"Franstalige pers bericht ongeveer gelijk over communautaire kwestie"
Het voorpaginanieuws in Nederlandstalige en Franstalige kranten over communautaire kwesties vertoont weinig verschillen. Dat blijkt uit de masterproef sociale wetenschappen aan de K.U.Leuven van Liesbeth Kerkhofs. Ze analyseerde hierbij de voorpagina's van de Nederlandstalige kranten De Standaard en Het Laatste Nieuws en de Franstalige kranten La Libre Belgique en La Derniere Heure van 11/6/2007 tot 31/3/2008.
"Franstalige kranten brengen wel opvallend meer berichten over Nederlandstalige politici en over de Vlaamse Gemeenschap dan Nederlandstalige kranten dat doen over Franstaligen. Op de voorpagina's van de Nederlandstalige kranten vond ik daarnaast veel meer tekst over communautaire thema's terwijl de Franstalige media zich vaker beperken tot foto's en wat onderschriften", aldus Kerkhofs.
Geen conflictueuze berichtgeving "De verwachting was dat de kranten het communautaire meer als een wedstrijd - een "horse race" - zouden voorstellen, maar telkens bleek de inhoudelijke benadering van de problemen te domineren. Ook de verwachting dat Franstalige kranten meer conflictueus zouden berichten dan Nederlandstalige bleek niet te kloppen. In de vier kranten was er wel veel meer aandacht voor de conflicten tussen Nederlandstaligen en Franstaligen dan voor de conflicten in het eigen kamp".
Ook tussen de kwaliteitskranten en de populaire kranten noteerde Kerkhofs weinig verschillen. "Populaire kranten berichtten wel vaker meer persoonlijk over politici en hadden in deze periode ook meer aandacht voor de toekomstige eerste minister en de partijen die onderhandelden over een coalitie. Er was in populaire kranten ook iets meer sprake van een wedstrijdbenadering van de problematiek", aldus Kerhofs. (belga/ka)
De stad Vilvoorde stelt vijftien goedkope woningen te koop, maar exclusief aan mensen die het Nederlands machtig zijn. Wie daar een discriminatie in ziet, dwaalt, meent de lokale burgemeester. Wel, wij dwalen.
De Vlaamse wooncode was al op het nippertje: maar de bereidheid aantonen om een cursus Nederlands te volgen, kon je nog interpreteren als een stimulans tot integratie. Dat is in Vilvoorde niet langer het geval: er worden hier regelrechte exclusieven gesteld tegenover anderstaligen.
Dat betekent dat het stadsbestuur van Vilvoorde een beleid voert van taalhomogenisatie, waarbij het verblijfs- en eigendomsrecht op Vlaams grondgebied exclusief voorbehouden dient te blijven aan Vlaamstaligen.
Dat is in flagrante tegenstrijd met alle Europese regelgeving inzake vrij verkeer van goederen en diensten, het is ook in flagrante tegenspraak met het internationaal recht dat eenieder die legaal verblijft het recht geeft zich te vestigen waar hij of zij wil. Kortom, één klacht bij een rechtbank volstaat om deze maatregel onwettelijk te doen verklaren, daar is zelfs geen begin van discussie over mogelijk. Het gaat hier ook niet over het gebruik van taal in bestuurszaken, maar over de taal die de burger in de privacy van zijn eigen huis wil gebruiken. Daar heeft de burgemeester van Vilvoorde geen bal mee te maken.
Bovendien is dit een vals communautair gemaakt probleem. De mythische rijke villabewonende FDF'er is immers niet geïnteresseerd in een verkrot sociaal woninkje in Vilvoorde. De maatregel is dan ook niet tegen Franstaligen, maar wel tegen migranten en hun kinderen gericht.
Ondanks het manifeste onwettelijke van de maatregel, ondanks het duidelijk aantoonbare discriminatorische karakter ervan, was het, op Mieke Vogels na, vergeefs zoeken naar een tegenstem op de banken van het Vlaams Parlement of in de Vlaamse regering. Daar is nu al zo lang een competitie 'om ter beste Vlaming zijn' bezig dat de verkozenen niet eens meer merken wanneer er een loopje wordt genomen met fundamentele beginselen van de rechtsstaat.
Gegijzeld door de Vlaamse extremisten stemmen ze zo stilzwijgend toe in een sluipende besluitvorming die het beeld van Vlaanderen in het buitenland als een bekrompen, 'taalfascistische' regio alleen maar zal versterken.
