Op zondag 16 februari 2014 van 10 tot 17 uur
organiseert Koor&Stem te Ranst een initiatiedag koordirectie. Deze
studiedag staat open voor iedereen die interesse heeft in koorzang. Dirigenten,
zangers, leerkrachten AMV en samenzang uit het DKO en leerkrachten muzische
vorming uit het basisonderwijs zijn welkom.
De initiatie vertrekt vanuit de praktijk. Via
eenvoudige liederen begeleiden de docenten de deelnemers in de wondere wereld
van de koordirectie en reiken je tools aan om op een verantwoorde manier met de
stem om te springen. Naast individueel advies zullen de docenten een aantal
facetten uit de handboeken Stemvorming. Een doe-boek van Jeanine Lambrechts
en het Handboek voor koordirigenten van Michael Scheck toelichten.
PRAKTISCH:
Docenten:
Jeanine Lambrechts en Philippe Poot
Locatie:
Hof van Zevenbergen, Kasteeldreef 22, 2520 Ranst
Prijs:
. Ik bezit de
handboeken stemvorming & koordirectie en betaal dan 25 .
. Ik heb
beide handboeken nog niet en betaal 45 euro (handboeken + cursusgeld) In het
cursusbedrag zijn de koffiepauzes en een warme maaltijd inbegrepen)
Betalen op
rekeningnummer : 001-4635533-76 Koor&Stem Antwerpen vzw
Inschrijven doe je bij Anita
Croon (voor 11 februari 2014)
Deze blog houdt zich verre van politiek, maar ik zal toch te vinden zijn op het nieuwjaarsconcert van CD&V Sint-Niklaas. Daar zal onze Vlaamse minister van Cultuur kunnen luisteren naar het koor Cantatille uit Rupelmonde, koor waar ik al langer fan van ben. Place to be: woensdag a.s. in de Stadsschouwburg van Sint-Niklaas. (20.00 uur)
Het bestuur van KORILE heeft zich gisterenavond in het zweet en uit de naad gewerkt. We hebben ons eerst en vooral gebogen over de resultaten van de enquête van begin januari en al een reeks beslissingen genomen of bevestigd die beantwoorden aan de suggesties van de leden. Deze besluiten komen aan bod in de komende editie van "De troubadour" het seizoentijdschrift van ons koor. Nota bene: nogmaals een hartelijke oproep voor teksten! Vervolgens hebben wij de tekst van de statuten aangepast, tekst die helemaal verouderd was. Uiteraard wordt die op de volgende ledenvergadering aan de leden voorgelegd, maar in essentie verandert er helemaal niks aan wat nu geldt. Tenslotte hebben wij ook beslist om onze verzekeringen die wij bij Koor & Stem hebben, eens uit de doeken te doen, kwestie van met een gerust hart naar onze repetities en uitvoeringen te komen.
We hebben goed nieuws voor KORILE i.v.m. de
koorcoaching voor dit jaar. Inez Carsauw heeft toegestemd om ons weer wat
verder te brengen in ons zoeken naar kwaliteit. Nu is het nog kwestie van een
aanvraag te doen bij Koor & Stem en om concrete afspraken te maken.
Inez
Carsauw is een veelzijdige zangeres. Als jonge soliste
zong ze talrijke hedendaagse muziektheaterproducties bij de Vlaamse Opera,
Taschenoper Wien, Muziektheater Transparant, In Vitro (Medea), KNS (De
Trojaanse vrouwen), NTGent (Masterclass), Het Paleis (Fietsen) en De Spiegel
(De rode draak, Caban, Nest). Ze trad op tijdens o.a. het Covent Garden Festival,
het Belcanto Festival Dordrecht en het Festival van Vlaanderen.
In 1997 zong ze in Wenen de wereldpremière van de
opera Resurrection van Sir Peter Maxwell Davies. Bij de Vlaamse Opera maakte
zij haar solodebuut als Pastuchyna in Jenufa (Janacek), in een regie van
Robert Carsen. Verder zong ze de titelrol in Dido and Aeneas (Purcell),
Lamento dArianna (Monteverdi), Carmen (Bizet) (highlights) en
verschillende operas van Weill, Haydn en Puccini.
