Mozart's Requiem uit en Cherubini schreef een speciale treurmuziek. Haydn had veel plezier in het geval:
Die goede heeren. Ik ben hen veel dank schuldig voor de ongewone eer. Als ik van de plechtigheid geweten had, was ik er zelf heen gereisd, om de Mis in eigen persoon te dirigeeren.
In hetzelfde jaar werd Wenen door de Fransen bezet; zelfs de vijandelijke officieren huldigden de oude componist. Maar Haydn voelde zich steeds zwakker: op zijn visitekaartje liet hij drukken Weg is al mijn kracht, ik ben oud en zwak
Doch hij bleef de oude charmeur; kort voor zijn dood riep hij een vertrekkende vriend nog na: Veel groeten aan de mooie vrouwen. Hij kon haast niet meer lopen en bracht zijn dagen door met bidden en het ontvangen van bezoeken. In 1808 ging hij voor het laatst uit en wel naar een opvoering van Die Schöpfung ter ere van zijn zes en zeventigste verjaardag: ook toen bleek zijn grote bescheidenheid, want hij beantwoordde den bijval door naar den hemel te wijzen en te zeggen Het komt alles van daar. Drie weken voor zijn dood trilde zijn huis door een kanonschot (het was in de dagen van Asperen en Wagram), maar nog bezat Haydn de geestkracht om zijn huisgenoten te kalmeren: Wees niet bang, waar Haydn is kan jullie geen ongeluk overkomen. Zijn geest was tot het einde toe helder; hij stierf rustig.
Het is algemeen bekend dat Joseph Haydn, de excellente componist, zijn uitspattingen niet altijd in toom weet te houden. Veel van zijn kerkelijke composities hebben niet de heilige ernst zoals het in huis van de Heer zou betamen, maar zijn komisch en profaan van karakter. Aan het woord is de kerkmusicus Mastiaux, een jongere tijdgenoot van Haydn en een echte purist. Als voorbeeld van de grappen en grollen van Haydn haalt hij het Agnus Dei uit de Missa in tempore belli aan. Volgens Mastiaux laat Haydn in dit deel een pauk de hartslag vertolken. Deze mis heeft dan ook de bijnaam Paukenmis gekregen. Echter, de pauken en trompetten zouden ook heel goed de weerslag kunnen zijn van de dreigende sfeer die er ten tijde van het componeren in 1796 in Europa hing. Het was immers de tijd van de Napoleonse Oorlogen. De Nikolai-messe schreef Haydn al in 1772, ter gelegenheid van de naamdag van Sint Nicholas, de patroonheilige van prins Nicholas Esterházy. Het was de eerste mis die Haydn schreef na zijn beroemde Abschiedssymphonie. De mis straalt van pure joie de vivre, alsof Haydn zijn patroon dankt voor diens positieve respons op zijn waarschuwingen in de Abschiedssymphonie.
Nu de Goede Week nadert, presenteert De Bijloke in Gent een prachtige reeks voorstellingen en evenementen onder de naam "Lamentatieweek". Van oudsher is de Goede week een muzikaal hoogtepunt in de aanloop naar Pasen. Natuurlijk hoor je overal de Mattheüspassie van Bach (Sigiswald Kuyken presenteert er eentje zonder koor, maar met alleen solisten). Reden te meer om ook eens andere horizonten te verkennen en terug te vallen op zowel de Westerse Christelijke traditie als opde bakermat van dat christendom - het middenoosten.
* dinsdag 31 maart om 20.00 uur in het Kraakhuis : "Settimana Santa in Corsica".
* woensdag 1 april om 20.00 uur in het Kraakhuis : "Settimana Santa in Granada".
* donderdag 2 april om 20.00 uur in het Kraakhuis: "Christelijke lamentaties uit het Midden-Oosten"
* vrijdag 3 april om 20.00 uur in de concertzaal van De Bijloke: "Leçons de ténèbres" van François Couperin
* zondag 5 april om 11.00 uur in het Kraakhuis: "Settimana Santa in Napels"
* zondag 5 april om 15.00 uur in het Kraakhuis: "Die sieben letzte Worte" van Jozef Haydn
Antonio Lucio Vivaldi werd op 4 maart 1678 in Venetië geboren en is gestorven in Wenen op 28 juli 1741.
