Tour dhorizon du gouvernement fédéral si la N-VA mettait ses
promesses en uvre. Voilà une pléiade de têtes ministérielles qui
roulent...
Cest un exercice rhétorique auquel se sont livrés quelques experts
communautaires francophones: quadviendrait-il du gouvernement actuel si
la N-VA pouvait appliquer telles quelles ses demandes ? "Bart De Wever ne sécarte pas dun iota du programme de son parti, souligne un expert. Cest à prendre ou à laisser." Essayons de le prendre au pied de la lettre.
Voici la composition actuelle du gouvernement fédéral, avec en regard de cela le devenir futur des attributions:
- Premier ministre : Yves Leterme(CD&V ) : chancellerie du gouvernement, ministre de la Mer du Nord et de la Mobilité mer du Nord.
La
N-VA et le CD&V veulent une régionalisation totale de ces matières.
Mobilité: N-VA et CD&V veulent un transfert quasi-total de toute
cette compétence aux Régions (code de la route, circulation routière,
apprentissage, contrôle technique, navigation intérieure, transport par
rail, sécurité routière, aéroports).
- Didier Reynders(MR): vice-Premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles.
Resteraient fédérales : les réformes (mais y en aurait-il encore?), la Loterie Nationale,
et la dette publique. Le reste : impôts, fisc, contrôles, fiscalité,
régie des bâtiments, fonds de participation, cadastre, tout est demandé à
être régionalisé par la N-VA.
- Laurette Onkelinx (PS):
vice-Première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique. Cest une des rares matières où peu de demandes existent de
la part de la N-VA.
- Guy Vanhengel (Open Vld): vice-Premier ministre et ministre du Budget . Le budget fédéral serait réduit à peu de choses.
- Steven Vanackere (CD&V):
vice-Premier ministre et ministre des Affaires étrangères. La N-VA veut
que les entités fédérées soient mieux représentées au niveau
international, et que les Régions servent de moteur au développement
économique régional à létranger avec une meilleure visibilité du
potentiel des entités fédérées.
- Joëlle Milquet(CDH):
vice-Première ministre et ministre de lEmploi et de lEgalité des
chances chargée de la politique de migration et dasile. Tant en emploi
quen asile, il ne resterait pratiquement plus rien de fédéral, que
quelques parastataux ici et là en voie dextinction.
- Annemie Turtelboom (Open
Vld): ministre de lIntérieur. La N-VA veut régionaliser lorganisation
des élections, la tutelle et lorganisation des services dincendie et
de secours, la tutelle sur la police et les investissements en termes de
police, la protection civile. Il ny aurait plus que le fond des
calamités qui resterait fédéral.
- Sabine Laruelle (MR):
ministre des PME, des Indépendants, de lAgriculture et de la Politique
scientifique. Toutes ces matières seraient régionalisées.
-Michel Daerden
(PS): ministre de lIntégration sociale, des Pensions et des Grandes
villes. La N-VA veut la régionalisation de la politique des grandes
villes, mais le trou des pensions resterait fédéral. La N-VA veut son
propre système de pension pour les fonctionnaires des administrations
flamandes.
- Pieter De Crem (CD&V): ministre de la Défense. Personne ne demande rien en matière de Défense...
- Paul Magnette(PS): ministre du Climat et de lEnergie. La N-VA veut la régionalisation totale de ce département.
- Charles Michel (MR): ministre de la Coopération au développement. La N-VA veut la régionalisation totale de ce département.
- Inge Vervotte (CD&V):
ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques. Fonction
publique, il nen resterait plus beaucoup, la plupart des
fonctionnaires devenant régionaux. Entreprises publiques : la N-VA veut
la régionalisation totale de la SNCB, de tous les moyens de transports et de Belgocontrol. Seul Belgacom y échappe pour linstant.
- Vincent Van Quickenborne (Open Vld) : ministre pour lEntreprise et la Simplification. La N-VA veut la régionalisation totale de ce département.
- Stefaan Declerck (CD&V) : ministre de la Justice. La N-VA veut la régionalisation partielle de ce département.
"Op de eerste dag dat de Senaat volledig samenkomt, legt de sp.a-fractie
meteen een wetsvoorstel op tafel om nog deze legislatuur definitief de
Hoge Vergadering te hervormen tot een niet-permanente instelling."
http://www.hln.be/hln/nl/957/Belgie/article/detail/1135192/2010/07/20/Sp-a-wil-Senaat-meteen-afschaffen.dhtml (HLN, 20 augustus 2010)
http://www.senaat.be/www/?MIval=/index_senate&MENUID=22110&LANG=fr = http://www.senate.be/www/?MIval=/publications/viewPub.html&COLL=S&LEG=4&NR=1463&VOLGNR=1&LANG=fr (VAN DE LANOTTE-DELPEREE) ?
"Bien étonnés de se trouver ensemble, was het gevoel bij N-VA en Groen! zondag, toen het onderwerp Senaat'
werd aangesneden door de preformateur. In het voorstel van preformateur
Elio Di Rupo (PS) was sprake van een zoveelste hervorming van de Hoge
Vergadering'. Niet akkoord', stelde de N-VA, dat al langer pleit voor
de afschaffing van de Senaat. Maar ook Groen! trok behoorlijk aan de kar, ook zij willen definitief komaf maken met de overbodige instelling. (sic ! BY) SP.A en CD&V, nochtans ook voorstanders van een afschaffing, hielden
zich opvallend op de vlakte. Maar blijkbaar had het gemeenschappelijke
groen-gele front toch effect, want in de tekst die Di Rupo gisterennacht
presenteerde was sprake van een definitieve overgang naar een
eenkamerstelsel'. Vraag blijft of dat in het definitieve akkoord
overeind blijft." (DS, 17 augustus 2010)
"Si les présidents de parti ont pu quelque peu souffler, ces deux
derniers jours, les experts, eux, ont poursuivi leur travail sur
différents domaines. Notamment lemploi, la loi de financement,
Bruxelles mais aussi le Sénat. Un groupe de travail a en effet été créé,
pour étudier la suppression de la Haute assemblée" (Le Soir, 21 augustus 2010)
"De Senaatwordt hervormd (N-VA en Groen! vragen de afschaffing)."
(De Standaard, 24 augustus 2010)
"Ook over de afschaffing van de Senaat,
over de kinderbijslag naar de gemeenschappen of naar de gewesten en
over de voorstellen om meer ethiek in de politiek te brengen moet nog
doorgepraat worden."
Men
kan de opmars van de N-VA en van
Bart De Wever betreuren. Maar meer betreurenswaardig is het dat geen enkele
partij ten gronde de contradicties en onwaarheden die in zijn
Vlaams-nationalistisch discours verscholen gaan, fundamenteel in vraag stelt.
Daarmee dedouaneren ze een nationalisme, dat eigenlijk banaal want
inhoudsloos is.
De
nationalisten, die het voortdurend en dit gedurende jaren hadden over over
de onwettigheid van de verkiezingen indien BHV niet gesplitst was, hebben er
zelf niet alleen aan deelgenomen maar zullen ze ook nog goedkeuren in het
Parlement. En dat is maar één contradictie. Wat te denken
van het feit dat men nu hoort dat de Franstaligen, nu een staatshervorming
moeten aanvaarden. Zoniet zorgen ze voor het einde van België. Beschuldigde N-VA de anderen niet van bangmakerij?
Maar, meer nog, moet de andere taalgroep maar ook de alle Belgen die geen
verdere defederaliseringen wensen kiezen tussen de afbraak of ... de
sloop? Wat met de Grondwet waarin ingeschreven staat dat een staatshervorming
maar kan wanneer men in beide taalgroepen een meerderheid vindt? Daardoor is
het perfect legaal om een staatshervorming te wijzigen. Of geldt de Grondwet
enkel maar om dingen te lezen die er niet instaan, zoals de splitsing van een
kiesarrondissement of een kroonprins die geen uitspraken mag doen?
Nog
een flagrante contradictie. De traditionele partijen, die nu al 20 jaar het
radicale nationalisme van het Vlaams Blok later Vlaams Belang bestreden
hebben en elke deelname, zelfs op lokaal vlak en met deze partij plechtig
geweigerd hebben om samen een beleid uit te stippelen (cordon sanitaire),
staan bijna allemaal te springen om met de radicale nationalisten van de N-VA te regeren. De N-VA is niet tegen de Walen, maar weigert er wel mee in een
democratisch staatsverband mee samen te leven. Het adagium is nu dat we een
communautair akkoord vooral niet mogen blokkeren, want dat is spelen met
vuur. Dit akkoord zal erop gericht zijn om de Belgische federatie verder te
ontmantelen en dus, meer nog dan vandaag, de solidariteit en de democratische
dialoog over verscheidene themas tussen de vertegenwoordigers van
verschillende taalgroepen in ons land op te heffen.
