We kennen allemaal de gevleugelde uitspraken van onze grootouders: "Er zijn geen zomers meer zoals vroeger." Als wij later aan onze kleinkinderen over de zomer van 2020 zullen vertellen,
zullen we dat misschien ook wel beweren. Hoewel... de kans zit er dik in dat
vanaf nu zowat alle zomers zó zullen zijn als die van 2019 of 2020: "Heet!"
Er zullen géén koele zomers meer zijn, vrees ik. Volgens de
statistieken van het KMI is de gemiddelde temperatuur de voorbije 50 jaar aan
een steile klim bezig. We zouden nu al aan een gemiddelde zitten dat 2,5° hoger
ligt dan in de periode 1850 tot 1900. Al kan een mens zich natuurlijk wel
vragen stellen bij de nauwkeurigheid van de metingen in de negentiende eeuw.
Dat is natuurlijk héél goed nieuws voor de verkopers van ventilatoren
en airco's. Of zwembaden.
Of ijsjes.
Het is een beetje vervelend dat
de ijscrèmeverkoper hier in onze straat al om half twaalf voorbij komt zoeven.
Een ijsje is bedoeld als dessert, toch? Ik herinner me nog hoe mijn klein zusje
tegen de middag al aan het zagen was om een ijsje te mogen eten. En de reactie
daarop was steevast: "Na het middageten! Want
anders ga je aan tafel wéér niemendal eten!" Het werd op den duur een
soort ritueel dat zich elke zomerdag herhaalde.
Maar ja: als wij recht hebben op
een aperitief vóór we aan tafel gaan, waarom zouden de kinderen dan geen ijsje
mogen nemen als aperitief? Het is beter dan hen een martini of een gin-tonic in
te schenken. Toch?
Ik dus naar de straatkant, en
als de ijscrèmekar met gierende banden voor mijn neus tot stilstand is gekomen,
bestel ik twee ijsjes: twee hoorntjes, met 2 bollen elk, pistache en vanille.
Hoorntjes, inderdaad, want ik vind dat je een ijsje zó moet eten. Helaas: tegen
de tijd dat ik (contactloos) betaald heb, begint het ijs al langs de zijkant
van mijn hoorntjes af te lopen. En als ik me daarna naar binnen haast, laat ik
een plakkerig spoor van gesmolten ijs achter. In de hoorntjes zélf blijft nog
héél weinig over. De kinderen zouden mijn hand en arm kunnen aflikken, maar dat
doe je niet, hee! De volgende keer zwicht ik dus maar voor de plastieken
potjes, zeer tegen mijn principes in. Het voordeel van die potjes is wél dat
het gesmolten ijs erin blijft zwemmen. Ik geef de kinderen een lepel, en ze
kunnen hun ijsje lekker op drinken.
Het is wat, met die warmte! Alles
smelt of ontdooit terwijl je erop staat te kijken. Als ik mijn boodschappen doe
in de Colruyt, en naar huis kom met mijn diepvriesfrieten en diepvries soep- en
andere groenten, dan moet ik bij mijn thuiskomst constateren dat alles ontdooid
is. Tja... je kan en mag dat dan niet opnieuw invriezen, niet? Dan maar de buren
uitgenodigd voor een bord verse groentesoep, en daarna frietjes. Met prei in de
roomsaus.
Ik zou er een volgende keer toch
moeten aan denken om een grote koelbox mee te nemen als ik mijn boodschappen ga
doen.
Maar wat zouden we klagen? De zonnepanelen draaien overuren, mijn
terugdraaiende teller heeft nog nooit zó snel gedraaid. In géén van beide
richtingen. Ik verwacht eerlijk gezegd toch een complimentje ofzo van de
klimaatmeisjes: het is tenslotte wél groene stroom die ik produceer.
En ik verwacht ook een bedankje van Engie voor al die elektriciteit
die ik dit jaar al op het net heb gestoken, gratis voor niets. Hoewel: Engie is
nu in Franse handen, en die hebben niet de gewoonte om "dankjewel" te zeggen. Die graaien alles mee wat ze in België te
pakken kunnen krijgen. Zo hebben ze indertijd Dexia leeg geplunderd, zo romen
ze de winsten van BNP-Paribas-Fortis af om de Franse aandeelhouders rijk te
maken, en zo profiteren ze ook van wat Engie-Electrabel opbrengt.
Ik vermoed dat ze ons nog altijd de Guldensporenslag betaald willen
zetten.
|