Inhoud blog
  • Verhuis
  • Vriendschap, het beste Medicijn
  • Voor alles een Uitleg
  • Sensatie
  • Op Reis met Delta
  • Defensie-Uitgaven
  • Het Belgisch Leger
  • Een nieuwe Keuken... altijd een beetje Avontuur
  • Kinderachtig
  • Groene Dogma's
  • Dienstmededeling
  • Vaccinatie-alchemie
  • Die mooie Zomer
  • De katholieke Kerk
  • Mensenrechten
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zoeken in blog

    Categorieën
  • Belgische politiek (48)
  • Covid (69)
  • Cursief (176)
  • De wijde Wereld (134)
  • Persoonlijk (38)
  • Portretten (7)
  • Prinses Liese (19)
  • Wetenschap (40)
  • Sinister
    Een averechtse Kijk op de Wereld
    01-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nieuwe Keuken... altijd een beetje Avontuur

    Een nieuwe keuken kopen, dat is een beetje zoals de trein nemen: je hebt vooraf geen enkel idee hoe het zal lopen. Of waar je zal geraken. Of wanneer je zal aankomen. Bij ons was dat in elk geval toch zo.

    Over onze avonturen bij de keuze en aankoop van de keuken "uit het hogere segment" heb ik het al een paar keer gehad. Maar wie dacht dat de rest van het verhaal minder "avontuurlijk" zou zijn, die vergist zich.

    Het begon al bij de afbraak van de oude keuken. Er was met de binnenhuisarchitect héél expliciet overeen gekomen dat de muurtegels in onze bestaande keuken moesten gespaard blijven: wij wilden die heel graag aan de muur laten. Al was het maar omdat we het niet zagen zitten om ook nog eens een tegelzetter én nieuwe tegels te betalen. De keuken zélf had onze spaarpot al ferm lichter gemaakt. Die strikte instructies werden nadien nog eens bevestigd aan en door de verantwoordelijke voor de afbraak. "So far, so good."

    De donderdagmorgen arriveerden twee stoere mannen om de oude keuken af te breken. De muurtegels kwamen ter sprake, en wij hebben herhaald dat die moesten gespaard blijven. Maar ik moet toegeven: zich verstaanbaar maken met dat idioot neusmondmasker op, is niet altijd evident. Misverstanden of foutief overgekomen boodschappen zijn in die omstandigheden niet te vermijden. Om maar te zeggen: wij hoorden gedurende een paar uur ontzettend veel lawaai in de keuken, waar die beide stoere mannen bezig waren. En af en toe klonk het toch verdacht als brekende tegels. Maar goed: de corona-regels zijn strikt, en wij moesten uit die mannen hun buurt blijven zolang ze bezig waren.
    Toen het lawaai een paar uur later verstomd was, werden wij uitgenodigd om het resultaat van de noeste arbeid te bekijken. En we zagen... een compleet lege keuken. En kale muren! De mannen van de afbraak begrepen onze ontzetting niet, want zij waren in de overtuiging geweest dat de muurtegels weg moesten. Jammer! Maar goed, zo'n dingen gebeuren nu eenmaal. Zéker in deze corona-tijden. Waarbij je elkaars gezichtsuitdrukking niet ziet, elkaar niet goed verstaat door dat mondmasker, en je uit elkaars buurt moet blijven.

    Daarna werden de stukken voor de nieuwe keuken geleverd. Twee andere stoere mannen verschenen hier de vrijdag.

    Helaas... de spoelbak plus kraan was er nog niet bij: die was nog niet binnen. En ook helaas: de dampkap was er evenmin bij: nog niet geleverd door de fabrikant. Oeps: geen dampkap en geen spoelbak? Dat kon weleens problematisch worden. Zou het plaatsingsteam die stukken dan de volgende dinsdag meebrengen? Dat konden de stoere mannen ons niet vertellen. Zij hebben geleverd wat ze hadden, en zijn weer vertrokken. Dat niet alles mee was, was immers niet hun probleem.