Wie
zich hiertegen verzet is een querulant en een polemist. De toekomst is aan de
splitsers en moet een homogene gemeenschap creëeren. Welnu, deze retoriek is
een afspiegeling van de paradox die in de basisideologie van het Vlaams Belang
schuilgaat. Wie pleit voor multiculturaliteit, krijgt steevast de volle laag
van de partij die staat voor gesloten grenzen, een streng uitwijzingsbeleid en
uitgesproken opvattingen heeft over mensen die toevallig tot een andere
godsdienst behoren. Wie pleit tegen de multiculturaliteit enz. is een goede
Vlaming en staat voor een homogene samenleving. De verzoeners zijn dus
multiculturele ruziestokers, diegenen die zich tegen het kosmopolitisme keren
zijn voor een vreedzame samenleving. Of, naar de N-VA vertaald, de federalisten en unitaristen zijn de stugge
blokkeerders, de splitsers brengen harmonie.
De N-VA pleit voor confederalisme als een
tussenstap naar een onafhankelijk Vlaanderen. Mooi. Nochtans is een
confederatie een bond van onafhankelijke staten die zelf beslissen wat ze nog
samen doen. Anders gezegd, de oprichting van een confederatie is pas mogelijk
binnen een post-secessionistisch scenario. Je kan dus niet én
voor confederalisme én tegen Vlaamse onafhankelijkheid
zijn. Dat geen enkele partij wijst op deze evidente tegenstelling is normaal:
OPEN VLD en CD&V pleiten zelf voor confederalisme. Sommige Franstalige
partijen spreken van een semantische discussie. SP.A en Groen! roeien met de nationalistische
stroom mee.
Volgende
contradictie. De N-VA pleit voor
het overhevelen van bevoegdheden van de federale staat naar de deelstaten. Dat
is in een confederaal model natuurlijk onmogelijk, omdat de onafhankelijke
lidstaten daar zelf als ze dat willen bevoegdheden overdragen naar het
confederale niveau. Niemand die het tegenspreekt. Dat is natuurlijk ook
moeilijk, daar elke partij in min of meerdere mate een voorstander is van
regionaliseringen en communautariseringen. Inspiratie voor deze taalgebonden
defederaliseringen zullen ze echter niet vinden in een liberaal, socialistisch
of ecologistisch discours, maar enkel in het nationalisme. De N-VA stelt voorts dat het probleem in België bij de structuren en
niet bij de mensen ook niet bij de politici ligt. Dat is toch een
verbijsterende stelling, want uitgerekend de Volksunie, waarvan de N-VA een opvolger is, heeft deze
federale structuren mee gewild, mee uitgetekend en mee gestemd. Dit is ook een
onware stelling. Want ook al werken de Belgische structuren op zn zachtst gezegd niet optimaal, met politici die denken aan
het algemeen belang kan men zelfs een zo ingewikkeld, duur, inefficiënt en
ondemocratisch systeem als het onze doen werken.
Dat
brengt ons bij het ander thema. België, zo de N-VA, is de optelsom van twee democratieën
en dus geen democratie. België kan dus beter verdwijnen volgens de partij. Als
België geen democratie is, wat is het dan wel? We hebben nog geen lid van de
partij horen stellen dat we in een dictatuur leven, noch in een autocratie,
noch in een totalitair regime. Wel is het zo dat de Belgische democratie
onvolmaakt is. Terecht kan men zich de vraag stellen of dit niet in grote mate
het gevolg is van nationalistische agitatie. Zo zijn alle parlementaire
partijen op taalbasis ingedeeld, gelden in het parlement bijzondere
meerderheden, alarmbelprocedures e.d.m. Welnu, deze mechanismen zijn de wil
geweest van zowel francofone als Vlaamse nationalisten en regionalisten.
Diezelfde nationalisten weigeren een Brabantse of een nationale kieskring
elementen die België democratischer zouden maken. Ze willen, integendeel, de
enige meertalige (en dus democratische) kieskring in België splitsen. Ze willen
meer bevoegdheden splitsen, zodat er nog meer samenwerkingsakkoorden en
overlegcomités (die niet door een gekozen parlement kunnen gecontroleerd
worden) ontstaan.
Vraag
is dan of een confederaal systeem België wel democratischer en efficiënter zal
maken. Daarvoor is het nodig om te kijken naar de eigenschappen van een
confederatie. Een confederatie kent allereerst geen Grondwet, maar wordt
gevestigd door een verdrag dat onder het internationale recht valt. Zodoende
worden de Belgen die vandaag in dezelfde staat wonen in twee of meer
afzonderlijke staten ondergebracht. Zij zullen zich niet langer verhouden als
burgers van dezelfde staat, maar wel als inwoners van twee staten. De
diplomatieke relatie tussen Vlaanderen en Wallonië wordt derhalve
geïnstitutionaliseerd. Dat brengt mee dat het overleg tussen staten, het aantal
overlegcomités enz. exponentieel en parallel met het democratisch deficit
zal stijgen.
Een
confederatie bestaat bovendien in Belgische context altijd uit drie delen de
gewesten of de gemeenschappen. Dus ook al raken Vlaanderen en Wallonië het
in diplomatieke onderhandelingen over alles eens, dan kan de kleinste deelstaat
alles blokkeren. De nationalisten beseffen dit wel, vandaar ook hun voorstel om
Brussel onder co-bestuur van de twee grote gemeenschappen te brengen. Op
Brussels vlak wil de N-VA dus
enerzijds een soort samenwerkingsfederalisme invoeren voor alle materies,
waarvan ze zelf zeggen dat het op Belgisch niveau onmogelijk is.
Anderzijds
en geheel in tegenspraak hiermee willen de nationalisten alle bevoegdheden
op Brussels niveau centraliseren (o.m. door één
politiezone te creëeren, door de macht van de gemeentebesturen uit te hollen
enz.). Dat doen ze, naar eigen zeggen, om de versnippering tegen te gaan. Niet
alleen is dit een flagrante contradictie met hun confederaal verhaal, het is
meer nog onlogisch, gelet op het feit dat de N-VA zich tegen unitarisme op Belgisch niveau waar de
bevoegdheden nog méér versnipperd zijn kant. Hoe dan ook, een
confederaal systeem verhoogt de inefficiëntie en het democratisch gehalte van
het beleid, hoewel de N-VA die zo
zegt de partij wil wegwerken.
De N-VA pleit, geheel in die lijn, in zijn
programma voor een afschaffing van de Senaat en voor een onrechtstreekse
verkiezing door de deelstaten van de Kamer. Dat is een regelrechte
terugkeer naar het getrapt kiesstelsel van het Ancien Régime. En dat voor een
partij die de monarchie geregeld vergelijkt met een instelling uit dit bestel
(parlementen ontstonden overigens in de middeleeuwen) ! Geen enkele partij of
journalist kaartte dit aan.De N-VA
pleit ook voor solidariteit. Maar welke solidariteit? Citaat: Maak
(...) komaf met transfers die het tegenovergestelde effect hebben op
tewerkstelling en economische groei, begin met solidariteit die Wallonië
opnieuw doet geloven in zichzelf. (N-VA
programma, p. 66). Deze solidariteit zal blijkbaar niet plaatsvinden tussen
personen, maar wel tussen lidstaten in een statenbond. Daarbij geldt dan dat de
rijkere lidstaat ten allen tijde de solidariteit eenzijdig kan opschorten.
Wat normaal geregeld wordt in een democratisch verkozen parlement, moet
voor de N-VA gebeuren door
vrijblijvende gesprekken tussen verscheidene uitvoerende machten. Dit is de
triomf van het diplomatieke op het democratische denken, iets wat men op
Europees niveau trouwens zoveel mogelijk probeert weg te werken.
