We kennen allemaal de gevleugelde uitspraken van onze grootouders: "Er zijn geen zomers meer zoals vroeger." Als wij later aan onze kleinkinderen over de zomer van 2020 zullen vertellen,
zullen we dat misschien ook wel beweren. Hoewel... de kans zit er dik in dat
vanaf nu zowat alle zomers zó zullen zijn als die van 2019 of 2020: "Heet!"
Er zullen géén koele zomers meer zijn, vrees ik. Volgens de
statistieken van het KMI is de gemiddelde temperatuur de voorbije 50 jaar aan
een steile klim bezig. We zouden nu al aan een gemiddelde zitten dat 2,5° hoger
ligt dan in de periode 1850 tot 1900. Al kan een mens zich natuurlijk wel
vragen stellen bij de nauwkeurigheid van de metingen in de negentiende eeuw.
Dat is natuurlijk héél goed nieuws voor de verkopers van ventilatoren
en airco's. Of zwembaden.
Of ijsjes.
Het is een beetje vervelend dat
de ijscrèmeverkoper hier in onze straat al om half twaalf voorbij komt zoeven.
Een ijsje is bedoeld als dessert, toch? Ik herinner me nog hoe mijn klein zusje
tegen de middag al aan het zagen was om een ijsje te mogen eten. En de reactie
daarop was steevast: "Na het middageten! Want
anders ga je aan tafel wéér niemendal eten!" Het werd op den duur een
soort ritueel dat zich elke zomerdag herhaalde.
Maar ja: als wij recht hebben op
een aperitief vóór we aan tafel gaan, waarom zouden de kinderen dan geen ijsje
mogen nemen als aperitief? Het is beter dan hen een martini of een gin-tonic in
te schenken. Toch?
Ik dus naar de straatkant, en
als de ijscrèmekar met gierende banden voor mijn neus tot stilstand is gekomen,
bestel ik twee ijsjes: twee hoorntjes, met 2 bollen elk, pistache en vanille.
Hoorntjes, inderdaad, want ik vind dat je een ijsje zó moet eten. Helaas: tegen
de tijd dat ik (contactloos) betaald heb, begint het ijs al langs de zijkant
van mijn hoorntjes af te lopen. En als ik me daarna naar binnen haast, laat ik
een plakkerig spoor van gesmolten ijs achter. In de hoorntjes zélf blijft nog
héél weinig over. De kinderen zouden mijn hand en arm kunnen aflikken, maar dat
doe je niet, hee! De volgende keer zwicht ik dus maar voor de plastieken
potjes, zeer tegen mijn principes in. Het voordeel van die potjes is wél dat
het gesmolten ijs erin blijft zwemmen. Ik geef de kinderen een lepel, en ze
kunnen hun ijsje lekker op drinken.
Het is wat, met die warmte! Alles
smelt of ontdooit terwijl je erop staat te kijken. Als ik mijn boodschappen doe
in de Colruyt, en naar huis kom met mijn diepvriesfrieten en diepvries soep- en
andere groenten, dan moet ik bij mijn thuiskomst constateren dat alles ontdooid
is. Tja... je kan en mag dat dan niet opnieuw invriezen, niet? Dan maar de buren
uitgenodigd voor een bord verse groentesoep, en daarna frietjes. Met prei in de
roomsaus.
Ik zou er een volgende keer toch
moeten aan denken om een grote koelbox mee te nemen als ik mijn boodschappen ga
doen.
Maar wat zouden we klagen? De zonnepanelen draaien overuren, mijn
terugdraaiende teller heeft nog nooit zó snel gedraaid. In géén van beide
richtingen. Ik verwacht eerlijk gezegd toch een complimentje ofzo van de
klimaatmeisjes: het is tenslotte wél groene stroom die ik produceer.
En ik verwacht ook een bedankje van Engie voor al die elektriciteit
die ik dit jaar al op het net heb gestoken, gratis voor niets. Hoewel: Engie is
nu in Franse handen, en die hebben niet de gewoonte om "dankjewel" te zeggen. Die graaien alles mee wat ze in België te
pakken kunnen krijgen. Zo hebben ze indertijd Dexia leeg geplunderd, zo romen
ze de winsten van BNP-Paribas-Fortis af om de Franse aandeelhouders rijk te
maken, en zo profiteren ze ook van wat Engie-Electrabel opbrengt.
Ik vermoed dat ze ons nog altijd de Guldensporenslag betaald willen
zetten.
"Aprés nous, le déluge", zou
Madame De Pompadour indertijd gezegd hebben. En ik heb de sterke indruk dat dit
ook de algemene leefregel van de hedendaagse mens geworden is: "Ik zorg voor mezelf, voor morgen. Wat er daarna
komt, later, voor een volgende generatie, dat zal mij een zorg wezen!"
Dat lijkt alvast de filosofie van de Franse vissers te zijn, die met
nieuwe netten en verbeterde vistechnieken hun vangsten spectaculair konden
opdrijven. Dat ook dolfijnen meer en meer in die netten verstrikt raken en
verdrinken of zichzelf dodelijk kwetsen bij pogingen om zich los te wrikken, is
voor die vissers niet aan de orde: "Après
nous, le déluge!"
De voorbije drie jaar zijn al méér dan 1000 dode dolfijnen op de
Franse kusten aangespoeld, slachtoffers van de graaizucht van de vissers.
Maar de Europese vissers zijn bijlange niet de enigen die zonder
scrupules te werk gaan om hun netten te vullen. Denk maar aan de Japanse
walvisjagers.
Sinds 1986 is de jacht op walvissen wereldwijd verboden. De meeste
landen zijn sindsdien ook lid van de "Internationale
Walviscommissie" (IWC), die als voornaamste doelstelling heeft te
controleren of de walvispopulatie op peil blijft. Maar ondanks dat verbod is
Japan op walvissen blijven jagen "in het
kader van wetenschappelijk onderzoek". Zo hebben ze de voorbije jaren al
méér dan 300 walvissen gevangen en gedood in het Zuidpoolgebied. Om het vlees
van die (onvrijwillige) "proefkonijnen"
niet verloren te laten gaan, werd het dus verkocht aan restaurants en
supermarkten, want walvisvlees is een "delicatesse"
in Japan.
En nu heeft Japan zich uit de IWC terug getrokken, want het land wil
de commerciële walvisvangst hervatten, weliswaar in de eigen territoriale
wateren. (Waar ze mogen doen wat ze willen, vermoed ik). Volgens Japan heeft de
walvispopulatie zich ondertussen voldoende hersteld, en kan het weer. Het
vreemde hierbij is dat walvisvlees in Japan ondertussen heel erg aan
populariteit verloren heeft: de jaarlijkse consumptie is gezakt tot hooguit
5.000 ton, terwijl dat in vroeger tijden kon oplopen tot 200.000 ton. Waarom ze
dan hoognodig tóch weer walvissen willen vangen, is een mysterie. Vermoed wordt
dat het gewoon een kwestie van balorigheid is, en van nationale trots: "Niemand heeft ons iets te verbieden."
Resultaat is in elk geval dat de walvis meer en meer een met
uitsterven bedreigde soort wordt. Niet alleen door de Japanse vissers,
trouwens. Ook door het vele plastiek in de oceanen. En omdat ze net als de
dolfijnen verstrikt raken in illegale netten en een vreselijke verdrinkingsdood
sterven.
En voor de liefhebbers van tonijn is er ook "goed nieuws": de visquota zijn heel recent met 50% verhoogd. Van de
"blauwvintonijn" mag er nu tot 36.000
ton per jaar gevist worden. Afgezien van het feit dat de wetenschappers
aanvoeren dat de soort bijlange na nog niet voldoende in populatie toegenomen
is om weer sterk bejaagd te worden, is de manier waarop op het beest gevist
wordt, erg problematisch. Omdat de vis supersnel en wendbaar is, is hij heel
moeilijk te vangen, en daarom worden grote drijfnetten gebruikt om groepjes
tonijnen in te sluiten. En in die netten raken ook, onbedoeld, massa's andere
zeedieren gevangen: dolfijnen, zeeschildpadden. Naar schatting is er een
nevenschade van 3 kg andere dieren per 2 kg tonijn. Maar ja, het gaat wél over "big business", want vooral in Japan
wordt grof geld betaald voor vlees van een blauwvintonijn: prijzen van 1.000
dollar per kilogram zijn geen uitzondering. Vorig jaar werd zelfs 2,7 miljoen
euro betaald voor een vis van iets meer dan 270 kg. (Die extravagante prijzen
alléén al zijn een indicatie voor de zeldzaamheid van de dieren.)
Om kort te gaan: we zijn met z'n allen op een kortzichtige manier de zeeën
aan het leeg vissen. En voor een volgende generatie zal er niets meer over
blijven, behalve oceanen die onleefbaar en onherbergzaam geworden zijn. Maar
zoals gezegd: "Après nous, le déluge!"
Wist u dat voor het energieverbruik van alle mensen samen op deze
planeet, een vermogen nodig is van ongeveer 16 TeraWatt? Om het sprekender uit
te drukken: 16 met twaalf nullen achter, zó veel Watt moet er op elk moment
geproduceerd worden om onze energiebehoefte te dekken. Al moet gezegd worden
dat het verbruik op sommige plaatsen, vooral in het rijke Westen, beduidend
hoger ligt dan op andere.
Om al die energie te kunnen produceren, zijn we in sneltempo bezig de
aarde leeg te roven en leeg te kappen. Niet alleen is dat bijzonder slecht voor
ons klimaat en voor het milieu, het kan ook niet blijven duren: binnen enkele
generaties is het "op", als we zo
verder doen. Als de trend zich verder zet zoals nu, dan gaan we tegen 2050
zelfs naar een behoefte van 30 TeraWatt. Er is geen enkele manier te bedenken
waarbij de Aarde ons nog voldoende "brandstof"
zal kunnen leveren. We zullen dus dringend andere oplossingen moeten zoeken.
Waarom zouden we bijvoorbeeld niet zélf onze eigen elektriciteit
produceren?
De meest voor de hand liggende oplossing is dat we onze eigen
lichaamswarmte zouden gebruiken om elektriciteit te produceren. Daar moeten
niet direct wonderen van verwacht worden, maar er bestaan al prototypes die via
een "pleister" op onze huid een deel
van onze lichaamswarmte kunnen gebruiken om elektriciteit te genereren. En die
zou alvast al voldoende kunnen zijn om onze "smart"-toestellen op te laden: onze smartwatch, onze smartphone.
Alle beetjes helpen, nietwaar?
In diezelfde optiek wordt er ook gewerkt aan ultradunne, plooibare
zonnecellen. Die zouden we op onze kleding kunnen bevestigen, of (in de
toekomst) in onze bovenkledij kunnen inwerken. Zodra we buiten komen, zouden
die dan het zonlicht opvangen en omzetten in elektriciteit. Opnieuw niet direct
de grote hoeveelheden, maar toch genoeg voor onze persoonlijke
smart-toestellen.
Helemaal té gek wordt het wanneer we elektriciteit zouden kunnen
produceren uit de lucht om ons heen. De universiteit van Massachusetts werkt
aan een prototype dat gebruik maakt van nanotechnologie en dat met behulp van
bacteriën elektriciteit kan genereren door omzetting van de waterdamp in de
lucht. Als ze er zullen in slagen om de "nano-draden"
die hiervoor nodig zijn op grote schaal te produceren, dan zijn de
mogelijkheden eindeloos. Dit zou het summum kunnen worden van "duurzame" energie: gewoon uit de lucht.
Hoe vreemd het ook klinkt, ook de klimaatopwarming kan ons helpen in
onze energievoorziening. In Zwitserland hebben ze namelijk het idee opgevat om
elektriciteit te produceren door stuwdammen te bouwen aan de voet van smeltende
gletsjers. De gletsjers zijn overal ter wereld in sneltempo aan het afsmelten,
en dat smeltwater loopt nu gewoon weg. "Waarom
daar geen stuwdam bouwen?" vragen de Zwitsers zich af. Als dat overal zou
toegepast worden waar de gletsjers aan het wegsmelten zijn, dan zou dat
jaarlijks 16 keer zoveel energie opleveren als wij hier in België bijvoorbeeld
verbruiken.