    De dinsdag daarop stond het plaatsingsteam hier, in de vroege ochtend. Een man en een vrouw. Ik moet zeggen: "Chapeau !". Ik was heel erg onder de indruk. Ook nu weer klonk het lawaai in onze keuken af en toe behoorlijk angstaanjagend, maar gezien de corona-instructies lieten wij die noeste werkers ongemoeid. En toen ze rond vier uur lieten weten dat ze gedaan hadden, konden we met een zucht van verlichting vaststellen dat alles prima gedaan was. De kasten en toestellen waren tiptop geplaatst en aangesloten, en alles was pico bello opgeruimd. Wij waren héél tevreden over onze nieuwe keuken.

    Ware het niet... dat er geen dampkap geïnstalleerd was. Uiteraard niet, want die was nog altijd niet geleverd. Koken was er dus nog niet echt bij, want zonder afzuigkap zou de keuken direct vol kookdampen of een baklucht hangen. Wanneer de dampkap dan wél kon geleverd worden? Niemand die het wist, blijkbaar.
    En ware het niet... dat er geen kraan of spoelbak te bespeuren was. Uiteraard niet, want die was nog altijd niet geleverd. Met de hand afwassen, of water nemen om te koken of om te poetsen, was dus nog niet voor direct. Wanneer de spoelbak annex kraan dan wél kon geleverd worden? Niemand die het wist.
    En ware het niet... dat de vaatwasser niet diegene bleek te zijn die we verwacht hadden. Geen nood: we konden die nog laten omwisselen voor het gewenste toestel. Maar wanneer dat zou beschikbaar zijn, dat was niet geweten. En in de tussentijd mocht de geleverde vaatwasser niet gebruikt worden, want anders verviel de mogelijkheid tot omruiling.
    Maar ze hebben wel punctueel alles genoteerd op het "plaatsingsverslag" voor de "Dienst-na-verkoop".

    Jawel, we hadden onze nieuwe keuken. En die ziet er heel mooi uit. Maar het bleef voorlopig behelpen want we konden hem niet echt gebruiken. Hoe lang nog? Niemand die het wist.

    Een week later nog altijd niet, trouwens. Mails met vragen en klachten bleven onbeantwoord, en de vriendelijke dame aan de telefoon kon tegen de boze klant niet veel anders zeggen dan: "Onze excuses hiervoor, meneer!" Want wat blijkt? De "dienst-na-verkoop", die het dossier zou moeten behandelen, buigt zich pas na veertien dagen over het "plaatsingsverslag" (waarin melding werd gemaakt van de ontbrekende stukken). Want: "Dat is de procedure".
    Hoe wij ons ondertussen moesten behelpen? Daar had de ongelukkige dame die het slachtoffer was van mijn verontwaardiging, geen antwoord op. En hoe lang dit nog zou aanslepen, wist ze ook niet. Waarom er een plaatsingsverslag nodig was om vast te stellen wat al bij de levering geweten was? Ook daarop moest ze het antwoord schuldig blijven. Ik moest toch maar een mail sturen, kreeg ik als raad. Dat ik ondertussen al drie mails gestuurd had, zonder enige reactie, daar kon zij ook niets aan doen.
    Ik heb dus opnieuw een mail gestuurd. Naar het adres dat de dame mij doorgaf. En ik kreeg onmiddellijk een automatisch antwoord: "Door een medische ingreep ben ik momenteel afwezig. Uw mails worden tijdens mijn afwezigheid niet gelezen. Voor dringende zaken, gelieve te bellen naar het hoofdkantoor." Waarmee ook deze cirkel rond was.

    Een nieuwe keuken... écht wel een avontuur!

    Het positieve aan het verhaal is wél dat ik me nu toch in zekere zin een "keuken-expert" mag noemen. Als iemand anders een nieuwe keuken zou willen kopen en laten installeren, dan kan die altijd bij mij terecht voor advies: ik zal graag laten weten met wie je in elk geval niet in zee moet gaan.

    01-07-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (23 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    27-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dienstmededeling

    Het is mij opgevallen dat het aantal waarderingen bij mijn blogstukjes de voorbije drie maanden beduidend lager ligt dan in de zeven à acht maanden ervoor. Dat betekent, naar mijn gevoel, dat de appreciatie voor mijn stukjes gezakt is. En dus dat ik niet goed bezig ben. Of toch niet meer zo goed. Het is voor mij een signaal dat de kwaliteit van mijn stukjes achteruit gaat, en/of de originaliteit ervan, of de relevantie. En dat kan ik niet zomaar naast me neer leggen.