Na de tweede wereldoorlog heeft het intensieve Vivaldi-onderzoek het licht doen schijnen op veel onduidelijkheden omtrent zijn leven en werk. Dit heeft een ware Vivaldi-renaissance teweeggebracht.
De eerste vioollessen kreeg Antonio van zijn vader Giovanni Battista Vivaldi, die violist was aan de kapel van San Marco hij was waarschijnlijk ook leerling van G. Legrenzi voor orgel en theorie. Hij groeide op in Venetië, waar de kerkmuziek in de San Marco bloeide en het opera - en concertleven op hoog niveau stonden. Antonio speelde al vroeg mee in de kapel van San Marco als plaatsvervanger van zijn vader.
Tijdens zijn leven was deze priester met vuurrood haar, vandaar il prete rosso, bekend als componist, pedagoog, violist en kapelmeester. Zijn priesterschap heeft niet lang geduurd, in 1693 kreeg hij de tonsuur en tien jaar later, in 1703, ontving hij de wijding. Maar op een dag in datzelfde jaar, viel hem onder het vieren van de mis een bruikbaar fuga-thema in, hij verliet ogenblikkelijk het altaar om de mooie melodie op te schrijven in de sacristie. Daarna keerde hij naar de dienst terug alsof er niets gebeurd was. Voor deze misstap verwees men hem naar Inquistie, die hem gelukkig maar voor een musicus aanzag, die men eigenlijk als een gek beschouwde en voor de rest van zijn leven werd hij het officie verboden. Hijzelf verklaarde dat zijn werkloosheid als zielenherder veroorzaakt werd door zijn slechte gezondheid, vermoedelijk astma.
Als componist en pedagoog vond Vivaldi zijn vaste baan tegen het einde van 1703 bij de afdeling voor musiekbeoefening van de Ospedale della Pietà, één der vier Venetiaanse tehuizen voor gelukkig geredde, ongewenste kinderen.
De weeskinderen werden er opgevoed tot aan het huwelijk. Het gebeurde vaak dat jonge dames voor wie geen geschikte echtgenoot gevonden werd, opgroeiden tot briljante musiciennes en zangeressen want het muziekonderricht stond op een hoog peil, want Vivaldi was niet alleen een groot vioolpedagoog maar ook een kundig zangleraar. De weesmeisjes vormden onder zijn leiding zowel een vermaard strijkorkest als een zangkoor. De namen van sommige meisjes kennen we via aanduidingen in Vivaldis partituren: La Bolognese, lAppolonia,, La Chiaretta.
De Engelsman Edward Wright gaf een beschrijving van de Pietà ten tijde van Vivaldi.
De meisjes die in de Pietà worden ondergebracht zijn meestal bastaardkinderen. Het zijn er bijzonder veel. Men beweert zelfs dat het er om en bij de 6 000waren. Voor de stichting van de instelling werden de babys in het kanaalwater gegooid. Elke zondag en feestdag worden in de kapellen van de Ospedali vocale en instrumentale concerten gehouden, gespeeld door de meisjes zelf. Ze nemen plaats in een hoger gelegen galerij en hoewel ze niet geprofest zijn, zaten ze achter een smeedijzeren traliewerk, verborgen voor het zicht van de toeschouwers. Zowel de orgelpartij als alle instrumentale partijen worden door de meisjes uitgevoerd.. Als muziekmeester hebben ze een eunuch, die voor hen ook muziek componeert.
Don Antonio Vivaldi, onvergetelijk vioolvirtuoos, beroemd componist en verdienstelijk dirigent, heeft in zijn carrière ooit 50 000 dukaten bij elkaar verdiend, maar is tengevolge van zijn grote spilzucht in grote armoede in Wenen gestorven. De grootmeester overleed aan inwendige ontstekingen ten huize van de familie Satler in de parochie van st. Stephanus, dicht bij de Kärntner-poort en is begraven op 28 juli 1741 op het armenkerkhof van het gasthuis, dat nu niet meer bestaat. Niemand is er ook achtergekomen wat hij de laatste veertien maanden van zijn leven heeft uitgevoerd of waar hij geweest is.