Een andere veelbelovende piste voor onze energievoorziening in de
toekomst, wordt uitgezocht door een Vlaamse firma in Oostende: zij hebben een
procedé ontwikkeld waarmee niet-recycleerbare plastiek toch kan "afgebroken" worden om er weer olie uit
te halen. Als we bedenken dat we geen weg weten met al dat plastiek-afval,
terwijl we stilaan aardolie tekort komen, dan kunnen we die ingenieuze vondst
alleen maar toejuichen: de plastiek-afvalberg verdwijnt, en de
aardolie-voorraad groeit.
Om maar te zeggen: het is niet ál kommer en kwel. De wetenschap en de
technologie hebben nog wel enkele troeven in hun mouw zitten waardoor er
misschien toch nog een toekomst is voor onze Aarde. Al zal het wellicht vooral van
ons allemaal afhangen hoe die toekomst er dan zal uit zien.
In Merelbeke geldt sinds eind juli een "mondmaskerplicht": wie zich te voet "inof opde openbare ruimte" begeeft, moet een
mondmasker dragen. Een mens komt dus zijn huis niet meer uit zonder mondmasker
dat op de correcte manier gedragen
wordt.
Laat ons zeggen dat de fabrikanten van mondmaskers er in elk geval wel
bij varen.
Het hoeft niet bij het fietsen,
blijkbaar. En dat vind ik nu écht bijzonder jammer! Hebben de beleidsmakers dan
in mijn blog het verhaal niet gelezen over die pijnlijke aanvaring met een wesp
(of een bij, of wat het ook was)? Zijn ze dan al vergeten dat ik toen nipt
ontsnapt ben aan een anafylactische shock? Had ik toen een mondmasker gedragen
bij het fietsen, dan was al die ellende mij bespaard gebleven.
Maar de vier burgemeesters uit
het "Land van Rhode en Schelde" verkozen de wijze lessen uit het verleden te negeren (zoals
politici meestal doen), en hebben enkel voor voetgangers een mondmaskerplicht
opgelegd.
Ik dus te voet op pad met mijn
mondneusmasker.
Onderweg, op straat, kom ik geen
mens tegen. Ik hoor u al vragen: "Waartoe dient dan
dat mondmasker?"
Wel: als ik mijn klassieke
wandeling maak, en de blaffende honden staan weer gereed om mij te bespringen,
dan voel ik me nu tenminste veilig. Want ik heb mijn neusmondmasker op. Ook de
katten die overal op een oprit liggen te luieren, kunnen mij niets maken. Want
ik heb mijn neusmondmasker op. En ja, overal zitten gevaarlijke vogels op de
loer, in de bomen, op de akkers, tussen de struiken. Laat ze maar: zij kunnen
mij geen kwaad berokkenen. Want ik heb mijn neusmondmasker op. Er vliegen ook
erg veel vlinders rond, en die trekken zich geen bal van dat anderhalvemeteren
aan. In deze corona-tijden is dat compleet onverantwoord. Maar ze kunnen mij
niet deren. Want ik heb mijn neusmondmasker op.
Helemaal gevaarlijk wordt het
als ik tussen de weides met loeiende en onvriendelijk kijkende koeien rondloop.
Ik moet me daar trouwens niet alleen zorgen maken om die koeien, er zijn ook de
talloze vliegen die constant rond zoemen, en op tijd en stond in zo'n
koeienvlaai landen om verse krachten op te doen. Ik haast me toch een beetje om
die oorlogszone vlug achter mij te laten. Maar eigenlijk hoef ik me totaal geen
zorgen te maken. Want ik heb mijn neusmondmasker op.
De wijze richtlijnen van onze
burgemeesters, weet je wel.
En dan kom ik in het Gentbos.
Het is daar toch wel vrij druk: veel mensen die verkoeling zoeken in de schaduw
van de hoge en robuuste bomen. In tegenstelling tot het vorige deel van mijn
wandeling, langs de verlaten Merelbeekse straten, is er hier wél veel heen en
weer geloop: gezinnen met kinderen, grootouders met hun kleinkinderen. Hoe moet
het hier dan? Nog even de instructies van de burgemeesters checken: "in parken
en bossen hoeft het niet." Oef!
Dat komt goed uit: dan kan ik
mijn mondneusmasker als zweetband gebruiken. Ik bind het over mijn voorhoofd,
en dat is perfect om het zweet op te vangen, dat van mijn schedel naar beneden
stroomt.
Goed idee van de burgemeesters,
die mondmaskerplicht.
Alleen spijtig dat ik bij mijn
volgende fietstocht misschien weer met open mond op een stekend insect bots...
In Merelbeke moet je dus, net als in vele andere gemeenten, een mondneusmasker
dragen zodra je de deur uit stapt. Om de medemens te beschermen tegen jouw
corona-speeksel, en om jezelf te beschermen tegen de corona-druppels van de
medemens. Welke medemens? Mijn buur die 50 meter verder zijn gras aan het
maaien is? Een andere buur die op het einde van de straat zijn hond aan het
uitlaten is? Een toevallige andere wandelaar die aan de overkant van de weg
passeert?
Viroloog Steven Van Gucht zegt daarover: "Het klopt dat het virologisch of medisch niet te verantwoorden is om
een mondmasker te verplichten voor iemand die alleen op straat loopt. Ik pleit voor iets meer rationaliteit,
vooral om het draagvlak groot te houden voor als het wél veel nut heeft."
En ook Marc Van Ranst zit op die lijn: "Het mag geen ritueel worden. Zo'n maatregel mag alleen opgelegd worden
als het zinvol is en als de mensen begrijpen dat het nodig is. Anders verlies
je het draagvlak bij de bevolking."
Maar de
politici verkiezen "strenge maatregelen
te nemen", om te bewijzen dat ze vastberaden durven optreden. Ongeacht of
de opgelegde maatregelen zinvol zijn of niet.
En dan zijn
ze verwonderd als de mensen hen niet (meer) willen volgen.
Eén van de grootste en meest schrijnende problemen op onze aardbol is
de hongersnood en ondervoeding in grote delen van de wereld.
Voor sommigen is dit rechtstreeks gelinkt aan de overbevolking van
onze planeet, die niet genoeg kan voortbrengen voor de exponentieel groeiende
bevolkingsaantallen. En dan is de simpele (simplistische) oplossing: stop de
bevolkingsaangroei. Voor anderen is dit vooral gelinkt aan de conflicten die
dikwijls in die streken woeden, waardoor de voedselvoorziening er stil valt. Of
het is gelinkt aan het barre klimaat: de maandenlange droogtes en hitte
waardoor er zo goed als niets kan groeien.
Maar feit is dat we er eigenlijk met een beetje creativiteit voor
zouden kunnen zorgen dat er genoeg voedsel is voor iedereen, en ook dat sommige
planten wél kunnen gedijen in die verzengende hitte. De techniek om dit te
presteren, is "genetisch modificatie".
Er zijn verschillende methodes van genetische
modificatie, maar in essentie komen die er allemaal op neer dat het DNA van
een plant lichtjes gewijzigd wordt (door een stukje van het DNA te vervangen
door een stukje DNA van een ander organisme).
Hierdoor zal een plant bijvoorbeeld minder water nodig hebben en in een
krukdroge omgeving toch kunnen groeien. Of méér vruchten dragen. En die
vruchten kunnen langer houdbaar blijven. Of minder gevoelig zijn voor infecties,
of minder aantrekkelijk voor verslindende insecten (zoals de vraatzuchtige
sprinkhanen). Dat heeft talloze voordelen: er is minder zaad nodig, er zijn minder
gifstoffen nodig, de planten zijn beter bestand tegen onheil.
Ik ben helemaal vóór. Niet alleen omwille van de voedselzekerheid,
maar ook omwille van ons milieu: gedaan met de pesticides en insecticiden
waarmee we onze gewassen moeten besproeien, in steeds grotere dosissen wegens
een groeiende resistentie, en die in de bodems en in ons grondwater dringen.
Gentechnologie heeft trouwens nog tal van andere mogelijke
toepassingsgebieden: productie van geneesmiddelen, gentherapie voor de
behandeling van erfelijke ziektes. Maar bijvoorbeeld ook in de strijd tegen
malaria door de muggen genetisch zó te manipuleren dat de malariaparasiet niet
meer in hun speekselklieren opgenomen wordt, waardoor ze de ziekte niet meer
zullen doorgeven.
Maar helaas: er bestaan héél veel bezwaren tegen "genetisch gemanipuleerde organismen".
Er zijn de principiële
bezwaren: "Je moet niet gaan knoeien met
de natuur."
En er zijn de religieuze
bezwaren: "Dat is zoiets als God willen
spelen."
Er zijn de ethische
bezwaren, omdat dit in theorie ook zou kunnen gebruikt worden om met de
kenmerken van de menselijke soort te knoeien.
En er is de angst voor het onbekende: "We kennen de effecten op langere termijn niet."
En dus is het in Europa niet toegelaten. In Amerika mogen GGO's (Genetisch Gemodificeerde Organismen) wél
gebruikt worden, en er bestaan bijvoorbeeld al gemodificeerde tomaten- of maïs-soorten.
Maar bij ons in Europa mag het niet. Daar zijn heel strenge richtlijnen
omtrent. Uitgevaardigd door de Europese Commissie.
Heel jammer, vind ik. Want ik ben wél een voorstander.
(Al besef ik ook héél goed dat het gevaar op gewetenloos misbruik om
de hoek loert. Maar is dat niet zo met alles wat de mens aanraakt? Het probleem
ligt niet bij de mogelijkheden die dit biedt, maar bij de mensen die er niet
beschaafd kunnen of willen mee om gaan.)
Maar goed: het is wat het is. Voorlopig wordt er dus in Europa niet
geprutst met DNA. Einde verhaal.
En toen kwam "het virus"...
In Engeland boeken ze erg veelbelovende resultaten met een vaccin dat
gecreëerd werd via DNA-modificaties. Het Oxford-vaccin is
ontwikkeld door onderzoekers van de universiteit van Oxford: "Het bevat een
genetisch gemodificeerd adenovirus dat van nature onder chimpansees voorkomt.
Het virus is met twee verschillende doeleinden aangepast. Allereerst moeten de
aanpassingen ervoor zorgen dat het virus geen infecties kan veroorzaken. En ten
tweede moet het een immuunrespons tegen SARS-CoV-2 oproepen. Voor dat laatste
is het adenovirus uitgerust met genetisch materiaal van SARS-CoV-2 dat codeert
voor het kenmerkende spike-eiwit."
Bij ons, bij Jansen Farmaceutica, werken ze op een gelijkaardige piste:
een onschuldig "verkoudheidsvirus"
waar DNA van het Sars-CoV-2 virus ingebracht werd om ons afweersysteem te activeren.
"Ja maar! Dat mag niet, hee!
Niet bij ons in Europa."
Blijkbaar wél: de Europese Commissie heeft nu wél de toestemming
gegeven voor deze toepassing van genetische manipulatie. Tegen haar eigen
richtlijnen in. Terwijl genetische modificatie voor de productie van duurzame
voedselvoorziening verboden blijft.
Kan iemand nog volgen? Ik niet. Maar goed: "Het is voor de goede zaak."
Het bestrijden van ondervoeding en hongersnood is geen goede zaak,
dan?
Vermoedelijk net iets minder, want het is "ver van ons bed". Wij in Europa hebben daar geen last
van.
De "tweede golf" van
Covid-19 is er al, véél vlugger dan verwacht, véél vroeger zelfs dan gevreesd.
Althans als we de cijfers omtrent de "geregistreerde
besmettingen" als maatstaf nemen, en er niet bij stilstaan dat er nu 30
keer zo veel getest wordt als bij die "eerste
golf".
Jammer genoeg moeten we erkennen dat dat vooral onze eigen fout is. De
(vooral jonge) mensen zijn laks en overmoedig geworden, en kortzichtig, en
hebben alle voorzorgsmaatregelen naast zich neer gelegd, en alle aanmaningen
tot voorzichtigheid genegeerd. Voor een deel wellicht als tegenreactie tegen de
knellende lockdown-maatregelen waar iedereen bij die eerste golf in gewrongen
zat.
