Ik teken nooit een besluit om naar nieuwe
verkiezingen te gaan. Dat zinnetje uit het boek Koning zonder land van de
Wetstraatjournalisten Steven Samyn (De Morgen) en Martin Buxant (La Libre Belgique)
deed gisteren heel wat stof opwaaien. Het is wat koning Albert eind vorig jaar
moet hebben gezegd in een gesprek met een van de partijvoorzitters.
Maar
waarom die verontwaardiging? Dat de koning en zijn rechterhand Jacques van
Ypersele de Strihou te allen prijze nieuwe verkiezingen willen vermijden, is
niet zo verwonderlijk. Verkiezingen zouden het koninkrijk België nog meer op
zijn grondvesten doen daveren dan het nu al doet. En wie kan het de koning
verwijten dat hij zijn troon probeert veilig te stellen?
Daarbij mag de koning juridisch informeren, adviseren,
waarschuwen en beïnvloeden. Hij mag zelfs zeggen dat hij iets niet ziet zitten.
Wat hij evenwel niet kan, is nee zeggen. Want dan hebben we een nieuwe
koningskwestie, zoals destijds toen koning Boudewijn nee zei tegen de
abortuswet. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat de koning zich echt voor de
sporen zal leggen als het parlement zou beslissen om naar nieuwe verkiezingen
te gaan.
Dat hij zoiets heeft laten vallen in een gesprek onder
vier ogen, om duidelijk te maken dat er voort moest worden onderhandeld, is wel
heel aannemelijk. En dat de koning partij kiest, is ook niet erg, als we het
maar niet weten. Maar dat is nu net het probleem: we weten het wel, want de
jonge generatie politici veegt haar voeten aan het zogenaamde colloque
singulier - de geheimhoudingsplicht die geldt voor gesprekken met de koning.
Het mag allemaal bijzonder absurd lijken, maar door
aan de grote klok te hangen wat in het paleis wordt gezegd, door de kroon
systematisch te ontbloten, weten we welke politieke keuzes de koning maakt.
Waardoor hij meteen ook blootgesteld wordt aan kritiek. En dat is bijzonder
gevaarlijk, zeker als de koning in Vlaanderen verweten wordt partij te kiezen
voor de Franstaligen. En dat is precies wat er is gebeurd, want het is
inmiddels wel duidelijk dat het paleis en de Parti Socialiste samen één
politieke strijd tegen de Nieuw-Vlaamse Alliantie voeren.
Deze aanslepende politieke crisis is daarom ook een
crisis van de constitutionele monarchie aan het worden. Het systeem dat bedacht
is om de erfelijke monarchie te verzoenen met een parlementaire monarchie
vertoont rot, omdat politici niet langer kunnen zwijgen en de koning betrekken
bij hun politieke spelletjes en stratego.
Misschien is al dat theater met de koning echt niet
meer van deze tijd, en moeten we naar een nieuw systeem gaan, waarbij de koning
en de politiek van elkaar worden losgekoppeld. Een scheiding van staat en
koning, waarbij die laatste een puur protocollaire rol gaat spelen. Vive le
Roi, de lintjesdoorknipper.
Een - zo mogelijk - nog miserabeler artikel lazen we in KNACK:
Koning Albert liet tijdens zijn voorbije gesprek met koninklijk
onderhandelaar Wouter Beke verstaan dat hij hem niet wenst terug te zien
voor eind juni, zo beweren insiders. Wat er op neer zou komen dat de
regeringsonderhandelingen voorbij de zomer worden getild.
In hun boek Koning zonder land bevestigen Steven Samyn van De Morgen en
Martin Buxant van La Libre Belgique, twee voortreffelijke journalisten,
dat koning Albert en zijn kabinetschef Jacques van Ypersele de Strihou
de PS-lijn van Elio Di Rupo volgen: te allen prijze nieuwe verkiezingen
vermijden. Zoals eerder hier en hier al te lezen was op Knack.be.
Begin dit jaar al zei PS-voorzitter Di Rupo dat hij en de andere
Franstalige onderhandelaars zich in de Kamer zullen blijven verzetten
tegen nieuwe verkiezingen. De daarop volgende paleismanoeuvres werkten
in die richting.
Meteen na de verkiezingen van juni 2010 heeft het paleis alles ingezet
op Elio Di Rupo en de PS. Daarmee werd de fout herhaald die in 2007 werd
gemaakt toen koning Albert en kabinetschef Van Ypersele alles zetten op
Didier Reynders en op het falen van Yves Leterme. Naar de gevolgen
daarvan zitten we vandaag te kijken. Albert en zijn entourage weten duidelijk geen raad met de N-VA-factor.
Daarom werd Bart De Wever begin oktober vorig jaar de wei ingestuurd als
verduidelijker. Onderhandelaar was volgens Di Rupo en de
koninklijke entourage te veel eer voor de N-VA-voorzitter. Met die zet
had het paleis, geïnspireerd door de PS, geen andere bedoeling dan Bart
De Wever in de vangrails te jagen waarna alles weer in de Belgische
plooi zou vallen.
De Wever mocht dus vooral niet slagen. Daarom ook werd de tekst met
diens bevindingen door CDH-voorzitter Joëlle Milquet al afgewezen nog
voor het document bij de koning was afgeleverd. De opeenvolgende peilingen die de electorale vooruitzichten van Bart De
Wever steeds rianter voorstellen, zorgen in Laken en omgeving voor grote
nervositeit. De handelaars in angst van de Brusselse haute finance, die
blijven zwaaien met nakende onheilstijdingen van Standard & Poors,
doen de rest. Voor de PS en het paleis komt het er nu op aan de huidige regering in
het zadel te houden, ten minste tot oktober 2012, tot de
gemeenteraadsverkiezingen. Een plan dat ook premier Yves Leterme aanstaat, want hij hoopt tijdens de komende maanden het electorale tij te kunnen keren.
En zo wordt koninklijk onderhandelaar Beke dezer dagen aan het lijntje
gehouden, niet alleen door Elio Di Rupo, die duidelijk niet opgewassen
lijkt tegen zijn taak, maar ook door het paleis. Dat laatste is een heel gevaarlijk spel dat verstrekkender gevolgen kan
hebben voor de monarchie en de toekomst van het land dan de weigering
van Alberts broer Boudewijn om de abortuswet te tekenen. Misschien moet
een van de vele ministers van staat ten paleize eens gaan uitleggen dat
als het hof zich met partijpolitiek inlaat, daar altijd brokken van
komen.
