Zowat iedereen die jonger is dan 70, kent ongetwijfeld de "27 Club". Hiermee wordt verwezen naar
een aantal muzikanten die allemaal, toevallig, gestorven zijn op of rond hun 27ste
verjaardag. Het gaat dan onder andere over Brian Jones (van The Rolling
Stones), Jimmy Hendrix, Janis Joplin, Jim Morrison (van The Doors), Gram
Parsons, Kurt Cobain (Nirvana), Amy Winehouse.
De "27 Club" is voor veel
jonge mensen een soort "cult" groep
geworden: gestorven idolen naar wie ze opkijken en die ze bewonderen. Sommige
jongeren zijn gefascineerd door het idee dat die heren en dames hun vroegtijdig
levenseinde in een soort ultiem verbond zouden hebben afgesproken. Sommigen
gaan zó ver om te overwegen zich bij die "club"
aan te sluiten in de illusie dat dit ook hén "onsterfelijkheid" zal bezorgen.
De talenten van die popidolen waren inderdaad bijzonder. Maar hun
levensstijl was niet bepaald voorbeeldig, en hun dood was niet echt iets dat
navolging verdient. Het is een vreselijke vaststelling dat al te veel jongeren
zich (hebben) laten verblinden door de "romantiek"
van een jonge dood. Het is trouwens niet onwaarschijnlijk dat de vroege dood
van Kurt Cobain en van Amy Winehouse een soort "ode" was aan de oorspronkelijke "27 Club" van rond de jaren zeventig van
de vorige eeuw. Er was trouwens bij die "oorspronkelijke
club" hoegenaamd geen sprake van een "verbond"
of wat dan ook. Dat die allemaal op ongeveer dezelfde leeftijd gestorven zijn,
is puur toeval. En het is (alweer) de schuld van de media dat daar een mystiek
en verlokkend waas rond geweven is.
De "oorzaak" van hun
vroegtijdig overlijden was bij elk van die beroemdheden in grote lijnen dezelfde:
hun onvermogen om met hun status en de bijhorende aandacht om te gaan, hun onvermogen
om te weerstaan aan de vele verleidingen die opeens op hen af kwamen. Maar het
lijkt me toch dat er méér aan de hand was, want heus niet alle zangers en
muzikanten zijn op hun 27ste bezweken onder de druk van de roem en
door een overmaat aan drank en drugs.
Het zou verstandiger en positiever geweest zijn als de media niet op die beroemdheden hadden gefocust, maar
eerder op diegenen die de druk wél hebben aangekund en die daar niet aan ten
onder zijn gegaan. Omdat de media naar mijn gevoel flagrant tekort geschoten
zijn, en zelfs noch min noch meer in de fout zijn gegaan, wil ik dat bij deze
graag een beetje rechtzetten. Door enkele helden in de bloemetjes te zetten die
zich wél sterk getoond hebben.
Neem nu Jimmy Hendrix. Zijn
grote doorbraak is er vooral gekomen na zijn legendarisch optreden op
Woodstock, in 1969. Goed een jaar later was hij er niet meer. Ook Janis Joplin
heeft op het muziekfestival van Woodstock het beste van zichzelf gegeven, en
ook zij is amper een jaar nadien gestorven. Aan een overdosis heroïne. En dat
was geen toeval, want ze kampte lang daarvoor al met een zwaar drugsprobleem.
Maar zij waren heus niet de enigen die daar hebben mogen optreden en
voor wie daarna de deuren naar roem en succes wijd open zijn gegaan. Ook Melanie stond, als piepjong zangeresje
van 22 jaar, op Woodstock. En Joan Baez
bijvoorbeeld ook. En geen van beiden is daar later aan ten onder gegaan. Sterker:
ze leven allebei nog, en treden ook nu nog op. Dat Jimmy Hendrix en Janis
Joplin nauwelijks een jaar na Woodstock al gestorven zijn, aan een combinatie
van slaappillen en drank, of drugs, zal dus niet louter te wijten geweest zijn
aan de druk van het succes.
