De Gravensteengroep (www.gravensteengroep.org), een linkse Vlaams-nationalistische denktank, geesteskind van moraalfilosoof E. Vermeersch, heeft alweer een Manifest gepubliceerd. Op 12 oktober jl. rolde het schrijfsel van de persen van De Standaard, onder de (noch begeesterende, noch geestige) titel Wat bevat het witte blad?.
Welk zijn nu de uitgangspunten die deze groep in zijn schrijven formuleert en welke kritiek valt erop te geven?
1. Voorstellen tégen meer Vlaamse autonomie zijn reactief (reactionair m.a.w.)
Voorwaar een vreemde stelling. In alle meertalige of multiconfessionele staten wordt het verenigen van mensen met een verschillend geloof, een verschillende taalgroep, etnische afkomst e.d.m. net als uiterst progressief beschouwd. In alle staten ... behalve in België. Daar zijn zogezegd enkel verzoeningsgezinden reactionairen. Het mag als een grote triomf van het nationalisme beschouwd worden dat zulke ideeën in brede kringen gemeengoed zijn. Op het niveau van de Europese Unie zouden mensen en partijen die naar meer soevereiniteit streven als zeer conservatief bestempeld worden. Men beelde zich maar eens in wat er zou gebeuren wanneer wekelijks of zelfs dagelijks Fransen en Duitsers, Denen en Grieken, Esten en Bulgaren zouden benadrukken hoe groot de onderlinge verschillen wel zijn...
2. Voorstellen m.b.t. de staatshervorming mogen niet ingaan tegen de zogenaamde Vlaamse resoluties
Met die Vlaamse resoluties bedoelt men de resoluties die in april 1999 goedgekeurd werden door het Vlaams Parlement (toen nog: Vlaamse Raad). Zij beogen een verregaande ontmanteling van de Belgische staat vanuit een exclusief tweeledig staatsstructuur. Minder geweten is dat deze resoluties allesbehalve kracht van wet bezitten. Inderdaad zijn noch de regionale, noch de communautaire parlementen (of regeringen) die ons land rijk zijn bevoegd om beslissingen te nemen inzake het herverdelen van bevoegdheden. Deze competentie komt immers exclusief aan de Grondwetgever (lees: het federale parlement) toe. Wat noch verbazender is, is dat deze groep die zichzelf toch als intellectueel zijnde bestempelt enerzijds akkoord is met onderhandelingen, maar anderzijds geen verzuchtingen toelaat die de (vanuit wettelijk oogpunt hoogst betwistbare) resoluties van het Vlaams Parlement tegenspreken. Waarom dan nog onderhandelen?
3. Aan Vlaamse kant staat een sterk aangelengde versie van de Vlaamse resoluties, [...] regionale arbeidswetgeving, gedeeltelijke fiscale autonomie, gedeeltelijke regionalisering (sic, moet zijn: communautarisering) van de sociale zekerheid.
Versta: de Vlaams-nationalistische eisen zijn redelijk. Hoezo? Bestaat er dan één enkel (federaal) land waar het tewerkstellingsbeleid gesplitst is? Zijn de verschillen op gebied van arbeidsmarkt tussen Oost- en West-Duitsland, met zijn eengemaakt werkgelegenheidsbeleid soms kleiner dan die tussen Vlaanderen en Wallonië? Overigens kennen vele federale staten geen enkele vorm van fiscale autonomie. Waarom een Vlaamse of Franstalige sociale zekerheid socialer, beter, patiëntvriendelijker zijn zou vernemen we helaas niet. Wat men in Brussel gaat doen bij een (gedeeltelijke) splitsing van de sociale zekerheid, vernemen we evenmin. En dan zwijgen we in ons verhaal nog over de vele reeds gesplitste bevoegdheden in België die wederom in geen enkele federatie buiten in België op deelstatelijk niveau beheerd worden (ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse handel, sport om er drie te noemen), maar waar niemand hier aanstoot aan schijnt te nemen.
4. Volledig te verwerpen volgens de lieden van de Gravensteengroep is de herfederalisering van bepaalde bevoegdheden. zoals geluidsnormen , ontwikkelingssamenwerking, de herfederalisering van sommige geneeskundige materies (preventiebeleid).
Deze spreekwoordelijke borrelnootjes om eens een modieus woordje te gebruiken verzinken natuurlijk in het niets tegen de aangelengde (maar eigenlijk zeer verregaande) splitsingsvoorstellen. Maar de soevereiniteit der deelstaten is blijkbaar zo onvervreemdbaar dat elke aantasting ervan als een ware schande wordt ervaren. Dat federalisme en soevereiniteit nu net haaks op mekaar staan is een redenering die bij Prof. Vermeersch en de zijnen niet opkomt.
5. Voorts worden nog volgende voorstellen verworpen: een paritaire Senaat, een federale kieskring en samenvallende verkiezingen.
A. Wij begrijpen eerlijk gezegd niet dat de nationalisten aanstoot nemen aan een paritaire Senaat, waarvan de leden rechtstreeks door de parlementen van de deelstaten worden aangeduid. Op die manier zouden de Vlaamse en Franse Gemeenschap rechtstreeks grip krijgen op grondwetswijzigingen. Dit gezegd zijnde, is een paritaire Senaat geen goede zaak met het oog op het verstevigen van de Belgische cohesie. Een paritaire Senaat zal uiterst polariserend werken, daar de Senatoren de facto enkel Vlaanderen en Wallonië (met een vleugje Brussel en snufje Duitstalig België) zullen vertegenwoordigen. Nieuwe communautaire conflicten staan dus in de sterren geschreven.