Geen muziek echter voor de laatste reis van Antonio Vivaldi.
Voor elke dirigent is een geslaagde uitvoering een moment van intense vreugde. En ook elk koor is gedreven om af en toe een mooi concert te geven, de bekroning van vaak maanden intensief werk. Als je daar, zonder tijd te verliezen maar toch op een rustige manier, kan naar toe werken is het dus alleen maar plezierig werken. Het ongeluk is dat bij nogal wat amateurkoren het studeertempo heel traag gaat: alles moet vaak op het gehoor aangeleerd worden, vergeetachtigheid is des mensen (en dus maar veel herhalen), afwezigheden op repetities dwingen de dirigent om regelmatig opnieuw te beginnen. Bij elke succeservaring komt een koorbestuur in de verleiding om er toch nog maar een extra optreden te aanvaarden, en dat doorkruist dan vaak het ritme van het halfjaarlijks of jaarlijks formele optreden: een serieus programma vraagt immers iedere keer opnieuw serieuze repetities (vergeetachtigheid, weet je wel), en eist eigenlijk ook altijd een paar nieuwe nummers. En dan begint voor de dirigent de stress: de deadlines worden bijna ondoenbaar, de afwerking van de muziek begint te lijden, de echte grote concerten komen in de verdrukking.
Ik geef - m.b.t. de twee koren die ik mag leiden - een paar voorbeeldjes. Het Ruysscheveldekoor plant een jubileumconcert (30 jarig bestaan) in november: hiervoor moet een avondvullend programma worden samengesteld, wat ons nog aardig lukt ook. Met wat geluk staat er tegen dan een mooi programma met allemaal nieuw werk. We weten allemaal dat het alle hens aan dek geblazen is om het af te krijgen. Maar dan komt daar tussendoor een performance op de cultuurmarkt, en een optreden in Rome (waar we ineens 3-stemmig werk nodig hebben bij gebrek aan deelnemende bassen). Gevolg: stress, stress, stress want voor het novemberconcert hebben we ineens een stuk repetitietijd te kort. Korile heeft pas een ideaal optreden gehad: we konden een jaar werken aan het opbouwen van een mooi repertorium dat uitmondde in een heel geslaagd concert. Nu beginnen we te denken aan een concert voor de kersttijd. Niks aan de hand, zou je zeggen, tenzij je plots ook Marialiederen moet gaan instuderen voor een optreden in Scherpenheuvel, of een optreden aanneemt een maand voor het kerstoptreden. Stress, stress, stress.
Waar dirigenten met een groep zangers staan die vlot muziek lezen en die in een tiental repetities een heel concert op poten zetten, is er niks aan de hand: de vreugde iedere keer men naar buiten kan komen. Maar in het andere geval: tussen droom en daad ligt een wereld van STRESS;
Voor veel mensen is het gevoel wat ze bij het zingen in een koor ervaren misschien wel de belangrijkste reden voor het samen zingen in een groep. Muziek is namelijk emotie en kan elke denkbare situatie weerkaatsen. Zo kun je met zingen zowel vreugde als verdriet uitdrukken. Iedere emotionele ervaring is uniek. Door deze uitingsmogelijkheid krijgen de meeste mensen veel positieve energie. Door het "wij" gevoel wat ontstaat bij samenzang kunnen emoties worden versterkt. Het is bekend dat een groep welke bestaat uit verschillende personen met op zich gemiddelde zangtalenten maar met voldoende zelfvertrouwen en de kwaliteiten om emoties over te brengen aan anderen, naar bijzondere prestaties te leiden is. De kracht van emotie is dus dat je het kun doorgeven aan anderen. Je moet je kwetsbaar op durven stellen. De meeste mensen kunnen aan de hand van uiterlijke verschijnselen signaleren wat iemand voelt. Zo komt het publiek iets te weten over iemands emotie en kan dit gevoel meebeleven.
