http://opinie.deredactie.be/2010/06/14/n-va-hoe-het-groeide/#comment-32981
14 / 06 / 2010
We schrijven lente 2002.
Het was één van de eerste keren dat ik het op tv mocht komen uitleggen.
En het was ook één van de eerste tv-optredens van Bart De Wever. We
zaten samen in het debatprogramma Trommels en Trompetten van Marc
Reynebeau op Canvas. Het thema was nationalisme. We waren daar beiden
academisch mee bezig beiden werkten we aan een doctoraat, hij aan de
KUL, ik aan de UA en we hadden er elk een duidelijk andere visie op.
De hand van Bart De Wever
Enkele maanden eerder was de N-VA boven de doopvont gehouden als de
Vlaams-radicale en rechtse opvolger van de Volksunie. Het boegbeeld van
die partij was Geert Bourgeois, maar op de achtergrond speelde Bart De
Wever al een belangrijke rol, vooral op inhoudelijk vlak, want hij was
één van de mensen die de pen had vastgehouden van het partijprogramma.
Het was mij eerder al eens opgevallen, maar tijdens die uitzending
merkte ik het zeer duidelijk: De Wever was, behalve een intellectueel,
ook een politiek talent. Een uitstekende debater vooral. Hij zat er in
die uitzending weliswaar wat ongemakkelijk bij (net als ik), maar zijn
verhaal was glashelder. En vooral rationeel. Ik herinner mij nog goed
dat hij zich toen al met kracht verzette tegen het beeld van de
romantische Vlaams-nationalist die in korte broek op de Groeningenkouter
met een Vlaamse vlag staat te zwaaien.
Niet het traditionele verhaal
Hij vertelde niet het traditionele Vlaams-nationalistische verhaal,
dat toen nog vaak de boventoon voerde. Dat klassieke verhaal baseert de
noodzaak aan meer Vlaamse autonomie vooral op het bestaan van een
Vlaamse natie, een Vlaams volk, een Vlaamse identiteit, een Vlaamse
cultuur. Het discours van een Luc Vandenbrande, Vlaams
minister-president voor CD&V tijdens de jaren 1990, viel daar
bijvoorbeeld nog onder. Telkens men hem vroeg wat die Vlaamse identiteit
precies inhield stond hij met zijn mond vol tanden, maar ze was wel de
dwingende reden voor een grote staatshervorming.
Bart De Wever zal je alleszins en public nooit de Vlaamse
autonomie horen verdedigen vanuit het bestaan van een Vlaamse, natie,
cultuur of volk. De Wever had van in het begin door dat je in de huidige
maatschappelijke context met zon verhaal geen levensvatbare partij
meer uitbouwt. Toen al bracht hij het verhaal van de twee democratieën
in één land.
Voor een deel is dat natuurlijk een rationalisering van een vooral
emotionele overtuiging. Want laat er geen onduidelijkheid over bestaan:
De Wever was en is een nationalist, een harde nationalist zelfs. Hij
gaat nog steeds jaarlijks naar het Vlaams-nationaal Zangfeest. Maar hij
weet perfect hoe in te spelen op de veranderde maatschappelijke context.
Geen intellectueel onderbouwd antwoord
Sommigen, vooral aan Franstalige kant, maken de fout om niet goed
naar dat discours te luisteren en er ook echt een intellectueel
onderbouwd antwoord op te geven. Dat zag ik vorige week weer mooi
geïllustreerd tijdens het debat tussen De Wever en Louis Michel, dat De
Standaard en Le Soir hadden georganiseerd in de AB. Michel stelde
teleur. Hij was zeer scherp tegenover De Wever, maar viel hem enkel aan
op zijn nationalisme, dat met alle mogelijke negatieve eigenschappen
werd beladen (het hoogtepunt was toen hij De Wever verweet een solitude
triste te vertegenwoordigen). Natuurlijk kan je in een debat
benadrukken dat zich achter het rationele discours van De Wever een
nationalist bevindt en dat nationalisme nefaste trekken heeft. Maar als
je reactie daarbij blijft, blijf je natuurlijk steken in
intentieprocessen en ga je het debat ten gronde niet aan, waardoor je
alleen preekt voor de overtuigden.