Vandaag drie verdachte berichten in verschillende dagbladen gelezen die erop zouden kunnen wijzen dat die taalnationalisten misschien toch "vooruitgaan" (sic).
1) In Le Soir lazen we vandaag dat Beke een voorstel over BHV (en Brussel) gelanceerd zou hebben. Beke zou een Brussels Metropolitan Re willen creëren, zonder dat de Franse gemeenschap daar evenwel bevoegdheden in zou hebben; inzake de Brusselse ring zou er een in dat kader een intergewestelijk cobeheer komen. BHV zou gesplitst worden, enkel in de zes faciliteitengemeenten zouden de kiezers nog voor Brusselse lijsten kunnen stemmen. Bovendien zou de fameuze omzendbrief-Peeters afgeschaft worden (in de BWHI zou ingeschreven worden dat om de 4 jaar een vraag zou ingediend moeten worden) en zou er een nieuwe manier worden gevonden - na 2012 althans - om de randburgemeesters te verkiezen. Het Brussels gewest zou geherfinancierd worden, zonder evenwel een interne Brusselse staatshervorming door te voeren. De PS meldde dan weer "geen weet" te hebben van zo'n voorstel. De "sfeer zou wel verbeterd zijn".
2)Inzake de financieringswet, de gezondheidszorgen zouden er convergenties (of vooruitgang) bestaan tussen CD&V en PS. Reden waarom de N-VA op de rem zou gaan staan.
3) Venenum in cauda. Vergelijk 2 uitspraken van Siegfried Bracke
Op 27 april jl verklaarde Siegfried Bracke: 'We raken echt nergens. Alles zit muurvast'
Op 4 mei - een weekje later - zei het dan weer: Ja, we zijn een beetje dichter bij een akkoord. Er blijft echter nog veel werk voor de boeg
Het toppunt is toch wel dat de pers een (kans op een) akkoord steeds als iets "positiefs" blijft afschilderen. Positief voor wie? Niet voor de Belgen alvast, wel voor de nationalistische politici die het land voor het grootste deel willen splitsen. Met wat zijn ze hier toch bezig
Beke praat apart met De Wever en Di Rupo (28 april 2011)
Koninklijk onderhandelaar Wouter Beke heeft
donderdag aparte ontmoetingen met de N-VA- en PS-voorzitters Bart De
Wever en Elio Di Rupo. Het bilateraal overleg komt er een dag na een
moeilijk verlopen gezamenlijke vergadering van het triumviraat. Ondanks
het scepticisme over de slaagkansen van zijn opdracht blijft de
CD&V-voorzitter voortwerken.
Beke, De Wever en Di Rupo zaten woensdag tot 21
uur samen rond de tafel. Ze hadden het over een gedeeltelijke
overheveling van de gezondheidszorg en een hervorming van de bijzondere
financieringswet. Vooral dat tweede luik zorgde voor de nodige spanning.
'Het is ontgoochelend en niet zo goed verlopen', luidde het officieel
in de omgeving van de koninklijke onderhandelaar.
Toch praat Beke vandaag verder met de twee overwinnaars van de verkiezingen van vorig jaar. Deze keer gebeurt dat bilateraal.
Vrijdagmiddag zitten Beke en De Wever samen aan tafel met de andere
Vlaamse partijvoorzitters. Eerder gebeurde dat al met de Franstaligen
van PS, MR, Ecolo en CDH. De Franstalige partijvoorzitters zouden
vanmorgen naar verluidt overigens de koppen bij elkaar hebben gestoken.
Laken
Morgenmiddag om 16.30 uur trekt de CD&V-voorzitter naar het
kasteel van Laken voor een nieuw tussentijds verslag. Dat het om een
tussentijds verslag gaat, wijst erop dat Beke zeker ook volgende week
zijn opdracht nog voortzet, ondanks het enorme scepticisme dat heerst
over zijn missie.
De Vlaams-nationalisten laten nu al verstaan dat ze na Beke zelf het
heft in handen willen nemen, maar of de andere partijen dat zullen
toelaten, valt nog af te wachten. Open VLD staat wel positief tegenover
een N-VA-initiatief, liet Vincent Van Quickenborne donderdag op Twitter
nog eens weten.
Beke est coincé entre une N-VA qui veut reprendre la
main et des francophones hostiles à cette hypothèse. Le négociateur fait
rapport au Roi, ce vendredi.
Il pleut des coups bas. La scène politique belge ressemble à une
séquence dun mauvais western spaghetti. Certains évoquaient même une
espèce de duel qui aurait opposé, mercredi soir, Wouter Beke et Elio Di Rupo. (Dit is dus hetgeen gisteren De Standaard meldde).
Mais
que sest-il donc passé ? Le PS avait demandé que les experts procèdent
à toute une série de nouvelles simulations. Ce qui a été fait. Sur
cette base, Wouter Beke a présenté aux négociateurs une nouvelle
proposition de révision de la loi de financement. Mais celle-ci na pas
plu à Elio Di Rupo, qui aurait évoqué un malentendu. Wouter Beke se
serait écarté ou aurait mal interprété les conclusions du groupe de
travail. Ce que conteste le CD&V. Car, pour le PS, quelle que soit
la réforme proposée, il faut quelle naboutisse pas à un
appauvrissement de la Wallonie, quelle ne permette pas une cogestion de
lIPP et quelle maintienne une capacité fiscale suffisante au niveau
de lEtat fédéral. Trois écueils que naurait pas évités la proposition
de Wouter Beke. Lequel, selon plusieurs participants, aurait exprimé sa
déception par rapport à lattitude du président du PS
Pour
aplanir ce malentendu, les deux hommes se sont retrouvés, entre quatre
yeux, au siège du PS, jeudi après midi. Avant cela, Elio Di Rupo avait
pris soin de réunir les présidents francophones afin daccorder les
violons. Les quatre devraient se revoir une fois encore ce vendredi
matin.
Donc, entre Wouter Beke et Elio Di Rupo, les choses se
sont apaisées. De nouveaux groupes de travail ont rebalisé le chantier.
Et sans crier victoire, il semble que les choses avancent. Un peu. Un
tout petit peu. En wederom "gaat het vooruit". Komaan zeg.
De toute manière, Wouter Beke, soutenu par les
francophones, ne souhaite pas abandonner sa mission aujourdhui. Il la
prolongera aussi longtemps quil aura limpression de progresser. Fût-ce
pour donner tort aux nationalistes qui avaient déposé un ultimatum qui
expirera ce week-end. Le rapport quil présentera ce vendredi après
midi, au Roi, sera bien un rapport intermédiaire.
