
Scherpenheuvel is de meest bezochte en belangrijkste Maria-bedevaartplaats van België. De oorsprong verdwijnt in de donkere middeleeuwen. Waarschijnlijk reeds vanaf de dertiende eeuw is het Belgische Scherpenheuvel, gelegen aan de weg tussen Diest en Aarschot, een geliefd bedevaartsoord. Op de scherpe heuvel tussen Diest en Zichem stond een eik, die in de middeleeuwen een voorwerp van verering was. Genezing van allerlei kwalen werd gevonden bij deze heilige eik. Godfried van Thienwinckel, die in Zichem opgroeide en er ruim een kwart eeuw pastoor was, verklaart dat zijn ouders op de Scherpenheuvel om genezing gingen bidden toen hij als kind erg ziek was. Aan hun gebed schrijft hij zijn voorspoedige genezing toe. Anderen leggen gelijkluidende getuigenissen af. Zo tekent zich een beeld af van een sacrale plaats met een erg lokale achterban. In de vijftiende eeuw is er een Mariabeeld in geplaatst dat gestolen werd en in 1587 vervangen werd door een tweede beeld. Dit tweede Mariabeeld werd geschonken Agnes Frederix, een kosteres uit Diest.

Er ontstond een grote toeloop naar dit beeld, nadat er verschillende wonderbaarlijke genezingen aan waren toegeschreven. Vooral de legende over de herder die het beeldje wilde meenemen, maar als verlamd bleef staan tot het beeldje terug op zijn plaats stond, verklaart het belang dat Maria hier vereerd wordt. De toeloop werd zo groot, dat de aartshertogen Albrecht (Albertus) van Oostenrijk en Isabella van Castilië er in 1603 een houten kapel lieten bouwen. Vrijwel meteen blijkt het kapelletje te klein. Het aantal bedevaarders blijft maar toenemen. Getuigen verklaren dat er op 8 september 1603, het feest van Maria-Geboorte, maar liefst 20.000 pelgrims op de heuvel samendrommen. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In 1604 bouwde men een grotere stenen kapel, die echter weer afgebroken wordt in 1627. In het voorjaar van 1607 gaven Albrecht en Isabella nl. opdracht om te beginnen met de voorbereidingen van de constructie van het kostbare gebouw. Twee jaar later leggen de aartshertogen zelf de eerste steen. Het toekomstige hoogaltaar werd geprojecteerd op de plek waar ooit de eik had gestaan. Het kostte maar liefst twintig jaar voordat de zevenhoekige constructie met de hoge koepel was voltooid. De kerk werd ingewijd in 1627 en werd gebouwd door raadsheer, schilder en bouwmeester van Albrecht en Isabelle. Na geheel Italië; doorreist te hebben, bouwde hij de kerk van O.L.V. te Scherpenheuvel, naar het model van de Sint Pieterskerk in Rome. Hij stierf te Brussel in 1630. Scherpenheuvel is op een heuvel (61 meter) gebouwd met de basiliek als middelpunt. Haar enorme koepel is bezet met 298 vergulde sterren. Na de inwijding van de kerk (1627) kwam Isabella naar voren, de handen vol met goud en juwelen. Zij gooide ze neer op de altaartrappen om te beduiden dat aardse goederen niet de hoogste waarden zijn in het leven. De mensen rondom haar volgden dit voorbeeld. Tot op vandaag is deze gewoonte nog in gebruik.
|