Naast tekst en performance kan ook de opbouw van een muziekstuk, de gebruikte toonsoort, bepaalde klanken en akkoorden een bepaald gevoel losmaken. Zo is bekend dat de betekenis van een majeur klank over het algemeen "vrolijker" is dan een mineurklank. Emoties kunnen ook opgewekt worden bij een zekere associatie. Bij bepaalde nummers komen bepaalde herinneringen weer terug. Je waant je bijvoorbeeld weer even op de middelbare school, denkt even terug aan een moeilijk moment, of blikt, eventueel samen met je partner, terug naar je verkeringstijd (ze zingen ons nummer schat!).
Ik voel mij zo stillekesaan heilig worden, want ... wie met de hond slaapt enz. In de stamboom van mijn vrouw (Marina) is ondertussen een tweede bisschop opgedoken, en wel één die nog leeft. Mgr. Albert Houssiau, vorige bisschop van Luik werd in Halle geboren en had als moeder ene Ludovica Faict. Om het in genealogische termen te zeggen : hij is een 3e neef in de eerste graad. Ik had misschien toch nog pater moeten worden, maar dan was onze familietak onverbiddelijk teloor gegaan. Nu is er nog hoop zowel via Gert als via Wouter.
Vivaldi Credo intypen op Google en de uitvoering van Coro ad Libitum op YouTube aanklikken: dan hoor je het eerste deel van dit Credo. Voor het vervolg: in de kolom ernaast.
Morgenavond is er ten huize van Yolande, onze onvolprezen voorzitter van het Ruysscheveldekoor, een vergadering om te bekijken wat we allemaal op het programma van onze Romereis zouden kunnen zetten. Dit wordt weer een frustrerende avond, want Rome is niet te vatten in een paar dagen. Zoals zoveel toeristen zullen we ons moeten beperken tot enkele toppers, en zoveel schoons onaangeroerd laten. Hoevelen zijn er niet naar Rome gegaan voor een kort verblijf en keerden pas jaren later weer?!
Ik weet nu al wat we niet gaan zien ( mijn hart bloedt ):
Het Palazzo Spada met zijn verrassende mooie dwarsgang van Borromini in complete trompe-l'oeil.
Eén van de meest ontroerende schilderijen van Caravaggio : Maria Magdalena
De Mozes van Michelangelo in de voormalige titelkerk van kardinaal Van Roey. Toen het beeld klaar was zou Michelangelo met een hamer op zijn knie geslagen hebben en uitgeroepen: "Maar spreek dan toch".
De "apotheose" plafondschildering in de kerk van San Ignazio.
In 2007 verscheen een boek van Oliver Sacks (neuroloog) over muziek en onze hersenen: geen wetenschappelijke harde noot om te kraken, maar een reeks van essays die onze verbeelding prikkelen of een glimlach ontlokken.
Musicofilia bevat verhalen over mensen die op muzikaal vlak weinig meer presteerden dan het nafluiten van popdeuntjes, maar die zich na een blikseminslag een piano en partituren aanschaffen en niets anders meer doen dan spelen en componeren. Anderen verliezen juist alle gevoel voor muziek. Weer anderen krijgen epileptische aanvallen bij het horen van muziek. Hallucinant zijn de kinderen met het Williams-syndroom, een genetisch defect dat tot een zware handicap leidt. Deze kinderen hebben een IQ lager dan 60, kunnen 5 en 3 niet optellen en geen veters knopen. Maar ze zijn heel sociaal, praten graag en veel, en zijn extreem expressief als het op muziek aankomt.
Muziek is dikwijls het laatste wat iemand nog rest. Patiënten met de ziekte van Parkinson of met vergevorderde dementie kunnen hun oude ik hervinden bij het horen van muziek. Zich muziek herinneren, ze beluisteren, spelen of erop dansen, gebeurt helemaal in het nu. Muziek brengt je in een verhoogde staat van mentale aanwezigheid, waarbij verleden en toekomst even verdwijnen.
OLIVER SACKS Musicofilia. Verhalen over muziek en het brein. Meulenhoff, 381 blz., 19,90 .
Passieconcert van het koor Collegium de Dunis o.l.v. Ignace Thevelein op 10 april (Goede Vrijdag) 2009 om 20 uur in de Sint Jacobskerk te Brugge. Op het concert hoort u polyfonie voor de passietijd, met naast de ontroerende lamentaties van Tallis en het aangrijpend Crucifixus van Antonio Lotti ook werk van Orlandus Lassus, Adriaan Willaert, William Byrd, Clemens non Papa en Giovanni Palestrina.