Cela irrite la N-VA
qui, depuis des lustres, a limpression que lagonie politique est
tirée en longueur. Les nationalistes flamands le répètent à qui veut
lentendre : Bart De Wever
est prêt à endosser un rôle moteur dans cette négociation. Reste encore
à voir si les partis francophones vont lui offrir cette occasion. "Cest un piège grossier, dit-on déjà dans les rangs francophones , il remettra une note que nous serons obligés de refuser tellement elle sera imbuvable"
Mais
que Wouter Beke prolonge (un peu) sa mission ou quil refile le témoin à
De Wever et/ou Di Rupo, la situation nen reste pas moins inextricable.
Personne na envie dêtre jugé responsable dune nouvelle crise dans la
crise alors que les agences de notation sont à laffût et que la
situation pourrait dégénérer. "Ce nest pas le moment de jouer des petits jeux politiciens, convient un négociateur , ni de jeter le pays dans le chaos encore plus profond."
En
fait, le bras de fer actuel est bien la maîtrise de lagenda. Et cest
entre partis flamands que cela se joue. Le CD&V sent bien que la
N-VA tente de prolonger la situation actuelle jusquaux élections
communales : ce serait "bingo" pour Bart De Wever si les élections
législatives avaient lieu en même temps que les communales. Pour le
CD&V, cest linverse : les démocrates chrétiens flamands veulent
éviter toute contagion des communales par les législatives. Si des
élections devaient avoir lieu, ils souhaiteraient à la limite quelles
interviennent sans tarder. Impossible : les quatre partis francophones,
de même que les socialistes et les verts flamands sy opposent. Dans les
rangs francophones on estime donc quil pourrait y avoir une nouvelle
fenêtre dopportunité pour boucler un accord au cours des prochains
mois. Lespoir fait vivre.
In Het Laatste Nieuws
van 28 april 2011 (p. 1)
lezen we dat de transfers tussen "Vlaanderen" en "Wallonië" volgens de
denktank Vives
liefst dubbel zo hoog zouden liggen dan tot nog toe aangenomen. Dat er
transfers bestaan van het rijkere "Vlaanderen" naar het relatief armere
"Wallonië"
zal niemand ontkennen. Gelijkaardige geldstromen bestaan overigens in
alle landen. Vraag is echter wat het doel is van zulke berekeningen.
Steeds weer worden twee dezelfde entiteiten tegenover elkaar geplaatst
en
vergeleken. Zo verkrijgt men telkens opnieuw dramatiseerbare
verschillen, er impliciet op
gericht om hele bevolkingsgroepen te stigmatiseren. Stel je voor dat er
om de
haverklap studies zouden verschijnen over de transfers tussen
autochtonen en
allochtonen, tussen gezonden en zieken, tussen jongeren en ouderen.
Terecht zou
dit als onetisch ervaard worden.
De reden dat men nooit de geldstromen tussen steden,
arrondissementen en provincies ook en vooral binnen het zogenaamde "Vlaanderen" berekent, is
omdat dit voor nationalisten niet interessant en zelfs contraproductief is. De
illusie van de vermeende "Vlaamse" homogeniteit zou weleens doorbroken kunnen
worden. Andere bedenking. Indien men werkelijk zo bekommerd zou zijn om
verschillen tussen het noorden en het zuiden van België, waarom pleit men dan
zoals Vives dat doet voor een verdere ontrafeling van de Belgische staat? Indien
er op sociaal-economisch vlak immers ongelijkheden bestaan tussen de Belgen is
er net nood aan méér politieke eenmaking, teneinde de welvaart voor eenieder te
vergroten. In die zin is het in vraag stellen van structurele en
interpersoonlijke solidariteit de uiting van een beschavingsdeficit.
Gelet op gelijkaardige nationaal-egoïstische processen binnen de EU, zou het
meertalige België net een positieve voortrekkersrol kunnen en moeten spelen.
Wouter Beke a présenté un rapport hallucinant aux
présidents francophones. La N-VA juge que le gouvernement Leterme prend
trop de libertés.
Même ceux qui, en toutes circonstances, affichent un optimisme
inaltérable, doivent bien le concéder : les négociations sont au point
mort. Et personne ne voit très bien comment sortir de limpasse
politique dans laquelle le pays est plongé depuis près dun an.
Simple
dramatisation, direz-vous. On en a connu dautres en 303 jours de
crise Cela va durer quelques jours, puis chacun se remettra au
travail ? Oui, sans doute, mais le découragement gagne du terrain. De
surcroît, ce mercredi, il faudra passer par la case médiatisation que
la N-VA affectionne particulièrement. Résumons et clarifions.
Les
présidents des partis francophones attendaient la journée de mardi avec
une certaine impatience. Ils allaient enfin pouvoir rencontrer le
négociateur royal, Wouter Beke (CD&V), un homme quils navaient
plus vu depuis des lunes parce que le principal négociateur flamand, Bart De Wever (N-VA), sy opposait. Ce fut la douche froide. Glaciale, même. Pourquoi ?
Wouter
Beke a présenté à ses invités francophones un exposé assez détaillé de
létat davancement un euphémisme des négociations. Powerpoint à
lappui : lhomme avait mis les petits plats dans les grands. Mais le
contenu de ce plat, les francophones ne lont pas digéré. Dans tous les
domaines abordés par le négociateur, les francophones ont décelé des
éléments totalement inacceptables pour eux. Lun deux témoigne : Cest
hallucinant. Cest un recul généralisé par rapport à tout ce que lon
nous a proposé. Dans certains chapitres, Wouter Beke est même en deçà de
ce que Bart De Wever avait inscrit dans sa fameuse notedu mois doctobre
! On avait pourtant évoqué, il y a une quinzaine de jours, certains
rapprochements, en matière de soins de santé notamment, grâce aux
travaux conjoints de Laurette Onkelinx
(PS) et Jo Vandeurzen (CD&V). Même ces éléments jugés positifs à
lépoque ont disparu de la synthèse finale, au grand étonnement des
francophones. Pourquoi ? Les francophones y voient la main de la N-VA.
Que dire des chapitres sur Bruxelles et sur la loi de financement. Bruxelles ? Une
accumulation dexigences strictement flamandes. Et une disparition des
compensations francophones. Dans ce contexte-là, il ny a aucun accord
possible, tonne un autre francophone. La loi spéciale de financement ? Pareil.