Volgens het Derde Manifest van de Gravensteengroep (politieke solidariteit: een noodzaak voor democratie, DS 03.07.08) is zonder politieke solidariteit democratisch samenleven onmogelijk. Dit is een ronduit gevaarlijke stelling. De essentie van een democratie is immers niet dat mensen politiek solidair zijn, maar wel dat ze op een beschaafde manier verschillende visies kunnen ventileren in verkozen organen. Indien politieke solidariteit werkelijk de hoeksteen was van een democratie, zou dit staatsbestel zichzelf volkomen overbodig maken. Wanneer er immers een categorische plicht opgelegd wordt een bepaalde groep mensen om zich nolens volens, zonder discussie te scharen achter de wil van een andere groep ook al zijn die met meer bevindt men zich in een totalitair kader. Op dat moment is er geen congruentie meer van de staat met de bevolking, maar bestaat de bevolking ter wille van politici, wier denkbeelden niet openbaar aangevochten mogen worden.
Volgens de mensen die het manifest onderschrijven zijn meerbepaald de Franstaligen in België schuldig aan het verwaarlozen van deze politieke solidariteit: ze maken Vlaanderen verdacht bij de Raad van Europa, bij de Verenigde Naties, schilderen Vlaanderen af als een racistische regio enz. Nochtans zijn vanuit politiek Vlaanderen dezelfde geluiden te horen naar Franstalig België toe: de Waalse hangmatcultuur, het blok aan het been dat het zuiden zou zijn, het Franstalige profitariaat. Vele van deze stellingen worden kritiekloos verkondigd, niet alleen door rechtse extremisten, maar ook door traditionele partijen die blijkbaar het V.B. willen bestrijden door hun belangrijkste standpunt (in min of meerdere mate) over te nemen. België is stilaan het schoolvoorbeeld van een vicieuze cirkel van nationalisme: taalimperialisme roept taalnationalisme op en vice versa. Middelpuntzoekende krachten worden systematisch uitgesloten of belachelijk gemaakt. Er is geen enkel ander land ter wereld waar mensen die verdraagzaamheid en samenhorigheid prediken als conservatief en ouderwets bestempeld worden.
Natuurlijk hangt deze ontsporing in grote mate samen met het extreem polariserende effect van ons de facto binaire staatssysteem. De schrijvers van vorig manifest verwijten het Belgische federalisme een gebrek aan respect voor territorialiteitsbeginsel, een gebrek aan respect voor de meerderheidsregel en een manco aan politieke en financiële verantwoordelijkheid vanwege de bewindsvoerders. Dit zijn inderdaad drie kenmerken van een federale staat. De vraag is echter ten zeerste of ze ook andere, even noodzakelijke kenmerken van een federatie zouden aanvaarden, zoals daar zijn multipolariteit, normenhiërarchie, een eengemaakt buitenlands beleid en een herfederalisering van bevoegdheden die in alle federale staten niet gesplitst zijn (denken we in dat opzicht aan buitenlandse handel, landbouw, ontwikkelingssamenwerking, landbouw of sport)? We vrezen dat dit niet het geval is.
De ondertekenaars zeggen geld noch macht noch grond te eisen, maar doen dit in de praktijk wel. Van waar anders de roep om financiële responsabilisering? Omvat de Vlaamse deelstaat die zij in een rest-België voor ogen hebben dan geen helder afgelijnd, onaantastbaar grondgebied dat zelfs een heel anderstalig Gewest (het Brusselse) zou annexeren (dat is wat meer grondgebied dan die zes randgemeenten)? Betekent het doorschuiven van bevoegdheden naar de deelstaten dan geen enorme machtsuitbreiding van voornoemde entiteiten? In die zin is het gewoonweg hypocriet om enerzijds te stellen dat de 19de eeuwse natiestaat achterhaald is, en anderzijds België te willen organiseren op basis van twee of drie homogene entiteiten die exact voldoen aan de criteria van een 19de eeuwse natiestaat.