    Hoe graag ik ook schrijf, en hoe veel plezier ik ook zélf beleef aan het schrijven van blogstukjes, toch heb ik, net als iedereen, af en toe ook wel behoefte aan een teken van waardering voor mijn creatieve scheppingen. Als die waardering er niet is, als ik niet (meer) het gevoel heb dat mijn stukjes graag gelezen worden en positief onthaald worden, dan blijft de motivatie om telkens opnieuw iets nieuws te schrijven, niet overeind.

    Ik wil niet (verder) afzakken tot het niveau dat het alléén nog maar "bladvulling" wordt. Daarom heb ik besloten om voortaan af en toe een pauze in te lassen, en minder frequent een nieuwe bijdrage voor mijn blog te plaatsen. Ik wil regelmatig wat meer tijd nemen om nieuwe inspiratie te putten, en (vooral) om mijn stukjes beter uit te werken.

    Ondertussen heb ik trouwens nog mijn handen vol aan een tweede verhalenbundel die ik dit jaar graag zou afwerken. En verder hoop ik ook het "serieuze" boek ooit eens af te krijgen waar ik meer dan vier jaar geleden aan begonnen ben en dat al te lang verweesd opzij gelegen heeft.

    Graag wil ik van de gelegenheid profiteren om toch nog eens reclame te maken voor mijn eerste verhalenbundel. Voor wie die nog niet heeft, die is bij elke online boekhandel te verkrijgen.
    Bijvoorbeeld bij Bol.com, Standaardboekhandel.be, Bookspot.be, Proxis.com:
    of
    of
    https://www.proxis.com/boeken/nl/boeken/fictie/literatuur/verhalenbundels/8913514/boterhammen-met-chocopasta-kerkhove-eric-9789402140040-verhalenbundels-paperback-boek

    Ik wil toch nog ook eens mijn welgemeende dank uitsturen naar mijn enkele trouwe lezers en "fans". En zeker voor hen die blijvend de moeite hebben gedaan om een waardering aan te vinken: "Dankjewel !".

    Eric

    Bijlagen:
    https://www.bol.com/nl/p/boterhammen-met-chocopasta/9200000128636231/?bltgh=hW0JNis9L-ZJW8-pfuBFYQ.2_9.11.ProductTitle   
    https://www.proxis.com/boeken/nl/boeken/fictie/literatuur/verhalenbundels/8913514/boterhammen-met-chocopasta-kerkhove-eric-9789402140040-verhalenbundels-paperback-boek   
    https://www.standaardboekhandel.be/p/boterhammen-met-chocopasta-9789402140040   

    27-06-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (21 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    22-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bedrieglijke Dromen

    "De meeste dromen zijn bedrog. Maar als ik wakker word, dan droom ik nog."

    Ik heb het onlangs op een heel pijnlijke manier mogen ondervinden.

    Ik slaap héél slecht, de laatste tijd. Komt het door de werkstress? Of eerder door de stress omwille van de verwachte nieuwe keuken? Of is het de onzekerheid naar aanleiding van de nakende (hernieuwde) pensionering? Of zijn het de gewone zorgen om de kinderen en de kleinkinderen? Ik zou het niet weten. Wat het ook is, het resultaat is hetzelfde: ik slaap slecht!