In
veel van het discours van de N-VA
zit een determinisme verscholen. Voor Bart De Wever is de Belgische natie al
honderd jaar aan het uiteenvallen. Daarbij definieert hij niet precies wat een
natie is. Wel horen we dat Nederlands- en Franstaligen een andere publieke
cultuur hebben, andere dagbladen lezen, andere beleidsvisies hebben enz. Wat
de Vlaamse (Waalse) kijk op milieu, mobiliteit, sociale zekerheid enz. is, vernemen
we er niet bij. Zijn daar geen tegenstellingen tussen bijvoorbeeld socialisten
enerzijds en liberalen anderzijds? Lazen de Belgen in 1900 dezelfde dagbladen?
Lezen de Zwitsers vandaag dezelfde kranten?
Andere
nationalisten zeggen dat België geen natie is, maar een artificiële creatie uit
de 19de eeuw (Vlamingen en Walen leven gedwongen samen). In 1830
leunden de Belgische patriotten, aldus de Vlaams-nationalistische
historiografie, aan bij Frankrijk. Het huwelijk moet volgens hen dus
ontbonden worden. Eerste vaststelling: België is ouder dan 1830 en bestaat als
protonatie al minstens sedert de 16de eeuw. Net zoals Duitsland
ouder is dan 1870 en Frankrijk ouder dan de Franse revolutie. Van een
statenbond ontwikkelde België zich naar de eenheidssstaat van 1830. Het
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland, de V.S.A, Zwitserland enz. maakten
gelijkaardige processen van staatsvorming door. Als de nationalisten het
uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1830 betreuren, dan
is het vreemd dat ze de Nederlanden nog verder willen versnipperen. Voorts zijn
alle staten kunstmatig. Regios als Vlaanderen en Wallonië zijn nog véél
kunstmatiger dan België (ze zijn er een neocreatie van), idem zo voor de
Europese Unie. Wie zich tegen het kunstmatige België richt, moet a
fortiori de E.U. verwerpen, temeer daar die 26 talen en zelfs drie
alfabetten telt. Tenslotte nog volgende bedenking: de huidige Vlaamse Beweging,
waarvan het anti-belgicisme de kern is, is tijdens de Eerste Wereldoorlog
ontstaan. Het is de Duitse bezetter die een Vlaams-nationale beweging heeft
geschapen om het economisch sterke België te destabiliseren ten voordele van
Duitsland. Het kleine groepje flaminganten dat aan de oorsprong van het
hedendaagse Vlaams-nationalisme lag, deed heel wat meer dan aanleunen
bij Duitsland...
Deze verkiezing stond in de
sterren geschreven. Vlaanderen was steeds voller van nationalisme, van
particularisme, van zichzelf. Het was stilaan zwanger van de N-VA en Bart De
Wever. Het kind moest alleen gebaard worden
[...]
Misschien wordt het onderhand tijd om hoofd- van bijzaak te onderscheiden.
Zou het niet kunnen dat N-VA won omdat zowel het kleine verhaal als het grote
verhaal klopten? Het kleine, dat is de waan van de dag en alles wat daarmee
samenhangt aan korte en verre actualiteit. Het kleine verhaal bestaat ook uit
de persoonlijke en reeds vaak besproken successtory van Bart De Wever, de
impasse van de voorbije drie jaar, waar het achteraf gezien niet eens onlogisch
was dat de kiezer het bord eens stevig zou afvegen.
We hebben er zelf toch zo ongenadig op ingehakt: die drie onwezenlijke jaren,
met reeksen informateurs en formateurs, koninklijk verkenners en onderhandelaars,
zetelende en demissionaire premiers, Laken dat voortdurend zijn antwoord in
beraad moet houden om dan veel te vaak toch het ontslag te aanvaarden, en
stunts zoals Wilfried Martens, of all people, die in de donkerste decemberdagen
als het ware vanuit het verleden naar Brussel kwam gereden om de kwajongens
weer bij de les te krijgen. Het was allemaal allesbehalve business as usual,
het was surrealistisch, ongewoon, ongehoord, en vaak ook ongemanierd - de chaos
van de Fortiskwestie, of het geknoei rond B-H-V. Wie herinnert zich die
joelende beelden nog van de Kamercommissie waar een Vlaamse meerderheid
eenzijdig de splitsing van de kieskring stemde. En toen kwam er niets.
En dan waren er die knappe CD&V'ers nog, die bléven roepen dat de
verkiezingen 'ongrondwettelijk' waren, wat alleen maar bijdroeg aan het
imbroglio. En dan zag men, een dag voor de verkiezingen, die dwaze Michel
Doomst in Het Laatste Nieuws verklaren dat hij "blijft gaan voor de
onderhandelde staatshervorming", en "roepen aan de kant lost niets
op". Zei een kerel die vier jaar lang aan de kant stond te roepen. Maar
als de naam 'Michel Doomst' valt, mag men zeker zijn: dit is het kleine
verhaal.
[...]
Het grote verhaal is er een van maatschappelijk discours, over jaren, zelfs
over decennia. En dat leert dat deze verkiezing misschien wel in de sterren
geschreven stond. Vlaanderen was steeds voller van het nationalisme, van het
particularisme, van zichzelf. Vlaanderen was stilaan zwanger van de N-VA en
Bart De Wever. Het kind moest alleen gebaard worden. Na drie jaar door Leterme
opgewekte weeën is dat dus gelukt.
Sinds de jaren negentig stond er geen maat meer op
de 'Vlaamsheid' van de meeste traditionele, zogezegd 'staatsdragende' partijen. Daarvoor is geen verhaal dat alleen in termen
van 'schuld' te begrijpen is: op tijd en stond was er in het parlement een
Franstalig blok dat de kunst van het tergen zeer goed beheerste. Het zijn haast
vergeten beelden, een Jef Sleeckx, toen nog SP-kamerlid, die bij de
regeringscrisis in 1991 in
volle assemblee begint te tieren tegen de PS, die door haar treiterige
behandeling van het wapenexportdossier zelfs de meest unitaristische
socialisten 'over de rooie kregen'. Of wie herinnert zich nog halfweg de jaren
negentig VLD'er Rik Daems (nu partner van PS-politica Sophie Pécreaux), die ook
al in volle kamer een homerische twist aanging met PS-fractieleider Claude
Eerdekens, die zo laatdunkend was geweest over Vlaanderen en zelfs België, dat
Daems riep: "En als je wil vertrekken (naar Frankrijk, wp) ga dan!"
Dat beeld werd zelden of nooit gecorrigeerd door warme optredens van Vlamingen
en Franstaligen zelf. Integendeel. Al dan niet moedwillig gezochte wrijvingen,
het discours van splitsing, meningsverschillen en pesterijen: het was vaste
prik. Voorbeelden te over, lukraak gekozen uit een overvolle mand. Luc Van den
Brande (CD&V), destijds minister-president van Vlaanderen, wenste voor het
Eurosongfestival de Vlaamse kandidaat geluk, niet de Belgische. Diezelfde Luc
Van den Brande liet zijn hond op tv knagen op een plastieken haan - heel
Wallonië zag er zijn coq in.Of denk aan de door de Franstaligen zo gehate
rondzendbrief-Peeters, die is dus niet door een of andere VB'er of N-VA'er
opgesteld. Die komt van een sp.a'er die bij zijn afscheid aan het Vlaams
parlement applaus kreeg van het VB.
Een van de opvolgers van Leo Peeters als Vlaams minister van Binnenlandse Zaken
was Marino Keulen, een Open Vld'er van de gematigde soort. Behalve als het over
'de rand' ging, en de Franstaligen. Dan 'pakte' Keulen ineens de hele Vlaamse
regering in Vlaams- of beter anti-francofone gezindheid. En de andere
coalitiepartners, CD&V en sp.a, lieten hem doen. Net zoals sp.a-voorzitter
Johan Vande Lanotte in 2005 tijdens de cruciale onderhandelingen van de
staatshervorming zoals die toen voorlag, toegaf aan zijn Spiritpartner Geert
Lambert. De staatshervorming onder Verhofstadt blokkeerde door een njet vanuit
het progressieve kartel, wat leidde tot de blokkering van de laatste jaren. Geert
Lambert militeert vandaag bij Groen!
En zo zijn er nog honderden voorbeelden. Soms begrijpelijk: sp.a'er Steve
Stevaert en Open Vld'er Bart Somers die zich samen ergeren aan het Brusselse
egoïsme rond de nachtvluchten, waardoor DHL op Zaventem verdween. Soms
belachelijk: de Vilvoordse sp.a'er Hans Bonte die goedpraatte dat
gemeentebesturen afspraakjes maken met privéaannemers om Franstaligen niet toe
te laten in hun nieuwbouw), of de bekrompen pesterij waarmee dat mensen 'een
duurzame band' met hun gemeente moeten aantonen.