Hieronder volgt een fragment van Melanie's bijdrage aan dat ultieme
muziekfestival:
Gram Parsons is bij het
grote publiek vermoedelijk veel minder gekend, maar toch was ook hij een héél
succesvolle zanger/songwriter. Onder andere bij The Byrds en The Flying
Burrito Brothers. Hij was de grondlegger van de "countryrock", en zelfs de
Rolling Stones hebben zich door hem laten inspireren. Later is hij solo
gegaan, en heeft hij een heel succesvolle periode gekend samen met Emmylou Harris. Ook Gram Parsons had een
pijnlijk verleden van drugs- en alcoholverslaving, waaraan hij uiteindelijk
bezweken is. Kort voor zijn 27ste verjaardag. Maar zie: zijn
(muzikale) partner Emmylou Harris is er wél nog altijd, en ook zij treedt nog
altijd op. Ook al deelde zij in de roem en het succes, zij heeft er wél kunnen aan
weerstaan.
Hierna is een voorbeeld te horen van hun samenwerking:
Mijn punt is vooral dat de romantische bewondering voor de "leden" van de "27 Club", en het geïdealiseerde beeld van hun vroege dood, totaal
onterecht is. Het zijn stuk voor stuk mensen geweest die begenadigd waren met
speciale en uitzonderlijke talenten, maar ze hebben die verkwist omdat ze niet
de inwendige kracht hadden om ermee om te gaan. Als er artiesten zijn die wél
onze bewondering verdienen, dan zijn het deze die in diezelfde omstandigheden geleefd
hebben, en die wél met hun talent hebben kunnen omgaan. Het is erg jammer dat
de media door het creëren van het concept van de "27 Club" de aandacht op de verkeerde voorbeelden getrokken heeft.
Maar ja, en ik weet dat ik in herhaling val: er is geen sensatie te
beleven aan een brave zanger of zangeres die vredig oud wordt. Des te meer aan
de dood van een jonge god. En "sensatie",
daar draait het in de media uiteindelijk allemaal om...
Ik had me voorgenomen om in deze blog ook af en toe plaats te maken
voor een stukje over mensen die ik bijzonder bewonder. Persoonlijkheden die
door het noodlot hard beproefd zijn geweest, maar die desondanks toch vreugde
en blijdschap, en schoonheid en warmte hebben kunnen brengen. Door hun talenten
en door hun volharding en wilskracht, maar vooral door hun positieve
ingesteldheid.
Mijn vorig "portret", van Karen Carpenter, dateert van 30 oktober. Hoog tijd dus om mijn reeks verder aan
te vullen. Want tussen alle cynische boodschappen door, mag een positief
verhaal ook wel eens.
In dit stukje zou ik het willen hebben over Eva Cassidy.
Voor velen van jullie is zij wellicht een nobele onbekende, tenzij dan
misschien door haar postuum duet met Katie
Melua.
Eva Cassidy is gestorven in
1996, ze is nauwelijks 33 jaar geworden. Ze was bijzonder talentvol, en ze had een prachtige stem. Maar ze was
ook bijzonder integer: niet bereid tot compromissen omtrent haar "looks" of omtrent haar repertoire. Wat
meteen verklaart waarom ze pas na haar dood enige bekendheid verworven heeft. Ze
heeft zich nooit laten verleiden tot toegevingen aan de grote commerce om veel
geld te kunnen verdienen; ze heeft zich nooit verlaagd tot publiciteitsstunts
om aandacht te trekken; ze heeft nooit de moeite gedaan om fans te winnen door
haar uiterlijk, want voor haar telde alleen haar muziek. Haar repertoire
bestond vooral uit covers, die ze op haar unieke manier interpreteerde, met een
vleugje jazz of blues.
Ze is gestorven aan een bijzonder agressieve vorm van huidkanker, die
op heel korte tijd uitgezaaid was tot in haar beendergestel. Bij haar
allerlaatste optreden, toen de dokters haar al lang opgegeven hadden, en ze alleen
nog onder extreme pijnverdoving min of meer in staat was te functioneren,
heeft ze dit gezongen:
I see trees of
green, red roses too
I see them bloom for me and you
And I think to myself what a wonderful world
I see skies of blue and clouds of white
The bright blessed day, the dark sacred night
And I think to myself what a wonderful world
The colors of the rainbow so pretty in the sky
Are also on the faces of people going by
I see friends shaking hands saying how do you do
They're really saying I love you
I hear babies crying, I watch them grow
They'll learn much more than I'll never know
And I think to myself what a wonderful world
Yes I think to myself what a wonderful world
Je moet het maar doen, niet? Ze stond letterlijk op de afgrond van de
dood, getroffen door méér pijn dan een mens kan verdragen. Ze kon zelfs niet
meer zonder hulp het podium op. Maar toch was dit wat ze als afscheid wou zingen: "And I think to myself what a wonderful
world"...