On nous balance un seul modèle, le fameux split rate, qui organise, à
terme, lasphyxie de lEtat fédéral. Inacceptable pour nous, tranche ce francophone.
Le
grand reproche formulé par les francophones à légard de Wouter Beke
est celui-ci : les réformes envisagées semblent conduire tout droit vers
la scission du pays.(1) Il ny a rien, que ce soit dans le chapitre sur
Bruxelles ou celui sur la Loi spéciale de financement, qui pourrait
constituer un verrou et faire en sorte que jamais la Belgique
ne se disloque. Les francophones ne voient donc pas quel avantage
politique, économique, stratégique ils auraient à mettre le doigt,
la main, le corps dans cet engrenage dont la manivelle semble avoir été
programmée par les nationalistes flamands dont on connaît la feuille de
(dé) route.
Le problème est quil ny a pas que les francophones
qui sestiment découragés. Recevant, tour à tour, les présidents
flamands car Bart De Wever ne voulait pas que trois présidents
flamands se réunissent en son absence , Wouter Beke leur a laissé
entendre que les francophones ne voulaient rien.
Cerise sur le
gâteau, si lon ose dire, la N-VA va hausser le ton, ce mercredi à
11 heures. Un mot dexplication est nécessaire pour comprendre le coup
de gueule de la N-VA. La Belgique, comme les 26 autres pays de lUnion,
prépare en ce moment ce que lon appelle le Semestre européen, un
document qui contient à la fois un plan national de réforme et un pacte
de stabilité, qui définit les orientations budgétaires du gouvernement.
Les données sont dailleurs assez bonnes puisque notre pays compte
réduire son déficit à 2,8 % en 2012 et sa dette à 88 % du PIB en 2015
(lire ci-contre).
La N-VA nentend pas laisser le gouvernement en
affaires courantes présenter ces propositions présentation prévue la
semaine prochaine sans quil y ait un véritable débat parlementaire et
un vote de confiance ! Il y a quelque temps, la N-VA avait demandé à
être associée à la préparation de ces réformes. Refus poli du
gouvernement au motif que la N-VA est toujours dans lopposition. Pour
la N-VA, cen est trop. Elle sapprête à dénoncer ces petits jeux et
exige un vote de confiance. Dans un seul but : démontrer que le
gouvernement Leterme na plus de majorité en Flandre
ou plus de majorité tout court. Car sil y a bien une chose que la N-VA
ne supporte pas, cest de voir que le gouvernement, en affaires
courantes, travaille et réforme.
Pendant ce temps-là, Wouter
Beke continuera à occuper le terrain jusquà ce que la N-VA pointe le
pouce vers le bas. Les francophones qui espéraient que les
démocrates-chrétiens flamands se déscotchent, même un mini-poil, des
nationalistes, voient leur rêve partir en fumée. Pendant ce temps-là,
grâce aux Belges, léconomie tourne. Et les perspectives sont plutôt
bonnes. De quoi retrouver, quand même, un brin doptimisme...
Leuk, nu beginnen de zogenaamde "Vlaamse" partijen ook al ruzie te maken : -)) http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=JT38JF66&kanaalid=1597
Gezondheidszorg verdeelt CD&V en N-VA
Consensus ver te zoeken in cruciale domeinen
donderdag 07 april 2011, 05u00
Auteur:
Isabel Albers
BRUSSEL - De twee
Vlaamse partijen CD&V en N-VA zijn verdeeld over de staats-
hervorming in de gezondheidszorg. Ook over de arbeidsmarkt zitten ze
niet op één lijn. Eerst het
goede' nieuws, op dag 298 na de verkiezingen. Bemiddelaar Wouter Beke
heeft naar eigen zeggen nog voldoende in handen om nog een week voort te
onderhandelen over de staatshervorming in de gezondheidszorg, het
arbeidsmarktbeleid en de financieringswet. Ook over de splitsing van BHV
wordt er voort gepraat.
Maar daarmee is al het goede
gezegd. Enig resultaat heeft de CD&V-voorzitter nog altijd niet in
handen. Hij kampt zelfs met een bijkomende verwikkeling: CD&V en
N-VA zitten, hoe meer men de discussie tot op het bot voert, over
verschillende essentiële punten niet (meer) op één lijn.
Voor
gezondheidszorg heeft CD&V zijn positie verlaten om zoveel mogelijk
deeldomeinen (rusthuizen, financiering ziekenhuizen) over te hevelen
naar de gemeenschappen. Onderhandelaar Beke heeft PS en N-VA een nota
voorgeschoteld waarbij CD&V niet langer mikt op een zo groot
mogelijke overheveling. De partij volgt nu het spoor waarbij het RIZIV
op een federale sokkel blijft, maar waar wel met inspraak (co-beheer)
vanuit de gemeenschappen. Volgens CD&V kan je zo wellicht zelfs meer
responsabiliseren dan door kleine onderdeeltjes van de gezondheidszorg
over te hevelen naar de gemeenschappen.
CD&V en
de PS hebben elkaar in dat denkspoor gevonden. Dat is buiten N-VA
gerekend. Dat het volledige budget van de ziekteverzekering federaal
blijft, zij het dan in een formule van co-beheer', druist voor de N-VA
in tegen de overheveling die de partij wenst. Met andere woorden: op dit
vlak staat Beke nog nergens om De Wever en Di Rupo over
gezondheidszorg, een domein dat toch één van de grote brokken van de
staatshervorming moest worden, op één lijn te krijgen.
Bovendien
blijkt er ook voor het regionaliseren van het arbeidsmarktbeleid, die
andere grote brok', absoluut nog geen consensus. De splitsing van de
werkloosheidsuitkeringen, een vraag van de N-VA, kan op geen genade
rekenen bij de PS. Ook CD&V is er geen voorstander van. Wat
voorligt, is een plan om het doelgroepenbeleid over te hevelen naar de
gemeenschappen. Dat gaat naar verluidt minder ver dan wat Johan Vande
Lanotte in zijn nota voorstelde (bevoegdheden ter waarde van 4 miljard).
Morgen
stellen vier experts hun bevindingen over de aanpassingen aan de
financieringswet voor aan Beke, De Wever en Di Rupo. De PS ging vorige
week akkoord met het principe van een gesplitst tarief in de
personenbelasting, een vraag van de Vlaamse partijen. Maar het bedrag
aan fiscale autonomie dat daaraan gekoppeld wordt, is dan weer veel te
laag voor de N-VA en CD&V.