Als je jarenlang met je allen covers zingt
van dezelfde band, moet je nadien niet klagen dat de oorspronkelijke auteurs
van wat in de loop de jaren ware classics werden, ineens zelf de hitparade
aanvoeren. Dat is N-VA overkomen, en De Wever en co. hebben er zelf ook aan gewerkt,
natuurlijk. Want ook al liggen de kaarten goed, je moet je troef natuurlijk nog
juist uitspelen. Iedereen dacht dat de Volksunie dood en begraven was, omdat
het project van die partij zo goed als voltooid was. En nadien voeren ze allen het VU-discours.
En tonen ze in de praktijk nog eens aan dat dit land zo moeilijk werkt. De VU
was dood, de andere partijen hebben de partij weer tot leven gewekt. En Bart De
Wever heeft dankbaar gebruikgemaakt van die verrijzenis, van dat mogen ontwaken
uit een toch niet zo onomkeerbare coma.
Erbij zijn
In die zin waren de verkiezingen van 2004 of 2007 reeds voortekenen van 2010:
met 'Vlaamse kartels' die piekten tot bijna 30 procent, met in 2007 nog een VB
van bijna 25 procent, en toen al een LDD die over de kiesdrempel van 5 procent
ging. Die versnipperde maar zo aanwezige stemmen heeft Bart De Wever met zijn
magistrale campagne allemaal gebald. En, te zien aan de scores van sp.a en Open
Vld, en zeker van CD&V, kon hij bij de klassieke partijen best nog stemmen
afkrabben.
Het was dus veeleer pathetisch dat in die partijen nog een beetje een positieve
boodschap werd opgehangen. Bij CD&V ging men voor het eerst in
zijn geschiedenis door de benedengrens van 20 procent. Natuurlijk neemt men
zich voor om straks terug te keren op oude oorlogssterkte. Net zoals de
CD&V, toen nog als CVP, in 1981 hoopte terug te keren toen men voor het
eerst onder de grens van de 40 procent zakte, en in 1991 ook kraakte door de
grens van 30 procent. Telkens nam men zich snel terug te komen. Op het
intermezzo 2004-2007 na, bleek dat in de praktijk wat terugkrabbelen.
Alexander De Croo spreekt zichzelf en zijn achterban moed in "dat men min
of meer heeft standgehouden". Wat is dat, 'standhouden' op het
historisch slechtste resultaat dat de Vlaamse liberalen ooit neerzetten
sinds Omer Vanaudenhove in 1965 zijn partij op de kaart zette. Dat geldt
ook voor Caroline Gennez. Wie enig historisch inzicht heeft, beseft dat de sp.a
niet weg raakt van zijn historische bodemkoers, maar die verkiezing na verkiezing
bevestigt. Toch zat Gennez zichtbaar te glunderen. De wetenschap van 'erbij
te zijn' is blijkbaar een bijzonder weeë balsem voor een in werkelijkheid
andermaal gematrakkeerde partij.
We schrijven lente 2002.
Het was één van de eerste keren dat ik het op tv mocht komen uitleggen.
En het was ook één van de eerste tv-optredens van Bart De Wever. We
zaten samen in het debatprogramma Trommels en Trompetten van Marc
Reynebeau op Canvas. Het thema was nationalisme. We waren daar beiden
academisch mee bezig beiden werkten we aan een doctoraat, hij aan de
KUL, ik aan de UA en we hadden er elk een duidelijk andere visie op.
De hand van Bart De Wever
Enkele maanden eerder was de N-VA boven de doopvont gehouden als de
Vlaams-radicale en rechtse opvolger van de Volksunie. Het boegbeeld van
die partij was Geert Bourgeois, maar op de achtergrond speelde Bart De
Wever al een belangrijke rol, vooral op inhoudelijk vlak, want hij was
één van de mensen die de pen had vastgehouden van het partijprogramma.
Het was mij eerder al eens opgevallen, maar tijdens die uitzending
merkte ik het zeer duidelijk: De Wever was, behalve een intellectueel,
ook een politiek talent. Een uitstekende debater vooral. Hij zat er in
die uitzending weliswaar wat ongemakkelijk bij (net als ik), maar zijn
verhaal was glashelder. En vooral rationeel. Ik herinner mij nog goed
dat hij zich toen al met kracht verzette tegen het beeld van de
romantische Vlaams-nationalist die in korte broek op de Groeningenkouter
met een Vlaamse vlag staat te zwaaien.
Niet het traditionele verhaal
Hij vertelde niet het traditionele Vlaams-nationalistische verhaal,
dat toen nog vaak de boventoon voerde. Dat klassieke verhaal baseert de
noodzaak aan meer Vlaamse autonomie vooral op het bestaan van een
Vlaamse natie, een Vlaams volk, een Vlaamse identiteit, een Vlaamse
cultuur. Het discours van een Luc Vandenbrande, Vlaams
minister-president voor CD&V tijdens de jaren 1990, viel daar
bijvoorbeeld nog onder. Telkens men hem vroeg wat die Vlaamse identiteit
precies inhield stond hij met zijn mond vol tanden, maar ze was wel de
dwingende reden voor een grote staatshervorming.
Bart De Wever zal je alleszins en public nooit de Vlaamse
autonomie horen verdedigen vanuit het bestaan van een Vlaamse, natie,
cultuur of volk. De Wever had van in het begin door dat je in de huidige
maatschappelijke context met zon verhaal geen levensvatbare partij
meer uitbouwt. Toen al bracht hij het verhaal van de twee democratieën
in één land.
Voor een deel is dat natuurlijk een rationalisering van een vooral
emotionele overtuiging. Want laat er geen onduidelijkheid over bestaan:
De Wever was en is een nationalist, een harde nationalist zelfs. Hij
gaat nog steeds jaarlijks naar het Vlaams-nationaal Zangfeest. Maar hij
weet perfect hoe in te spelen op de veranderde maatschappelijke context.
Geen intellectueel onderbouwd antwoord
Sommigen, vooral aan Franstalige kant, maken de fout om niet goed
naar dat discours te luisteren en er ook echt een intellectueel
onderbouwd antwoord op te geven. Dat zag ik vorige week weer mooi
geïllustreerd tijdens het debat tussen De Wever en Louis Michel, dat De
Standaard en Le Soir hadden georganiseerd in de AB. Michel stelde
teleur. Hij was zeer scherp tegenover De Wever, maar viel hem enkel aan
op zijn nationalisme, dat met alle mogelijke negatieve eigenschappen
werd beladen (het hoogtepunt was toen hij De Wever verweet een solitude
triste te vertegenwoordigen). Natuurlijk kan je in een debat
benadrukken dat zich achter het rationele discours van De Wever een
nationalist bevindt en dat nationalisme nefaste trekken heeft. Maar als
je reactie daarbij blijft, blijf je natuurlijk steken in
intentieprocessen en ga je het debat ten gronde niet aan, waardoor je
alleen preekt voor de overtuigden.
Dat was deels ook het probleem met de aanvallen op De Wever vanuit
Vlaamse partijen tijdens deze campagne. Het bleef vaak steken in de
beschuldiging: u bent voor separatisme. Geen onterechte opmerking, maar
tegelijk bestreed men niet de fundamentele argumenten en visie van De
Wever. Toppunt daarvan was de Open VLD die erin slaagde zich op
communautair vlak als een N-VA-light te presenteren en mee te gaan in de
strategie van De Wever door plots de juridische fictie van het
confederalisme te omarmen. Zelfs Groen!, dat ten gronde wellicht de
visie op federalisme heeft die het meest tegengesteld is aan die van
N-VA, durfde die niet te ontplooien, durfde dat debat ten gronde niet
aan en bleef steken in het verhaal dat het verschil met N-VA en anderen
was dat zij wél goede contacten hadden met hun zusterpartij, Ecolo. Geen
onbelangrijk argument, maar nu niet meteen een duidelijke uitgewerkte
visie op staatshervorming.