We kunnen nu alleen maar hopen dat die "tweede golf" niet zo zwaar wordt als de eerste.
En vooral: dat onze verantwoordelijken op een méér doordachte en
evenredige manier zullen reageren, en lessen zullen geleerd hebben uit die
eerste periode. Want het psychisch leed dat de opgelegde lockdown toen veroorzaakt
heeft, en nu nog veroorzaakt, is en was in sommige gevallen erger, véél erger,
dan het fysieke leed van Covid-19 zelf.
(Dat we nu al opnieuw gekneld zitten in een mondmasker en "vaste bubbels" is géén hoopgevend
signaal, maar goed.)
Wat bijzonder pijnlijk en schrijnend was bij de corona-aanpak in de "eerste golf", is dat het er de oorzaak
van was dat veel mensen psychisch zó ziek werden dat ze in een psychiatrisch
ziekenhuis beland zijn. Veel méér mensen hebben nu zware nood aan
psychiatrische hulp, en de ernst van de psychische problemen blijkt over het
algemeen ook toegenomen. Veel mensen die het voorheen al moeilijk hadden, zijn
onder die "corona-stress" helemaal
bezweken, en er zijn schrikwekkend veel patiënten met suïcidale neigingen of
psychotische aandoeningen. En ik vrees dat we nog maar aan het begin van de "epidemie" staan, en dat pas in de
komende maanden goed zal blijken wat de impact geweest is. En de lange weg naar herstel, met vallen en opstaan, is
vele keren moeizamer en zwaarder dan de weg naar herstel na Covid-19.
En zo is het ook bijzonder pijnlijk en schrijnend dat de corona-aanpak
van de eerste golf er de oorzaak van
was dat het kindermisbruik, zéker tijdens die lockdown-periode, dramatisch is
toegenomen. De reden hiervoor is niet ver te zoeken: veel meer mensen (mannen)
zaten lange tijd thuis "opgesloten",
en hun mogelijke slachtoffers met hen. Dat was eigenlijk vragen om problemen, jammer genoeg. Dat kinderen in die
lockdown-periode zélf veel actiever waren op het internet, maakte het voor de
jagers ook veel gemakkelijker om nieuwe "prooien"
te vinden.
Child Focus heeft al behoorlijk furieus gereageerd: "Specialisten waarschuwden reeds bij aanvang
van de Corona-pandemie over wat een lockdown kon betekenen voor vele kinderen,
maar de talrijke adviezen werden in de wind geslagen."
En wanneer de steunmaatregelen zullen stopgezet of afgebouwd worden, en
tegelijk de versoepelingen tóch moeten teruggedraaid worden, zullen velen ook merken
dat ze in een financiële put terechtgekomen zijn waar ze niet meer uit raken,
en zal de wanhoop toeslaan. Er worden in de komende maanden trouwens tot 70.000
faillissementen verwacht, vooral bij zelfstandigen en kleine ondernemers.
Nee, de lichamelijke ravage is niet het ergste geweest aan die "eerste" corona-periode. Wél de sociale
en psychische ravage.
En ik blijf al maandenlang met die zelfde vraag: "Was die draconische aanpak echt wel nodig? Was het nodig om de hele
wereld te laten stilvallen? Hadden we niet kunnen volstaan met de richtlijnen
die altijd van toepassing zijn bij een besmettelijke virale infectie? Of met de
maatregelen die in andere landen succesvol gebleken zijn?"
De "believers" beweren bij
hoog en laag dat het anders "veel erger
zou geweest zijn". Maar dan gaat men wel voorbij aan de neveneffecten, de "collateral damage" van de remedie: de
toename van het intra-familiaal geweld, de toename van de vereenzaming, de
toename van de armoede, de toename van psychische problemen. En bijvoorbeeld ook
aan het bijna collectieve uitstel
van kankerdiagnoses, waardoor ook de kanker veel meer slachtoffers zal maken
dan "nodig" was geweest.
Als men op het einde van de rit de afweging zal maken tussen het
aantal mensen die, dankzij de maatregelen, van Covid-19 gespaard zijn, en het
aantal dat op een andere manier het slachtoffer geworden is "van corona", dan betwijfel ik sterk of
die balans wel zo positief zal zijn als de believers
willen volhouden.
Hopelijk hebben onze regeringsleiders en verantwoordelijken iets
geleerd uit de voorbije en aanslepende catastrofes, en zal bij deze corona-golf
(en alle volgende) méér rekening gehouden worden met het psychisch welzijn. Ook
en vooral het welzijn van kinderen.
Ik weet niet hoe goed u TikTok
kent? Ik ken het alléén van naam en van een paar voorbeelden in het journaal.
Eigenlijk pleit dat wel voor mij, dat ik TikTok nauwelijks ken, want
anders zou er kunnen getwijfeld worden aan mijn niveau van volwassenheid. (Dat
Tom Van Grieken zich van TikTok bedient om zijn boodschappen te promoten, zegt
dan misschien wel iets over de onvolwassenheid van de man?)
Dat ik TikTok zou kennen, zou eventueel ook twijfel kunnen zaaien
omtrent de zuiverheid van mijn geest.
Want TikTok is een sociale media
app die vooral voor jongeren, zeg maar kinderen, bedoeld is en waarop ze héél
korte, speelse, grappige of domme, filmpjes kunnen plaatsen. Aangezien de app
zich vooral naar jongeren richt, is het een ideaal platform voor mannen (en
vrouwen) met slechte bedoelingen, die zich met een vals profiel aanmelden in de
hoop kinderen in hun val te lokken.
Zoals de meeste van die (nieuwe) sociale media, is TikTok ook ideaal
om (ongestraft en anoniem) de grootste onzin te verkondigen. Zodat ook TikTok
een broeihaard is van "fake news" en
"desinformatie". Dat het ondertussen
al 2 miljard gebruikers heeft, die in veel gevallen nog te jong zijn om "fake" van "echt" nieuws te kunnen onderscheiden, maakt het wel "gevaarlijker" dan bijvoorbeeld Facebook.
(Hoewel: veel Facebook-gebruikers kunnen dat onderscheid blijkbaar ook niet
maken, ook al zijn ze volwassen.)
Tegelijk is TikTok ook een platform waar jongeren hun subversieve of
opstandige boodschappen kwijt kunnen. Wat maakt dat de app zwaar onder vuur ligt bij autoritaire, zeg maar dictatoriale,
regimes. In Egypte zijn ze bijvoorbeeld niet mals voor meisjes die zich te
weinig aan de conservatieve religieuze beperkingen gelegen laten. Maar ook in
Turkije of in China wordt streng toegekeken op wat jongeren durven te plaatsen.
Censuur is nooit ver weg in landen waar de democratie onbestaande is, of alléén
in naam bestaat.
En dat laatste blijkt nu ook te gelden voor de Verenigde Staten van
Amerika: de heer Donald Trump, president van die pseudo-democratie heeft er
namelijk mee gedreigd TikTok te verbieden in zijn land. Dat zou dan een triest
precedent zijn: een sociaal-media platform dat verboden zou worden in een "democratisch" land. Nooit eerder gezien!
De "uitleg" die hierbij
verzonnen werd, luidt dat TikTok een Chinees bedrijf is, en bijgevolg voor de Chinese regering
spioneert. (Dat Donald op dat idee gekomen is, zou ons al bijna doen vermoeden
dat Amerikaanse apps dat dus ook doen:
spioneren. Of niet?)
Dat is het zelfde stompzinnige foefje als dat wat Donald gebruikt
heeft om Huawei te weren en zo de ontwikkeling van 5G een halt toe te roepen.
Niet alléén in zijn eigen "democratie",
trouwens: Donald heeft ook de Europese landen verboden om met Huawei samen te
werken. En de Europese landen hebben braaf gehoorzaamd.
De beslissing om Huawei buiten spel te zetten had uiteraard niets te maken met het risico op spionage,
maar alles met economische
protectie: door de razendsnelle technologische vooruitgang die bij Huawei
gemaakt werd, riskeerden de eigen Amerikaanse techno-giganten, genre Apple of
Google, hopeloos achterop te raken. En een groot deel van hun marktaandeel te
verliezen. Dat was natuurlijk niet acceptabel. Want Donald zou immers "voor eigen volk eerst" zorgen.
De heibel rond TikTok is een beetje gelijkaardig: ze mogen in de USA
dan toch bereikbaar blijven, op voorwaarde dat ze Amerikaans worden. En dus is een deal in de maak waarbij TikTok
door Microsoft zou overgenomen worden. (Wie zich herinnert hoe het met de
Vlaamse spraaktechnologie gelopen is nadat die door Microsoft werd ingepalmd,
mag nu al vrezen voor de toekomst van TikTok.)
Maar in het geval van TikTok is er nét iets méér aan de hand. Want
Donald had een heel persoonlijk eitje te pellen met die snoodaards.
Herinner u de eerste (en enige) verkiezingsmeeting van Donald Trump:
in Tulsa, op 20 juni. (Een dag later dan oorspronkelijk gepland, wegens de
George Floyd heisa.) Enkele dagen vóór de meeting kon Donald nog triomfantelijk
op Twitter verkondigen dat er "méér dan
eenmiljoen aanvragen" waren om
een zitje te reserveren in het stadion dat plaats bood aan 19.000 mensen.
Donald straalde van zelfzekere arrogantie bij het vooruitzicht van alweer een
tot de nok gevulde arena waar hij zoals gewoonlijk de loftrompet kon steken
over zijn eigen verwezenlijkingen. Het was dan ook een pijnlijke afgang toen op
de dag zelf amper 6.000 mensen zijn komen opdagen. "De schuld van corona", beweerde het campagneteam. De werkelijkheid
was dat die lawine aanaanvragen
eigenlijk een sabotageactie was geweest na een oproep op TikTok: de échte fans
hadden geen kans gezien om een plaatsje te reserveren, want de TikTokkers
hadden alles al "ingenomen".
En dus is Donald bijzonder boos op TikTok. En dus wilde dictator Donald TikTok verbieden in zijn
land.
Nee, je zal mij niet horen beweren dat die "bubbel van vijf" een zinloze maatregel is en dat we ons daar
eigenlijk niet al te veel moeten van aantrekken. Ondanks het ontmoedigende
besef dat ons "bubbel"-leven het
virus niet zal klein krijgen. En dat het virus er de volgende maand en de maand
daarop nog altijd zal zijn, even agressief en even gevaarlijk. En dat we dus
nog héél lang tot een leven in bubbels zullen gedwongen worden.
Maar heeft iemand eigenlijk ooit wel serieus nagedacht over de
praktische consequenties van die bubbel-regel
en hoe we dat in realiteit moeten (of kunnen) waar maken?
Neem een hedendaags doorsnee gezin: vader, moeder, zoon.
De ouders hebben al jaren een heel sterke band met een ander koppel:
échte boezemvrienden die elkaar steunen en helpen, door dik en dun. Tja, dan
neem je die vrienden toch op in je bubbel? Je kan elkaar toch niet in de steek
laten als je elkaar écht nodig hebt? Dat zijn dus al twee leden van de
gezinsbubbel.
Dan zijn er de ouders van de man, en de ouders van de vrouw. Nog eens
vier leden van de vaste bubbel. Oeps: er zijn er nu al zes, dat is één te veel.
Moet je dan het fysiek contact met je ouders verbreken? De ouders van de man,
of die van de vrouw? Dat kan je écht niet maken. Okee, dan maar een bubbel van
zes.
"Belangrijk is dat het vaste
contacten zijn", hebben onze BV's gezegd: "Het aantal is geen fetisj."
Maar de tienerzoon heeft toch ook nood aan contact met zijn vrienden?
Of niet? Moet hij de hele tijd thuis blijven zitten, met geen ander gezelschap
dan dat van zijn ouders en grootouders? Dat is nu echt géén leven voor een
opgroeiende tiener. Heeft hij dan geen recht op zijn eigen vastebubbel? De ouders kunnen
hem dat niet ontzeggen.