B. Vanuit nationalistisch oogpunt is het natuurlijk logisch dat men een (gedeeltelijk) federale kieskring afwijst. Anderzijds lezen we in hetzelfde geschrift:
Wat hierin [in het geval BHV] vooral stoort is dat men de afwezigheid van wederkerigheid in de staat België tot norm wil verheffen. Kandidaten uit Aarlen kunnen zich verkiesbaar stellen tot in Zemst, ten zuiden van Mechelen; omgekeerd mogen kandidaten uit Oostende of Hasselt niet eens in een Waalse gemeente met Vlaamse faciliteiten opkomen (bv Flobecq).
Met andere woorden: de auteurs wijzen de oprichting van een federale kieskring af en vinden het tegelijk een aanfluiting van de democratie dat zulk een kieskring niet bestaat. Een sterker staaltje van intellectuele oneerlijkheid is nauwelijks denkbaar.
C. Het laten samenvallen van de federale en deelstatelijke verkiezingen zou tegen de federale logica zijn en indruisen tegen de autonomie die deelstaten tijdens vorige staatshervormingen verworven hebben. Is het omdat deelstaten autonomie verworven hebben dat zij, net als soevereine staten, recht zouden hebben op verkiezingen die volledig los staan van elk ander niveau? Indien zo, waarom ageren de nationalisten dan niet tegen het samenvallen van deelstatelijke en Europese verkiezingen? Overigens vinden we in het denken van de Gravensteengroep weinig elementen terug die wijzen op een aanhankelijkheid aan de federale logica.
6. De uitbreiding van Brussel is onbespreekbaar en het ongrondwettelijke kiesarrondissement BHV moet gesplitst worden
Dat men Brussel niet wil uitbreiden ook al beantwoordt dit aan sociaal-economische logica valt nog (om taalkundige redenen) te begrijpen. Wat onbegrijpelijk is, is dat deze mensen zich mordicus verzetten tegen elke centripetale maatregel, in de naam van de Vlaamse soevereiniteit. Neem nu het voorstel om een nieuw, Brabants Gewest te creëren, waarbij de taalgrens behouden blijft. Wie kan daar nu tegen zijn? Enerzijds natuurlijk francofone imperialisten die dan niet meer kunnen spreken over een Groot-Brussel. Brabant zou in dat geval immers die functie vervullen. Maar anderzijds zijn ook taalnationalisten hiertegen gekant, omdat dit de eenheid van België zou verstevigen.
Centraal in de verhouding van de Vlaamse taalnationalisten tot Brussel is het Januskopgezicht dat zijn m.b.t. dit stadsgewest aannemen. Als het bijv. over taalmisstanden in Brusselse ziekenhuizen gaat, zijn zij de eerste om deze uit te bazuinen. Maar eigenlijk interessseert Brussel hen gewoon om het als propagandistisch instrument te kunnen uitspelen.
Over BHV blijven we herhalen dat deze kieskring niet ongrondwettelijk is. Bovendien verbiedt de Grondwet niét het bestaan van meertalige, gewestgrensoverschrijdende kieskringen en zegt het Grondwettelijk Hof zeer duidelijk dat het enkel aan de Wetgever toekomt om de kieskringen vast te leggen. De Wetgever mag op het grondgebied van de oude provincie Brabant bovendien een uitzondering op de regel van provinciale kieskringen toelaten om aan bepaalde communautaire gevoeligheden tegemoet te komen. Natuurlijk zou een Brabantse kieskring, of een nationale kieskring hier alle onduidelijkheid in één klap wegnemen, maar dat màg dan weer niet van de taalnationalisten.
Voorts staan er nog zovele onnauwkeurigheden en veralgemeningen in dit manifest dat de toch al wankele basis ervan volledig ondergraven wordt. Zo spreekt men over de deelstaat Vlaanderen, ofschoon Vlaanderen helemaal geen deelstaat is van België. De auteurs hebben het ook over het feit dat bepaalde voorstellen (supra) In strijd met de grondwet opnieuw de grenzen van Vlaanderen verplaatsbaar maken. Hebben deze mensen de Grondwet al eens gelezen? Zoja, weten ze dan dat dit document enkel gewag maakt van het Vlaams Gewest en van de Vlaamse Gemeenschap? En beseffen ze, meer belangrijk dat men krachtens art. 4 van de Belgische Grondwet weldegelijk de grenzen van taalgebieden kan wijzigen?. En wat te denken van dit citaat: Franstaligen in België gaan ervan uit dat ze zomaar kunnen overschakelen van personenrechten naar territorialiteitsaanspraken, dat rechten van de persoon ertoe mogen of moeten leiden om grondgebied van de ene naar de andere deelstaat over te hevelen..? Kan men met zulke grove veralgemeningen een ernstig gesprek aangaan?
Conclusie: het gaat hier alweer om oude wijn in nieuwe vaten. De groep waarschuwt ons overigens nog dat het niet aanvaarden van een autonomistische staatshervorming tot een verdere radicalisering (lees: tot meer autonomiestreven) zal leiden. We moeten, met andere woorden, dus een verdere afbraak van België toestaan om diezelfde afbraak te vermijden. Begrijpe wie kan!
Het feit dat de Senaat niet meer rechtstreeks verkiesbaar is de Senatoren worden aangeduid door de deelstaatsparlementen , is een aanfluiting van de democratie. De deelstaten worden overigens niet eens gelijk vertegenwoordigd. De Franstalige Senatoren worden oververtegenwoordigd, de Duitstaligen moeten het stellen met één enkele Senator. Kortom, de samenstelling zelf van deze Assemblée vloekt met zijn eigen logica. Het goedwerkende systeem van dubbele deliberatie, dat ons land sedert 1831 kent, en zorgt voor een grondiger reflectie over de wetten en de werking van onze instellingen wordt vervangen door een verkapt monocameralisme.
Art. 4 Belg. GW, derde lid:De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt. De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.
|