De lente van 2002
Maar terug naar de lente van 2002. Wat ik toen niet kon vermoeden was
dat Bart De Wever ooit de populairste politicus in Vlaanderen zou
worden. Want zijn discours hoewel het volgens mij ook toen al een heel
aantal onrealistische en soms simplistische elementen bevatte was
duidelijk intellectualistisch. Je moest al redelijk goed op de hoogte
zijn van de politieke situatie om hem te kunnen volgen. Natuurlijk paste
hij zijn discours toen ook al wel aan het publiek aan. En Marc
Reynebeau en Canvas leenden zich veel meer tot een intellectualistisch
discours dan een lokale partijbijeenkomst.
Maar de N-VA speelde dat intellectualistische, serieuze toen ook echt
uit. Het was de tijd van Steve Stevaert, van de leuke meisjes en
jongens van paars. En van de tv-formats die hen op het lijf geschreven
waren. Het soort tv-formats die met name Siegfried Bracke op de openbare
omroep had geïntroduceerd en verdedigde. De N-VA verzette zich
daartegen. Met name Geert Bourgeois had er een broertje aan dood. De
partij stelde ooit aan de andere partijen een soort deontologische code
voor, waarbij politici zich zouden engageren om niet aan
spelletjesprogrammas deel te nemen.
Ik had toen niet kunnen vermoeden dat Bart De Wever enkele jaren
later wereldbekend in Vlaanderen zou worden dankzij het tv-spelletje De
Slimste Mens ter Wereld of dat hij op de cover van P-magazine zou
prijken met zijn hand op de frêle schouder van Miss België. En nog
minder dat Siegfried Bracke voor de N-VA een lijst zou trekken.
Het discours werd sloganesker
Het discours van De Wever werd ook gaandeweg veel minder
intellectualistisch, het kreeg meer uitgesproken anti-establishment en
populistische kantjes. En het werd meer sloganesk. En tegelijk minder
radicaal-communautair, minder separatistisch. Een duidelijke evolutie,
een bocht zo u wil, in het profiel en discours van de N-VA die
ondertussen de Lijst De Wever werd. Zo slaagde De Wever erin om het hele
rechtse spectrum van de Vlaamse politieke kaart te hertekenen en zowel
kiezers van christelijk centrum-rechts, liberaal rechts, populistisch
rechts en extreem-rechts aan te spreken. Het laatste jaar zag je dat
steeds meer aankomen. Ik zag hem ook evolueren telkens ik hem tijdens
die jaren tegenkwam.
Maar in 2002 had ik niet kunnen vermoeden dat ik De Wever acht jaar
later op een lente-ochtend zou terugzien in de studios van Radio 2 in
Antwerpen om daar zijn tsunami-overwinning bij de federale verkiezingen
te becommentariëren. De Wever zelf ook niet.
Men heeft ons de Belgische burgers vaak
gezegd dat het Belgische federalisme een goede zaak is. Zij die gefundeerde
kritiek gaven op dit systeem werden en worden niet gehoord. Het uitgangspunt
van het federalisme, zoals we dat sedert 1970, maar vooral sedert 1980, kennen
is dat Vlamingen en Walen verschillende noden hebben, omdat
beide volksgemeenschappen anders zouden zijn. Het is een leugen (en
zelfs indien het een waarheid zou zijn rechtvaardigt het niet de opdeling van
een meertalige democratie; wie geen verschillen wil, moet maar kiezen voor een
dictatuur). Het is een onwaarheid, maar ze is ons verteld. Het terrein waarop
deze noden verschillend zouden zijn, werd steeds uitgebreid: cultuur, media,
toerisme, huisvesting, openbare werken, gezinsbeleid, economie, landbouw, wapenhandel,
buitenlandse handel, milieu, sport, de gemeente- en provinciewet,
ontwikkelingssamenwerking, mobiliteit enz.
Een taalgrens die zoveel functies accumuleert
wordt een staatsgrens. Is dit onlogisch? Ja, omdat taal en al deze bevoegdheden
natuurlijk los van elkaar staan. Anderzijds: nee, niet in dit huidige systeem.
Het federalisme is immers in het leven geroepen om twee zgn. volksgemeenschappen
autonomie te geven. Wie de deur openzet naar het splitsen van
niet-taalgebonden bevoegdheden, zet de deur open naar een splitsing van het
land.Er is immers geen enkele reden in deze federalistische logica
waarom onderwijs wél en de sociale zekerheid niet moeten gesplitst worden.
Net als er geen enkele reden is nog volgens deze logica waarom buitenlandse
handel wél, maar buitenlandse zaken niét gesplitst moeten worden. Elke
splitsing roept bovendien een nieuwe dynamiek in het leven: splits de
preventieve gezondheidszorg en men zal om een splitsing van de curatieve vragen,
splits wegenwerken en men vraagt de overheveling van de wegcode. Splits de
economie en men vraagt de splitsing van het werkgelegenheidsbeleid. Splits de
provincie Brabant en men vraagt de splitsing van BHV.
Met de beste wil hebben verscheidene
organisaties en mensen na de invoering van het Belgische federalisme gezegd dat
we dat federalisme moesten hervormen. Ze zegden en herhalen dat we niet
achteruit kunnen. Daarbij gaan ze natuurlijk voorbij aan de elementaire logica:
dat elke herfederalisering die zij vragen ook een terugkeer naar het verleden
is. Daarbij noemen ze provinciaal federalisme een terugkeer naar het verleden,
hoewel België nooit zon systeem kende.
Ze zeggen dat we de federale en de
deelstatelijke overheden moeten versterken. De deelstatelijke overheden moeten
dus ook versterkt worden, hetgeen een verzwakking van het
federale niveau impliceert. Dit zeggen Belgische federalisten er niet bij.
Ze pleiten voor federalisme, met een federale
kieskring. Mooi. 15 Parlementsleden, gekozen door alle Belgen, i.e. 10% van de
Kamer.
Vragen:
- Gaan deze 15 mensen zich dissident opstellen
tov. hun partij bij de volgende communautaire crisis?
- Gaat een nationale kieskring, waarvan bij
voorbaat is vastgelegd dat er 9 Nederlandstaligen en 6 Franstaligen zetelen
quid met de Duitstaligen? verhinderen dat extreme nationalisten, die genoeg
hebben aan voldoende stemmen in hun taalgebied, verkozen worden?
- Wat is de waarde van zulk een kieskring, die
internationaal maar bestaat zolang er een koninkrijk België bestaat tegenover
een territoriale link (BHV) die gemeenschapsoverstijgend is?
Ik zie dat velen zich nestelen in het comfort
dat de grote partijen hun bieden. Het is hun goed recht. Zij moeten wel
weten dat alle partijen in het noorden en in het zuiden van het land een
onafhankelijk Vlaanderen of Wallonië willen of het principe ervan
aanvaard hebben , al dan niet ingebed in een zwakke Belgische statenbond.
Voorlopig hebben enkel de Vlaamse socialisten, het CDH en de groenen dit
confederalisme nog niet openlijk beleden. Ook zij zullen België niet
rechthouden, dat hebben ze bij meerdere staatshervormingen in het verleden al
op afdoende wijze aangetoond. Wederom de vraag: is dit onlogisch? Ja, omdat de
stromingen universalistisch zijn en in principe tegen nationalistisch geïnspireerde
splitsingen zouden moeten afwijzen. Anderzijds: nee, want de partijen zijn op
taalbasis ingericht en gedragen zich dus als nationale Vlaamse of Franstalige
partijen.
Het betoog van de Belgische federalisten is
door de feiten achterhaald. Zullen zij morgen ook zeggen dat men zich niet te
rigide moet opstellen tegenover het confederalisme (i.e. het separatisme) omdat
men toch niet terug naar het verleden kan?
En nu zijn we, met dank aan het Belgisch
federalisme en vooral met de dragers ervan die hun mond maar niet kunnen houden
over Vlaanderen en Wallonië aanbeland in een situatie waarin partijen die openlijk
separatistisch zijn punt 1 van die éne partij die iedereen zogezegd bestrijdt
binnenkort door 35 à 45% van het Vlaamse electoraat ondersteund worden.
Niet dat deze mensen onafhankelijkheid willen (dat wil slechts 10 à 20%
van de Belgen), maar ze verzetten zich er ook (voorlopig) niet tegen,
net omdàt het Vlaams-nationalistische discours in élke Vlaamse partij
aanwezig is, omdatnationalisme de basis is van onze staatsstructuur en gewoon is geworden. Partijen die een statenbond OPEN VLD
noemt dat een samenwerking van drie KMOs ... zo denkt men daar dus over het Koninkrijk België ondersteunen krijgen de rest en 20-25% gaan naar zogezegd
federalistische partijen ter linkerzijde, waarvan het zogezegd gematigde Groen!