De boodschap die zij ons hiermee brengt, is simpel in concept, maar
dikwijls heel erg moeilijk waar te maken als het er écht op aan komt: "Geniet van elke dag. Wees dankbaar voor
elke dag. Wees blij met de mensen om je heen. En koester je vrienden."
Misschien is dát in deze eenzame corona-tijden wel de mooiste
kerstwens die we elkaar kunnen sturen?
Voor wie het zelf eens wil horen, dit is een opname van een eerder
optreden van haar:
Ik had me voorgenomen om in deze blog ook af en toe plaats te maken
voor een stukje over mensen die ik bijzonder bewonder. Persoonlijkheden die
door het noodlot hard beproefd zijn geweest, maar desondanks toch vreugde en
blijdschap, en schoonheid en warmte hebben kunnen brengen. Door hun talenten en
door hun volharding en wilskracht, maar vooral door hun positieve
ingesteldheid.
Mijn vorig "Portret" dateert
van 19 juli: over de "Playing for Change Movement". Hoog tijd dus om mijn
reeks verder aan te vullen. Want tussen alle cynische boodschappen door, mag
een positief verhaal ook wel eens.
Al is dit "portret" over
Karen Carpenter minder bedoeld als een portret,
dan wel eerder als een boodschap, een waarschuwing.
Bij de jonge generatie is Karen
Carpenter wellicht helemaal niet bekend. Zij was de ene helft van The Carpenters, een duo met haar broer
Richard. Haar broer was als peuter al een wonderkind op de piano, en hij werd
door hun ouders sterk gestimuleerd om een muzikale carrière uit te bouwen.
Karen was drie jaar jonger, en voelde zich in alle opzichten minderwaardig; ook
al omdat ze "maar een meisje" was. Ze
heeft op school dan toch mogen leren drummen, en samen met haar broer zijn ze
in 1969 gestart als "The Carpenters".
Zij was de drummer van de groep, en naar verluid zelfs een heel goeie. Al is
ze bij het verder uitbouwen van hun carrière meer en meer gaan figureren als
zangeres en "frontwoman". Zeer tegen
haar zin, want ze was uiterst bedeesd en schaamde zich om haar uiterlijk.
Ze leed bijna haar hele leven aan anorexia, en dat is haar
uiteindelijk fataal geworden. Zoals al te veel jonge meisjes werd zij geplaagd
door een loodzwaar minderwaardigheidscomplex, met dank aan haar moeder en haar
veeleisende omgeving. Hoe mooi en getalenteerd ze ook was, ze kon nooit voldoen
aan de eisen van perfectie die haar opgedrongen werden. Haar kortstondige
huwelijk met een gewelddadige vastgoedmakelaar die verslaafd was aan het gokken
en er al haar zuurverdiende centen doorjaagde, heeft haar zelfbeeld ook geen
goed gedaan.
Karen Carpenter is nauwelijks 33 jaar oud geworden. Ze woog op
25-jarige leeftijd nog amper 41 kg, maar vond zichzelf nog altijd "te dik", en tuimelde van het ene
drastische dieet in het andere. Ondanks een tijdelijk verblijf in het
ziekenhuis, om weer bij te sterken en gezond te leren eten, is haar anorexia
haar uiteindelijk fataal geworden. Ze is gestorven omdat haar hart het begeven
heeft na een soort "overdosis" aan een
laxeermiddel.
Jammer genoeg zijn er nu nog altijd al te veel jonge meisjes die in
diezelfde val dreigen te lopen, en zich, hetzij door de "boekskes" of door de social
media of door hun omgeving, een minderwaardigheidscomplex laten aanpraten.
De, dikwijls ook blijvende, schade die anorexia in een jong lichaam aanricht,
wordt nog altijd véél te weinig benadrukt en belicht. Want het gaat niet alléén
om de schade op het moment zelf, door het "vasten".
Zoals oververmoeidheid, of menstruatiestoornissen, bij meisjes. Het gaat ook,
en vooral, om de permanente schade: osteoporose, nierstenen, onvruchtbaarheid,
hartstoornissen.
