In 2007 verscheen een boek van Oliver Sacks (neuroloog) over muziek en onze hersenen: geen wetenschappelijke harde noot om te kraken, maar een reeks van essays die onze verbeelding prikkelen of een glimlach ontlokken.
Musicofilia bevat verhalen over mensen die op muzikaal vlak weinig meer presteerden dan het nafluiten van popdeuntjes, maar die zich na een blikseminslag een piano en partituren aanschaffen en niets anders meer doen dan spelen en componeren. Anderen verliezen juist alle gevoel voor muziek. Weer anderen krijgen epileptische aanvallen bij het horen van muziek. Hallucinant zijn de kinderen met het Williams-syndroom, een genetisch defect dat tot een zware handicap leidt. Deze kinderen hebben een IQ lager dan 60, kunnen 5 en 3 niet optellen en geen veters knopen. Maar ze zijn heel sociaal, praten graag en veel, en zijn extreem expressief als het op muziek aankomt.
Muziek is dikwijls het laatste wat iemand nog rest. Patiënten met de ziekte van Parkinson of met vergevorderde dementie kunnen hun oude ik hervinden bij het horen van muziek. Zich muziek herinneren, ze beluisteren, spelen of erop dansen, gebeurt helemaal in het nu. Muziek brengt je in een verhoogde staat van mentale aanwezigheid, waarbij verleden en toekomst even verdwijnen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
OLIVER SACKS Musicofilia. Verhalen over muziek en het brein. Meulenhoff, 381 blz., 19,90 .
|