"Als je maar voorzichtig bent!"
zeggen ze dan.
"En als je maar je contacten beperkt
tot enkele vaste vrienden."
De zoon is verstandig en verantwoordelijk, en beperkt zich tot zijn
twee beste vrienden.
Maar hoe zat het ook alweer? De BV's hadden het over een "gezinsbubbel". Dat betekent dat de
vrienden in de bubbel van je zoon eigenlijk ook deel uitmaken van je gezinsbubbel.
Oeps: nu zijn er al acht. Marc en Erika zullen absoluut niet tevreden
zijn! Maar ja, het is wat het is.
Toch nog even verder doordenken. Zo'n bubbel is immers "wederkerig": als iemand deel uitmaakt
van mijn bubbel, dan maak ik deel uit van zijn/haar bubbel.
"Mijn bubbel is uw bubbel",
zoals het aloude spreekwoord luidt.
En dus behoren de ouders van de vader én van de moeder uit ons
voorbeeld ook tot de bubbel van de vrienden. Niet? En de vrienden van de zoon
ook. De boezemvrienden hebben dus, zonder zelfs maar iemand anders te zien dan
ons voorbeeldgezin, al een bubbel van negen opgebouwd. Mogen zij dan met
niemand meer contacten hebben? Zij hebben ook hun ouders. En die willen ze echt
wel graag in hun bubbel. Heeft iemand daar een bezwaar tegen? Maar dan zitten
ze wel in een zwaar zondige bubbel van dertien. En eigenlijk: omdat hun ouders
tot hun bubbel behoren, behoren die automatisch ook tot de bubbel van ons
doorsnee gezin. Of niet? Waarmee die hun bubbel ook hebben uitgebreid tot
twaalf. Logisch, niet? Want de bubbel is "wederkerig".
Maar net als de vrienden, hebben de ouders van de man en de vrouw uit
ons voorbeeld óók nog andere mensen die ze in hun bubbel willen. Dat kan toch?
De ouders van de man hebben nog twee andere kinderen, de ouders van de vrouw
hebben ook nog een zoon. En die hebben op hun beurt ook volwassen kinderen, die
tot hun eigen gezinsbubbel behoren.
Even goed opletten, toch, want het begint ingewikkeld te worden. De
zoon van de ouders van de vrouw (haar broer, dus), en diens echtgenote, behoren
tot de bubbel van de ouders van de vrouw, en dus ook tot de bubbel van de vrouw
zélf en haar gezin. En dus ook tot de bubbel van de vrienden. En ja, de
kinderen van de broer van de vrouw behoren tot de bubbel van die broer. En dus
ook tot de bubbel van de ouders van de vrouw. En dus tot de gezinsbubbel van de
vrouw. En dus tot de bubbel van de vrienden.
Ik ben al lang de tel kwijt. Heeft iemand er wél nog een idee van hoe
groot de bubbel ondertussen geworden is? En dat zonder zot of losbandig of
onverantwoord te doen.
Een gezinsbubbel van vijf moet absoluut nageleefd worden, "of anders krijgen we het virus niet klein."
Een beetje bubbelwiskunde leert ons dat we bijgevolg het ergste moeten
vrezen.
Meester Filip zat zich al
wekenlang suf te piekeren. Zou hij zijn kindjes tijdens de grote vakantie toch
eens een paar weken naar school laten komen voor een zomerklasje, of niet?
Door de corona-miserie waren ze
het voorbije schooljaar eigenlijk nauwelijks op school geweest, en van het
thuisonderwijs was voor de meesten niet veel in huis gekomen, want ze hadden
het te druk gehad met Facebook en Instagram en TikTok. Meester Filip vreesde
dus voor een grote leerachterstand bij het begin van het nieuwe leerjaar. Te
meer omdat, dat kon hij niet ontkennen, het niveau van dit klasje niet bijster
hoog lag: erg snugger waren de meeste van deze leerlingen niet.
Hij was toch een beetje bang dat
een zomerklasje wéér zou uitdraaien op constant geruzie, en geroep en getier. Zodat
hij ook deze keer niet veel aan lesgeven zou toe komen. Hij had de leerlingen immers
ook gevolgd op sociale media, en hij wist al ongeveer wat hij kon verwachten
(of vrezen).
Zo had hij gezien hoe Gwendolyn
hard geprobeerd had om ruzie te stoken tussen Bart en Paul, in de hoop dat die
ook in de klas hun vete verder zouden uitvechten. Gwendolyn had dat vooral
gedaan omdat Bart haar eerder een keer een "verraadster" genoemd had, en dat
was een sneer die ze niet licht zou vergeten. Bovendien had ze met lede ogen
moeten aanzien dat haar vriendje Egbert liever kameraad was met Bart dan met
haar, en dat wilde ze hen allebei maar al te graag betaald zetten.
Egbert was dan weer hard in de
weer geweest om samen met Georges-Louis en Joachim een nieuw kliekje te vormen
waarbij Bart wél welkom was, maar Paul helemaal niet. Ook dat zou de
klasharmonie niet helpen, bedacht meester Filip met pijn in het hart.
Maar goed: hij besloot de gok te
wagen, en bracht zijn leerlingen samen voor het zomerklasje. Misschien zou het
beter meevallen dan hij gevreesd had.
En zowaar: tot zijn grote
verbazing konden Paul en Bart het uitstekend met elkaar vinden. Dat kwam
natuurlijk vooral doordat Paul ook gehoord had over dat kliekje van Egbert en
Joachim en Georges-Louis, en hij was als de dood dat hij geen enkel vriendje
zou overhouden in de klas. Behalve Conner dan, maar dat was nog maar een kind...
En dus had Paul al zijn eerdere verwijten tegenover Bart ingeslikt, en liet hij
het geroddel van Gwendolyn voor wat het was. Zo werden Bart en Paul opeens
dikke vrienden.
Meester Filip slaakte in stilte
een juichkreet, en hij kreeg al een beetje hoop dat hij die bende
niet-al-te-intelligente egotrippers misschien toch nog iets kon leren.
Maar dat was buiten Paul
gerekend. Want die was niet vergeten dat het trio "Drie Koningen" hem had
willen uitsluiten, en dus wou hij Egbert en Georges-Louis liever niet in hun
clubje, want die waren de aanstokers geweest. Bart wilde Egbert er dan weer wél
absoluut bij, en het eerste meningsverschil tussen de nieuwe gezworen vrienden
zat er al aan te komen. Gelukkig voor meester Filip wilde geen van beiden uit
de boot vallen, en dus kwamen ze tot een akkoord: Egbert mocht er bij, maar
Georges-Louis niet. Dat was trouwens toch maar een vreemde snuiter en een
ruziezoeker, en hij had sowieso al véél te veel noten op zijn zang.
Even leek het voor de klas van
meester Filip dan toch goed te komen, voor één keer.
Maar helaas: Egbert was een heel
schuchtere en stille jongen, en hij besefte al gauw dat hij in die grote
vriendenkring nauwelijks zou mogen meespelen, en dat niemand naar hem zou
luisteren. En dus wilde hij er Georges-Louis absoluut wél bij. Waarop Paul kort
reageerde met "Non!"
Wat daarna volgde, was alweer
een complete chaos zoals meester Filip al bij het begin van het vorige
schooljaar had moeten aanschouwen. En al helemaal toen ook Meyrem en Jean-Marc
zich in het gekrakeel begonnen te mengen.
Meester Filip zag ook nu maar
één oplossing: hij heeft ze allemaal terug naar huis gestuurd. In het najaar
konden ze misschien eens opnieuw proberen?
In een hoekje van de klas zat
Tom vergenoegd te gniffelen bij het aanschouwen van dit nieuwe fiasco.
Nee, ik heb persoonlijk helemaal niets tegen mevrouwLeemans, want zij
is mijn vriendin. Althans als ik de reclamespots mag geloven.
Maar ik heb wél iets tegen het concept waarbij iemand een lening wordt
aangesmeerd om zich een (dure) vakantie te kunnen permitteren. Zijn er nog niet
genoeg mensen en gezinnen die diep in een financiële put getuimeld zijn omdat
ze méér leningen hebben lopen dan ze redelijkerwijs kunnen afbetalen?
Mijn motto over lenen is simpel. Misschien iets te "zwart-wit", dat geef ik grif toe. Ik heb
wellicht gemakkelijk praten. Maar ik vind: "Als
je iets niet kan betalen, dan koop je het niet! Geef geen geld uit dat je niet
hebt!"
Voor mijn part zou het sowieso verboden moeten worden om mensen aan te
zetten tot het aangaan van kredieten voor dingen die ze niet eens écht nodig
hebben. En dat geldt héél zeker voor een vakantie. Als je je geen vakantie in
het buitenland kan permitteren, dan blijf je toch gewoon thuis?
Toen wij nog kind waren, hadden onze ouders geen centjes voor een reis
of voor een echte vakantie. En dus
bleven we thuis. En niemand in ons gezin vond dat een ramp of een tekort.
Niemand zat te treuren of weg te kwijnen omdat we niet naar verre landen konden
vertrekken. Waarom zouden we ook? Thuis was het best leuk: daar zorgden we zelf
wel voor.
Nu kan dat blijkbaar niet meer. Nu ben je misdeeld als je niet minstens één keer per jaar "écht" op vakantie bent geweest. Nu zijn
je kinderen kansarm als ze in
september op school geen vakantiefoto's op hun iPad kunnen laten zien.
En dus wil iedereen kost wat kost toch op vakantie vertrekken. Ook al
is er eigenlijk geen budget voor. En dus gaat men bij mijn vriendin aankloppen voor een lening.
Nóg een lening. Bovenop die voor de 50 inch flat screen en de iPhone en de auto
en de meubels. Tot de deurwaarder op een dag komt aankloppen en alles in beslag
laat nemen omdat je al die leningen niet meer kan afbetalen.
De enige die écht iets heeft aan die leningen en kredieten, dat is
mijn vriendin, mevrouwLeemans en andere
Cofidis-achtigen.
Het zou al helpen als er geen reclame meer zou gemaakt mogen worden om
de mensen tot een lening te verlokken. Beter nog zou zijn om vlakaf te
verbieden dat luxeartikelen op krediet gekocht worden.
Vermoedelijk krijg ik nu kritiek van de armoede-organisaties. Want is
het geen discriminatie als alléén de welgestelden die luxeartikelen nog mogen
kopen en de "armen" niet? Het zou
kunnen. Maar wie bewijst die armen
een gunst door hen in een financiële krater te laten tuimelen waardoor ze alles
verliezen? Is dat een betere optie? En dat het "discriminatie" zou zijn, is alléén zo in de ogen van de zogenaamde "armoede-organisaties" die "armoede" definiëren als "het ontbreken van luxe". Alsof mensen
zich alléén maar gelukkig en "rijk"
kunnen voelen als ze in luxe baden.
En bovendien: als mensen die dingen niet meer op krediet kunnen/mogen
kopen, dan zal de vraag naar dat soort luxeproducten dalen. En als de vraag
vermindert, dan zakt de prijs vanzelf. Tot ze misschien tóch voor iedereen
betaalbaar worden. Zou dat niet voor ons allemaal beter zijn?
Al van bij het begin van de corona-crisis heb ik me vragen gesteld
omtrent de cijfers waarmee we door de media om de oren geslagen werden. Cijfers
die af en toe trouwens manifest fout, en overdreven, bleken, maar de
rechtzetting kwam er nadien in alle discretie en stilte.
Nu, bij deze tweede golf,
heb ik weer dat zelfde onaangename gevoel: dat de media ons overdonderen met
paniekerige cijfers.
Dat het aantal geregistreerde
besmettingen weer stijgt, dat is overduidelijk. Maar ik heb een enorm probleem
met de manier waarop het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames gepresenteerd
wordt in de media. Dagelijks krijgen we een cijfer dat het "daggemiddelde" van de voorbije 7 dagen
weergeeft, en dat wordt vergeleken met dat van een week eerder. De stijging is
dan spectaculair, om niet te zeggen rampzalig.
