Deze verkiezing stond in de
sterren geschreven. Vlaanderen was steeds voller van nationalisme, van
particularisme, van zichzelf. Het was stilaan zwanger van de N-VA en Bart De
Wever. Het kind moest alleen gebaard worden
[...]
Misschien wordt het onderhand tijd om hoofd- van bijzaak te onderscheiden.
Zou het niet kunnen dat N-VA won omdat zowel het kleine verhaal als het grote
verhaal klopten? Het kleine, dat is de waan van de dag en alles wat daarmee
samenhangt aan korte en verre actualiteit. Het kleine verhaal bestaat ook uit
de persoonlijke en reeds vaak besproken successtory van Bart De Wever, de
impasse van de voorbije drie jaar, waar het achteraf gezien niet eens onlogisch
was dat de kiezer het bord eens stevig zou afvegen.
We hebben er zelf toch zo ongenadig op ingehakt: die drie onwezenlijke jaren,
met reeksen informateurs en formateurs, koninklijk verkenners en onderhandelaars,
zetelende en demissionaire premiers, Laken dat voortdurend zijn antwoord in
beraad moet houden om dan veel te vaak toch het ontslag te aanvaarden, en
stunts zoals Wilfried Martens, of all people, die in de donkerste decemberdagen
als het ware vanuit het verleden naar Brussel kwam gereden om de kwajongens
weer bij de les te krijgen. Het was allemaal allesbehalve business as usual,
het was surrealistisch, ongewoon, ongehoord, en vaak ook ongemanierd - de chaos
van de Fortiskwestie, of het geknoei rond B-H-V. Wie herinnert zich die
joelende beelden nog van de Kamercommissie waar een Vlaamse meerderheid
eenzijdig de splitsing van de kieskring stemde. En toen kwam er niets.
En dan waren er die knappe CD&V'ers nog, die bléven roepen dat de
verkiezingen 'ongrondwettelijk' waren, wat alleen maar bijdroeg aan het
imbroglio. En dan zag men, een dag voor de verkiezingen, die dwaze Michel
Doomst in Het Laatste Nieuws verklaren dat hij "blijft gaan voor de
onderhandelde staatshervorming", en "roepen aan de kant lost niets
op". Zei een kerel die vier jaar lang aan de kant stond te roepen. Maar
als de naam 'Michel Doomst' valt, mag men zeker zijn: dit is het kleine
verhaal.
[...]
Het grote verhaal is er een van maatschappelijk discours, over jaren, zelfs
over decennia. En dat leert dat deze verkiezing misschien wel in de sterren
geschreven stond. Vlaanderen was steeds voller van het nationalisme, van het
particularisme, van zichzelf. Vlaanderen was stilaan zwanger van de N-VA en
Bart De Wever. Het kind moest alleen gebaard worden. Na drie jaar door Leterme
opgewekte weeën is dat dus gelukt.
Sinds de jaren negentig stond er geen maat meer op
de 'Vlaamsheid' van de meeste traditionele, zogezegd 'staatsdragende' partijen. Daarvoor is geen verhaal dat alleen in termen
van 'schuld' te begrijpen is: op tijd en stond was er in het parlement een
Franstalig blok dat de kunst van het tergen zeer goed beheerste. Het zijn haast
vergeten beelden, een Jef Sleeckx, toen nog SP-kamerlid, die bij de
regeringscrisis in 1991 in
volle assemblee begint te tieren tegen de PS, die door haar treiterige
behandeling van het wapenexportdossier zelfs de meest unitaristische
socialisten 'over de rooie kregen'. Of wie herinnert zich nog halfweg de jaren
negentig VLD'er Rik Daems (nu partner van PS-politica Sophie Pécreaux), die ook
al in volle kamer een homerische twist aanging met PS-fractieleider Claude
Eerdekens, die zo laatdunkend was geweest over Vlaanderen en zelfs België, dat
Daems riep: "En als je wil vertrekken (naar Frankrijk, wp) ga dan!"
Dat beeld werd zelden of nooit gecorrigeerd door warme optredens van Vlamingen
en Franstaligen zelf. Integendeel. Al dan niet moedwillig gezochte wrijvingen,
het discours van splitsing, meningsverschillen en pesterijen: het was vaste
prik. Voorbeelden te over, lukraak gekozen uit een overvolle mand. Luc Van den
Brande (CD&V), destijds minister-president van Vlaanderen, wenste voor het
Eurosongfestival de Vlaamse kandidaat geluk, niet de Belgische. Diezelfde Luc
Van den Brande liet zijn hond op tv knagen op een plastieken haan - heel
Wallonië zag er zijn coq in.Of denk aan de door de Franstaligen zo gehate
rondzendbrief-Peeters, die is dus niet door een of andere VB'er of N-VA'er
opgesteld. Die komt van een sp.a'er die bij zijn afscheid aan het Vlaams
parlement applaus kreeg van het VB.