Voor de goede orde zij het duidelijk dat ondergetekenden geen voorstander zijn van een niet-integratie van Franstalige Belgen binnen het noorden van België door een manifeste taalonwil. Wel zouden we graag willen weten hoezeer er echt sprake is van onwil. In andere meertalige landen immers bestaat er meertalig onderwijs. In België is het onderwijs gesplitst en kan de federale regering geen nationale taalcriteria opleggen. Dit gezegd zijnde, bestaan er enorm veel Franstalige Belgen die moeite doen om zich het Nederlands eigen te maken, in Brussel, maar ook in de zogenaamde immersie-scholen (die nota bene in de Vlaamse Gemeenschap verboden zijn). Maar het is een volkomen illusie om te denken dat de communautaire problemen zullen verminderen indien elke Belg de andere landstaal beheerst. Een communautair probleem is immers een vaak gemediatiseerd probleem dat gaat over een communautair twistpunt tussen politici van andere taalgroepen. De kennis van een taal sluit geen verschil van opinie uit. Die verschillen van opinies komen overigens ook voor binnen één-en-dezelfde taalgroep. Ware dat niet zo, dan zouden Vlaamse socialisten, liberalen, ecologisten... het over alles eens zijn omdat ze toevallig dezelfde taal spreken.
Men kan zich ook de vraag stellen of de rol van taal bij integratie in een sociaal weefsel wel zulk een determinerend karakter heeft dan sommigen stellen. Als dat werkelijk het geval zou zijn, is het zeer moeilijk om te verklaren waarom de Joegoslavische burgeroorlog (tussen gelijktaligen) plaatsgevonden heeft of waarom mensen die elkaars taal niet spreken indien ze willen contact met elkaar zoeken. Denken we in dat opzicht maar aan spelende kinderen die geen etnisch onderscheid maken, omdat ze nog niet door een taalnationalistische of racistische ideologie gehersenspoeld zijn. Taal speelt maar een rol indien men wil dat het een rol speelt, of meer concreet indien een bepaalde heersende klasse ze gebruikt als instrument tot in- of uitsluiting van een bestaande (deel)staat.
De taalwetten zijn indertijd ingesteld als een mechanisme om sociale achteruitstelling tegen te gaan. Het is dan ook bijzonder ironisch dat vandaag de taalpolitiek van gemeenten als Overijse net dat zal bewerkstelligen. Een heuse segregatie grijpt plaats op basis van taal. Volgens het principe geen Nederlands-geen grond worden zwakkeren gewoonweg gediscrimineerd. En dan gaat het niet in de eerste plaats om Franstalige Belgen, maar wel om allochtonen. Achter deze politiek schuilt de weloverwogen intentie van een ronduit racistische, nieuwe burgerij om achter de dekmantel van sociaal flamingantisme de Belgische staat en zijn sociale verworvenheden te vernietigen. Daarom moet een taalhomogeen Vlaanderen én een taalhomogeen Wallonië (zie de recente uitlatingen van Reynders, Moureaux e.a. omtrent confederalisme) ontstaan, gestoeld op principes van zelfredzaamheid, lage werkloosheidsuitkeringen, een minimale gezondheidszorg enz. Op Belgisch niveau zijn deze doelstellingen veel moeilijker om te bereiken, gezien de (nog) niet-gesplitste vakbonden die vooralsnog tegengewicht bieden. Een neo-liberaal (i.e. een libertair) Vlaanderen (Wallonië), hard voor de zwaksten zal hand in hand gaan met een actieve politiek van segregatie als diegenen die de volgende staatshervorming voorbereiden hun zin krijgen.
De burgers wordt ondertussen een rad voor de ogen gedraaid door het manifest door en onder elkaar gebruikt, waarin de begrippen federalisme, confederalisme, separatisme en zelfstandigheid naar hartelust door en onder elkaar gebruikt worden. Natuurlijk liggen deze begrippen in Belgische context zeer dicht bij elkaar: het zogenaamde federalisme is eigenlijk gewoon een institutionalisering van twee grote nationalismen. Zelfs op de meest manifeste contradicties mag niet worden gewezen: waarom werken al diegenen, ook de ondertekenaars van vorig manifest die zeggen tegen extreem-rechts te zijn actief mee aan de verwezenlijking van de bestaansreden van het Vlaams Belang? Waarom verwerpt men op Belgisch niveau een systeem dat in Brussel werkt? Waarom zouden unitaristen oubollig zijn en federalisten niet: willen gematigde federalisten soms ook geen materies herfederaliseren (ergo: terugkeren naar het verleden)?