Dat was deels ook het probleem met de aanvallen op De Wever vanuit
Vlaamse partijen tijdens deze campagne. Het bleef vaak steken in de
beschuldiging: u bent voor separatisme. Geen onterechte opmerking, maar
tegelijk bestreed men niet de fundamentele argumenten en visie van De
Wever. Toppunt daarvan was de Open VLD die erin slaagde zich op
communautair vlak als een N-VA-light te presenteren en mee te gaan in de
strategie van De Wever door plots de juridische fictie van het
confederalisme te omarmen. Zelfs Groen!, dat ten gronde wellicht de
visie op federalisme heeft die het meest tegengesteld is aan die van
N-VA, durfde die niet te ontplooien, durfde dat debat ten gronde niet
aan en bleef steken in het verhaal dat het verschil met N-VA en anderen
was dat zij wél goede contacten hadden met hun zusterpartij, Ecolo. Geen
onbelangrijk argument, maar nu niet meteen een duidelijke uitgewerkte
visie op staatshervorming.
De lente van 2002
Maar terug naar de lente van 2002. Wat ik toen niet kon vermoeden was
dat Bart De Wever ooit de populairste politicus in Vlaanderen zou
worden. Want zijn discours hoewel het volgens mij ook toen al een heel
aantal onrealistische en soms simplistische elementen bevatte was
duidelijk intellectualistisch. Je moest al redelijk goed op de hoogte
zijn van de politieke situatie om hem te kunnen volgen. Natuurlijk paste
hij zijn discours toen ook al wel aan het publiek aan. En Marc
Reynebeau en Canvas leenden zich veel meer tot een intellectualistisch
discours dan een lokale partijbijeenkomst.
Maar de N-VA speelde dat intellectualistische, serieuze toen ook echt
uit. Het was de tijd van Steve Stevaert, van de leuke meisjes en
jongens van paars. En van de tv-formats die hen op het lijf geschreven
waren. Het soort tv-formats die met name Siegfried Bracke op de openbare
omroep had geïntroduceerd en verdedigde. De N-VA verzette zich
daartegen. Met name Geert Bourgeois had er een broertje aan dood. De
partij stelde ooit aan de andere partijen een soort deontologische code
voor, waarbij politici zich zouden engageren om niet aan
spelletjesprogrammas deel te nemen.
Ik had toen niet kunnen vermoeden dat Bart De Wever enkele jaren
later wereldbekend in Vlaanderen zou worden dankzij het tv-spelletje De
Slimste Mens ter Wereld of dat hij op de cover van P-magazine zou
prijken met zijn hand op de frêle schouder van Miss België. En nog
minder dat Siegfried Bracke voor de N-VA een lijst zou trekken.
Het discours werd sloganesker
Het discours van De Wever werd ook gaandeweg veel minder
intellectualistisch, het kreeg meer uitgesproken anti-establishment en
populistische kantjes. En het werd meer sloganesk. En tegelijk minder
radicaal-communautair, minder separatistisch. Een duidelijke evolutie,
een bocht zo u wil, in het profiel en discours van de N-VA die
ondertussen de Lijst De Wever werd. Zo slaagde De Wever erin om het hele
rechtse spectrum van de Vlaamse politieke kaart te hertekenen en zowel
kiezers van christelijk centrum-rechts, liberaal rechts, populistisch
rechts en extreem-rechts aan te spreken. Het laatste jaar zag je dat
steeds meer aankomen. Ik zag hem ook evolueren telkens ik hem tijdens
die jaren tegenkwam.
Maar in 2002 had ik niet kunnen vermoeden dat ik De Wever acht jaar
later op een lente-ochtend zou terugzien in de studios van Radio 2 in
Antwerpen om daar zijn tsunami-overwinning bij de federale verkiezingen
te becommentariëren. De Wever zelf ook niet.
Dave Sinardet
|