Waarom doen ze dat? Als je wil weten hoe snel de epidemie zich verspreidt,
vergelijk dan met de vorige dag: "Gisteren
zo veel, vandaag zó veel." Dat is duidelijk, dat is simpel.
Nu krijgen we boodschappen in de stijl van: "Vandaag gemiddeld 465 gevallen per dag, tegenover 261 een week eerder.
Dat is een stijging met 78%." Dat klinkt uiteraard véél erger dan zeggen: "Vandaag gemiddeld 465 gevallen per dag, tegenover
gemiddeld 448 gevallen gisteren. Dat is een stijging met bijna 4%." Is 4% misschien
niet onthutsend genoeg om de mensen te alarmeren? Dit ruikt naar "sensatiezucht" of misschien zelfs naar manipulatie.
Die zelfde sensatiezucht is er trouwens ook bij de rapportering van de
ziekenhuisopnames en overlijdens.
"Ook het aantal ziekenhuisopnamesblijft
stijgen", terwijl dat al drie dagen lang op ongeveer 23 ligt. (Om precies
te zijn: 24 op 31 juli, 22 op 1 augustus, 23 op 2 augustus.) En: "bovendien neemt ook het aantal overlijdenstoe." Hoewel
het er al een hele tijd gemiddeld 2 à 3 zijn per dag, en het eigenlijk zelfs
vóór die tweede golf niet echt lager geweest is dan ongeveer 2.
Er wordt overigens nooit vermeld hoeveel mensen getest werden. Ik zou
nochtans wel graag weten hoe groot het percentage
besmettingen is bij de testen. Als er vandaag 5 mensen positief zijn op 100
testen, en morgen zijn er 10 positieve gevallen op 200 testen, dan is het
aantal besmettingen "verdubbeld",
terwijl er niets aan de hand is. We wisten al bij de eerste golf dat ongeveer 5
à 6 procent van de bevolking besmet raakt. Is dat percentage nu hoger? Geen idee,
want niemand zegt daar iets over. Waarom niet, eigenlijk?
Opnieuw heb ik sterk het gevoel dat die onheilspellende cijferlawine
vooral als bedoeling heeft om ons te overtuigen en te motiveren om de strenge
richtlijnen te volgen. Ten koste van alles. Ten koste, opnieuw, van enorm veel
psychologisch en sociaal leed. Ten koste van financiële en economische
catastrofes. We moeten en zullen door de zure appel heen bijten, "want de cijfers tonen dat het nodig is, dat
het niet anders kan."
Maar wat zullen die offers ons opbrengen? De mensen zijn best wel
bereid om een tijdje met een mondmasker rond te lopen, en de eenzaamheid te
trotseren. En de handelaars of horeca-uitbaters dragen de zware verliezen met
de moed der wanhoop. Omdat ze denken/hopen dat het allemaal tijdelijk is: even
op de tanden bijten tot het virus overwonnen is.
Zullen we het virus inderdaad op die manier kunnen laten verdwijnen, doen
uitsterven? Het antwoord hebben de virologen zélf al gegeven: "Dit virus is een blijver." We krijgen
het dus nooit klein, hoeveel offers
we ook brengen. Zélfs in die landen waar het aantal geregistreerde besmettingen
op 0 gekomen was, en waar ze bij de minste aanwijzing onmiddellijk drastisch
ingrijpen, duikt het virus na een tijdje toch weer op.
"Het is een blijver." En
dan? Moeten we dus een toekomst tegemoet gaan waarbij voortaan iedereen op
straat altijd een mondmasker draagt? Waarbij social distancing en afstandelijkheid voor altijd de regel wordt?
Waarbij sociale, privé contacten afgeraden worden en moeten vermeden worden?
Waarbij warm en vertroostend fysiek contact niet meer kan? Is dat inderdaad het
maatschappijbeeld dat ons te wachten staat? Laten wij onze hele samenleving
voor eeuwig gijzelen door dit virus?
Er zijn nochtans al andere virussen geweest die uiteindelijk "een blijver" zijn gebleken. Zoals het
Influenza-virus. (Een "gewoon griepje"
dat jaarlijks ook 500 tot 750 duizend doden maakt, wat van dezelfde grootteorde
is als Covid-19.) Maar die hebben onze maatschappij niet ontwricht, die hebben
onze samenleving niet overhoop gegooid. We hebben geaccepteerd dat die virussen "een blijver" zijn, en we zijn verder
gegaan met ons leven. We hebben er trouwens zelfs geen idee van hoeveel mensen
in werkelijkheid door zo'n ander virus, zoals Influenza, besmet zijn. En we
maken er ons ook geen zorgen over. Er worden géén massale testen uitgevoerd, en
we krijgen ook geen dagelijkse cijfers omtrent het aantal besmettingen.
Wat is er dan zó anders aan dit virus, dat we er ons zo gewillig door
laten gijzelen? "Het ziektebeeld is toch
wel erger dan bij Influenza," zal u tegenwerpen. Dat zou kunnen, maar de
paniek en hysterie is al begonnen vóór we hier bij ons of waar dan ook de
ergste ziektebeelden hadden gezien. Dus dat kan het niet zijn.
Misschien is het niet het virus zélf dat ons gijzelt, maar wél de
media-heisa er rond. Ik heb nog altijd géén idee waar die vandaan gekomen is,
en waarom de media zó gretig en intens op dit item gesprongen zijn. Er zijn
achterdochtige mensen die beweren dat dit alles een complot zou kunnen zijn van
de farma-industrie. Want laat ons wel wezen: die zitten zich nu al in de handen
te wrijven bij het vooruitzicht van gigantische inkomsten uit de verschillende
Covid-vaccins. (Vaccins die overigens nu al massaal door vele landen opgekocht
worden, zonder enige zekerheid dat ze zullen werken.) Reken zelf maar uit: zo'n
2 miljard vaccins tegen (minstens) 10 euro. En bijna puur netto winst, want het
onderzoek naar het vaccin gebeurt voor het grootste deel met gemeenschapsgeld.
Ik heb het erg moeilijk met complottheorieën, maar ik heb ook geen
betere uitleg.
Ik heb alléén een vraag: "En wat
bij het volgende virus?"
Want dat er na dit virus nog andere de weg van een dier naar de mens
zullen vinden, is geen mogelijkheid,
het is een zekerheid.
Wie belang hecht aan "politiek
correcte standpunten", zou beter niet verder lezen.
Want wat ik kwijt wil, is niet bepaald "politiek correct". Het moet mij namelijk van het hart dat
overtredingen, zeg maar "misdaden"
die gepleegd werden "voor de goede zaak"
(lees: "voor de politiek correcte zaak"),
zowel door de media als door het gerecht met heel veel begrip en clementie
behandeld worden. Dit in tegenstelling tot gelijkaardige misstappen van "niet politiek correcte" signatuur, die
bijzonder hard en ongenadig worden aangepakt. Het lijkt er heel sterk op dat
er, misschien zelfs vooral door de media, met "twee maten en twee gewichten" wordt gewerkt.
Ik herinner me enkele jaren geleden de actie van de groene jongens, milieu-activisten, op de
velden van genetische gemodificeerde aardappelen van de UGent in Melle. Het
ging om puur vandalisme, vernielzucht: een volledig aardappelveld werd kapot
getrapt en de oogst was verloren. Maar de groene jongens kwamen er mee weg, en
de media rapporteerden er op een vergoelijkende manier over. Want het was
immers "voor de goede zaak": de
strijd tegen de verfoeide genetische
manipulatie.
Ik denk daar lichtjes anders over: er zijn géén argumenten die een
dergelijke vernielzucht rechtvaardigen. Punt! Dit is niet minder misdadig dan
de eerste de beste bende vandalen die een tarweveld van een boer gaan plat
trappen of kapot rijden met hun quads. Maar die worden, heel terecht overigens,
wél zwaar aangepakt. De wetgeving hieromtrent is trouwens heel duidelijk: "Als u ervan verdacht wordt
kwaadwillig een bezaaide akker
te hebben verwoest of schadelijk kruid op dit veld te hebben gegooid kan u een
gevangenisstraf van een maand tot twee jaar krijgen."
En als die terroristen van "Act
for Climate Justice" Joke Schauvliege tot uiterste wanhoop gedreven hebben
met hun sms-bombardement, een ver doorgedreven vorm van Cyber-Stalking, dan wordt dat met de mantel der liefde bedekt.
Niemand is in die zaak vervolgd geweest, laat staan veroordeeld. Want het was
immers "voor de goede zaak". Het is
uiteindelijk Joke zélf die voor de hele heisa heeft moeten boeten omdat ze er
verkeerd op gereageerd heeft.
Maar als een onvolwassen puber als Bart De Pauw seksueel getinte
sms'jes stuurt naar een aantal van zijn vrouwelijke collega's, dan is het kot
te klein en zijn de media er als de kippen bij om schande te spreken en hem te
veroordelen.
Ook de dierenrechtenactivisten zijn al enkele keren zwaar over de
schreef gegaan. Vorig jaar konden de betweters van "Animal Resistance" ongestoord een eendenkweker lastig vallen en
zijn eenden de stress van hun leven bezorgen. Wat die eenden overigens niet overleefd
hebben. Bovendien hebben ze tussendoor een lastercampagne (met vervalste negatieve reviews) opgezet
tegen het restaurant dat eendenlever op zijn menu durfde te zetten. In de media
is dat zo goed als geluidloos voorbij gegaan, en er is niemand voor die feiten
vervolgd. Want ja: het was "voor de goede
zaak".
Het doet me terugdenken aan het "Animal
Liberation Front" uit de jaren 1990. Ook die hadden de publieke opinie, en
de media, op hun hand, want "het was voor
de goede zaak": ze protesteerden vooral tegen het gebruik van proefdieren
bij het testen van nieuwe geneesmiddelen. Die tolerante (politiek correcte) houding gaf de organisatie het gevoel dat ze
zich zowat alles konden permitteren. En ze zijn helaas uiteindelijk ontaard tot
een bende brandstichters.
En de hooligans en vandalen en geweldplegers en plunderaars die de
straten de voorbije weken onveilig maakten uit boosheid om George Floyd, ook
die hebben ongestoord hun gang kunnen gaan. Want "Black Lives Matter".
Ja, het is mooi als iemand wil "vechtenvoorde goede zaak". Maar als er grenzen overschreden worden, en al
zeker als de "overtuiging" naar "fanatisme" dreigt over te hellen, dan geldt
het excuus "het is voor de goede zaak"
niet meer. Want dan is het uiteindelijk nog alléén dát: een excuus voor geweld, agressiviteit,
vernielzucht. Ondanks de tolerantie in "politiek
correcte" kringen.
Zou het aan mij liggen, door het slaapgebrek en het vele gepieker? Of
zouden ook andere mensen stilaan overvallen worden door een gevoel van ontmoediging en moedeloosheid?
Bij die eerste corona-golf waren we allemaal (of toch bijna allemaal) gemotiveerd
om ons aan de strikte en strenge maatregelen te houden. Met het idee van: "Het moet nu eenmaal. En als het kan helpen,
waarom niet?" De intensieve en niet-aflatende media-aandacht zorgde er trouwens
voor dat we, willens nillens, doordrongen raakten van "de ernst van de situatie".
We hielden onszelf voor: "Even
doorbijten, hoe moeilijk het bij momenten ook is. Als we nu flink doorzetten,
komt alles weer goed."
En ja, het leek inderdaad zijn vruchten af te werpen. Onze
inspanningen werden beloond. De cijfers begonnen te zakken, langzaam maar
zeker. We konden het einde van de tunnel al zien, we maakten al weer plannen
voor een "normaal" leven.
Tot het opeens, totaal onverwacht, opnieuw helemaal de verkeerde kant
begon op te gaan. (En weer waren de media er als de kippen bij om ons te
verdrinken in angstwekkende corona-berichten.)
We begrepen het niet goed. We bleven ons toch mooi aan de richtlijnen
houden? We deden geen domme dingen, we waren nog altijd voorzichtig en alert.