Inez verleent tevens regelmatig haar medewerking
aan projecten met andere kunstdisciplines: dans, Taiko-drums, video, plastische
kunsten. Zo nam zij in 2010 ism Muziek Lod een cd op met een creatie van Dick
Van der Harst voor de dansvoorstelling You've changed van compagnie Thomas
Hauert. Tijdens de Operadagen Rotterdam 2011 zong ze in de produktie Les Nuits
dété (Berlioz) met film van Eric de Kuyper.
We
herdenken vandaag de geboortedag van één van de grote pianisten van de 2Oe
eeuw: Artur Rubinstein (Lodz 28 januari 1887 Genève 20 december 1982).
Misschien komen we een andere keer terug op zijn biografie. Vandaag een beetje petite
histoire.
Rubinstein
had zowel een fotografisch als een fonografisch geheugen. Zo is het bekend dat
hij de Variations symphoniques van
César Franck instudeerde in de trein naar Keulen op weg naar het concert,
alleen door het lezen van de bladmuziek. Teveel studeren was overigens niet
zijn ding: volgens hem ging dit ten koste van de muziekbeleving zelf. Nog een
illustratie van zijn geheugen: in 1968 speelde hij tijdens zijn tournee in
Nederland op één avond twee pianoconcertos uit het hoofd: voor de pauze het 2e
van Chopin, na de pauze het 5e van Beethoven.
In
1976, hij was dan 89 jaar oud, trok hij zich terug uit het concertleven,
omwille van het feit dat zowel zijn gezondheid als zijn gezichtsvermogen
achteruit gingen.
op 26 april om 14.00 uur zingt KORILE naar aanleiding van de opening van het Festival van Vlaanderen-Mechelen. Noteer dit alvast in je agenda. Het programma krijg je later op één van de repetities. We bekijken het nog eventjes op de bestuursvergadering van deze week woensdag.
Samen met een talrijke schare uit binnen- en buitenland, namen wij vanmorgen afscheid van Monique Lesenne. Twee koren, twee dirigenten die haar nauw aan het hart lagen, verzorgden het muzikaal gedeelte van de uitvaartdienst. Het Gents Madrigaalkoor o.l.v. Johan Duyck zong het Requiem van Vic Nees (nog een soulmate van Monique) en het meisjeskoor Sjaloom o.l.v. Marleen Annemans bracht Händel en Hadar. Heel de kerk deed dan weer mee met Alta Trinita Beata, het Onze Vader van Vic Nees en An Irish Blessing van Moore. De tekst van het doodsprentje verwoordde dan weer op ontroerende wijze hoe Monique leefde en stierf. De groeten van de celebrant en het woord van Jean Smeets in drie talen illustreerden de grote betekenis van Monique voor het Europese koorleven. De bezinning die medecelbrant Luc Van Meerssche uitsprak was tenslotte een troostende zegewens voor deze dame met een onverwoestbare werkkracht.
"Er is zon aan de andere kant van de tuin der' wolken el lucht en licht. Er is rust aan de andere kant van de brug der zuchten, geen pijn, geen verdriet. Er is dageraad na de nacht, na het duister van de nevel. Er is zon aan de andere kant en Hij."
In mijn
functie als dirigent van een oud kerkkoor, denk ik regelmatig na over diens
functie in een parochie. Ik heb eventjes terug gegrepen naar de Beleidsnota
kerkmusicus van de Nederlandse bisschoppen uit 2010 die heel ad rem zegt
waarover het gaat. Het document is veel uitgebreider dan wat ik hier citeer, en
gaat dieper in op de functies van organist, dirigent, cantor
Een repertoire van
liturgische muziek moet gebaseerd zijn op de liturgisch goedgekeurde gezangen
die hun eigen plaats en functie hebben in de liturgie. Een dergelijk kerkelijk
basisrepertoire dient bij de gelovigen bekend te zijn. Enerzijds kunnen daarom
in menig geval bekende liturgische gezangen, die aan de kerkelijke en
liturgische vereisten voldoen, gehandhaafd blijven, anderzijds zal wellicht een
hoeveelheid gezangen geïntroduceerd moeten worden, die voor de
geloofsgemeenschap ter plaatse (nog) onbekend en nieuw is.