Tickets kunt u bestellen bij Boekhandel Raaklijn, Sint-Jakobsstraat 7, Brugge of per mail info@sint-jacobshuys.be
Als je op Google gewoon in het Nederlands "mannenkoor" intypt dan krijg je 226.000 ingangen. Ik kan me dus nauwelijks voorstellen dat er geen zingende mannen meer zijn. Voor hetzelfde geld kan je natuurlijk ook eens proberen te tellen hoeveel jeugd- en jongerenkoren onze contreien wel hebben, en ook dan kom je tot grote aantallen. We kunnen er ons niet vanaf maken met te zeggen dat er geen interesse is voor koormuziek. Misschien moeten sommige traditionele koren dan toch eens oprecht kritisch kijken naar hun recruteringsbeleid: heel vaak worden excuses gebruikt om niets te moeten veranderen aan de ons-kent-ons-mentaliteit. Vernieuwing van het ledenbestand in een koor vraagt echter grote inspanningen op lange termijn. Een bestuur zou daar een echte strategie moeten voor uitstippelen, die niet zo maar eventjes tot stand komt op een gewone bestuursvergadering. Een dag samenzitten ergens op de heide, creatief denken over initiatieven als open repetities, een koorschool voor jongeren, een toetsing van het programma aan de verwachtingen van jongeren, ouders van kinderen in kinderkoren benaderen, sociale incentives bedenken, een ruim PR-beleid ... moet zo een masterplan helpen tot stand brengen. Een koor moet een mix zijn van de sociale kaart van een regio. Wie trekt mee an de kar?
Mensen die een muziekinstrument bespelen, maken effectiever gebruik van hun hersenen en zijn beter in staat tot creatief denken dan niet-muzikale personen, zo blijkt uit een Amerikaanse studie.
Wetenschappers van de Vanderbilt University in Nashville organiseerden een experiment, waarbij muzikaal opgeleide proefpersonen en mensen zonder enige muzikale training dezelfde creatieve opdrachten uitvoerden.
De deelnemers aan de test moesten bijvoorbeeld nieuwe functies bedenken voor bestaande huishoudelijke artikelen. Ook speelden ze woordspelletjes waarbij het de bedoeling was zo veel mogelijk associaties te leggen tussen woorden.
Effectief
Al snel werd duidelijk dat de muzikanten met meer en fantasievollere oplossingen kwamen dan de niet-muzikale proefpersonen. Uit aanvullend hersenonderzoek bleek dat de musici hun brein ook effectiever gebruikten tijden de opdrachten. De resultaten van het experiment zijn gepubliceerd in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Brain and Cognition.
Vindingrijk "De muzikanten waren niet alleen vindingrijker, ze overdachten informatie ook op een kwalitatief betere manier", zegt hoofdonderzoeker Bradley Folley in een persbericht van Vanderbilt University. "We zagen veel meer activiteit in zowel hun linker- als hun rechterhersenhelft."
Volgens de onderzoekers werken de hersenen van muzikale mensen mogelijk effectiever, omdat bij het bespelen van een instrument verschillende delen van het brein worden getraind.
Twee handen
"Mensen die een instrument bespelen, moeten bijvoorbeeld vaak met twee handen twee verschillende melodieën integreren in één muziekstuk", zegt Folley. "Verder moeten ze erg goed zijn in het lezen van muzikale symbolen, wat voornamelijk met de linkerhersenhelft gebeurt. Maar tegelijkertijd geven ze vaak hun eigen interpretatie aan de muziek, en dat is vooral een taak van de rechterhersenhelft. Misschien zijn ze daar die training beter in staat om informatie met beide hersenhelften te verwerken en uit te wisselen."
Het effectieve denkproces van muzikanten heeft volgens de wetenschappers ook invloed op hun intellectuele prestaties. Hun onderzoek wijst namelijk ook uit dat muzikale mensen gemiddeld een hoger IQ hebben dan personen die geen instrument bespelen.