En toch liep het weer helemaal fout. Met als resultaat dat we weer terug zijn "bij af": de cijfers zijn slecht en de
trend is alarmerend. De richtlijnen worden opnieuw strenger. We zijn in één
klap drie maanden in de tijd terug geslingerd.
Alle moeite is voor niets geweest, en er wordt van ons nu verwacht dat
we diezelfde (of méér) inspanningen en offers opnieuw willen brengen.
Tja, we zullen niet anders kunnen, zeker? Maar het is met weinig
enthousiasme.
"Heeft dit wel zin? Het helpt
blijkbaar toch niet. Hoe we ook ons best doen... Op één of ander moment, en op
één of andere manier, loopt het toch weer fout!"
Het is vreselijk demotiverend en ontmoedigend, en de strijdlust van de
eerste golf is er niet meer. Bij mij in elk geval niet.
Is dit virus misschien dan toch sterker en vindingrijker dan de mens? Vechten
we een bij voorbaat verloren strijd en zullen we eerder een manier moeten zoeken
om mét dit virus ons normale leven te hernemen in plaats van krampachtig te
proberen het te verdrijven? Of zou het toch zo zijn dat wij allemaal collectief
het toevallige slachtoffer zijn van het egoïsme en de stupiditeit van
enkelingen?
We zullen het misschien, hopelijk, binnen een paar weken zien.
Ik vrees in elk geval dat de psychologische impact deze keer nog véél
zwaarder zal zijn dan toen, die eerste keer. En voor veel mensen die mentaal
nog niet bekomen zijn van de impact van die eerste golf, zou deze tweede keer
weleens "een keer te veel" kunnen
zijn.
Het is niet met elkaar te vergelijken, maar ik heb zo'n beetje dat
zelfde ontmoedigde gevoel als het gaat over de grondwaterstanden in ons land.
Keer op keer worden we om de oren geslagen met alarmerende berichten
over de droogte en het dreigende watertekort, en met de waarschuwing dat er
richtlijnen zullen komen om ons waterverbruik drastisch te beperken. Er zijn
zelfs al doemdenkers die voorspellen dat er geen water meer uit onze kraan zal
druppelen.
En eindelijk regent het. Dagen aan een stuk zelfs. Pijpenstelen! Tot
een mens er compleet depri bij wordt. Met een zucht van opluchting denk ik dan: "Het is niet leuk, maar het moet nu
eenmaal.Het is voor de goede zaak.
Hierna zal het droogteprobleem in elk geval van de baan zijn."
Daarna schijnt de zon weer enkele dagen lang, en er komen een aantal
zomerdagen om ons op te vrolijken.
En 's avonds is het al weer prijs: "Het grondwaterniveau in Vlaanderen ligt verontrustend laag. Het zou nog
véél meer moeten regenen om een droogteperiode te vermijden."
Ja, hallo! Ik ben nog aan het bekomen van de vorige deprimerende
regenperiode, en die enkele mooie dagen om een beetje te recupereren worden mij
niet gegund?
Houden die onheilstijdingen dan nooit op?
Ik voorspel heel drukke weken en maanden voor de psychologen en
psychiaters.
Ik begon me al zorgen te maken over Donald: het is de voorbije weken
onverwacht en onheilspellend stil gebleven rond zijn uitspraken en frapatsen.
"Zou de man ziek zijn?" was
mijn eerste gedachte.
Of misschien was hij ten prooi gevallen aan een diepe depressie door
de tegenvallende resultaten van de peilingen omtrent de komende
presidentsverkiezingen? (Hij zou volgens recente cijfers op dit moment bijna
10% achter liggen op Joe Biden.)
Maar geen reden tot paniek: Donald is helemaal terug. En nog altijd
zijn diplomatische en empathische zelve. Hij is zélfs opnieuw begonnen met de Covid-19 persconferenties waar hij in
april mee gestopt was uit onvrede en frustratie omwille van de vijandige en
leugenachtige pers. Helaas... na amper één week was het al weer prijs: op 28 juli
heeft Donald nog maar eens zijn persbabbel abrupt afgebroken omwille van een
journaliste die bleef doordrammen over zijn merkwaardige uitspraken op Twitter.
Voor wie het niet helemaal gevolgd heeft: Donald heeft een nieuwe
corona-specialist gevonden, en ik neem aan dat die binnenkort de fakkel zal
overnemen van hoofd-viroloog AnthonyFauci. Want dat is "een fraudeur". Volgens Donald. Niemand weet waar die beschuldiging
op zou kunnen slaan, en Twitter heeft de tweet dan ook binnen de kortste keren
verwijderd wegens "fake".
Vermoedelijk heeft Donald in een vlaag van jalousie naar "zijn Marc Van Ranst" willen uithalen omdat die betere
waarderingscijfers krijgt dan Donald zelf. En dát terwijl Donald zó veel doet
in de strijd tegen corona, en die dokter gewoon één van de vele medewerkers is.
Ik zou ook boos zijn in Donald's plaats: het is niet eerlijk dat een ander met
de pluimen zou gaan lopen die hij verdiend had!
Donald's nieuwe medicijnvrouw
is een Nigeriaanse kinderarts: Stella
Immanuel. Zij en Donald zitten dan ook helemaal op dezelfde lijn. De dame
in kwestie behoort tot een obscure groep die zich "America's Frontline Doctors" noemen, en die zwaar gesteund worden
door de "Tea Party", de uiterst
rechtse vleugel van de Republikeinse Partij. De dokter zweert bij het gebruik
van Hydroxychloroquine als
geneesmiddel voor Covid-19, en beweert daarmee alle 350 behandelde patiënten
genezen te hebben. Donald heeft dat met veel enthousiasme op zijn
persconferentie aangehaald om zijn eerdere promotiecampagnes voor het malaria-medicijn
te verdedigen. Eerder had hij dat al op Twitter gezwierd, kwestie van die
fake-journalisten vóór te zijn. Maar, dikke pech: ook die tweets heeft Twitter
verwijderd met als motivatie: "valse
informatie". En tot overmaat van ramp: de video waarin de goede dokter
aangeeft dat mondmaskers en social
distancing nergens voor nodig zijn, aangezien we het wondermiddel Hydroxychloroquine hebben, zijn bij
Facebook én bij YouTube verwijderd. (De boze medicijnvrouw heeft daarop
gedreigd met goddelijke straffen voor die onverlaten van Facebook: "If my page is
not back up, Facebook will be down in Jesus name.")
Dat de video verwijderd was wegens "vals", heeft Donald niet belet om er in zijn persconferentie naar
te verwijzen als "sterk bewijs" van
wat hij altijd beweerd had. Waarop een journaliste ambetante vragen begon te
stellen, en Donald het voor bekeken hield.
Ik denk dat Donald inderdaad beter af zou zijn met Doctor Stella Immanuel. Die Fauci sprak hem toch altijd tegen. Dr.
Immanuel heeft trouwens nog wel méér (bizarre) ideeën die Donald moeten aanspreken.
Zo heeft de dokter enkele jaren geleden al met grote stelligheid
verkondigd dat er in de Amerikaanse regering "aliens" zaten: "reptielen die
half mens half ET zijn". En dat er DNA van "aliens" gebruikt wordt in sommige geneesmiddelen. En ze heeft ook
al verkondigd dat gynaecologische problemen zoals onvruchtbaarheid of
endometriose, en ook miskramen, het gevolg (of resultaat) zijn van seks "met kwade geesten".
De vrouw is afgestudeerd aan een universiteit in Nigeria, en heeft
daarna in de Verenigde Staten pediatrie gestudeerd, maar het lijkt er op dat ze
eerder in de sfeer van de folkloristische Afrikaanse medicijnvrouwen is blijven
hangen.
Zoals ik al zei: de ideale raadgever voor Donald in deze
corona-tijden.
Wie droomt er niet van om op den
buiten te wonen? Of dan toch in elk geval ver weg van het lawaai van de
stad met al die auto's, de bussen, de kakelende mensenzee.
De stilte van een rustige wijk, heerlijk! Allemaal huisjes-met-tuintje,
ver genoeg van elkaar om het huiselijk lawaai van de buren buiten gehoorsafstand
te houden. En dan is, na een drukke werkweek, eindelijk, het weekend daar, of
de vakantie. Tijd om van de tuin en van de stilte te genieten.
Het is zaterdagochtend, ik wil
graag een beetje langer uitslapen want ik ben elke werkdag vroeg op na een
slechte nacht.
Opeens schiet ik wakker door het
gebrul van een motor. In mijn comateuze toestand van halfslaap, is het eerste
wat in mij op komt: "Zou het Formule 1 circuit naar
Merelbeke verhuisd zijn?" Maar het is gewoon mijn buurman die zijn gras
begint te maaien. Een erg vriendelijke man, mijn buurman. Maar hij heeft tijd
te veel, en dus haalt hij bijna dagelijks zijn grasmaaier van stal. En nooit
als er al iemand anders bezig is. Ik vermoed dat hier in de wijk een
stilzwijgende afspraak bestaat dat iedereen op een verschillend moment het gras
maait, zodat er altijd een beetje "achtergrondgeluid"
is.
Gelukkig is het gazon van mijn
buurman niet zo groot, en na een uurtje ofzo is het weer stil. Zalige stilte!
Tot opeens een andere buurman
besluit dat zijn oprit dringend moet gereinigd worden, en hij zijn hogedrukreiniger
erbij haalt. Een hels lawaai! Ik sluit alle deuren en vensters om de decibels
buiten te houden, maar dat lukt niet echt. Met elkaar praten lukt amper, zelfs
binnenshuis. Een gezellig praatje met de buren? Niet in onze wijk als er een
oprit moet gereinigd worden.
Dat duurt zowat de hele
voormiddag, maar dan: stilte. Zalige stilte!
Jammer genoeg groeit die taxushaag
zo snel en zo weelderig in de omheining van het huis aan de overkant van de
straat. Die moet nodig gesnoeid worden. En dus komt een tuinder met zijn zware
haagscheermachine. Na een paar pogingen slaat de motor aan, met een luid gebrul
en een benzinewalm. Dit is nog erger dan de hogedrukreiniger! Het is een
irritant gesnerp waar iedereen prikkelbaar bij wordt. En het blijft maar duren,
want het is een grote omheining. Tot in de late namiddag blijft het geloei door
merg en been snerpen.
De zaterdag is voorbij gegaan
zonder stilte, en heeft vooral frustratie en een geënerveerde stemming
gebracht. Maar goed, dat kan gebeuren. Er moet tenslotte in de tuin gewerkt
worden. We willen toch allemaal dat onze wijk netjes en proper is, niet?
Volgende week komt er nog een
zaterdag. Dat zal heel zeker een stille zaterdag worden.
We zijn weer zaterdag. Ik wil
graag een beetje langer uitslapen na een werkweek met korte nachten en
moeilijke dagen.
Opeens schiet ik wakker door het
gerammel van een tractor met hooimachine: het gras op dat laatste stukje weide
in onze wijk begon redelijk lang te worden, en moet blijkbaar dringend gehooid
worden. Er hebben een tijd lang een koppel mini-paardjes gestaan, maar die
hebben vermoedelijk hun taak niet naar behoren volbracht. Van slapen is geen
sprake meer, en van stilte ook niet. Eerst wordt het lange gras gemaaid, dan
wordt het hooi een paar keer "gekeerd", en dan moet het in balen geperst worden. Het
lawaai duurt de hele voormiddag, en overstemt al het andere. Ik moet al mijn
hoop voor een stille zaterdag op de namiddag vestigen.
Maar ik heb pech: want in de
namiddag komen ze het dak reinigen, enkele huizen verder. Daar is de
hogedrukreiniger weer. Alléén is dit een professioneel toestel, niet zo'n
flut-dingske voor privégebruik. Dit is een toestel voor het echte werk. En het
lawaai dat het ding produceert, is navenant: om de muren van op te lopen!
Ook deze zaterdag gaat voorbij
zonder één stil moment.
Heb ik al gezegd dat mijn
buurman ondertussen zijn gazon weer gemaaid heeft?
De stilte van den buiten.
Zalig! Wie zou het onophoudelijke lawaai en geroezemoes van de stad niet willen
wisselen voor die heerlijke stilte?