Samen met SLP (= ex-Volksunie) één partij vormt.
Ik kan me maar één voorbeeld van zon verkiezing
voor de geest halen: die van August Borms in 1928.
De evolutie naar een
confederaal België, wat houdt dat eigenlijk in? Worden we daar met zijn allen
beter van? Gaat het om een loutere aanpassing of vervolmaking van het
systeem dat we vandaag kennen of is er meer aan de hand? Is het nu separatisme
of net het tegendeel ervan, een tussen- of een eindstation of nog iets anders?
Vijftien vragen, ter reflectie aangeboden.
1) Wat
betekent confederalisme ?
Confederalisme is een unie van twee of meerdere onafhankelijke
staten, die zelf door middel van een internationaal verdrag beslissen
wat ze samen doen.
2) Is
er een verschil tussen federalisme en confederalisme ?
Zeer zeker. De twee hebben niets met elkaar te
maken. Federalisme (een bondsstaat) betekent dat je één staat hebt met
meerdere wetgevers. In België gaat zijn die wetgevende machten het federale
Parlement en de parlementen van de gewesten en de gemeenschappen. De gewesten
en de gemeenschappen zijn echter onderdelen van de federale staat. Zij oefenen
slechts bevoegdheden uit die hen door het federaal Parlement toegekend worden.
In een confederaal systeem (een statenbond)
wordt deze logica omgedraaid: de lidstaten van de confederatie delegeren door
een internationaal verdrag (zie punt 1) bevoegdheden naar de confederale
overheid. In een federatie stemt een democratisch verkozen federaal parlement wetten.
In een confederatie ligt de macht bij de lidstaten van de confederatie die akkoorden
sluiten. Daardoor vertoont de confederatie een onderhandeld en diplomatiek
karakter, in tegenstelling tot de federatie waarbinnen volksvertegenwoordigers
verantwoording verantwoording verschuldigd zijn aan de hele natie. Deze
tegenstelling tussen diplomatiek overleg en democratische verantwoordelijkheid
maken beiden stelsels niet alleen verschillend. Meer nog, ze zijn elkaars tegengestelden.
De bewering als zou confederalisme een doorgedreven vorm van separatisme
zijn is onwaar.
3) Is
er een verband tussen confederalisme en separatisme?
Aangezien een confederatie enkel maar tot stand
kan komen na een internationaal verdrag tussen twee onafhankelijke landen,
veronderstelt dit het bestaan van deze entiteiten. In de Belgische praktijk
komt dit op het volgende neer: de Belgische federatie dient eerst ontbonden te
worden in twee of meerdere delen, bv. Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
Vervolgens kunnen die nieuwe en onafhankelijke staten een verdrag afsluiten,
waarin ze vastleggen welke bevoegdheden ze op confederaal vlak willen
uitoefenen.
Zodoende impliceert confederalisme niet alleen
separatisme want dat is nodig om tot onafhankelijke staten te komen het is
er zelfs een doorgedreven vorm van.
4) Wat is het wezenlijke verschil
tussen confederalisme en separatisme?
In wezen is er geen verschil. Een separatist (of
een independist) streeft naar een onafhankelijk Vlaanderen (Wallonië). Een
confederalist ook, maar die biedt na de onafhankelijkheid nog een
samenwerkingsverdrag aan.
Men kan dus niet voor confederalisme en
tegen separatisme (onafhankelijkheid) zijn.
5) Vertoont het confederalisme nog
andere kenmerken?
Ja.
(1) In een confederaal model houdt de
Belgische staat (en grondwet) op te bestaan. Meer concreet zou in dit
scenario België geen staat meer zijn, maar enkel nog een overkoepeling van
soevereine lidstaten. Daaruit volgt dat de Belgische nationaliteit ophoudt
met bestaan en er enkel nog Vlamingen en Walen zouden zijn.
(2) In een confederaal model wordt het Belgische
parlement niet meer rechtstreeks verkozen, maar duiden de leden van de
lidstaten aan wie er in de confederale Raad zetelt. Zon getrapt kiessysteem
raakte overigens sedert de 18de eeuw in onbruik. Confederaties
bestonden dan ook vooral in het feodale tijdvak.
(3) De confederatie oefent, in de regel, zeer
beperkte bevoegdheden uit.
(4) Elke lidstaat heeft op confederaal vlak een eenzijdig
vetorecht, wat uiteraard tot voortdurende chantage kan leiden. Wanneer de
rijkere lidstaat het niet eens is met de politiek van de armere lidstaat kan
zij ermee dreigen de onderhandelde solidariteit (interpersonele
solidariteit zoals we die thans in België kennen houdt op te bestaan, het gaat
immers om twee of meer verschillende landen) eenzijdig op te blazen. De
confederatie is van nature een instabiel model omwille van de permanente
diplomatie die een geïnstitutionaliseerd karakter vertoont.
(5) De lidstaten hebben ten allen tijde een eenzijdig
uitstaprecht uit de confederatie, hetgeen voortvloeit uit het feit dat ze
onafhankelijk zijn.
6) Zijn
er op dit moment confederaties?
Neen.
7) Men
zegt dat Zwitserland een confederatie is?
Dit hardnekkig misverstand vloeit voort uit de
benaming van Zwitserland Confoederatio Helvetica, Helvetische Confederatie.
Deze benaming is slechts een relikwie uit oudere tijden. Sedert 1848 is Zwitserland
een confederatie met 26 kantons, vier officiële talen, meertalige openbare
diensten en universiteiten, federale partijen, een bicameralisme, een
eengemaakte buitenlandse politiek enz. Wie zegt dat Zwitserland een
confederatie is, kan ook zeggen dat Noord-Korea officieel: de democratische
volksrepubliek Korea (DPRK) een democratie is.
8) Zijn
er dan voorbeelden van confederaties?
Sedert het einde van de 18de eeuw
zijn er een aantal confederaties geweest. Denken we aan de Verenigde Staten
van Amerika, waar de onafhankelijke staten in 1776 een verdrag sloten en
zich in 1787 van statenbond tot federatie transformeerden. De Duitse Bond was
van 1815 tot 1866 een losse confederatie die alle Duitse vorstendommen (met
inbegrip van het huidige Tsjechië, Kroatie en delen van Noord-Italië) omvatte.
De Oostenrijks-Duitse oorlog (1866) maakte een einde aan deze structuur. Oostenrijk-Hongarije
was na het Ausgleich verdrag dat om de tien jaar bij goedkeuring van
beide lidstaten verlengd moest worden van 1867-1918 een tweeledige
confederatie. Tussen 1958 en 1961 vormden Egypte en Syrië een
confederatie (een experiment dat in een oorlog eindigde). Servië-Montenegro
vormden van 2003 tot 2006, moment waarop Montenegro zich eenzijdig afscheidde,
een confederatie.
9) Men
zegt dat België een confederatie sui generis kan zijn?
Federalistische systemen verschillen van land
tot land, maar hebben altijd één gemeenschappelijk kenmerk ook in
België het zijn staten waar het federaal parlement de bevoegdheden verdeelt.
Confederalistische systemen hebben altijd het gemeenschappelijk kenmerk dat ze
uit onafhankelijke staten bestaan. Men kan derhalve nooit een Belgisch
confederalisme hebben zonder de Belgische staat als rechtsentiteit op te
heffen. Kortom, een confederatie sui generis is een onwaarheid.
10) Kan
art. 35 van de Grondwet België dan niet omvormen tot een confederatie?
Artikel 35 van de Belgische Grondwet stipuleert:
De federale overheid is slechts bevoegd voor de aangelegenheden die de
Grondwet en de wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, haar
uitdrukkelijk toekennen. De gemeenschappen of de gewesten zijn, ieder wat hem
betreft, bevoegd voor de overige aangelegenheden onder de voorwaarden en op de
wijze bepaald door de wet. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid
bepaald in artikel 4, laatste lid. (i.e. een wet, aangenomen met de
meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat
de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het
totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte
stemmen bereikt.).