Ik wil er terloops nog op wijzen dat er bijvoorbeeld in Nederland jaarlijks
zowat 5.500 anorexiapatiënten bij komen en dat op dit moment ongeveer 370 op
100.000 Nederlandse jonge vrouwen aan anorexia lijden. (Ik heb geen precieze cijfers
over ons land, maar het zal in België vermoedelijk niet beter zijn.) Het is dus
een aandoening die niet bepaald "te
verwaarlozen" is.
Hoe ongelukkig haar leven ook gelopen is, en hoe zwaar zij ook gebukt
liep onder haar complexen, toch heeft Karen Carpenter samen met haar broer héél
veel mensen blij en gelukkig gemaakt met haar heerlijke contra-alto stem en de
warmte van hun songs.
Ik had me voorgenomen om af en toe ook eens een soort "portret" te presenteren van iemand uit
de muziekwereld voor wie ik veel bewondering heb omdat hij/zij erg door het
noodlot getroffen is geweest, maar ons dan toch troost en warmte en vreugde
heeft gebracht met mooie muziek.
Ondertussen dateert mijn laatste portret, van Pete Seeger, al van 9 april. Hoog tijd dus voor een nieuw portret. Al wil ik het deze keer niet
hebben over één iemand, maar wél over een organisatie: de Playing for Change Foundation.
De Playing For Change Foundation
ondersteunt muziekeducatieprogramma's voor kinderen in gebieden met rijke
culturele tradities maar met erg beperkte economische middelen. De programma's zijn
gratis voor kinderen, en verzorgen lessen in zang, dans, instrumenten en
muziektheorie. Voor velen is het de eerste en enige mogelijkheid om muziek te
leren. Voor sommigen is het zelfs sowieso hun eerste kans om naar school te
gaan.
Playing for Change
is ontstaan vanuit de overtuiging dat muziek de kracht heeft (en geeft) om
mensen met elkaar te verbinden, ongeacht hun verschillen. Het is in 2005 begonnen
bij een kleine groep filmmakers met een droom om een film te creëren die zou
draaien rond de muziek van de straat.
Ze zijn de wereld rond gereisd met een mobiele opnamestudio om muzikanten te
filmen en hun muziek op te nemen, op de plaatsen waar ze woonden. Terwijl ze de
wereld rondreisden om te filmen en op te nemen, leerden zij de muziek en de mensen
kennen van elke gemeenschap die ze bezochten. En ze wilden iets teruggeven aan
de muzikanten die zoveel met hen hadden gedeeld.
In
2007 werd de Playing for Change
Foundation opgericht als een non-profit organisatie om positieve
verandering te creëren door middel van muziek- en kunsteducatie. In het
afgelopen decennium hebben ze 15 muziekscholen opgericht in 11 landen, vooral
ontwikkelingslanden. Met muziek als instrument
voor onderwijs én sociale verandering. Die 15 muziekprogramma's zijn gestart in
Bangladesh, Brazilië, Ghana, Mali, Nepal, Rwanda, Zuid-Afrika, Marokko, Mexico,
Argentinië en Thailand. Elke week volgen nu al meer dan 2000 jongeren gratis muzieklessen.
Allemaal gegeven door gekwalificeerde lokale leraren.
De
naam van de organisatie verwijst naar de straatmuzikanten
waarmee het allemaal begonnen is: de straatmuzikanten die een optreden ten
beste geven voor wat kleingeld ("change").
Maar tegelijk verwijst het ook naar de meer ambitieuze doelstellingen: doorheen
de muziek proberen reële verandering ("change")
te bewerkstelligen.
De
voornaamste principes van de organisatie zijn:
- De economische zelfstandigheid bewaren: ze
gebruiken lokale materialen en lokale arbeidskrachten bij het bouwen. Ook de
leraren en het administratief personeel in de scholen worden gerekruteerd uit
de lokale bevolking.
- Lokaal leiderschap verzekeren: de programma's
worden geleid en bevestigd door lokale dorps- en gemeenschapsleiders.
- Muziek gebruiken om levens en gemeenschappen te transformeren:
zorgzame volwassenen moedigen discipline, vreugde en persoonlijke expressie aan
door middel van muziek- en kunstprogramma's. Die programma's benadrukken
tolerantie en gedeeld begrip als methoden om problemen op te lossen.