Daarbij vervult de
kerkmusicus een belangrijke rol. Naast de professioneel gevormde kerkmusicus,
die meestal de dirigent en/of organist is van het parochiekoor, functioneren
tegenwoordig ook diverse niet-professioneel gevormde kerkmusici als
dirigent/organist.
Omwille van de
continuïteit en de onderlinge harmonisatie tussen de verschillende koren en de
onderscheiden vieringen, kan het soms aanbevelenswaardig zijn, dat slechts één
dirigent de leiding heeft over de verschillende koren. Zo kan er een betere afstemming
plaats vinden tussen de koren onderling ten aanzien van het kerkelijk
goedgekeurde repertoire en ontstaat een mogelijkheid van een door ieder gekend
basisrepertoire, opdat de parochie als gemeenschap ook in het zingen eensgezind
en één van stem de Heer kan loven. Door de eventuele bundeling van een aantal
kerkmuzikale taken in één persoon met name op het vlak van de kerkmuzikale
vorming kan ook een bredere financiële basis ontstaan voor een professionele
kerkmusicus en een formatieplaats, die als parttime functie een reëel
arbeidsperspectief biedt aan professionele musici.
Deze optie heeft
tegelijk echter wel consequenties voor de opleiding. Het betekent dat de
musicus moet zijn opgeleid op meerdere domeinen. Hij moet kennis hebben zowel
van de liturgie van de Rooms-Katholieke Kerk, als ook van het brede scala van
koorsoorten en de verschillende soorten repertoire binnen de kerkelijke
richtlijnen en hij dient positief gemotiveerd te zijn om deze te realiseren in
de liturgische praktijk. Dit betekent dat bij de opleiding voor kerkmuziek de
liturgische en kerkmuzikale vorming door de Kerk geautoriseerd moet zijn, zodat
gewaarborgd is dat deze geheel in kerkelijke zin verloopt. Normerend voor de
kerkmuzikale praktijk zijn de richtlijnen in deze van de Rooms-Katholieke Kerk;
de kerkmusicus dient deze te kennen en in praktijk te brengen. De mogelijke
bundeling van een aantal kerkmuzikale taken in één persoon dient echter - zoals
eerder gezegd - niet te gebeuren als een cumulatie van meerdere, verschillende liturgische
taken in één liturgische bedienaar. Zulk streven is in strijd met de geest van
het Tweede Vaticaans Concilie.
Citaten uit een interview met Monique Lesenne (uit
2008)
Mijn naam is Monique Lesenne. Ik ben
sedert 1967 werkzaam in de Vlaamse amateurkoorwereld als vrijwilliger. Na jaren
vrijwilligerswerk heb ik mijn eigen carrière - ik was archeologe aan de
universiteit - onderbroken om een paar jaar te werken als stafmedewerker van de
Vlaamse Federatie van Jonge Koren. Ik ben jaren secretaris geweest, dan
ben ik gepromoveerd naar ondervoorzitter en uiteindelijk ook gepromoveerd naar
voorzitter van de Vlaamse Federatie van Jonge Koren. Vanaf 1965 is de VFJK
ook lid van Europa Cantat geweest. Europa Cantat is de
driejaarlijkse manifestatie van de Europese Federatie van Jonge Koren.
Dokter Martens was bestuurslid, nadien voorzitter van de muziekcommissie. Ik
ben zes jaar bestuurslid geweest.
De hedendaagse koormuziek zoals ik ze
omschrijf, is een heel specifieke stijl, innoverend, misschien niet te
avantgardistisch, want ik ga ervan uit dat het nog zingbaar moet blijven. Het
moet voor de stem verantwoord blijven. Heel belangrijk is de tekst waarop men
componeert. Inhoudelijk moet de tekst ook interessant zijn.