Een van de opvolgers van Leo Peeters als Vlaams minister van Binnenlandse Zaken
was Marino Keulen, een Open Vld'er van de gematigde soort. Behalve als het over
'de rand' ging, en de Franstaligen. Dan 'pakte' Keulen ineens de hele Vlaamse
regering in Vlaams- of beter anti-francofone gezindheid. En de andere
coalitiepartners, CD&V en sp.a, lieten hem doen. Net zoals sp.a-voorzitter
Johan Vande Lanotte in 2005 tijdens de cruciale onderhandelingen van de
staatshervorming zoals die toen voorlag, toegaf aan zijn Spiritpartner Geert
Lambert. De staatshervorming onder Verhofstadt blokkeerde door een njet vanuit
het progressieve kartel, wat leidde tot de blokkering van de laatste jaren. Geert
Lambert militeert vandaag bij Groen!
En zo zijn er nog honderden voorbeelden. Soms begrijpelijk: sp.a'er Steve
Stevaert en Open Vld'er Bart Somers die zich samen ergeren aan het Brusselse
egoïsme rond de nachtvluchten, waardoor DHL op Zaventem verdween. Soms
belachelijk: de Vilvoordse sp.a'er Hans Bonte die goedpraatte dat
gemeentebesturen afspraakjes maken met privéaannemers om Franstaligen niet toe
te laten in hun nieuwbouw), of de bekrompen pesterij waarmee dat mensen 'een
duurzame band' met hun gemeente moeten aantonen.
Als je jarenlang met je allen covers zingt
van dezelfde band, moet je nadien niet klagen dat de oorspronkelijke auteurs
van wat in de loop de jaren ware classics werden, ineens zelf de hitparade
aanvoeren. Dat is N-VA overkomen, en De Wever en co. hebben er zelf ook aan gewerkt,
natuurlijk. Want ook al liggen de kaarten goed, je moet je troef natuurlijk nog
juist uitspelen. Iedereen dacht dat de Volksunie dood en begraven was, omdat
het project van die partij zo goed als voltooid was. En nadien voeren ze allen het VU-discours.
En tonen ze in de praktijk nog eens aan dat dit land zo moeilijk werkt. De VU
was dood, de andere partijen hebben de partij weer tot leven gewekt. En Bart De
Wever heeft dankbaar gebruikgemaakt van die verrijzenis, van dat mogen ontwaken
uit een toch niet zo onomkeerbare coma.
Erbij zijn
In die zin waren de verkiezingen van 2004 of 2007 reeds voortekenen van 2010:
met 'Vlaamse kartels' die piekten tot bijna 30 procent, met in 2007 nog een VB
van bijna 25 procent, en toen al een LDD die over de kiesdrempel van 5 procent
ging. Die versnipperde maar zo aanwezige stemmen heeft Bart De Wever met zijn
magistrale campagne allemaal gebald. En, te zien aan de scores van sp.a en Open
Vld, en zeker van CD&V, kon hij bij de klassieke partijen best nog stemmen
afkrabben.
Het was dus veeleer pathetisch dat in die partijen nog een beetje een positieve
boodschap werd opgehangen. Bij CD&V ging men voor het eerst in
zijn geschiedenis door de benedengrens van 20 procent. Natuurlijk neemt men
zich voor om straks terug te keren op oude oorlogssterkte. Net zoals de
CD&V, toen nog als CVP, in 1981 hoopte terug te keren toen men voor het
eerst onder de grens van de 40 procent zakte, en in 1991 ook kraakte door de
grens van 30 procent. Telkens nam men zich snel terug te komen. Op het
intermezzo 2004-2007 na, bleek dat in de praktijk wat terugkrabbelen.
Alexander De Croo spreekt zichzelf en zijn achterban moed in "dat men min
of meer heeft standgehouden". Wat is dat, 'standhouden' op het
historisch slechtste resultaat dat de Vlaamse liberalen ooit neerzetten
sinds Omer Vanaudenhove in 1965 zijn partij op de kaart zette. Dat geldt
ook voor Caroline Gennez. Wie enig historisch inzicht heeft, beseft dat de sp.a
niet weg raakt van zijn historische bodemkoers, maar die verkiezing na verkiezing
bevestigt. Toch zat Gennez zichtbaar te glunderen. De wetenschap van 'erbij
te zijn' is blijkbaar een bijzonder weeë balsem voor een in werkelijkheid
andermaal gematrakkeerde partij.