Het echte probleem in België is de manifeste onwil van politici langs beide zijden van de taalgrens om hun eigen regionaal of communautair belang te overstijgen en het algemeen belang te dienen. Op Europees niveau doet men nochtans alle moeite om dit wel te doen. De nationalistische krachten die in België vrij spel hebben, krijgen op Europees niveau de wind van voren, merkwaardig genoeg ook vanwege Belgische politici. In die zin is het heroprichten van meertalige Belgische partijen, van Belgische media, sportbonden enz. helemaal niet oubollig, integendeel. Het is niet omdat er in België drie verschillende talen bestaan dat er geen Belgische natiestaat kan bestaan. Een goed of een beter bestuur is immers niet het monopolie van degenen die zich beroepen op hun aanhankelijkheid op deze op gene taalgroep. Een moderne en efficiënte overheid wordt gebouwd door bekwame en plichtsbewuste politici uit elke taalgroep, uit elke ideologie en overtuiging. Als we dat in België niet bewerkstelligen kunnen, leiden we aan een ernstig beschavingsdeficit.
CORRUMPEREND: HOE MEER BEVOEGDHEIDSNIVEAUS, HOE HOGER DE KANS OP CORRUPTIE
FASCISEREND: PLAVEIT DE WEG NAAR DE OPKOMST VAN RADICAAL-RECHTS DOOR ETNISCHE INSLAG
HYPERPOLARISEREND => LEIDT NAAR SEPARATISME: HOOGST INSTABIEL SYSTEEM MET DE FACTO TWEE POLEN DIE TWEE NATIONALISMEN GEÏNSTITUTIONALISEERD HEBBEN (UITGANGSPUNT IS: ALS VERSCHILLEN BESTAAN, MOET ER GESPLITST WORDEN, ER ZULLEN ALTIJD VERSCHILLEN GEVONDEN WORDEN TUSSEN VL en WAL, ERGO MOET LOGISCHERWIJS HEEL BELGIË GESPLITST WORDEN)
BEREIDT NIET ALLEEN ONDERGANG BELGIË MAAR OOK DIE VAN TAALREGIOS VOOR: DOOR HAAR POLARISEREND KARAKTER DAT NAAR SEPARATISME LEIDT, ZAL VLAANDEREN EEN EXTREMISTISCHE EN ZELFS TOTALITAIRE STAAT WORDEN, MET EEN GEAMPUTEERD GRONDGEBIED, TERWIJL WALLONIË AANSLUITING ZAL ZOEKEN BIJ HET IMPERIALISTISCHE FRANKRIJK; DE ROL VAN BRUSSEL INTERNATIONAAL UITGESPEELD ZIJN
DISCRIMINEREND: TAALAPARTHEIDSSYSTEEM MET GESCHEIDEN ORGANISATIES, PARLEMENTEN, PARTIJEN EDM OP BASIS VAN ETNISCH CRITERIUM, EXCESSEN DUIDELIJK (CF. BELEID VLAAMSE GEMEENSCHAP)
OUDERWETS: BEDRIJVEN HOUDEN GEEN REKENING MET STAATSGRENZEN, A FORTIORI NIET MET TAALGRENZEN, IDEM MILIEU, TERRORISME ETC. TAALREGIOSTATEN ZIJN VOLLEDIG ONAANGEPAST AAN DIMENSIES PROBLEMEN HUIDIGE WERELD
TEGENGESTELD AAN NATIONALE GESCHIEDENIS: IN ZUIDELIJK NEDERLANDEN IS NATIE GEGROEID VANUIT STATEN, PROVINCIES ZIJN HIEROP GEBOUWD, HUIDIGE DEELSTATEN HEBBEN GEEN ENKELE HISTORISCHE LEGITIMATIE
TIJDROVEND: WAANZINNIGE COMMUNAUTAIRE HETZE EN ALLE TIJD DIE DAAR INKRUIPT LAAT ONS NIET TOE OM IETS TE DOEN AAN URGENTE PROBLEMEN ZOALS ECONOMIE, KOOPKRACHT, VERVUILING
TEGENGESTELD AAN GEEST VAN DE BELGISCHE GRONDWET: UITHOLLING GELIJKHEIDSBEGINSEL OP ETNISCHE BASIS
ANTI-EUROPEES: EU ORGANISEREN OP BASIS VAN TAALREGIOS (CA. 400) IS EINDE VAN EUROPESE UNIE, DAT AL MOEILIJK BESTUURBAAR IS MET 27 LIDSTATEN
ANTI-GLOBALISTISCH: EEN GEREGIONALISEERDE WERELD BETEKENT 10,000 ONAFHANKELIJKE TAALREGIOSTATEN DIE ALLEN STAAN OP HUN ONVERVREEMDBARE SOEVEREINITEIT. DIT MAAKT DE AARDE KAPOT.