Daardoor is de moeilijkheidsgraad ook
verhoogd, omdat veel componisten misschien wel iets te moeilijk componeren. Ik
geloof daar niet in. Ik denk dat men, alhoewel er een beter opleiding is bij de
dirigenten, niet meer genoeg tijd neemt om zaken grondiger aan te leren. Het
heeft te maken met de ontwikkelingen in het onderwijs. Men steekt niet meer
genoeg tijd in het aanleren van het repertoire om er grondig aan te werken. De
jongeren zijn geconditioneerd door een zap-cultuur en men gaat er niet meer
dieper op in. Wat soms ten koste gaat van de kwaliteit. Maar er zijn veel
uitzonderingen.
Op de Provinciale Koorzangtornooien in
Oost-Vlaanderen is elk koor verplicht een stuk van een Vlaamse componist van de
laatste twintig jaar op het programma te zetten. Ik heb jaren in de
muziekcommissie gezeten en we hebben samen met Johan Duijck gevochten dat de
tornooien in Oost-Vlaanderen a capella bleven en dat er steeds Vlaamse muziek
moest zijn.
Scène 1: Mainz 2006, Europa Cantat. De Duitse
organisatie wordt overrompeld door de massale aanwezigheid van meer dan 4000
zangers van over heel de wereld. De verdeling van de maaltijden is een ramp:
aanschuiven, aanschuiven Diezelfde middag zegt een dame van 68 jaar uit
Vlaanderen dat het nergens op lijkt en dat zij dat even gaatveranderen. Anderendaags loopt alles op
wieltjes.
Scène 2: Eva Kollar (huidig voorzitter van de
Hongaarse koorfederatie) leidt in Barcelona ook op een Europa Cantat een atelier
met het Magnificat van Bach. Na het slotconcertzegt een dame: ondanks haar zgn. reputatie, dit was geen Bach.
Scène 3: een winteravond in het slotklooster van
Male tijdens één van de talloze onvergetelijke zangweekends: in een hoekje legt
een dame aan mij uit waarom ik met het koor van Sint-Gillis-Waas naar de
pretornooien van de Oost-Vlaamse provinciale zangwedstrijden zou moeten gaan,
en hoe zij ons programma ziet.
Scène 4-5: met een dame in Utrecht in de coulissen
na een optreden van het World Youth Choir, genietend van het overweldigend
succes. Of in Tarragona uitbundig de siësta doorbrengen met een glas in het
gezelschap van Johan Duyck en Laszlo Heltay.
Koor & Stem schrijft op zijn website:
Zij was het luisterend oor op
ontelbare concerten en wedstrijden maar ze bleef zich opbouwend kritisch
opstellen. Als zij er niet was, werd dit als een echt gemis ervaren. Dirigenten
waardeerden haar persoonlijke mening en haar rake opmerkingen die zij steeds
met een vleugje humor wist te brengen
Monique
Lesenne was ook de organisator van een hele reeks schitterende nationale en
internationale koorevenementen: zingweken, koorwedstrijden, festivals en
cursussen. Als Monique Lesenne zich achter een idee schaarde, was er geen
ontkomen meer aan. Haar gedrevenheid en enthousiasme werkten zo aanstekelijk
dat uiteindelijk niemand nog nee durfde zeggen. Haar doorzettingsvermogen
zorgde ervoor dat kinderen en jongeren uit heel de wereld de kans kregen om elkaar
te ontmoeten en samen te zingen. Als organisator stelde ze niet zichzelf, maar
wel de kwaliteit van wat er werd gezongen centraal. Monique Lesenne als motor
van talloze koorevenementen, het is een beeld dat ons steeds zal bijblijven.