Maar als ik helemaal eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik al bij al
niet kwaad ben als er buiten een beetje lawaai is. Dan heb ik minder last van
het onophoudelijk gesuis en gepiep in mijn linkeroor, dat mij in de stille
momenten de muren op jaagt.
Wij, hier in het welvarende Westen, kijken elke dag met een bange blik
naar de corona-cijfers en de impact van corona op onze gezondheid en op onze
welvaart.
Er is echter nog een andere kant aan corona. Die al bij al minder om het
virus zélf draait, maar wel om de verschrikkelijke gevolgen van de
corona-maatregelen. Maar daar horen we tussen de vloed aan corona-berichten
niet veel over vertellen in de journaals.
Neem nu Jemen, een land dat de laatste tien à vijftien jaar vermoedelijk
de meeste miserie van de hele wereld over zich heen heeft gekregen. Er is de
aanslepende "interne" burgeroorlog
tussen de soennitische regering en de sjiitische rebellen, de Houthi's. En er
zijn de bemoeienissen van Saoedi-Arabië, dat de soennieten steunt, en van Iran,
dat de sjiieten steunt, waardoor het conflict geëscaleerd is tot een regionale
oorlog. En dan zijn er nog de Amerikanen die Saoedi-Arabië van zwaar
oorlogstuig voorzien, waarmee die van tijd tot tijd scholen en ziekenhuizen
plat bombarderen. Resultaat van dat alles: er is héél weinig dat nog recht
staat in Jemen, er is niets meer dat nog functioneert. Er is ook geen
voedselproductie meer, en door de kapotte infrastructuur is er ook zo goed als
geen transport meer mogelijk. Wat maakt dat nergens ter wereld de hongersnood
zó nijpend en schrijnend is, maar dat er eigenlijk niet kan aan verholpen
worden. Want landbouw is onmogelijk in een land waar om de haverklap een
bommenregen neer dondert. En de hulpgoederen die massaal aangevoerd worden door
hulporganisaties, geraken niet bij de mensen want er kan niets vervoerd worden.
En daar komt nu corona bovenop. In een land waar geen enkel ziekenhuis
nog rechtop staat, waar geen voorraden aan medicijnen beschikbaar zijn, waar
nauwelijks nog geschoold medisch personeel aanwezig is, is elke Covid-19 zieke
een vogel voor de kat. En door het gebrek aan beschermingsmateriaal en het
ontbreken van handgels en dergelijke, is de kans op besmetting in de
dichtbevolkte steden (waar alle vluchtelingen samen gepropt zitten) immens
groot. Niemand heeft een idee van de reële ernst van de situatie, maar dat die
rampzalig is, daar twijfelt niemand aan.
En de wereld kijkt toe. Of liever: de wereld kijkt de andere kant op.
Er is maar één winnaar, en dat is de Amerikaanse oorlogsindustrie.
Ook in India heeft de corona-epidemie andere, dramatische, gevolgen
dan alléén maar de vele zieken. En ook
daar heeft het allemaal te maken met conflicten en aanslepende oorlogen. Of wat
had u gedacht? Hier speelt het oorlogsspel zich af aan de Indisch-Chinese
grens. Het gaat om een gebied dat Ladakh
heet, deel van de regio Kasjmir, waar
China al langer met een begerig oog naar kijkt omdat daar veel grondstoffen te
rapen vallen.
De strubbelingen tussen beide landen kabbelen al zowat 45 jaar verder,
maar het waren tot nu toe vrij onschuldige "schermutselingen"
tussen grenstroepen. Maar nu is daar dus corona, die keihard toeslaat in
sommige streken van India, vooral dan in de dichtbevolkte steden. De Indiase
regering heeft er de handen méér dan vol aan, en dat is in China niet
onopgemerkt gebleven. En dus hebben ze daar gedacht dat het moment gekomen was
om iets "doortastender" op te treden
aan die grens: Chinese troepen zijn de grens overgestoken, en we zijn een heel
stuk dichter gekomen bij een regelrechte oorlog. Dat de beide landen over
kernwapens beschikken, maakt het hele verhaal nog angstaanjagender.
Helaas voor de Indiase bevolking is dat niet hun enige, en zelfs niet
hun meest dringende, probleem. Een heel groot deel van de Indiërs leven in
barre omstandigheden, en op het randje van de hongersnood. Daardoor zijn
gigantische "vluchtelingenstromen" op
gang gekomen: mensen op de dool, voor wie er in de steden, door de
corona-crisis, geen werk meer is. En net zoals bij de vluchtelingen die uit
Afrika naar Europa trekken, stranden de meesten ergens onderweg, en zijn ze er
nog erger aan toe dan voorheen. En de sukkelaars die in de steden blijven, dat
is de "onderlaag" van de maatschappij
in India. Door het wegvallen van hun werk (wegens corona), moeten ze nu thuis
blijven, in hun overbevolkte krotjes, soms met tien of twaalf op elkaars lip,
en zonder inkomen.
Ook Brazilië is een land waar de corona-crisis niet alleen zwaar
toeslaat door de ziekte zélf, maar ook door kwalijke neveneffecten die
systematisch doodgezwegen worden.
Zoals wel méér louche praktijken, wordt ook de illegale mijnbouw in
Brazilië gedoogd door een president die alléén maar aan "dollars" denkt. Wat betekent dat massa's "illegale" mijnwerkers aan het werk zijn in de leefgebieden van de
inheemse volkeren. Niet alleen verstoren die de leefruimte van die volkeren en
beknibbelen ze op het beetje natuur dat nog voor die Indianen overblijft,
bovendien brengen zij nu ook nog eens het corona-virus binnen bij die stammen,
terwijl die daar totaal niet tegen bestand zijn. Het zou niet de eerste keer
zijn dat inheemse volkeren gedecimeerd worden door de besmetting met een virus
dat door indringers is binnen gesmokkeld. En vermits die "natives" diep in de Braziliaanse jungle leven, is de kans dat ze in
een ziekenhuis kunnen verzorgd worden als ze ziek zouden vallen, zo goed als
nihil. Wat betekent dat Covid-19 weleens een regelrechte slachting zou kunnen
aanrichten bij volkeren waar niemand aandacht voor heeft.
Of hoe ook in Brazilië corona een duistere kant heeft waar zedig over
gezwegen wordt.
En zo zou ik, helaas, nog wel even kunnen door gaan: Palestina,
Soedan, Venezuela, enzovoort.
Misschien moeten we onze eigen "corona-ellende"
toch even in een breder perspectief plaatsen.
Daar waar mijn stappenteller ondertussen mijn allerbeste vriend
geworden is, want hij staat altijd met een complimentje klaar en hij heeft al
die tijd tot mijn exclusieve bubbel behoord, is mijn weegschaal dat dus
allerminst. Ook de laatste keer heeft die me weer met een boze blik verweten
dat mijn BMI boven de 25 ligt, en dat ik dus "niet goed bezig" ben.
Het is niet dat mijn weegschaal ongelijk heeft, maar ze zou dat toch
een beetje vriendelijk mogen zeggen. En ze hoeft mij dat ook niet de hele tijd
onder de neus te wrijven: ik weet zélf ook wel dat ik "niet goed bezig" ben. En ik wéét ook wat ik anders zou moeten doen.
Maar ja, tussen "weten" dat je iets
zou moeten doen of laten, en dan ook effectief die stap zetten, dat is nog een
heel verschil. Er is nu eenmaal onze zwakheid, onze luiheid, onze drukke
bezigheden. En de vele mogelijke excuses.
Wat ik in ieder geval zou moeten laten,
zijn mijn nachtelijke vreetbuien.
Door het vele gepieker raak ik 's avonds niet in slaap, en dan gebeurt
het weleens dat ik midden in de nacht (één of meerdere keren) opsta. Mijn
huisarts heeft mij dat ook zo aangeraden: "Als je na een half uur nog niet slaapt, dan sta je best op en doe iets
om je gedachten te verzetten. Het haalt je uit de negatieve spiraal van
ergernis en voorkomt dat je slaapkamer negatieve associaties oproept. En
probeer het opnieuw zodra je voelt dat je moe wordt." Diezelfde raad lees
ik trouwens op zowat elke site met tips en raadgevingen voor de slechte slaper.
Als ik die raad écht tot in de puntjes zou opvolgen, dan slaap ik
helemaal niet meer. Want ik lig nooit binnen het half uur in slaap, en zou dus
elke nacht om de haverklap na dertig slapeloze minuten weer moeten opstaan. Ik
mag me doodmoe voelen op het moment dat ik (weer) naar bed ga, zodra ik neerlig
verdwijnt de slaperigheid en begint het gepeins. Dus nee, ik sta niet na een
half uurtje al weer beneden. Ik probeer zo lang mogelijk vol te houden, en
dikwijls lukt het na een uur of twee wél.
Maar als het niet lukt, dan sta ik op, en dan eet ik iets. Om één of
andere reden slaapt mijn gevoel tot "matiging"
in die nachtelijke uren wél al, en dus schrok ik werkelijk van alles en nog wat
naar binnen wegens een onverzadigbaar hongergevoel.
De volgende dag wordt dat afgestraft door een boze reactie van mijn
weegschaal.
En wat ik zeker méér zou moeten doen,
is: bewegen.
Dat probeer ik écht wel, en meestal kom ik daar ook aan toe. Als het
weer tenminste een beetje mee wil: ik heb zon nodig om buiten te komen. Als het
regent of als het te koud is, dan blijf ik binnen in de gezellige warmte. Want
ik ben een echte "koukleum".
Daarbij reken ik vooral op de "Buienradar"
om mij te adviseren wanneer het moment daar is om mijn stoute schoenen aan te
trekken. In een tijd van fake news op
het internet, is het een verademing dat er zoiets is als de Buienradar: op die kan ik met volstrekte
zekerheid vertrouwen. Het gebeurt héél zelden dat de Buienradar mij bedriegt of teleurstelt. Als de Buienradar mij zegt: "Er
wordt de volgende drie uur geen neerslag verwacht", dan wéét ik bijna 100%
zeker dat het wél zal regenen of op z'n minst miezeren. Ik kan daar echt volledig
op rekenen. Er zijn weinig meteo-apps waar ik me zó blind op durf te verlaten
als op de Buienradar.
Af en toe test ik toch nog eens om zeker te zijn. Door bijvoorbeeld de
app te checken op het moment dat het overduidelijk aan het miezeren is. En dan
kan ik gerustgesteld op mijn computerscherm lezen wat ik verwacht had: dat er "op dit moment géén neerslag valt".
Nee, de Buienradar bedriegt mij nooit. Het is een goed gevoel dat er
nog zekerheden zijn in deze onbetrouwbare wereld!
Ik moet het eerlijk bekennen: ik heb het virus Sars-CoV-2 schromelijk onderschat. Maar ik kan als
verontschuldiging aanvoeren dat ik niet de enige was. Ook Wouter Beke gaf
onlangs in het parlement toe dat niemand had kunnen voorzien dat dit virus zó
hard zou toeslaan: "We hebben ons
aanvankelijk collectief mispakt in de aard en de snelheid van het virus en de
impact ervan."
Zowat alle voorspellingen of veronderstellingen, gebaseerd op onze
kennis van andere corona-virussen (zoals MERS en SARS), zijn trouwens fout
gebleken.
Zo is men er altijd vanuit gegaan dat het virus alléén kan
overgedragen worden via de druppels
die we produceren bij het spreken of roepen (of lachen, of zingen). En dat het
bijgevolg voldoende is om op anderhalve meter afstand te blijven, want die
druppels dragen niet ver in de lucht. Maar stilaan komen de experten tot het
besef dat het virus zich ook kan verspreiden via aërosolen, dat zijn microdruppeltjes. En die dragen véél verder dan
die grotere druppels. Wat dus betekent dat die anderhalve meter niet volstaat.
Het zou dus best kunnen dat mensen elkaar tóch besmetten, ook als ze "anderhalvemeteren". Dit virus produceert
blijkbaar ook véél meer "nakomelingen"
dan alle gekende corona-virussen, zodat het bij sommige mensen massaal aanwezig
is in het speeksel, en dus ook veel meer omstaanders tegelijk kan besmetten.