KAN DE MENTALE GEZONDHEID ERNSTIGE SCHADE TOEBRENGEN: RECENT ONDERZOEK (VSA) WIJST UIT DAT DE BELGEN VEEL ONGELUKKIGER ZIJN, DAN DE ANDERE EUROPESE LANDEN; DE AMERIKAANSE ONDERZOEKERS WIJTEN DIT AAN COMMUNAUTAIRE PROBLEMATIEK
ABSURD: BELGIË= ZAKDOEK GROOT, ½ INWONERS MEXICO-STAD, WAAROM DAN 600 PARLEMENTAIREN EN 60 MINISTERS?
ONLOGISCH : BESTAAN BRUSSELS GEWEST EN FEDERALE (TWEETALIGE) REGERING BEWIJZEN NET DAT UITGANGSPUNT FEDERALISME (SPLITSEN OP TAALBASIS) ONZINNIG IS
ONETISCH : EEN SYSTEEM DAT MENSEN IN POLITIEKE STRUCTUREN STEEKT OMWILLE VAN PERSOONSGEBONDEN KENMERKEN KAN NIET VERDEDIGD WORDEN, TENZIJ DAN DOOR DE MORAAL TE SCHENDEN
ASOCIAAL: STRUCTURELE SOLIDARITEIT MET ARMERE REGIOS IS ONMOGELIJK WEGENS ONTRAFELD SOCIAAL-ECONOMISCH WEEFSEL
SCHADE AAN IMAGO: SCHAADT IMAGO BELGIË IN BUITENLAND, MAAR OOK IMAGO NEDERLANDSE TAAL (vgl. schade aan Duits door wereldoorlogen)
GEVAARLIJK SYSTEEM: WOORDGEWELD LEIDT TOT STRUCTUURGEWELD EN MOGELIJKERWIJS TOT FYSIEK GEWELD
ONDERGRAAFT MAATSCHAPPIJ: BELGISCHE OVERHEID HEEFT TE WEINIG MIDDELEN OM TE INVESTEREN IN HAAR (AFGENOMEN) TAKEN: GEVOLG IS BIJV. VERLOEDERING VAN JUSTITIE EN POLITIE
ONVERDEDIGBAAR: TAALFEDERALISME IS ONVERDEDIGBAAR TENZIJ MET RACISTISCHE ARGUMENTEN (OF OMDAT WE DE REALITEIT SLAAFS ZOUDEN MOETEN AANVAARDEN
DEZE LIJST IS GEENSZINS EXHAUSTIEF!
OPLOSSING: UNITAIR BELGIË MET NEGEN PROVINCIES (decentralisatie), POLITIEK VAN INDIVIDUELE TWEETALIGHEID EN ANTI-NATIONALISME
AL DE REST IS PUUR TIJDVERLIES EN DIENT ENKEL DE BELANGEN VAN EXTREMISTEN LANGS BEIDE ZIJDEN VAN DE TAALGRENS DIE DE BELGISCHE STAAT EN DEMOCRATIE WILLEN KAPOTMAKEN EN ONS MODEL VAN SOCIALE WELVAART WILLEN VERVANGEN DOOR EEN AUTORITAIR SYSTEEM VAN SOCIALE AFBRAAK EN ORDINAIR TAAL- OF ANDER RACISME
POLITIEK EENGEMAAKT BELGIÃ EVEN TOEKOMSTGERICHT DAN POLITIEKE EU
In een opiniestuk ("Waarom een Iers Neen ook voor U belangrijk is") kanten Eric Verhulst en Willy De Wit zich tegen een "Europese superstaat". Volgens hen doet de economische eenwording van Europa en de globalisering van de economie de nood aan politieke eenwording dalen. Natuurlijk is het net omgekeerd. Hoe meer de problemen transnationaal worden, hoe meer politieke eenmaking nodig is. Een staatsstructuur immers die zich niet aanpast aan nieuwe dimensies is gewoonweg niet meer democratisch. Volgens de logica van de auteurs zou het Europa van de Nieuwe Tijd, met zijn lappendeken van honderden prinsdommen aangepast geweest zijn aan de industriële revolutie. Het is net omdat Europese staten blijven staan op hun onvervreemdbare soevereiniteit en omdat etnische regio's zich willen afscheuren van bestaande entiteiten dat de wereld er niet op vooruitgaat. Als Westerse landen maar 0,7% van hun BNP afstaan aan ontwikkelingslanden komt dat niet omdat ze kapitalistisch zijn, maar wel omdat ze nationalistisch zijn. Omdat er geen bovennationale rechtsorde bestaat, zijn er nog steeds tientallen conflicten in de wereld.
