Het slot van Haydns levensgeschiedenis zorgde voor een note gaie: in 1805 stierf zijn broer Johann; men verwarde hem met den beroemden Joseph, die toen zijn eigen doodsbericht in de kranten las. Vooral Parijs heeft toen een figuur geslagen: men voerde er ter ere van den vermeende dode Mozart's Requiem uit en Cherubini schreef een speciale treurmuziek. Haydn had veel plezier in het geval: xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Die goede heeren. Ik ben hen veel dank schuldig voor de ongewone eer. Als ik van de plechtigheid geweten had, was ik er zelf heen gereisd, om de Mis in eigen persoon te dirigeeren.
In hetzelfde jaar werd Wenen door de Fransen bezet; zelfs de vijandelijke officieren huldigden de oude componist. Maar Haydn voelde zich steeds zwakker: op zijn visitekaartje liet hij drukken Weg is al mijn kracht, ik ben oud en zwak
Doch hij bleef de oude charmeur; kort voor zijn dood riep hij een vertrekkende vriend nog na: Veel groeten aan de mooie vrouwen. Hij kon haast niet meer lopen en bracht zijn dagen door met bidden en het ontvangen van bezoeken. In 1808 ging hij voor het laatst uit en wel naar een opvoering van Die Schöpfung ter ere van zijn zes en zeventigste verjaardag: ook toen bleek zijn grote bescheidenheid, want hij beantwoordde den bijval door naar den hemel te wijzen en te zeggen Het komt alles van daar. Drie weken voor zijn dood trilde zijn huis door een kanonschot (het was in de dagen van Asperen en Wagram), maar nog bezat Haydn de geestkracht om zijn huisgenoten te kalmeren: Wees niet bang, waar Haydn is kan jullie geen ongeluk overkomen. Zijn geest was tot het einde toe helder; hij stierf rustig.
|