    Mijn doorsnee avond/nacht ziet er dan ook bijna altijd hetzelfde uit.
    Vanaf zowat halfelf of kwart voor elf heb ik "het rijk alléén", en dan kan ik voorzien in een uurtje totale ontspanning. Een lekker glaasje Pineau, en YouTube op mijn pc. De laatste tijd is dat bijna altijd het "Concert for George" uit 2002. Dat is een herdenkingsconcert, georganiseerd door Eric Clapton ter gelegenheid van de eerste verjaardag van het overlijden van ex-Beatle George Harrison. Het is een prachtig concert, en ik was er graag bij geweest. Er komt een plejade van artiesten zijn opwachting maken, gevierde muzikanten die anders nooit hadden samen gespeeld op één en hetzelfde concert. Het is ontroerend, hartverwarmend en bij moment ook wel grappig. Ik kan het iedereen aanraden.
    Een glaasje en mooie muziek... Wat kan er méér ontspannend werken?
    Helaas: bij mij helpt het héél weinig. Na nog een preventieve Paracetamol, omdat ik vooraf weet dat mijn linkerknie zal gaan opspelen zodra ik in bed lig, stap ik tegen halftwaalf of kwart voor twaalf naar bed. Waar ik daarna quasi onmiddellijk als een gek lig te woelen. En ja, het duurt niet eens erg lang eer mijn artrose-knie zich pijnlijk laat voelen. Wat maakt dat ik bijna elke nacht rond één uur alweer op sta. En een zeldzame keer nóg een klein glaasje drink, in de hoop daarna helemaal van de wereld weg te zijn. Soms neem ik er dan nog een pijnstiller bovenop, want die knie jaagt mij ondertussen de muren op.
    Die volgende nieuwe poging is helaas, meestal, even weinig succesvol: rond kwart na twee sta ik alweer beneden. Eventjes toch. Lang genoeg om de afkeer voor dat bed (die ondertussen steevast opgekomen is) weer te laten wegzakken.
    De derde keer is, gelukkig maar, meestal de goede keer, en dan komt de slaap eindelijk toch. In elk geval tot ongeveer vijf uur, halfzes. In de week lig ik daarna naar de wekker te staren tot die kwart voor zeven aangeeft en ik mag/moet opstaan. Op mijn vrije dagen probeer ik toch opnieuw in slaap te raken. En dan komen de dromen. De meest bizarre en onverklaarbare dromen, die vermoedelijk aangeven dat mijn hersenen ook 's nachts nog altijd in overdrive bezig zijn.

    Bij één van die dromen is het dus goed fout gelopen. Wat ik precies gedroomd heb, dat weet ik niet meer. Alléén dat ik ergens van een helling naar beneden aan het lopen of rijden of rollen was, en ik zag geen manier om te stoppen. Mijn angst voor afdalingen is legendarisch. (Voor wie het zou interesseren: dat heet "bathmofobie".) Het is dus niet zo vreemd dat ik over zo'n dingen droom, vermoed ik. In elk geval: ik kon, in mijn droom, mijn evenwicht niet meer bewaren bij het neerwaarts stuntelen, en ik ben gevallen... Ook in het echt: uit mijn bed. Met een harde klap pardoes op de grond gekwakt, 70 cm dieper! Met als resultaat een pijnlijke voet, een pijnlijke elleboog, en vooral een ferme blauwe plek op mijn linkerknie.

    Nee, deze droom was géén bedrog. Ook toen ik wakker werd, tuimelend naast mijn bed, was de pijn van de val in mijn dromen nog altijd héél reëel en écht. Dit was heus géén bedrog. En dat heb ik nog enkele dagen lang mogen blijven ondervinden.
    Al heb ik de volgende dag wel bedacht dat ik ontzettend veel geluk moet gehad hebben dat ik met mijn hoofd niet tegen de hoek van het nachtkastje gebotst ben, want dan had ik het vermoedelijk niet meer kunnen navertellen. Het lijkt wel een wonder. Waarbij ik me dan ga afvragen of ik misschien gewoon gedroomd heb dat ik uit mijn bed gedonderd ben? Een droom over een droom? Al is mijn pijnlijke blauwe knie wel héél reëel.

    Misschien droom ik binnenkort ook eens een fijne droom? En misschien blijft ook die dan nog altijd even reëel voelbaar en zichtbaar als ik wakker word? Een mens kan maar hopen, toch?

    Als ik écht een héél mooie droom zou mogen kiezen, dan zou het er één zijn waarbij ik tegen middernacht gewoon in slaap val en de hele nacht door zou slapen. Dát zou nog eens een wonderlijke ervaring zijn!

    22-06-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (22 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    17-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Taalpremie

    Toen ik bij Het Gemeentekrediet begonnen ben, was dat nog een "semi-staatsinstelling". Dat betekent dat wij ook van enkele van diezelfde voordelen konden genieten als de ambtenaren. Zoals bijvoorbeeld een "taalpremie" voor wie tweetalig was.