Monique
Lesenne was niet alleen een graag geziene gast en gedreven organisator, zij
wist haar praktijkervaring ook te vertalen naar het beleidsniveau. Jarenlang
engageerde zij zich als vrijwilliger in lokale, regionale, nationale en
internationale organisaties. Zo legde Monique Lesenne samen met haar
generatiegenoten de basis voor een internationale koorgemeenschap waarin via
muziek en samenzang een boodschap van respect, verdraagzaamheid en vrede wordt
uitgedragen. Zij wist ook perfect hoe je een organisatie kon sturen en
voorbereiden op de toekomst. Stap voor stap bouwde zij organisaties uit tot
krachtige spelers in de koorwereld. De Vlaamse Federatie van Jonge Koren, haar
VFJK, is daarvan wellicht een toonbeeld maar ook binnen Europa Cantat en
Koor&Stem speelde Monique Lesenne een belangrijke rol als bestuurder. Zo
groeide zij uit van eenvoudige vrijwilliger tot monument voor de koorwereld.
De
nationale en internationale koorgemeenschap is Monique Lesenne heel erkentelijk
voor wat zij heeft betekend. Wij verliezen met haar een moeder, een motor en
levensgroot monument.
Claudio Abbado (Milaan, 26 juni 1933 Bologna, 20
januari 2014) was één van de grote dirigenten van de 20e eeuw. Zijn
debuut maakte hij in 1960 tijdens de feestweek voor de driehonderdste geboortedag
van Alessandro Scarlati in La Scala van Milaan. Door Herbert von Karejan werd
hij uitgenodigd om als gastdirigentenkele seizoenen met de Wiener Philharmoniker te werken.
Van 1968 tot 1986 was Abbado muzikaal directeur van
La Scala en van 1979 tot 1988 ook van het London Symphony Orchestra. Na zijn
periode bij de Scala werd hij muzikaal leider van de Wiener Staatsopper. In
1989 volgde hij Von Karejan op bij de Berliner Philharmoniker. In 2002 verliet
hij dit orkest om gezondheidsredenen, maar van de vastgestelde maagkanker
herstelde hij na een aantal zware operaties.
Abbado geldt als een belangrijk vertolker van de
operas van Verdi, Moessorgski en Rossini. In de symfonische muziek was hij
uitmuntend voor Beethoven, Schubert, Brahms en Mahler.
Abbado, wiens gezondheid al geruime tijd precair
was, overleed op 80-jarige leeftijd in zijn huis in Bologna.
Vanmorgen het nieuwjaarsconcert bijgewoond in het Stedelijk Conservatorium van Mechelen, onder de titel "Music for a while". Engelse liederen, grounds, dansen en sonates tussen 1550 en 1750. De vijf uitvoerders: Anne Cambier sopraan, Paul Van Loey blokfluit, Sien Huybrechts traverso, Richard Sutcliffe viola da gamba en Bart Jacobs klavecimbel, presenteerden hun muziek op een niveau de internationale scène waardig. Drie blokken kregen wij te horen: Hofmuziek omstreeks 1600, een Ode aan Blow en Purcell en 'Mr. Goerghe Frederick Handel is here'.
Het is onmogelijk om één van de musici er uit te halen voor een speciale lofprijzing. En als het dan toch zou moeten dan nog misschien - eerder onverwacht in het gezelschap van de grande dame Anne Cambier - Bart Jacobs en Paul Van Loey. Ik zal niet snel vergeten hoe zij het eerste van de 'Two dances' van Playford (1623-1686) speelden.
Printers zijn geprogrammeerd om na een aantal prints klaar te zijn voor het containerpark, printerinkt schijn per kilo evenveel te kosten als kaviaar, koffiezetapparaten laten het veel sneller afweten dan vroeger, en de kringloopwinkels bloeien als nooit te voren.
Dit gezegd zijnde kunnen we evengoed mijmeren over de houdbaarheidsdatum van dirigenten. Soms maakt men de vergelijking met voetbaltrainers, alhoewel je daar ook weer geen lijn kan in trekken. Fergusson van Manchest United hield het "eeuwen" uit bij zijn ploeg. Andere clubs verwisselen dan weer van trainer zoals wij van onderbroek. Ikzelf maak mij soms wel eens zorgen of koorleden niet uitgekeken geraken op mij. Het omgekeerde zou natuurlijk ook kunnen, al heeft de dirigent het voordeel dat jij met steeds nieuwe muziek ook weer nieuwe uitdagingen ontdekt. Ik hoop maar dat men de moed opbrengt om tijdig te zeggen dat ik maar beter kan stoppen.