- De mama van Christine De Paepe is op 87-jarige leeftijd overleden. Op zo een momenten horen wij als koor dicht bij mekaar te zijn en een beetje van onze warmte door te geven aan de mensen die haar dierbaar waren. Wij zingen de begrafenis zaterdag aanstaande 21 maart om 12 uur. Ik reken op een talrijke aanwezigheid. Onze christelijke deelneming aan Christine en haar familie.
- Ons aller François - die wij eigenlijk al gauw terug verwacht hadden op de repetities - is nog eventjes buiten strijd: zijn tijdelijk hotel is Maria Middelares in Sint-Niklaas. Ik vermoed dat de bar daar open is voor eventuele bezoekers.
- Vanavond komt een potentiële nieuwe alt ons vervoegen: Petra. Goed vertroetelen want ze is jong!
Scherpenheuvel is de meest bezochte en belangrijkste Maria-bedevaartplaats van België. De oorsprong verdwijnt in de donkere middeleeuwen. Waarschijnlijk reeds vanaf de dertiende eeuw is het Belgische Scherpenheuvel, gelegen aan de weg tussen Diest en Aarschot, een geliefd bedevaartsoord. Op de scherpe heuvel tussen Diest en Zichem stond een eik, die in de middeleeuwen een voorwerp van verering was. Genezing van allerlei kwalen werd gevonden bij deze heilige eik. Godfried van Thienwinckel, die in Zichem opgroeide en er ruim een kwart eeuw pastoor was, verklaart dat zijn ouders op de Scherpenheuvel om genezing gingen bidden toen hij als kind erg ziek was. Aan hun gebed schrijft hij zijn voorspoedige genezing toe. Anderen leggen gelijkluidende getuigenissen af. Zo tekent zich een beeld af van een sacrale plaats met een erg lokale achterban. In de vijftiende eeuw is er een Mariabeeld in geplaatst dat gestolen werd en in 1587 vervangen werd door een tweede beeld. Dit tweede Mariabeeld werd geschonken Agnes Frederix, een kosteres uit Diest.
Er ontstond een grote toeloop naar dit beeld, nadat er verschillende wonderbaarlijke genezingen aan waren toegeschreven. Vooral de legende over de herder die het beeldje wilde meenemen, maar als verlamd bleef staan tot het beeldje terug op zijn plaats stond, verklaart het belang dat Maria hier vereerd wordt. De toeloop werd zo groot, dat de aartshertogen Albrecht (Albertus) van Oostenrijk en Isabella van Castilië er in 1603 een houten kapel lieten bouwen. Vrijwel meteen blijkt het kapelletje te klein. Het aantal bedevaarders blijft maar toenemen. Getuigen verklaren dat er op 8 september 1603, het feest van Maria-Geboorte, maar liefst 20.000 pelgrims op de heuvel samendrommen.
In 1604 bouwde men een grotere stenen kapel, die echter weer afgebroken wordt in 1627. In het voorjaar van 1607 gaven Albrecht en Isabella nl. opdracht om te beginnen met de voorbereidingen van de constructie van het kostbare gebouw. Twee jaar later leggen de aartshertogen zelf de eerste steen. Het toekomstige hoogaltaar werd geprojecteerd op de plek waar ooit de eik had gestaan. Het kostte maar liefst twintig jaar voordat de zevenhoekige constructie met de hoge koepel was voltooid. De kerk werd ingewijd in 1627 en werd gebouwd door raadsheer, schilder en bouwmeester van Albrecht en Isabelle. Na geheel Italië; doorreist te hebben, bouwde hij de kerk van O.L.V. te Scherpenheuvel, naar het model van de Sint Pieterskerk in Rome. Hij stierf te Brussel in 1630. Scherpenheuvel is op een heuvel (61 meter) gebouwd met de basiliek als middelpunt. Haar enorme koepel is bezet met 298 vergulde sterren. Na de inwijding van de kerk (1627) kwam Isabella naar voren, de handen vol met goud en juwelen. Zij gooide ze neer op de altaartrappen om te beduiden dat aardse goederen niet de hoogste waarden zijn in het leven. De mensen rondom haar volgden dit voorbeeld. Tot op vandaag is deze gewoonte nog in gebruik.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.