De auteurs doen uitschijnen alsof een politiek eengemaakt Europa een soort EUSSR zou zijn, van waaruit politici uit hun "ivoren torens" regeren. Onzin natuurlijk, de Verenigde Staten tellen bijna dubbel zoveel staten dan de EU en zijn één van de meest democratische landen ter wereld die tot tweemaal toe is tussengekomen in de Europese burgeroorlogen van 1914-1918 en 1939-1945. Men kan zich overigens de vraag stellen of een zuiver economische Europese "Unie", met tientallen contractueel gebonden regiostaatjes opgewassen is tegen de VSA of tegen China. Of opteren de auteurs soms voor een wereld waarin één of twee supermachten alles te zeggen hebben? Het argument dat vroeger politieke eenmaking wel nodig was om staten te beschermen tegen protectionisme en tolgrenzen snijdt geen opzicht. Alsof soevereine Europese staten niet vrijwillig uit een economische Unie kunnen treden om hoge tolmuren op te trekken.
Dat de auteurs de EU beschuldigen van een inperking van de vrijhandel door een centralistische "regelneverij" is gewoonweg lachwekkend. Het is net door de EEG dat er nu al 50 jaar onafgebroken vrijhandel bestaat tussen de lidstaten, daar waar ze elkaar de vorige eeuwen met de regelmaat van de klok economisch of militair bevochten. Het is mede door het bestaan van het EU-model dat het communistische Oostblok versneld is ineengestort, waarna de ex-Oostbloklanden snel aansluiting zochten bij de Unie.
Een ander gehanteerd argument is dat de EU-subsidies aan Ierland de staat niet vooruit hebben geholpen. De Ieren zouden het zelf gedaan hebben en een correlatie tussen de toetreding van het land tot de EEG en een verhoogde welvaard zou onbestaand zijn. Inderdaad ging Ierland in de jaren 1970 en 1980 gebukt onder een economische laagconjunctuur, die in de hand werd gewerkt door het falende beleid van de nationale regeringen. Diezelfde nationale regeringen bij wie, volgens de auteurs, alle macht zou moeten liggen. Pas in de jaren 1990, toen de EU politiek vorm nam en meer dan 10 miljard euro in de Ierse economie pompte kwam de economische heropstanding tot stand. Overigens zijn er nog voorbeelden van landen die aan de rand van een Derde-Wereldstatuut stonden en door de EEG en EU uit het dal gekropen zijn: denken we maar aan Spanje, Portugal of Griekenland. De auteurs halen het voorbeeld aan van Charleroi om aan te tonen dat subsidies niet werken. De werkloosheid blijft daar, zo schrijven ze, ondanks massale EU-subsidies op 30%. Dat dit mogelijk is, is net het gevolg van een gebrek aan sociaal-economische eenmaking en structurele solidariteit die ons taalfederalistisch stelsel definieert.
Maar volgens de schrijvers zijn er nog meer nadelen aan een "Europese superstaat". Allereerst de hoge belastingsdruk die een 'loodzware overheidsbureaucratie' met zich meebrengt. Pleiten de auteurs hier dus eigenlijk voor een afschaffing van de Verenigde Staten? Wie zegt dat politieke eenmaking gepaard moet gaan met een exponentieel aan belang winnende democratie? Dat het tegendeel waar is, dat door nationalisten aangespoorde politieke verdeeldheid de bureaucratie verzwaart, toont het Belgische federalisme ten overvloede aan.