De heilige Antonius van Egypte (Antonius abt of Antonius de Grote) leefde van 254 tot 356.
Antonius werd geboren als kind van rijke ouders. Toen hij 20 jaar was, stierven zijn ouders. Hij gaf al zijn bezittingen weg aan de armen en trok zich terug in de eenzaamheid van de woestijn. Later voegden zich andere christenen bij hem en vormden één van de eerste gemeenschappen van monniken. Hij was de eerste monnik die zoveel volgelingen kreeg en staat daarom bekend als de vader van het kloosterleven. Hij stierf op 105-jarige leeftijd en werd volgens zijn eigen instructies in een geheim graf begraven, om te voorkomen dat zijn graf een plaats van verering zou worden. Al snel na zijn dood werd hij heilig verklaard.
Zijn bijnaam "Antonius met het varken" ontstond in de Middeleeuwen. De Antonieten, leden van de naar hem genoemde verpleegorde, mochten hun varkens vrij laten rondlopen als vergoeding voor de verpleging die zij verstrekten. Op 17 januari, naamdag van de heilige Antonius, werden deze varkens geslacht en het vlees verdeeld onder de armen.
Bekend is het verhaal van de bekoringen van Sint-Antonius. Aan Antonius zouden duivels en kwelgeesten zijn verschenen die poogden hem van het goede pad af te brengen. Dit verhaal werd later een rijke inspiratiebron voor vele schilders, gaande van Jeroen Bosch tot Salvator Dali.
Antonius is de patroonheilige van de wevers, slagers, suikerbakkers, mandenmakers, begrafenisondernemers, varkenshoeders, patroon ook van varkens zelf en huisdieren. Hij wordt ook aanroepen tegen de pest, ziekten, het Sint-Antoniusvuur en allerhande veeziekten. In oze streken gold hij als pestheilige. Hij is beschermheilige van Essene, Okegem, Brasschaat en een paar Noord-Brabantse dorpen. Zijn attribuut is een bel. Deze is soms bevestigd aan zijn staf. De varkens van zijn orde dragen ook een bel.
We hebben gisteren op de repetitie
een voorzichtige aanvang gemaakt met het instuderen van de aria Art thou
troubled uit de opera Rodelinda, regina
deLombardi van G.F. Händel. Deze opera werd voor het eerst opgevoerd in
Londen op 13 februari 1725.
Het libretto zelf van de opera is
nogal een bloedige geschiedenis: twee mannen die vechten om de troon ergens in
het mistige verleden van het koninkrijk der Lombarden. Onze aria heeft los van
het verhaal - alles te maken met wat wij
heel de tijd doen in ons koor: art thou troubled, music will calm thee, als je
verward bent, zal muziek je kalmte geven.
Er gaat voor ons een nieuwe wereld
open: Händel, één van mijn favoriete componisten.
Na het Angelus-gebed van vandaan heeft paus Franciscus
de namen van de bischoppen bekend
gemaakt die in februari tot kardinaal gecreëerd zullen worden. Op 22 februari, het feest van de heilige Petrus, zal de
paus de 16 nieuwe kardinalen benoemen, komend uit
12 landen in de gehele wereld. Zij vertegenwoordigen
de diepe kerkelijke relatie tussen de Kerk van Rome en de andere Kerken in de
gehele wereld, aldus de paus in zijn boodschap.
Onder de nieuwe kardinalen komt de naam van
André-Joseph Léonard, de aartsbisschop van Mechelen-Brussel, niet voor. Dat
is iets tegen de verwachtingen in omdat traditioneel de aartsbisschop van
Mechelen kardinaal wordt nadat de voorganger de leeftijd van tachtig jaar
heeft bereikt. Inmiddels heeft Léonards voorganger kardinaal Godfried Danneels
die leeftijd bereikt. Mgr. Léonard zei daarover enige tijd geleden, na een persoonlijke
eerste ontmoeting met de nieuwe paus, dat verheffing tot kardinaal
mogelijk, maar niet noodzakelijk was. De Franse krant La Croix berichtte
echter vorige week dat paus Franciscus zich niet gebonden zou voelen door
de gewoonte dat grote bisdommen automatisch een kardinaal leveren.