Slotsom: Beke heeft
helemaal nog niets in handen dat kans maakt om door een N-VA- en
PS-congres te geraken. Toch ploetert hij voort,geloof
in een akkoord zeer, zeer gering zeker nog heel volgende
week en wellicht ook de week nadien. In N-VA-kringen blijkt het . Toch blijft de partij aan tafel zitten
omdat ze het gevoel heeft dat wie nu opstapt zich ook buiten de
volgende fase van een regeringsformatie stelt. Dit lijkt op een slechte
echtscheiding. Wie het eerst het huis verlaat, verliest het meest',
klinkt het in de partij.
Dat het unitarisme meer en meer veld wint als alternatief
voor het falende taalfederalisme, is geweten. Nieuw is dat nu ook de
federalistische drukkingsgroep B Plus uitlegt waarom ze het unitarisme
verwerpt. Het artikel kreeg zelfs twee bladzijden toebedeeld in het ledenblad B
FLASH (lente 2011, p. 1-2). Een teken aan de wand, want iets wat toch zo
onbelangrijk is, daar besteed je niet zoveel aandacht aan. In de tekst wordt
dat ook toegegeven: Wij
hebben eerbied voor het bestaan van een unitaristische strekking bij de
Belgischgezinden, maar dit feit schept een verdeeldheid die de invloed op de publieke opinie vermindert.
(dit is overigens betwistbaar, in de Vlaamse Beweging zijn er meerdere
strekkingen die voortdurend met elkaar in debat gaan)
Ten gronde brengt is het schrijven intellectueel slordig.
De auteur (Luc Ryckaert) zet meteen unitarisme en confederalisme op één lijn.
Minder democratisch dan federalisme, zo heet het. De reden zou zijn
dat in een federaal systeem de macht verdeeld is over meerdere niveaus. In een
confederatie ook, maar dat ontgaat de schrijver. Zijn unitaristische staten
minder democratisch dan eenheidsstaten? Indien ja, dan zouden Venezuela,
Bosnië-Hercegovina, Rusland, Soedan, Ethiopië en Pakistan minder democratischer
zijn dan Nederland, Noorwegen of Finland. Sta ons toe dat te betwijfelen. Eventueel
is er decentralisatie naar de provincies toe, zo de auteur, maar
zij blijven ondergeschikte besturen en staan onder een zware voogdij van de
nationale staat. Allereerst hebben unitaire staten
niet noodzakelijk provinciale onderverdelingen. Bovendien kunnen eenheidsstaten
ook sterk gedecentraliseerd zijn. Zo had België in 1830 de karakteristieken
van een zeer sterk gedecentraliseerde eenheidsstaat (met zelfs een grote
fiscale autonomie voor de gemeenten; art. 162, 6de lid van de
Belgische Grondwet stipuleert nog steeds dat de voogdijoverheid tussenkomt in
de provincies als het algemeen belang wordt geschaad of als de wet geschonden
wordt, hetgeen bezwaarlijk een zware voogdij genoemd kan worden) en is
Nederland vandaag een erg gedecentraliseerde eenheidsstaat. Nog Volgens de
auteur zijn de taalfederalisten kampioenen van de diversiteit: voor Belgische,
Vlaamse en Waalse nationalisten zou enkel de eigen entiteit bestaan en dient de
andere te worden afgewezen. Nochtans is een Belgisch unitarist niet per
definitie een nationalist, zeker niet als hij streeft naar een meertalig België
als deelgebied van een meertalige Europese federatie. Vlaams- en
Waals-nationalisten kunnen dit nooit aanvaarden, wat hen ook tot nationalisten
maakt. Bovendien zijn de gewesten en gemeenschappen niet zomaar normale
deelstaten in een federatie, het zijn deelstaten binnen een federatie, het zijn
deelstaten die de ambitie hebben om zelf een staat te worden. Het Brussels
hoofdstedelijk gewest heeft daarentegen een tweetalig grondgebied, een
tweetalige administratie, een tweetalige regering en een tweetalig parlement. In
Brussel zou dus wel kunnen wat op Belgisch niveau niet kan? Dat is volstrekt
onlogisch. De provincies zouden ook niet overeenstemmen met
sociaal-economische samenwerkingsverbanden die in volle ontwikkeling zijn. Die
stoppen misschien aan de taalgrens?
Overigens is
het unitarisme in strijd met de eeuwenlange geschiedenis in onze streken,
waarbij de deelgebieden steeds een grote autonomie hadden, merkt de auteur
nog op. Alsof de geschiedenis een argument vormt. Mogen we daarbij opmerken
dat in onze geschiedenis de deelgebieden nooit samenvielen met taalgrenzen en
dat het net de provincies zijn die via de Franse departementen de
erfgenamen zijn van deze historische deelgebieden? Nochtans schrijft
Ryckaert dat de provincies vrij kunstmatig zijnomdat ze niet overeenstemmen met de
historische deelgebieden. Dat dat laatste niet klopt, haalden we al aan.
Maar men kan toch niet beweren dat de gewesten en gemeenschappen wel
overeenstemmen met de historische deelgebieden? Als de provincies
kunstmatig zijn en geen enkele constructie is door God of de natuur gewild
dan zijn de huidige Belgische deelstaten die amper een paar decennia bestaan
kunstmatig in het vierde kwadraat. Ook al waren de provincies trouwens
kunstmatig, dan nog is dat geen slecht gegeven, integendeel. Deelgebieden
moeten een staat onderverdelen omdat er nu eenmaal onderverdelingen nodig zijn
en (zelfs) als ze willekeurig zijn is dit net een troef. Benamingen als
Vlaanderen en Wallonië hebben daarentegen een connotatie die etnisch van
inslag is en geven de anderstalige het gevoelen niet welkom te zijn. Voor deze
anti-universalistische inslag van de toen toekomstige Belgische staatsstructuur
waarschuwde Ludo Dierickx al in 1964 (Belgen op de Tweesprong) en later opnieuw
in 2002 (Nationalisme onder het mes).
1) Unitarisme
is een democratische en niet-nationalistische staatsinrichting
Een ander
argument tegen unitarisme zou zijn dat zulk een staatsstructuur een
Vlaamse dominantie in België meebrengt en een Franstalige in Brussel. Deze
veronderstelling vertrekt van de onuitgesproken (nationalistische) premisse dat
de Nederlandstalige partijen steeds één mening hebben en die met de macht van
het getal zullen opleggen aan heel het land. Dat is natuurlijk onwaar en zelfs
al zou dit zo zijn, dan is daar ook een naam voor: democratie. De
schrijver spreekt zich uit tegen een Vlaamse meerderheid in de regering en
in het Parlement zonder beschermingsmaatregelen ten gunste van de Franstaligen.