Ten tweede zien ze een 'gevaar' in de taks-harmonisering. Had Ierland zijn welvaart niet te danken aan taksconcurrentie? De auteurs maken verzuimen hier om het fundamentele onderscheid tussen een taksharmonisering en een taksuniformisering te maken. Niemand zal beweren dat de lasten in Europa overal dezelfde moeten zijn, terwijl nochtans nationalistische politici in eigen land beweren dat de deelstaten elk een eigen geüniformiseerd belastingssysteem moeten hebben. Fnuikt dit dan niet de concurrentie tussen de gebieden die deel uitmaken van de taalregio's?
Ten derde stellen ze dat een politiek eengemaakte Europese Unie per definitie ondemocratisch zou zijn. Politici die we niet kunnen verkiezen zullen ons regeren. Eenzelfde geluid horen we in België vanuit taalnationalistische kringen. Die stellen dat België geen democratie is, omdat we de politici van het andere landsgedeelte niet verkiezen kunnen. Wanneer ideeën als een federale kieskring naar voren geschoven worden doen ze dit af als "de klok willen terugdraaien". Federale partijen mogen niet heropgericht worden, want dat is hetzelfde als zeggen dat we de geschiedenis moeten herschrijven. Hier valt hun masker af. Het heeft niets te maken met de "loop van de geschiedenis", maar wel met een fundamentele afkeer van andere talen, culturen en opinies, zowel in Belgisch als in Europees kader.
Natuurlijk is het verdrag van Lissabon te complex, een geactualiseerde versie van het verdrag van Rome kan volstaan als Grondwet van de EU. Een goede Grondwet hoeft lang noch complex te zijn, zo toont de briljante Belgische Grondwet van 1831 aan (zouden de eurosceptici dit ultra-liberaal document ook als stalinistisch bestempelen?). Het zijn steeds de tegenstanders geweest van de vooruitgang die de grootste rampen over de mensen hebben uitgeroepen: van de godsdienstoorlogen tot de nationalistische en imperialistische slachtingen en de Stalinistische zuiveringen was steeds de afkeer om politiek samen te leven met andersgelovigen, met andersdenkenden of met andere nationaliteiten de ultieme drijfveer. De redenen die eurosceptici hanteren tegen Europa, gebruiken ze in onze eigen meertalige democratie tegen de "Franstaligen", de "Vlamingen" of de "allochtonen". Een toekomstgericht beleid kan enkel erop gericht zijn om een unitair België dat volgens recente peilingen (KULeuven-UCL een springlevend idee is in een eengemaakt Europa te bewerkstelligen. Al de rest zijn retrograde achterhoedegevechten.
De laatste dagen staat de noodzakelijke splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde weer hoge op de politieke agenda. Maar wat is eigenlijk het probleem?
1)Wat is Brussel-Halle-Vilvoorde (B-H-V)?
Een tweetalige kieskring die zowel het Brussels Gewest als een deel van het Vlaams Gewest omvat, met name het westelijke deel van Vlaams-Brabant.
2)Waarom zegt men dat B-H-V gesplitst moet worden?
Hier zijn twee versies.
Volgens de officiële versie moet B-H-V gesplitst worden omdat het Arrest van het Arbitragehof (thans: Grondwettelijk Hof) de kieskring ongrondwettelijk acht. Nochtans staat in het Arrest (73/2003) dat de kandidaten in Halle-Vilvoorde anders behandeld worden (niet: gediscrimineerd) dan kandidaten in andere provincies, omdat er geen Vlaams-Brabantse kieskring bestaat. Het komt aan de Wetgever toe om bijzondere modaliteiten (lees: het bestaan van B-H-V)te bepalen waardoor die uitzondering bestaan kan. Kortom, het Parlement moet gewoon motiveren waarom B-H-V een uitzondering is op de regel (het bewaren van het communautaire evenwicht).
De echte bedoeling is natuurlijk het samenvallen van taal- en staatsgrenzen en meerbepaald de definitieve afbakening van de grens van het toekomstig republiekje Vlaanderen.
3)Wat is de oplossing terzake?
-De oprichting van een nationale kieskring voor hetzij de hele Kamer, hetzij de hele Senaat
-De oprichting van een tweetalig Brabants Gewest (met behoud van de taalgrens)
-Een unitair België op basis van negen provincies, met taalwetten, maar zonder taalracisme!
Er bestaat geen probleem B-H-V, er bestaan enkel dolgedraaide taalnationalisten die hoogstens 5% van de bevolking vertegenwoordigen en alles van sportbonden tot kieskringen op etnische basis willen splitsen!