- Mensen en gemeenschappen met elkaar verbinden:
camera's en andere technologische hulpmiddelen stellen individuen én
gemeenschappen in staat om hun eigen verhalen te vertellen. Kinderen in
verschillende landen en scholen leren leeftijdsgenoten kennen die in compleet
verschillende regio's en omstandigheden leven.
One love, one heart Let's get together and feel all right Hear the children crying (One love) Hear the children crying (One heart) Sayin': "Give thanks and praise to the Lord and I will feel all right" Sayin: "Let's get together and feel all right" Whoa, whoa, whoa, whoa Let them all pass all their dirty remarks (one love) There is one question I'd really love to ask (one heart) Is there a place for the hopeless sinner Who has hurt all mankind just to save his own? Believe me One love, one heart Let's get together and feel all right As it was in the beginning (one love) So shall it be in the end (one heart) Alright, give thanks and praise to the Lord and I will feel all right Let's get together and feel all right One more thing Let's get together to fight this Holy Armageddon (one love) So when the Man comes there will be no, no doom (one song) Have pity on those whose chances grow thinner There ain't no hiding place from the Father of Creation Sayin' one love, one heart Let's get together and feel all right I'm pleading to mankind (one love) Oh, Lord (one heart) whoa Give thanks and praise to the Lord and I will feel all right Let's get together and feel all right
Ik had me voorgenomen om in deze blog ook af en toe plaats te maken
voor een stukje over mensen die ik bijzonder bewonder. Persoonlijkheden die
door het noodlot zijn beproefd geweest, maar desondanks toch vreugde en
blijdschap, en schoonheid en warmte hebben kunnen brengen. Door hun talenten en
door hun volharding en wilskracht, maar vooral door hun positieve
ingesteldheid.
Mijn vorig "portret" dateert
van 5 maart: toen over Israel Kaänoï Kamakawiwo
Ole.
Hoog tijd dus om mijn reeks verder aan te vullen. Want tussen alle
cynische boodschappen door, mag een positief verhaal ook wel eens.
Vandaag wil ik het hebben over Pete
Seeger.
De naam Pete Seeger doet
vermoedelijk bij weinig jonge mensen een belletje rinkelen, al kent iedereen
wel een aantal onvergetelijke songs uit zijn repertoire. Ik vermoed dat elkeen
wel eens heeft meegezongen met "If I had
a Hammer".
Pete Seeger was vooral een "beroemdheid" in de vroege jaren 60 van
de vorige eeuw, de revival van de "folk"-muziek.
Hij was de inspiratiebron voor velen die in die periode gestart zijn met wat
toen "protestsongs" genoemd werd. De
songs van Pete Seeger waren, en zijn,
een protest tegen oorlog, tegen ongelijkheid, en (toen al) tegen de
milieuvervuiling. Bekende vertolkers van zijn liedjes waren onder andere Peter, Paul and Mary, en zelfs The Byrds. Bob Dylan en Woody Guthrie
zijn schatplichtig aan Pete Seeger. En
ook Joan Baez en Julie Felix hebben in hun repertoire dikwijls nummers van Pete Seeger opgenomen. Wie de
Nederlandstalige folk, of "kleinkunst"
nog heeft gekend, heeft ongetwijfeld ooit "De
Elegasten" gehoord, met hun vertaling van "What did you learn in School today".
Pete Seeger is geboren in
1919 als zoon van een regelrechte "communist",
die omwille van zijn pacifistische overtuigingen geen vaste job kon houden,
waardoor het jonge gezin een zwervend bestaan heeft moeten leiden. Hij is zelf
ook een tijd lang lid geweest van de Amerikaanse Communistische Partij, en hij
heeft het etiket "communist" lang met
zich mee gedragen. In zoverre zelfs dat hij tijdens de heksenjacht van McCarthy een tijdje in de gevangenis is
beland op beschuldiging van "on-Amerikaanse
activiteiten". Hij werd om die reden ook een tijd lang geboycot op de
Amerikaanse radiozenders, en verschillende van zijn concerten werden afgelast.
In het Amerika van toen was er weinig voor nodig om "communist" genoemd te worden. (En eigenlijk is dat nog niet erg
veel veranderd.)