Zo is men er ook altijd vanuit gegaan dat het virus vanzelf minder
actief, en erg loom, zou worden in de zomer, omdat dat voor andere
corona-virussen (en ook voor het Influenza-virus) wél het geval was. Maar dit
virus lijkt zich van zomerse temperaturen of een zomers klimaat weinig aan te
trekken. De dramatische toestanden in Zuid-Amerika zijn daar het pijnlijke bewijs
van.
En men is er ook vanuit gegaan dat ons lichaam na een besmetting
antistoffen zou aanmaken die ons levenslang, of in elk geval een zestal maanden,
zouden beschermen tegen het virus. Maar ook dat klopt niet voor dit
super-virus: het blijkt dat de antistoffen na een paar maanden al weer
verdwenen zijn. En er zijn, tegen alle verwachtingen in, al gevallen bekend van
mensen die een tweede keer besmet geraakt zijn op korte tijd.
Ook de voorspelling dat er ergens in het najaar, oktober of november,
mogelijk een tweede golf zou kunnen aan komen, is door de ijver van het virus
achterhaald. Want die tweede golf is er nu al, eigenlijk zelfs vóór de eerste
golf echt voorbij was.
Maar het moet gezegd: het succes van dit virus is niet alléén zijn
eigen verdienste. De mens heeft er
zelf ook schuld aan.
Omdat we er nooit in geslaagd zijn om tijdig de gepaste maatregelen te
nemen, en altijd achter de feiten zijn blijven aan hollen. Omdat er geen
communicatie, geen overleg, geen samenwerking was om efficiënt op te treden.
Omdat chaos eerder regel dan uitzondering was.
Maar ook omdat de mens nu eenmaal een egoïstisch wezen is dat alléén
aan zichzelf denkt en geen ene moer met een ander in zit. En omdat het
blijkbaar erg moeilijk is om iets verder te kijken dan "vandaag". En dus denken de jongeren dat ze zich alles mogen
permitteren en de richtlijnen aan hun laars kunnen lappen, en feesten ze erop
los wanneer ze de kans zien. En dus denken diverse actiegroepen dat ze het
recht hebben om te gaan betogen, in grote groepen dicht bijeen, want "het is voor de goede zaak". En dus
denken sommige joodse of islamitische gemeenschappen dat het hun voorrecht is
om de vieringen in hun gemeenschappen tóch te laten doorgaan, met velen samen,
dicht bij elkaar. En dus denken de voetbalfans dat de regels niet op hen van
toepassing zijn. (Maar misschien denken voetbalfans en feestende jongeren
helemaal niet?)
Voorlopig is de stand van deze match 1-0 in het voordeel van het
virus. (Of ondertussen eerder al 2-0, vrees ik.)
Maar als we ons allemaal wat meer aan de richtlijnen zouden houden, en
als de verantwoordelijken er eindelijk in zullen slagen om een efficiënte
organisatie en een duidelijke communicatie op poten te zetten, kan de mens de
wedstrijd misschien toch nog winnen.
Al zit het er dik in dat het lepe virus desnoods nog een andere truc
uit de mouw zal schudden.
Het zou mij niets verwonderen als binnenkort zou blijken dat het virus
een oplossing gevonden heeft voor het wegvallen van de handdruk of omhelzing,
en dat ook elleboog-contact zou kunnen zorgen voor de overdracht van besmette
deeltjes.
Ik wil graag eens een waarschuwing uitsturen voor jonge en/of
toekomstige ouders: het is een vreselijk ondankbare job, en je zal gegarandeerd
tekortschieten. Waarmee zich dan ook meteen de vraag stelt: "Zou je er wel aan beginnen?"
Eerlijk gezegd: "Ik weet het
niet!"
Oh jawel, er zullen momenten komen, later, véél later, als je kind
volwassen zal zijn, waarbij je met een zeker gevoel van trots zal kunnen
denken: "Zie, dat is mijn kind, en kijk
eens wat hij/zij bereikt heeft!" En dan kan je even de illusie koesteren
dat je daar als ouder een verdienste aan (gehad) hebt. Maar dan zijn er ook die
momenten waarop je kind je verwijt dat je hem/haar onheus behandeld hebt,
tekort gedaan hebt, overdreven streng en onrechtvaardig opgevoed hebt. Die momenten
komen bijzonder hard aan, en maken dat je aan jezelf gaat twijfelen: "Heb ik als ouder écht compleet gefaald?"
Het antwoord op die laatste vraag is sowieso: "Ja!"
Je hebt als ouder gefaald. Hoe dan ook. Misschien, wellicht, hopelijk,
niet de hele tijd, maar toch dikwijls. Véél te dikwijls!
Het probleem is dat er geen handboek bestaat voor het ouderschap en
voor de opvoeding van je eigen kind. Er is geen handleiding, er is geen cursus.
Je moet het zelf leren, gaandeweg. En hopen dat je de fouten die je in het
begin maakt, niet al te dikwijls zal herhalen. Maar dát je fouten zal maken,
daar mag je zeker van zijn. Soms zijn die nog te herstellen. Maar soms niet
meer, en dan laten die bij jou als ouder én bij je kind littekens achter die,
ook véél later, af en toe nog pijnlijk kunnen opspelen.
Soms, meestal, hebben je fouten geen onherstelbare gevolgen voor je
kind, later. Maar soms komt het nooit meer helemaal goed. En dan moet je met
het schuldgevoel verder leven. En als je denkt dat dat wel zal slijten, vergeet
het maar: op en tijd stond zal je daar wel aan herinnerd worden door je kind. Al
dan niet opzettelijk of doelbewust.
En ja, het is een ondankbare job.
Als het later goed gaat met je kind, is het zijn/haar verdienste. Als
het fout loopt met je kind, dan is het jouw schuld. Maar nooit, of toch zelden,
heb je het gevoel dat je waardering krijgt voor wat je als ouder gepresteerd
hebt. Nooit, of toch zelden, kan je jezelf op de borst kloppen en zeggen: "Dat heb ik toch weer mooi voor elkaar
gebracht."
Er zijn, gelukkig maar, wél momenten waar je als ouder met een goed
gevoel kan op terugkijken. En er zijn ook momenten waar je kind met een goed
gevoel op terugkijkt en zegt: "Dat was fijn!"
Maar dat zijn helaas uitzonderingen. Het zijn vooral de momenten waarop je
gefaald hebt, die blijven hangen, op één of andere manier.
Al wil ik toch met een positieve bedenking eindigen. Je kinderen
hebben je hard nodig. Ze hebben je nodig als ze klein zijn. Maar, al laten ze
het niet meer expliciet merken, ze hebben je ook nog altijd nodig als ze
volwassen zijn. En, al bij al, dat geeft een heel warm en fijn gevoel.
En er is natuurlijk ook nog altijd Moederdag en Vaderdag:
twee dagen die (meestal) veel kunnen goed maken.
Dus ja, als je mij zou vragen: "Zou
ik er dan wel aan beginnen?", dan zou ik zeggen: "Als het dát is wat
je wil. Maar het is op eigen risico! En je moet wel tegen een stootje kunnen."
Cat Stevens heeft trouwens een mooi liedje geschreven over vader-zoon spanningen. Maar het zou
evengoed over moeder en dochter kunnen gaan:
Ik blijf me erover verbazen hoe in een maatschappij waar zó veel
belangrijke problemen om aandacht schreeuwen, er toch nog altijd tijd en ruimte
en energie besteed wordt aan "problemen"
die er geen zijn.
Onlangs heeft de Nederlandse regering beslist dat er geen
geslachtsaanduiding meer zal vermeld worden op de (nieuwe) identiteitskaarten.
In België is die er wél nog. Maar in België kan je wél kiezen voor "X" bij de
aanduiding van je geslacht, in plaats van de standaard "M" of "V". En je kan het
ook laten aanpassen als je het gevoel hebt dat dit niet meer klopt met je "genderidentiteit". Dat kan goed van pas
komen als er bijvoorbeeld "M" staat, terwijl je binnenin het gevoel hebt dat
die "M" misschien toch niet helemaal goed aanvoelt. Dan kan je naar het
gemeentehuis gaan, en vragen om daar een "X" van te maken. Als je er enige tijd
later van overtuigd raakt dat het écht wel een "V" moet zijn, dan kan je vragen
om de aanduiding nog eens aan te passen. En, je weet maar nooit, misschien
voelt het na enige tijd inwendig toch niet meer als "vrouw", en dan laat je er maar weer "X" op zetten of "M". Het kan
allemaal. Maar hoe soepel dit ook lijkt, het kost je elke keer wel 20 euro voor
een nieuwe elektronische identiteitskaart. De kosten kunnen op die manier
aardig oplopen. Vandaar dat de Nederlandse aanpak véél vriendelijker is voor
wie twijfelt aan zijn/haar "gender":
als er niets vermeld wordt, dan zit je altijd goed.
Niet te verwonderen dat de "belangenverenigingen"
(wie dat ook mogen zijn) enthousiast reageren op de Nederlandse beslissing. "Want het is geweldig nieuws voor mensen die
dag in, dag uit problemen ondervinden van die categorie geslacht op hun
identiteitsbewijs."
"Welke problemen?" vraagt
u.
Wel: "Het schrappen biedt een
oplossing aan mensen die aan loketten, in de trein of aan de grens telkens weer
onnodige en indiscrete vragen krijgen over hun geslacht."
Ik ken de Nederlandse Spoorwegen niet, maar uit die verzuchting maak
ik op dat daar naar je geslacht gevraagd wordt als je een ticketje koopt aan
het loket. En wellicht wordt er opnieuw naar je geslacht geïnformeerd op de
trein zelf. Zou het kunnen dat in Nederland de mannen links moeten zitten en de
vrouwen rechts, misschien? Ik weet het niet.
Ik moet eerlijk bekennen: "Ik
snap de hele gender-problematiek niet erg goed."
Dat er mensen zijn die zich niet goed in hun vel voelen, die zichzelf
een andere "genderidentiteit"
aanmeten dan hun biologische aard, dat kan best. Maar overdrijven we niet een
klein beetje? Iedereen voelt zich bij momenten niet goed in zijn vel; iedereen
wil bij momenten graag "anders" zijn
dan hij/zij is. De meesten van ons stappen daar overheen en blijven er niet bij
hangen. Maar er zijn ook mensen die héél erg met zichzelf bezig zijn, die
constant over zichzelf lopen te piekeren. Mensen voor wie zij zélf het centrum
van hun wereld zijn. En die kunnen dat niet loslaten. Het wordt een obsessie en
het wordt een gesel. Het wordt een hel.
Ik kan me heel goed voorstellen dat het een ware foltering is als je je er de
hele dag door van bewust bent dat je "anders"
bent dan diegene in de spiegel.
Maar wie voortdurend met de
anderen bezig is, wie afleiding en voldoening vindt in zijn/haar werk en
bezigheden, die heeft geen tijd om te lopen piekeren over zijn "genderidentiteit". En wie moet vechten
om het hoofd boven water te houden of om een gezin te onderhouden, die heeft
andere zorgen dan zijn of haar "sekse".
Het gaat om een bevoorrechte egocentrische minderheid, en ik begrijp
niet waarom die zó veel aandacht krijgen, en waarom er voor hen zo veel
inspanningen geleverd worden.
Zeker niet in onze Westerse luxe-samenleving. Wat maakt het hier, in
West-Europa, uit hoe je eruit ziet: als man of als vrouw? Voor de arbeidsmarkt
maakt het niet uit: vrouwen evengoed als mannen kunnen verpleger worden, of
ingenieur, of arts, of postbode, of metser. En in onze moderne maatschappij
kijkt niemand er nog van op als een vrouw met een vrouw wil vrijen of een man
met een man. Voel je je als man méér aangetrokken tot andere mannen, niemand
maakt daar nog een probleem van. Waarom zou je dan in een vrouw willen of
moeten veranderen?
Maakt het iets uit dat er een ongewenste "M" of "V" op je
identiteitskaart staat?