    Let wel: je kreeg het niet zomaar cadeau. Je moest minsten één jaar taallessen volgen en slagen in het examen. Hoeveel jaar je naar de Franse les moest, hing af van je basiskennis om te beginnen. Wie er niet veel van bakte, moest drie jaar les volmaken; wie al heel goed Frans sprak, mocht direct in het laatste jaar beginnen. En je kreeg dan de volledige taalpremie toegekend als je dat laatste jaar had afgemaakt. Je moest er wel wat moeite voor willen doen, want dat was twee avonden in de week, na de werkuren, van halfvijf tot halfzeven als ik het me goed herinner. Dat waren dus telkens twee erg lange dagen, en een heel erg late thuiskomst vanuit het verre Brussel. Maar de financiële beloning achteraf, elke maand opnieuw, maakte dat alles toch wel de moeite waard.
    Gelukkig mocht ik onmiddellijk in het laatste jaar starten, en dus heb ik dat maar één jaar moeten doen.

    Ik vond het zelf erg vreemd en onverwacht dat ik onmiddellijk in het laatste jaar mocht beginnen. Want ik had tevoren bijna twaalf jaar lang wetenschappelijk onderzoek gedaan in Gent, en daarbij werd alléén maar Nederlands en Engels gesproken. En tijdens mijn middelbare studies had ik altijd al een bloedhekel gehad aan de lessen Frans.

    Dat laatste, die "bloedhekel", was dan vooral de "schuld" van de leraars Frans waarmee ik te maken heb gehad. Het was op het einde van mijn secundaire studies mijn vaste overtuiging dat er bij elke leraar Frans een steekje los zat...

    Het was al begonnen bij mijn tweede jaar ("de vijfdes", dus) op het college in Wevelgem. De leraar Frans die we daar voor de klas kregen, daar was serieus iets mis mee. De man was, volgens mij, overduidelijk doodongelukkig (thuis en/of in zijn job), en hij deed geen moeite om dat te verbergen. Hij was trouwens niet altijd even nuchter in de les.

    In het college moesten wij elke dag na de lessen nog twee uur in de "avondstudie" blijven, en de leraars moesten om beurt toezicht houden. Op een avond was die leraar Frans de pineut, en hij liep er bijzonder kregelig bij. En het moest nu lukken dat hij net voorbij kwam toen een andere leerling achter mij iets vroeg en ik me wou omdraaien om te antwoorden. Ik werd door die leraar hardhandig met mijn hoofd tegen de bank gekwakt, omdat "babbelen" tijdens de studie verboden was. En ik moest nog een straf schrijven bovendien.
    Meestal kon ik mij gemakkelijk neerleggen bij de sanctie van "straf schrijven", en thuis moesten we daar trouwens niet veel over klagen want van ons vader kregen we er anders nog een straf bovenop. Maar nu was ik zó kwaad omwille van de onrechtvaardige en gewelddadige behandeling. Ik wou die straf daarom niet schrijven. En ons vader heeft toen, uitzonderlijk, mijn kant gekozen. De volgende dag kon ik dus mijn straf niet overhandigen, en met een opstandige stem liet ik de leraar weten dat mijn vader gezegd had dat ik die straf niet moest schrijven. Waarop die leraar smalend en denigrerend over ons vader begon: dat die "maar" een simpele werkmens was en dus niet te veel praats moest hebben. Wat bij ons vader zwaar in het verkeerde keelgat is geschoten toen ik dat thuis vertelde.
    Onze ouders gingen nooit naar het oudercontact op school. Waarom zouden ze ook? Er was nooit iets bijzonders te vermelden of te vernemen. Maar bij het eerstvolgende oudercontact na dat incident is ons vader wél naar het college gereden, op zijn brommer, om met de directeur te spreken en zijn gelijk te halen.