Een "ware" communist, in de
zin dat hij fan was van het regime in de Sovjet-Unie, was hij helemaal niet,
verre van. Maar hij was wel heel sterk sociaalvoelend en anti-oorlogsgezind. En
een vurig tegenstander van de rassenongelijkheid in het toenmalig Amerika. Het
was op de tonen van zijn "We shall
overcome" dat de grote mars van Maarten
Luther King in 1963 door de straten gestapt is.
Het is moeilijk om één nummer te kiezen uit zijn omvangrijke
repertoire, maar ik wil toch gaan voor "Where
have all the Flowers gone", een nummer dat hij geschreven heeft als protest
tegen de zinloosheid van oorlogen.
Er zijn talloze versies en covers van het nummer, maar ik heb het
vooral voor de versie van Peter, Paul
& Mary:
Where have all the flowers gone?
Long time passing
Where have all the flowers gone?
Long time ago
Where have all the flowers gone?
Girls have picked them every one
When will they ever learn?
When will they ever learn?
Where have all the young girls gone? Long time passing Where have all the young girls gone? Long time ago Where have all the young girls gone? Taken husbands every one When will they ever learn? When will they ever learn?
Where have all the young men gone?
Long time passing
Where have all the young men gone?
Long time ago
Where have all the young men gone?
Gone for soldiers every one
When will they ever learn?
When will they ever learn?
Where have all the soldiers gone?
Long time passing
Where have all the soldiers gone?
Long time ago
Where have all the soldiers gone?
Gone to graveyards every one
When will they ever learn?
When will they ever learn?
Where have all the graveyards gone?
Long time passing
Where have all the graveyards gone?
Long time ago
Where have all the graveyards gone?
Covered with flowers every one
When will we ever learn?
When will we ever learn?
"When will they ever learn?"
Een goeie vraag! Misschien ooit eens? Hopelijk éér het te laat zal
zijn.
Ik had me voorgenomen om in deze blog ook af en toe plaats te maken
voor een stukje over mensen die ik bijzonder bewonder. Persoonlijkheden die
zwaar door het noodlot zijn beproefd geweest, maar desondanks toch vreugde en blijdschap,
en schoonheid en warmte hebben kunnen brengen, door hun talenten en door hun
volharding en wilskracht, maar vooral door hun positieve ingesteldheid.
Mijn vorig "portret" dateert
al van 12 december: toen over Geoffrey
Gurrumul Yunupingu, een Australische inheemse zanger. Hoog tijd dus om mijn
reeks aan te vullen.
Want tussen alle cynische boodschappen door, mag een positief verhaal
ook wel eens.
Vandaag wil ik het hebben over Israel
Kaänoï Kamakawiwo Ole.
Ik vermoed dat weinig mensen al over Israel Kamakawiwo Ole gehoord hebben.
Hij is geboren in Hawaï, en was één van de weinige nog overblijvende échte
inheemse Hawaïanen in de wereld. Door zijn afkomst heeft hij zich mettertijd
méér en méér opgeworpen als voorvechter voor betere rechten en zelfbeschikking voor
de Hawaïanen.
Tot op het einde van de 19de eeuw was Hawaii trouwens een
onafhankelijk land; het is pas in 1900 dat het door de Amerikanen is
geannexeerd, onder impuls van de Amerikaanse grootgrondbezitters. En zoals dat
wel meer gebeurt als een land "gekoloniseerd"
wordt: de oorspronkelijke bevolking werd al gauw een kleine minderheid.
Israel K. werd door zijn
fans "the gentle giant" genoemd (wat
in het Nederlands min of meer zou vertaald worden als "De Grote Vriendelijke Reus"), omwille van zijn omvang en zijn immer
vriendelijke houding. Het leven heeft hem helaas niet gespaard, en hij is kort
na zijn 38ste verjaardag, in 1997, gestorven aan
ademhalingsproblemen die het gevolg waren van zijn extreme obesitas. Hij woog
naar het einde van zijn leven zowat 340 kg.
Ondanks de last, letterlijk en figuurlijk, waaronder hij gebukt liep,
was hij altijd en overal vriendelijk en opgewekt. En hij is altijd positief
door het leven blijven gaan.
Dat klinkt ook heel sterk door in één van zijn grootste hits, een
combinatie van een liedje uit "The Wizard
of Oz" en een oude hit uit 1967 van Louis Armstrong.