Aartsbisschop André-Jozef Léonard is niet teleurgesteld
dat hij niet op de lijst van nieuwe kardinalen staat. Hij kan zich ermee verzoenen,
zijn leuze is immers alles is genade. Dat tekent de VRT
op uit de mond van Léonards woordvoerder Jeroen Moens.
Volgens de woordvoerder van de Belgische aartsbisschop
vindt die het een goede zaak dat Afrika en Latijns-Amerika beter vertegenwoordigd
zullen zijn. Zo krijgen Haïti en de Antillen voor de allereerste keer een
kardinaal, zegt Moens. Léonard heeft persoonlijk dan weer veel sympathie
voor aartsbisschop Vincent Nichols uit Westminster. Hij is blij dat die
verkozen is.
De paus vast heeft
willen houden, zo meldt pater Lombardi, de perschef van het Vaticaan, vandaag,
aan de regel van 120 kardinalen onder de leeftijd
van 80 jaar die kiesgerechtigd zijn bij een nieuwe
pausverkiezing. Er waren op dit moment 13 zetels
vacant en nog drie andere zullen dat tegen het einde van de maand mei zijn.
Daarom heeft de paus 16 nieuwe kardinaal-electors
gekozen.
Mijn
hart maakte een sprongetje toen ik gisteren de mail las van onze erevoorzitster
Rita. Als ik haar fantastisch bericht las, wist ik meteen dat wij dinsdagavond
een (ditmaal moreel) feest te vieren hebben bij KORILE. Alles bij elkaar geteld
komen er namelijk vijf nieuwe leden proeven van de sfeer bij ons. Terugblikkend
betekent dit dat ons koor op minder dan een half jaar zou uitbreiden met 8
nieuwe zangers. En van die 8 zijn er dan nog 4 mannenstemmen!
Bij
dit bericht heb ik een klein fotootje geplaatst van twee egeltjes. Het oude
grapje geldt meer dan ooit: hoe gaan we er voor zorgen dat deze mensen zich bij
ons thuis voelen? Laten we het maar doen
zoals de egeltjes paren: heel voorzichtig. Gelukkig hebben we een warme, leuke
groep die nieuwe mensen een goed gevoel geeft.
Was februari dé maand voor de Oost-Vlaamse koren, Antwerpen is in maart aan de beurt. Vanaf 9 maart starten de tornooien, zowel in de voor- als in de namiddag. En ze blijven ook niet op één plek. Op 9/3 zijn we in Bornem. Op 16/3 vinden we mekaar terug in Turnhout en de twee laatste zondagen is Ekeren de place to be. De namiddag van 9 maart kunnen wij o.m. Scala Vocale en Viermaliks ( Mechelen) aan het werk horen, op 16 maart in de voormiddag is staat het Basilicakoor van Edegem voor het voetlicht, op 23 maart uit Borgerhout Habanicio en Kamerkoor Waelrant, en tenslotte op 30 maart Sin'al Fine uit Ekeren. Allicht zijn er sympathisanten/ supporters die er willen bij zijn.
Februari is in Oost-Vlaanderen de maand van de Provinciale Koorzangtornooien. Met namen als Erika Budai, Ludo Claesen, Johan Duyck, Sabine Haenebalcke, Filip Rathé ... in de jury hebben we te maken met strenge maar rechtvaardige rechters. Het gebeurt allemaal tijdens de 4 zondagen van februari, telkens in het Conservatorium te Gent, Hoogpoort 64 (vanaf 14.30 u). 27 koren treden in het strijdperk, niet tegen elkaar, maar tegen zichzelf en de zenuwen.
Een uitstekende gelegenheid voor koorzangers en dirigenten om collega's aan het werk te zien en een beetje inspiratie op te doen. En het is bovendien nog gratis.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.