En voor allerlei N/F-pariteiten [...], bijzondere parlementaire
meerderheden, alarmbel . Welnu, deze blokkerings- en vetorechten die eigen
zijn aan het Belgische federalisme zijn de facto confederale mechanismen,
waardoor de twee grote gemeenschappen voortdurend over een wederzijds vetorecht
beschikken. Het is net daardoor en door de ondoorzichtige overlegcomités,
niet-amendeerbare samenwerkingsakkoorden, het gebrek aan normenhiërarchie...
dat de democratie in België zo verzwakt is. In de EU probeert men net naar het
tegengestelde te streven.
Overigens en
dit terzijde het zou dan wel kunnen dat de Nederlandstalige Belgen dan wel
een meerderheid hebben in de Kamer, dan nog hebben ze provinciaal geen
meerderheid. Vijf van de negen historische provincies hebben immers een
Franstalige meerderheid. Een systeem van checks and balances (met een Senaat
die de provincies vertegenwoordigt en een Kamer die de bevolking-als-geheel
vertegenwoordigt) brengt hier soelaas. Dit gezegd zijnde, ontsnapt B Plus niet
aan het euvel om België door een duale bril te bekijken en op grond daarvan
haar Vlaams-Waalse conclusies te trekken. Fout is ook de uitleg over de
grondslagen van het federalisme (zo wordt de Vlaamse eis om een cultureel
federalisme als een parallel verlopende beweging met de Waalse eis voor sociaal-economisch
federalisme, waarbij verzwegen wordt dat het federalisme het gevolg is van
het anti-Belgische streven van een deel van de Vlaamse Beweging tijdens en na
WO I, waarbij de Waalse Beweging kon aansluiten). Helemaal fout is de tekst
waar het gaat over Brussel. Volgens Ryckaert kan de Vlaamse minderheid in
Brussel alleen [...] overleven met beschermingsmaatregelen die typisch
zijn voor een federaal model. De Nederlandstalige minderheid in Brussel
wordt sedert de 19de eeuw en zeker sedert de taalwetten van de jaren
1930 nochtans grondwettelijk beschermd. Om taalminderheden te beschermen is
helemaal geen federalisme nodig.
2) Een
nationalistisch federalisme
Volgens de auteur is de benaming taalfederalisme
die de B.U.B. aan het Belgisch federalisme geeft (al wil hij dat niet gezegd
hebben) zowel formeel als inhoudelijk onjuist. Formeel, wegens het
bestaan van het Brussels gewest. Ryckaert geeft hiermee impliciet toe dat
voor 98% van het Belgisch territorium dus wel een taalfederalisme geldt.
Bovendien hebben ook de Vlaamse en de Franse gemeenschap (taalgebonden
entiteiten) bevoegdheden in het Brussels gewest. Inhoudelijk heeft de auteur
ook problemen met deze term: omdat er naast
een Belgische eigenheid ook een Vlaamse, Waalse en Brusselse eigenheid is die
verder reikt dan de taal. De media, vele instellingen en de meeste politieke
partijen zijn opgedeeld in Vlaamse en Franstalige entiteiten met een eigen
inhoud en stijl. Dat de opdelingen van de politieke
partijen een gevolg zijn van het taalnationalisme, en dat de splitsing van vele
instellingen waaronder ook de media net voortvloeien uit het federalisme,
vernemen we er evenwel niet bij. Overigens zijn er tussen de verschillende
Nederlandstalige partijen of instellingen ook verschillen in inhoud en stijl
en bestaat er ook een Duitstalige gemeenschap in België, waarover met geen
woord gerept wordt. B Plus verklaart een grote voorstander te zijn van een
Vlaams-Franstalige samenwerking, maar daar is volgens de organisatie geen
unitair keurslijf voor nodig. Die laatste term is ontleend aan de
nationalistische fraseologie. Een interessante vraag die B Plus zou kunnen
beantwoorden is waarom er dan nog bevoegdheden federaal moeten blijven, als als
een tussendeelstatelijke samenwerking te verkiezen valt...
Ryckaert
analyseert ook het draagvlak voor het unitarisme door een federalistische bril:
Zeker in Vlaanderen is er geen democratisch draagvlak
voor unitarisme gezien er volgens recente peilingen slechts 20% unitaristen
zijn. In Wallonië en Brussel
zijn de unitaristen talrijker. Volgens diezelfde peilingen is het unitarisme
wel de grootste politieke strekking in België. En dan is er nog de grote groep
federalisten, waarvan een deel zeker kan overtuigd worden om voor de
unitaristische optie te kiezen, waarbij de huidige deelstaten de gewesten en
gemeenschappen vervangen. Dat geen enkele politicus in geen enkel parlement dat
ons land rijk is, deze stroming die miljoenen Belgen bekoort, verdedigt,
stoort de auteur blijkbaar niet. Integendeel wordt er nogal minachtend gedaan
over het feit dat geen enkele politieke partij het unitarisme verdedigt
behalve dan de PVDA en twee minipartijtjes . De naam B.U.B. nochtans de
enige die unitarisme in zijn programma heeft ingeschreven mag blijkbaar niet
genoemd worden. Los van het feit dat deze partijen geen enkele mediatoegang
hebben, is het argument dat geen partij een idee zou verdedigen zwak. Als alle
partijen morgen een xenofobe houding aannemen, moeten we ons dan maar
neerleggen bij het feit dat de kans op verdraagzaamheid misschien wel eerbaar,
maar niettemin een intellectuele droom is? Het unitarisme heeft een slaagkans
van 0%, zo wordt in de tekst geopperd. Hoeveel slaagkans dichtten politicologen
de val van de Berlijnse muur in 1985 toe?
Is het
federalisme werkt overigens ook niet, wel integendeel (zelfs B Plus is tot dat
inzicht gekomen: Het is niet bewezen dat het bestaan van het federale België verzekerd
is).
We vernemen wel dat
1) de voorkeur van vele Franstalige Belgen mogelijk
op een misverstand berust: misschien wordt une Belgique unie (waar
ook federalisten voorstander van zijn) [nota: ook de Volksunie
indertijd?] verward met une Belgique unitaire. Nochtans waren in
de peilingen de vragen erg duidelijk gesteld. Bovendien is het niet
noodzakelijk zo dat de federalisten voorstander zijn van een verenigd België.