Deze grondwetswijziging kan er dus slechts komen
indien ze door beide Kamers (= Constituante) bekrachtigd is en wanneer art. 35
ter herziening vatbaar verklaard wordt (hetgeen nu niet gebeurde, behoudens men
alsnog de procedure van de Grondwet, via art. 195 wel ter herziening vatbaar
verklaard zal herzien, hetgeen het Parlement toelaat om elk artikel te
veranderen). De Constituante brengt hoe dan ook in het geval van de invulling
van art. 35 een grondwetswijziging aan. Een confederatie heeft geen Grondwet,
wordt niet door een constituante bevoegd, heeft nood aan onafhankelijke
entiteiten enz. Anders gezegd, art. 35 van de Belgische Grondwet kan België
uiteraard niet omvormen tot een confederatie.
11)
Hoe kan men dan komen tot een confederaal systeem?
Door een eenzijdige of onderhandelde opdoeking
van de Belgische staat en
(derhalve van de) Grondwet (hetgeen op zich al een constitutionele
onmogelijkheid is, gelet op art. 91 van de Grondwet, 2de lid en art.
187 van de Grondwet, alsook van de grondwettelijke decreten van november 1830).
De facto rest enkel nog de mogelijkheid om niet alleen buiten het
grondwettelijk kader te treden en zelfs dit grondwettelijk kader op te heffen.
12)
Kan een volgende staatshervorming die naar confederalisme leidt dan geen
eindstation zijn?
Deze bewering is gratuit en manifest onwaar en
wel omwille van volgende redenen:
1)Confederalisme
impliceert een staatsvorming, geen staatshervorming.
2)Zelfs
al zou confederalisme een eindpunt zijn in de staatshervorming (sic),
dan nog: bij elke vorige staatshervorming werd verkondigd dat deze een
eindpunt zou vormen ... en dat al 40 jaar lang.
3)Zelfs
al zou een confederale staatshervorming (sic) mogelijk zijn quod non dan
nog staat het elke lidstaat vrij om zijn eigen weg te gaan; zelfs al zou
men de invulling van artikel 35 omschrijven als confederalisme hetgeen
baarlijke nonsens is dan nog kan art. 35 altijd opnieuw worden gewijzigd,
behoudens men de grondwet onwijzigbaar maakt (wat uiteraard de facto
onmogelijk is).
13) Allemaal goed en wel, maar
uiteindelijk is het toch een spel met termen niet, we zeggen dan wel
confederalisme, maar eigenlijk bedoelen we een doorgedreven federalisme?
Wie dat bedoelt moet het ook in die woorden
zeggen en de term confederalisme laten vallen. Zoniet is hij (of zij) óf een
secessionist óf schotelt hij (of zij) de kiezers moedwillig onwaarheden voor.
14) Federalisme, confederalisme:
komt het uiteindelijk niet op de inhoud aan?
Een inhoud kan pas gegeven worden als men weet
waarover men spreekt. Een confederatie betekent dat er één land bestaat, een
confederatie betekent dat we spreken over twee of meerdere landen. Zo simpel is
het.
15) Is het huidige federalisme dan
niet onwerkbaar?
Elk systeem is maar werkbaar in die mate dat men
over de politieke wil beschikt om het te doen werken. Het slechtste
staatsbestel is werkbaar wanneer politici van goede wil het doen werken.
Dit gezegd zijnde is het ironisch om te moeten
vaststellen dat diegenen die ons eerst het federalisme wilde opleggen waarvan
Gaston Eyskens in zijn mémoires zei dat het bij een referendum door de grote
meerderheid van de Belgen zou verworpen worden nu komen vertellen dat België
moet evolueren naar een losse statenbond omdat het systeem dat zij wensten
niet werkt.
In de context van de huidige globalisering, van
financiële en ecologische catastrofes is het gewoonweg absurd om in een
communautair moeras te blijven steken omdat het nationalisme nu eenmaal salonfähig
is in België. Er zijn gewoonweg veel te veel overheden voor een land met de
inwoners van een internationale grootstad. Het wordt hoog tijd om de gewesten
en de gemeenschappen, die dragers zijn van het federalisme dat in wezen
gewoon twee taalgroepen tegen elkaar opzet af te schaffen.
Enkel een meerpolig systeem waarbij het
zwaartepunt bij de centrale overheid ligt (minstens zes entiteiten die geen
nationalistische aspiraties betonen) biedt stabiliteit.Wat in Nederland kan, moet ook bij ons
mogeljk zijn. Daarvoor moeten natuurlijk wel moedige politici, die denken aan
het algemeen belang gevonden worden.
In het debat
omtrent de staatshervorming heerst er een Babelse spraakverwarring
aangaande begrippen en slagzinnen die door
onze politici bewust in stand gehouden wordt, ten einde de brave
burger een rad voor de ogen te draaien. Mogen we zo vrij zijn een paar
van deze onwaarheden aan de werkelijkheid te toetsen?
1) Er is een
grote staatshervorming nodig. Hoe vaak hebben
we dàt zinnetje al mogen horen de voorbije jaren? Niet alleen door
radicale nationalisten, maar ook en vooral zelfs door de zogezegde
traditionele partijen. Nu zou men onder de term staatshervorming
kunnen verstaan wat er staat, d.i.: de staat op een dusdanige wijze
hervormen of moderniseren opdat ze efficiënter werke. In werkelijkheid
is de term staatshervorming gewoon Newspeak om niet
staatsafbraak te moeten zeggen. Inderdaad is sedert 1970 de
Belgische
staat verscheidene malen hervormd gemiddeld één keer om de zeven
jaar waarbij telkens opnieuw bevoegdheden van de centrale overheid
naar de (door de particratie in het leven geroepen) deelstaten werden
overgeheveld. Het omgekeerde gebeurde nooit. Dit leidde helemaal niet
tot een beter bestuur, maar wel tot een inefficiënt en duur doolhof
waarbij andere wetten gelden voor wie het ongeluk heeft om in deze of
gene taalregio te wonen. Zeggen dat men door de staat nog meer te
hervormen
(sic) de communautaire problemen zal oplossen is natuurlijk onzin.
Tenzij voor wie gelooft dat je vuur met ... nog meer olie kan blussen1. (o, en natuurlijk is er wel degelijk een grote staatshervorming mogelijk............ om de gewesten en gemeenschappen af te schaffen wel te verstaan!)
2. Een confederale
staat is nodig om dit land opnieuw op gang te krijgen. Nog zon
veelgehoord citaat. Verbazend was wel om dit uit de mond te horen van
... nieuwbakken N-VA-kopman Siegfried Bracke (wij wisten niet dat de
separatistisch-republikeinse N-VA zo bekommerd is om het goed
functioneren van België!). Dit gezegd zijnde, heeft confederalisme
natuurlijk niéts te maken met een doorgedreven vorm van federalisme,
wat men de burger ook wil doen geloven. Terecht zegt Matthias Storme
dan ook: Wanneer politici vandaag het confederalisme verdedigen,
heb ik daar geen enkele moeite mee, op voorwaarde dat ze serieus nemen
wat ze zeggen. (..) ze zeggen "wij willen maar confederalisme"
- en voegen ze er meestal aan toe "we zijn geen separatisten",
wat een contradictie is, want een confederalist is een
separatist,
per definitie, het kan niet anders.2
Confederalisme
is inderdaad een verdragsbond tussen onafhankelijke staten (bv.
Vlaanderen
en Wallonië). En dat men niet afkome met de slagzin: een
confederatie
zoals in Zwitserland. Dat land is immers al een federatie
... sedert 18483.
3. Een federale
kieskring is dé oplossing. Het moet zijn dat de mens van
simplismen
houdt. Hoe kan men anders begrijpen dat zovele lieden waaronder
anders zeer verstandige burgers blindelings
kunnen geloven dat bijna 100 jaar taalnationalisme zal worden
weggeveegd
door de invoering van een nieuwe kieskring? Stel je voor dat 15
parlementairen
van de 150 verkozen worden in een federale kieskring (voorstel
Paviagroep).
In theorie klinkt het mooi: politici die ministerabel willen zijn,
moeten hun programma in héél het land verdedigen en dus communautair
gematigder worden. Helaas is de praktijk heel wat minder idyllisch.
Want, laten we wel wezen, wat verhindert de Bart De Wevers van deze
wereld om in zulk een kieskring verkozen te worden? Zij zullen genoeg
hebben aan de Vlaamse stemmen. En de Philippe Moureaux en andere Van
Cauwenberghes mogen ook op beide oren slapen. In het voorstel van
een federale kieskring is al een vast aantal zetels per taalgroep
voorzien.