De manier waarop hij zichzelf begeleidt met een mini Ukelele is één van de meest ontroerende
momenten op YouTube, en de beelden van zijn begrafenis (het uitstrooien van
zijn as in zee) kunnen niemand onberoerd laten.
I see trees of green, red roses too.
I see them bloom, for me and you.
And I think to myself: what a wonderful world.
I see skies of blue and clouds of white,
the bright blessed day, the dark sacred night,
and I think to myself: what a wonderful world.
The colours of the rainbow, so pretty in the sky,
are also on the faces of people going by.
I see friends shakin' hands, sayin'
"How do you do?"
They're really saying: "I love you".
I hear babies cryin', I watch them grow.
They'll learn much more than I'll ever know.
And I think to myself: what a wonderful world.
Yes, I think to myself: what a wonderful world.
Misschien is dat wel dé wijze en mooie les die deze "reus" ons postuum kan blijven leren: "Genieten van het leven en van wat het te
bieden heeft. De ogen open houden voor wat mooi is rondom ons."
Ondanks
alles.
Ondanks de eigen miserie, en ondanks de lelijkheid van wat mensen elkaar soms
aandoen.
Ik wil in deze blog graag ook af en toe plaats maken voor een stukje
over mensen die ik bijzonder bewonder. Persoonlijkheden die zwaar door het
noodlot zijn beproefd geweest, maar desondanks toch door hun talenten en hun
volharding en wilskracht, vreugde en blijdschap, en schoonheid en warmte hebben
kunnen brengen.
Wie suggesties heeft voor meer "portretten", die is van harte
welkom om mij die te bezorgen.
In mijn reeks "Portretten" wil ik het vandaag hebben over Geoffrey Gurrumul Yunupingu.
Geoffrey Gurrumul is een Australische "aboriginal", wat al vanaf zijn
eerste levensjaren betekende dat hij een erg moeilijk leven zou tegemoet gaan.
De "aboriginals" in Australië zijn een beetje wat de Indianen in Noord-Amerika
zijn: het is de oorspronkelijke inheemse bevolking, maar ze zijn door de
latere(Europese) immigranten bedrogen
en bestolen en grotendeels uitgemoord. Wat overblijft, is een zootje
armoezaaiers aan de rand van de maatschappij. Geoffrey Gurrumul heeft dus niet
veel kansen gehad om zich te ontwikkelen, maar hij bleek een geniaal muzikaal
talent te zijn, en leerde zichzelf allerlei instrumenten te spelen. Ondanks
zijn aangeboren handicap: hij is blind geboren. (Wat wellicht verklaart waarom
hij als linkshandige op een rechtshandige gitaar speelde.) Hij heeft nooit
braille geleerd, en kon dus niet lezen. En een geleidehond kon de familie zich
niet permitteren.
En alsof dat allemaal niet erg genoeg was, kreeg hij ook nog problemen
met zijn lever en zijn nieren. Hij is dan ook té jong gestorven: hij was amper
46 jaar.
Hij had een prachtige en unieke stem die niemand onberoerd kon laten.
En de songs die hij nagelaten heeft, ontroeren mij elke keer opnieuw tot tranen
toe. Niet zozeer omwille van zijn teksten, want hij zong in de inheemse
dialecten van Australië. Maar dat wij niet kunnen begrijpen wat hij zong, is niet
zo erg: de melodie zegt genoeg.
Bij wijze van kennismaking wil ik graag één van zijn songs
voorstellen. Ik heb het erg moeilijk om een keuze te maken, maar dit is
misschien wel het allermooiste; het wordt door sommigen omschreven als "the
most beautiful song in the world":
Dat iemand die door het leven, en door de maatschappij, zó
onrechtvaardig behandeld is geweest, zó iets moois kon produceren, dat is één
van de grote mysteries die ik nooit zal kunnen begrijpen. Maar ik ben wel
ontzettend dankbaar dat ik hier af en toe eens mag naar luisteren!
Op YouTube zijn er nog heel wat andere prachtige songs te vinden.
(Merkwaardig is dat hij in sommige daarvan in het Engels zong, hoewel hij geen
woord Engels kende.) Ik nodig iedereen uit om eens een half uur uit te trekken
en gewoon in ontroerde stilte te genieten.