Alle Nederlandstalige partijen hebben de resoluties van het Vlaams Parlement
(1999) goedgekeurd, die van België een holle schelp maken. Zelfs B Plus
schaarde vond de nota Bart De Wever (18.10.10) een goede basis tot
onderhandelen, terwijl die nota o.a. de volledige splitsing van justitie,
verkeer, kinderbijslagen, brandweer, civiele bescherming, grootstedenbeleid,
buitenlandse handel, delen van de gezondheidszorgen, de arbeidsmarkt en
tientallen andere bevoegdheden bevatte. Daarbij rijst ook de vraag welke partij
vandaag nog een evenwichtig federalisme verdedigt. Welnu, sedert 2007 heeft
nog geen enkele partij ook maar één herfederalisering op de
onderhandelingstafel gelegd. Het zullen niet de geconfederaliseerde partijen
zijn die België zullen instandhouden, integendeel.
2) Dat er in de Franstalige
media ongeveer nooit uitgelegd zou worden dat unitarisme tot een Vlaamse
dominantie in België zou leiden. In de Franstalige en in de Nederlandstalige
media wordt er helemààl niets uitgelegd over wat unitarisme is, dat is nu net
het probleem. Opperen dat de Franstalige Belgen tegen unitarisme zouden zijn
omdat dit tot een vermeende dominantie van hun ... eigen landgenoten (die het
ongeluk hebben een andere taal te spreken) zou leiden is wederom een nationalistische
constructie. Heeft de invoering van het vrouwenstemrecht ook geleid tot een dominantie
van vrouwen, omdat er nu eenmaal procentueel meer vrouwen zijn? Moeten we dat
dan ook maar terugschroeven?
3) De meerkost
van het federalisme
Volgens B Plus houdt het argument dat het federalisme veel
kost geen steek. Zeshonderd parlementairen, zestig ministers acht parlementen,
zes regeringen met al hun administraties: het is blijkbaar allemaal doodnormaal
(en dit terwijl 15% van de Belgen in armoede leven). De tegenargumenten zijn
ronduit zwak: 1) Het alternatief zou de beruchte wafelijzerpolitiek
zijn (alsof één unitarist daar naar streeft). De zgn. wafelijzerpolitiek
ontstond overigens pas omdat er (embryonale) gewesten en gemeenschappen in de
schoot van de eenheidsstaat afgebakend werden en is derhalve zélf een gevolg
van het federalisme (en van het nationalisme) 2) De werkingskosten in geval
van separatisme (een unitaire Vlaamse en Waalse staat) zouden vrij klein zijn.
Misschien, maar dat scenario zou andere kosten genereren (overname
staatsschuld, verlies voor bedrijven door internationale isolering, monetaire
en economische instabiliteit, einde Belgisch sociaal model, afbraak
welvaartsstaat...). Bovendien zouden de werkingskosten van een onafhankelijk
Limburg ook klein zijn, maar daarom is dat scenario nog niet wenselijk. Meer
nog, de meerkost van het federalisme is maar één argument tegen het hele
systeem. Andere, en even belangrijke argumenten, zijn dat het taalfederalisme
ingewikkeld, inefficiënt, onetisch, ondemocratisch, taalracistisch,
nationalistisch, destabiliserend, anti-universalistisch, anti-europeanistisch,
tijdrovend, discriminerend, asociaal, onlogisch, corrumperend,
hyperpolariserend, absurd, gevaarlijk, imago-schadend, ongewenst en gewoonweg
onhoudbaar is.
Bplus wil dan maar snoeien in de instellingen die wél
werken: de Senaat en de provincies, instellingen die overigens ook onder vuur
liggen van de Vlaams- en francofone nationalisten.
4) Provinciaal federalisme: een uitweg?
Volgens Luc
Ryckaert promoten Bepaalde unitaristen promoten een provinciaal federalisme..
Dat begrijpen we niet: unitaristen die federalisme promoten. De auteur
vervolgt: Dat is raar want unitaristen vinden België te klein voor 3 Gewesten
en Gemeenschappen, maar plots groot genoeg voor 9, 10 of 11 deelgebieden. Dat
zal wel vreemd zijn, daar unitaristen nu eenmaal geen provinciaal federalisme
verdedigen. Overigens is het niet zo dat België te klein is voor drie
deelgebieden, wel dat een staat niet kan werken met polariserende structuren. Niettemin
is een provinciaal federalisme met negen deelgebieden een interessante optie,
die in de praktijk weinig zou kunnen verschillen van het provinciale unitarisme
(in beide gevallen kan de overheid tussenkomen wanneer bv. het algemeen belang
geschaad wordt; ook in het federale Duitsland bestaat een mengvorm, cf. zgn. Rahmengesetzgebung).
Gelukkig besluit de schrijver op een positieve en zelfs humoristische noot: Niet
toevallig zijn alle federale landen (...) grote landen.En net dat systeem moet een voorbeeld zijn
voor het zeer kleine België?
5) Conclusie: de anti-unitaristische argumenten overtuigen
niet. De communautaire verstandhouding bevorderen door de werking van het
federale België te verbeteren is niet gemakkelijk... lezen we ergens in de
tekst. Dat de huidige staatsorganisatie van het België een nationalistisch dualisme
in zich draagt dat tot een onvermijdelijke polarisering leidt en zelfs tot
separatisme, zoals de opeenvolgende staatshervormingen bewijzen, is iets wat
unitaristen al decennia zeggen. Als er één ding is waarvoor het federalisme
niét gezorgd heeft, dan is het wel communautaire pacificatie. Integendeel.
Peu de personnes parient sur le prolongement de sa
mission. Il a les mains vides et on tourne en rond Tout semble
faire problème. Et la N-VA estime que la nouvelle Fédération
Wallonie-Bruxelles est une grave provocation . Ambiance
Bon. Autant vous le dire tout de suite, les nouvelles du front ne
sont pas bonnes. À tel point que certains se demandent si le "brave"
Wouter Beke, le négociateur royal, prolongera sa mission au-delà de
vendredi. Car sa moisson est bien légère. De plus, lundi soir, la N-VA
a très mal pris la transformation de la Communauté française en une
"Fédération Wallonie Bruxelles". Elle y voit même une "grave
provocation". Faisons le tour des blocages.