Tja, wat is dan nog de zin van een federale kieskring?4
4. Dat de N-VA
populairder is dan het Vlaams Belang is een goede zaak... Want
zo wint het democratische nationalisme veld. Nee, wij willen ons hier
niet op het enge vlak der partijpolitiek begeven, maar wanneer we
zoiets
horen, rijzen de haren ons ten berge. Er bestaat namelijk niet zoiets
als een democratisch nationalisme5. Als de N-VA werkelijk
zon goede democraten zijn, waarom willen zij dan 3 miljoen mensen
of zijn de Walen geen mensen? uitsluiten van het politieke
besluitvormingsproces van hun staat? Als democratische staten
afgebakend
worden door taalgrenzen, moeten de Vlaams-nationalisten trouwens leren
consequent te denken. Zijn zij bereid het meertalige Brussel los te
laten? Zijn zij bereid samen met het Koninkrijk ( ! ) der Nederlanden
maar dan zonder Friesland één staat te vormen? Overigens dient
de mythe van de absolute democratie toch eens flink opgepoetst te
worden.
Een staat moet niet volledig democratisch zijn, of
ze richt zichzelf door het eigenbelang van de partijpolitiek volledig
ten gronde. Vaak zijn de meest stabiele en best werkende
instellingen
trouwens niet-verkozen denken we maar aan de monarchie. Laten we
niet aarzelen een kat een kat te noemen, het zou niet slecht zijn
mocht
een sterke Koning wat orde op zaken stellen in de partijpolitieke
oligarchie
om daarna een échte democratie te herstellen. Als de politici iéts
hebben bewezen is het wel dat hun almacht België onbestuurbaar
maakt.
5. De mensen
liggen niet wakker van het communautaire... Een zinnetje dat
vaak ook zogezegde Belgischgezinden hanteren. Beseffen zij (en
anderen)
dan niet dat ze het communautaire, d.i. de staatsstructuur van het
Koninkrijk
België, volledig uit handen geven en overlaten aan
de willekeur van de particratie? De mensen liggen van weinig
dingen
wakker, dàt is waar. Welnu, het is niet aan de politici om ze wakker
te schudden en hun te zeggen: ziet ge niet wat er gebeurt? Merkt
ge niet op dat uw politici de geesten voorbereiden, dat er fronten
gevormd
worden, dat ge morgen misschien in een ander land kunt ontwaken?.
Helaas zijn er bitter weinig verantwoordelijke politici in ons kleine
land. Het is waarschijnlijk makkelijker om holle slogantaal te
hanteren
borrelnootjes, vette vissen, niet toegeven, geen morzel gronds,
francofoon front, vijf minuten politieke moed, een lepeltje suiker,
miljardendiefstal, kaakslag, verraad, goed bestuur, geen toegevingen,
zonder prijs, onverwijld, Copernicaanse Omwenteling, Rechtvaardige
Vlaamse
Eisen, een vuist maken, ...weet u wel dan de institutionele
en morele puinhoop die het partijenregime geschapen heeft manmoedig
op te ruimen.
Wie
gelooft die mensen nog...?
[1]De Belgische overheid behoort tot de
duurste van de wereld, maar in ruil krijgen we te weinig levenskwaliteit terug.
Dat concludeert het beurshuis Petercam uit cijfers van de OESO. In zijn
rangschikking van efficiënte overheden laat België nog net Italië en Hongarije
achter zich, maar het moet zelfs de Grieken laten voorgaan. (De Morgen,
30 april 2010)... Tja, dat komt ervan met zes regeringen en acht parlementen...
[2] M.E.
Storme, geïnterviewd door Jean-Pierre Rondas, radio Klara, 2 januari 2005.
[3] Enkel in naam heet
Zwitserland nog Confoederatio Helvetica. Zouden de voorstanders van
het Zwitserse confederalisme (sic) ook bereid zijn om alle partijen opnieuw
federaal te maken en een normenhiërarchie, een meerpolig systeem, tweetalige
deelgebieden enz. in te voeren? Sta ons toe dit te betwijfelen; Ter
herinnering: tot 1967 werd het belijden van federalisme nog als
staatsgevaarlijk beschouwd en actief in de gaten gehouden door de
Staatsveiligheid. In januari 1993 werd toenmalig voorzitter van de Vlaamse
executieve, Luc Van den Brande, ten Paleize ontboden door Koning Boudewijn
omdat hij pleitte voor ... een confederaal België in 2002. Hoeveel ministers
en politici zouden thans op het matje moeten geroepen worden?
De
onderhandelingen over Brussel-Halle-Vilvoorde waren, zo heette het, in
de eerste plaats bedoeld om tegemoet te komen aan het arrest van het
Arbitragehof (thans Grondwettelijk Hof) uit 2003. Volgens dat arrest
moest er een oplossing gevonden worden, die de "anomalie" - twee
arrondissementele kieskringen i.p.v. een provinciale kieskring in
Vlaams-Brabant, moest wegwerken. Let wel: een oplossing, niet
(noodzakelijk) een splitsing van het kiesarrondissement. Bovendien sprak
het toenmalige Arbitragehof zich enkel uit over de situatie over de
federale verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Na zes
maanden van "discretie" mochten we het onlangs beleven dat in flarden
van een ontwerpakkoord gesproken werd over een inperking van de
koninklijke prerogatieven. Ook een staatshervorming, een herziening van
verscheidene grondwetsartikels en een splitsing van het gerechtelijke
arrondissement (en van de kieskring in de Senaat en voor het Europese
Parlement) liggen of lagen op tafel. Dit is een typisch voorbeeld van
een (communautaire) escalatiespiraal. Groen! koppelde zelfs de
afschaffing van de 5%-drempel aan haar steunverlening. Het spreekt voor
zich dat deze maatregelen niets meer te maken hebben met de kieskring
BHV. Dan nog liever een behandeling in de Kamer.
België is heus niet in
gevaar, ondanks alle stoere "Vlaamse taal" die men her en der hoort. De
ironie van het lot is overigens dat zelfs in een onafhankelijk
Vlaanderen dit "probleem" niet van de baan zou zijn, wel integendeel.
Vlaanderen zou dan (minstens) Brussel en de faciliteitengemeenten
verliezen en verplicht worden om het Minderhedenverdrag zonder meer goed
te keuren. En dan zwijgen we nog over de exponentiële verfransing,
mocht Wallonië in één of andere vorm aansluiting bij Frankrijk zoeken.
Vinden de Vlaams-nationalisten misschien dat ze sterker staan tegenover
Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk dan tegen een
anderstalige minderheid in België? Men zou het nog gaan geloven ook.
BRACKE
Net als vele Belgen, deel ik de
bekommernis van de Heer Siegfried Bracke. Terecht stelde de voormalige
journalist dat een grote staatshervorming onontbeerlijk is om België
opnieuw op gang te krijgen.
Wel stel ik me de vraag hoe de N-VA dit gaat
verwezenlijken door ... een splitsing van ons land.
De verstandige
lezer zal er het zijne van denken...
COMMUNAUTAIRE REL
N.a.v. het communautair akkefietje
met Geert Bourgeois (N-VA) en Olivier Maingain (FDF) als
hoofdrolspelers, lees ik in uw dagblad (2.04.10) een aantal reacties die
de wenkbrauwen doen fronsen. Een aantal lezers noemt het FDF - of de
Franstaligen - imperialisten die Vlaamse gemeenten willen verfransen of
inlijven bij Brussel. Nochtans is de verschuiving van de taalgrens een
grondwettelijk ingeschreven mogelijkheid (art. 4 Belg. GW) en derhalve
is die eis perfect wettelijk, wat natuurlijk niet betekent dat hij
ingewilligd moet worden. Heel anders ligt het dossier BHV. In
tegenstelling tot wat sommige lezers schrijven "moet" deze tweetalige
kieskring helemaal niet gesplitst worden. Nergens in de Grondwet of in
eender welke Belgische wet staat dat kieskringen moeten overeenstemmen
met taalgrenzen. Tenslotte haalt men in de lezersrubriek hier en daar
zwaar uit naar "de Walen". "De Vlamingen" zouden, zo heet het, "de
geldkraan" moeten toedraaien. Wat dan met de Vlaamse gemeenten zoals
Ieper, Maaseik, Tongeren etc. die vandaag transfers vanuit het zuiden
ontvangen? En, last but not least, sedert wanneer is Olivier
Maingain een "Waal"? De man is inwoner van Brussel, tot nader order de ...
hoofdstad van Vlaanderen.