Men heeft ons de Belgische burgers vaak
gezegd dat het Belgische federalisme een goede zaak is. Zij die gefundeerde
kritiek gaven op dit systeem werden en worden niet gehoord. Het uitgangspunt
van het federalisme, zoals we dat sedert 1970, maar vooral sedert 1980, kennen
is dat Vlamingen en Walen verschillende noden hebben, omdat
beide volksgemeenschappen anders zouden zijn. Het is een leugen (en
zelfs indien het een waarheid zou zijn rechtvaardigt het niet de opdeling van
een meertalige democratie; wie geen verschillen wil, moet maar kiezen voor een
dictatuur). Het is een onwaarheid, maar ze is ons verteld. Het terrein waarop
deze noden verschillend zouden zijn, werd steeds uitgebreid: cultuur, media,
toerisme, huisvesting, openbare werken, gezinsbeleid, economie, landbouw, wapenhandel,
buitenlandse handel, milieu, sport, de gemeente- en provinciewet,
ontwikkelingssamenwerking, mobiliteit enz.
Een taalgrens die zoveel functies accumuleert
wordt een staatsgrens. Is dit onlogisch? Ja, omdat taal en al deze bevoegdheden
natuurlijk los van elkaar staan. Anderzijds: nee, niet in dit huidige systeem.
Het federalisme is immers in het leven geroepen om twee zgn. volksgemeenschappen
autonomie te geven. Wie de deur openzet naar het splitsen van
niet-taalgebonden bevoegdheden, zet de deur open naar een splitsing van het
land.Er is immers geen enkele reden in deze federalistische logica
waarom onderwijs wél en de sociale zekerheid niet moeten gesplitst worden.
Net als er geen enkele reden is nog volgens deze logica waarom buitenlandse
handel wél, maar buitenlandse zaken niét gesplitst moeten worden. Elke
splitsing roept bovendien een nieuwe dynamiek in het leven: splits de
preventieve gezondheidszorg en men zal om een splitsing van de curatieve vragen,
splits wegenwerken en men vraagt de overheveling van de wegcode. Splits de
economie en men vraagt de splitsing van het werkgelegenheidsbeleid. Splits de
provincie Brabant en men vraagt de splitsing van BHV.
Met de beste wil hebben verscheidene
organisaties en mensen na de invoering van het Belgische federalisme gezegd dat
we dat federalisme moesten hervormen. Ze zegden en herhalen dat we niet
achteruit kunnen. Daarbij gaan ze natuurlijk voorbij aan de elementaire logica:
dat elke herfederalisering die zij vragen ook een terugkeer naar het verleden
is. Daarbij noemen ze provinciaal federalisme een terugkeer naar het verleden,
hoewel België nooit zon systeem kende.
Ze zeggen dat we de federale en de
deelstatelijke overheden moeten versterken. De deelstatelijke overheden moeten
dus ook versterkt worden, hetgeen een verzwakking van het
federale niveau impliceert. Dit zeggen Belgische federalisten er niet bij.
Ze pleiten voor federalisme, met een federale
kieskring. Mooi. 15 Parlementsleden, gekozen door alle Belgen, i.e. 10% van de
Kamer.
Vragen:
- Gaan deze 15 mensen zich dissident opstellen
tov. hun partij bij de volgende communautaire crisis?
- Gaat een nationale kieskring, waarvan bij
voorbaat is vastgelegd dat er 9 Nederlandstaligen en 6 Franstaligen zetelen
quid met de Duitstaligen? verhinderen dat extreme nationalisten, die genoeg
hebben aan voldoende stemmen in hun taalgebied, verkozen worden?
- Wat is de waarde van zulk een kieskring, die
internationaal maar bestaat zolang er een koninkrijk België bestaat tegenover
een territoriale link (BHV) die gemeenschapsoverstijgend is?
Ik zie dat velen zich nestelen in het comfort
dat de grote partijen hun bieden. Het is hun goed recht. Zij moeten wel
weten dat alle partijen in het noorden en in het zuiden van het land een
onafhankelijk Vlaanderen of Wallonië willen of het principe ervan
aanvaard hebben , al dan niet ingebed in een zwakke Belgische statenbond.
Voorlopig hebben enkel de Vlaamse socialisten, het CDH en de groenen dit
confederalisme nog niet openlijk beleden. Ook zij zullen België niet
rechthouden, dat hebben ze bij meerdere staatshervormingen in het verleden al
op afdoende wijze aangetoond. Wederom de vraag: is dit onlogisch? Ja, omdat de
stromingen universalistisch zijn en in principe tegen nationalistisch geïnspireerde
splitsingen zouden moeten afwijzen. Anderzijds: nee, want de partijen zijn op
taalbasis ingericht en gedragen zich dus als nationale Vlaamse of Franstalige
partijen.
Het betoog van de Belgische federalisten is
door de feiten achterhaald. Zullen zij morgen ook zeggen dat men zich niet te
rigide moet opstellen tegenover het confederalisme (i.e. het separatisme) omdat
men toch niet terug naar het verleden kan?
En nu zijn we, met dank aan het Belgisch
federalisme en vooral met de dragers ervan die hun mond maar niet kunnen houden
over Vlaanderen en Wallonië aanbeland in een situatie waarin partijen die openlijk
separatistisch zijn punt 1 van die éne partij die iedereen zogezegd bestrijdt
binnenkort door 35 à 45% van het Vlaamse electoraat ondersteund worden.
Niet dat deze mensen onafhankelijkheid willen (dat wil slechts 10 à 20%
van de Belgen), maar ze verzetten zich er ook (voorlopig) niet tegen,
net omdàt het Vlaams-nationalistische discours in élke Vlaamse partij
aanwezig is, omdatnationalisme de basis is van onze staatsstructuur en gewoon is geworden. Partijen die een statenbond OPEN VLD
noemt dat een samenwerking van drie KMOs ... zo denkt men daar dus over het Koninkrijk België ondersteunen krijgen de rest en 20-25% gaan naar zogezegd
federalistische partijen ter linkerzijde, waarvan het zogezegd gematigde Groen!
Samen met SLP (= ex-Volksunie) één partij vormt.
Ik kan me maar één voorbeeld van zon verkiezing
voor de geest halen: die van August Borms in 1928.