1La loi de
financement. Vous le savez, parmi les nombreux problèmes sur la table,
il y a la révision de la loi de financement. Vendredi dernier, Wouter
Beke avait réuni Elio Di Rupo
et Bart de Wever pour une grande journée de travail. Au menu, emploi,
santé, BHV et loi de financement. Emploi, santé : il y a eu quelques
molles convergences. BHV, on na pas osé en parler. Car cest autour de
la loi de financement que les négociateurs se sont empoignés. Pour le
PS, les nouvelles propositions de Wouter Beke sont tout simplement
im-bu-vables. Cest non, non, non et non. "À chaque phrase, il y a un
truc inacceptable. Tout est fait au bénéfice de la Flandre et au
détriment de la Wallonie et de Bruxelles". Et le refinancement de Bruxelles, accepté - du bout des lèvres - par Bart De Wever
en juillet dernier, est remis en cause. Ou alors, il doit être assuré
par la Wallonie. "Ce qui démontre le désintérêt et le mépris des
Flamands pour la capitale", note un négociateur. Les francophones, se
basant sur lexposé de plusieurs professeurs duniversité (voir
ci-dessous) estiment que cette réforme de la loi de financement heurte
les principes européens. Mais en se basant sur les mêmes conclusions,
CD&V et N-VA affirment quils peuvent progresser dans
laccroissement de lautonomie fiscale des régions. Les Flamands
évoquent les modèles de lEspagne et de lAutriche pour soutenir que lautonomie fiscale complète des entités est une bonne chose et est parfaitement acceptée par lEurope. Bref la galère. Il est quasiment impossible de trouver un terrain dentente sur ce sujet.
2Kris Peeters.
Cest peu dire que la déclaration, de Kris Peeters, samedi dans "La
Libre", a remis le feu aux poudres. Le ministre-Président flamand y
affirmait que Bruxelles ne serait jamais une Région à part entière.
"Cest comme si Philippe Moureaux
avait réclamé lélargissement de Bruxelles au moment où Elio Di Rupo
menait sa mission de pré-formation", samuse un socialiste. Certains
francophones voudraient minimiser la portée de cette déclaration : "Il
ny a pas grand-chose de neuf. Dautres Flamands lont déjà dit." Sans
doute. Mais répéter cela maintenant, cest quand même une méchante peau
de banane sous les sandales de Wouter Beke. Et un vilain coup à la
négociation, déjà très chancelante. Le problème est que Kris Peeters, il
faut bien ladmettre, semble avoir dit tout haut ce que la toute grande
majorité de la classe politique flamande pense, dans son for intérieur.
Bien sûr, Luc Vanderkelen, dans son éditorial quotidien du "Laatste
Nieuws" a critiqué Kris Peeters et regretté son manque de respect à
légard du million de Bruxellois. Cest courageux. Mais si le CD&V
et la N-VA affirment haut et fort que Bruxelles ne doit pas être une
Région à part entière, il y a peu de chance que lOpen VLD, Groen et le
SP.A imposent lidée. La déclaration nest pas anodine. Car les Flamands
savent très bien que les francophones sont prêts à accepter de très
grands transferts de compétences, mais à trois conditions : que
Bruxelles soit une Région à part entière, que lon ne touche pas au cur
de la Sécu et que la réforme naffaiblisse pas durablement une des
entités. Peeters aurait voulu torpiller la négociation quil ne sy
serait pas pris autrement.
Du côté francophone, les condamnations
pleuvent. Charles Michel a lancé un appel à M. Peeters pour quil
maîtrise ses nerfs. "Wouter Beke a été chargé dune mission. Il a la
confiance de tous les partis. Je demande à M. Peeters de respecter cette
mission. Négocier par oukases, par presse interposée ne va pas faire
avancer les choses". Le MR déposera une résolution au Parlement
bruxellois exprimant la position des francophones : lélargissement de
Bruxelles en cas de scission pure et simple de BHV ou de remise en cause
de lexistence-même de la Région bruxelloise. Une provocation ? "Pas du
tout, rétorque Charles Michel. Il sagit simplement de reprendre une
position connue face à une déclaration, celle de Kris Peeters, qui est
clairement un recul par rapport à la situation actuelle de la Région
bruxelloise". Quant au CDH, il a demandé à Kris Peeters dêtre
conséquent avec lui-même et dappliquer la même logique que celle quil
souhaite pour la Flandre aux autres Régions.
3Wouter Beke.
Même si lhomme est dune parfaite bonne volonté, il faut reconnaître
quil na pas engrangé grand-chose. "Aujourdhui, Beke a les mains
vides. Tout le monde tourne en rond. On ne peut pas lui reprocher de ne
pas faire des efforts. Mais les positions des uns et des autres sont aux
antipodes quasiment sur tous les sujets. Il est clair quil pourra
difficilement aller plus loin que vendredi" fait savoir un N-VA.
Pourquoi donc ? "Après, cela deviendra très négatif pour lui. Jusquà
présent, sa mission était plutôt bien perçue. Mais pendant les vacances
de Pâques, il ne se passera plus rien." Donc, il va sans doute falloir
faire appel à une autre personne. Si quelquun a une idée
4Federation
Wallonie-Bruxelles. Mais une autre information semble avoir mis le feu
aux poudres nationalistes, lundi soir. Apprenant que les francophones
avaient décidé de changer leur Communauté française en une Fédération
Wallonie-Bruxelles, la N-VA, par la voie de Ben Weyts, a dit prendre
acte de cette "décision unilatérale des partis francophones". Selon Ben
Weyts, les francophones font comme si les Flamands navaient rien à
dire à Bruxelles alors quils en sont, dit-il, les principaux
contributeurs. "Les francophones répondront-ils désormais présents aussi
pour le financement de Bruxelles?". Le parti de Bart De Wever parle
dune "très lourde provocation", davantage encore si on la lie au fait
que certains francophones "exigent encore le transfert de territoires
flamands dans la périphérie bruxelloise". Selon Weyts, Kris Peeters,
dans son interview à "La Libre" de ce samedi, avait "grandement raison".
"Nous devons défendre avec force la position des Flamands à Bruxelles
et même essayer de la renforcer", a conclu Ben Weyts.
Pendant ce temps là, le Fonds Monétaire International (FMI) sinquiète: "Léconomie
belge se redresse, mais labsence de gouvernement dans le pays, en
crise politique depuis près de dix mois, retarde des réformes
économiques importantes et aggrave les vulnérabilités". Le FMI juge
par ailleurs "encourageant" que le déficit belge ait été réduit de 6 %
en 2009 à 4,6 % du PIB en 2010, soit moins que les 4,8 % fixés dans le
programme de stabilité présenté aux autorités européennes. On notera
quand même que le FMI se trompe : le déficit de 2010 nétait pas de 4,6 %
mais bien de 4,1 %. Maigre consolation