    De volgende leraar Frans waar ik op gebotst ben, was onze klastitularis in mijn eerste jaar op het Atheneum in Kortrijk. In "de vierdes", het derde middelbaar dus. Het was bij de allereerste les, en we moesten allemaal onszelf voorstellen aan de rest van de klas. Toen ik vooraan stond om, bedeesd en zenuwachtig, mijn verhaal te doen, merkte de leraar opeens op dat hij mij precies ergens van kende. Ik had geen idee hoe dat kon, zelfs niet nadat hij er daarna fijntjes aan toevoegde dat ik op "Fernandel" leek. Ik kende Fernandel toen nog niet, maar uit de reacties van mijn klasgenoten kon ik wel afleiden dat dit niet als een compliment bedoeld was. Het is pas nadat ik een film met Fernandel gezien had, dat ik goed besefte dat die leraar mij had willen bespotten om mijn uiterlijk. En dat spotten heeft hij zowat het hele jaar door consequent vol gehouden. Ik droeg toen nog altijd korte broeken, zoals ik mijn hele kindertijd had gedaan, en daar maakte onze leraar Frans elke keer opnieuw vernederende opmerkingen over: hoe kinderachtig ik er wel uitzag. Hij had er duidelijk zijn missie van gemaakt om mij te "breken". Waarschijnlijk omdat ik "van het college" kwam. Denk ik.

    "Pesten" bestond toen inderdaad ook al, maar het waren vreemd genoeg niet mijn klasgenootjes...
    (En nee, hij heeft mij niet "gekraakt". En toen na verloop van tijd duidelijk werd dat ik de beste leerling van de klas was, heeft hij dan toch ingebonden.)
    Tegenwoordig zou zoiets ondenkbaar zijn, vermoed ik. Maar toendertijd waren de meesters en leraars nog zo goed als onaantastbaar, want zij behoorden tot "de elite".

    Het is helaas nadien nooit meer echt goed gekomen tussen mij en de Franse taal. Ik was dus maar wat blij dat ik er met dat ene jaartje vanaf was...

    17-05-2021 om 05:02 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (17 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    15-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Jeugd van tegenwoordig

    Ik veronderstel dat alle (oudere) volwassenen met een mengeling van verontwaardiging en onbegrip de recente fratsen van onze onverantwoordelijke jongeren hebben zitten aankijken, en vele boze bedenkingen zullen gehad hebben over "de jeugd van tegenwoordig".

    Al vermoed ik heel sterk dat het om een minderheid ging, een luidruchtige minderheid weliswaar, die in opstand is gekomen. De grote, stille, meerderheid van de jongeren houden zich ongetwijfeld braaf aan de regels, en ondergaan de hele heisa gelaten. Zoals de meesten van ons. Het zijn altijd de roepers en aandachtzoekers die in beeld komen, en daarmee het imago van "de jeugd" boetseren.

    Hoe dan ook... Verontwaardigde uitspraken over "de hedendaagse jeugd" zijn helemaal niet nieuw. Ook onze ouders en grootouders hebben vast en zeker meermaals wanhopig gezucht over het gedrag en de houding van "de jeugd van tegenwoordig". We zijn allemaal jong geweest. En we zijn, bijna per definitie, allemaal ooit wel rebels en opstandig geweest. Ja toch?

    Ik heb in elk geval als student ook actie gevoerd tegen de "verdrukking" door "de heersende klasse" (of hoe we dat toen ook zouden genoemd hebben...)

    Ik herinner me nog die "sleep-in" in Home Fabiola.

    Aanleiding voor de "opstand" was een nieuwe richtlijn van de universitaire overheden, waarbij het niet langer toegelaten was voor mannelijke studenten om ná 10 uur 's avonds nog op de kamer te blijven van een vrouwelijke studente in een meisjeshome. En evenmin voor vrouwelijke studenten in een jongenshome. Bezoek van iemand van het andere geslacht bleef wel nog mogelijk tot middernacht, maar dan alléén op het gelijkvloers, in de gemeenschappelijke ruimtes. De bedoeling van deze maatregel was, denk ik, de kans op ontucht in de studentenwereld te verkleinen.
    (Voor wie hierbij in stomme verbazing steil achterover valt: bedenk dat we het hier hebben over het jaar 1973 of 1974, het begin van de seksuele revolutie. De gezagdragers hadden de film Woodstock óók gezien, en vreesden wellicht een uitbarsting van losbandigheid in de studentenmiddens...)
    Het protest bij de studenten was immens, en luid. Niet zozeer omwille van de beperking in de mogelijkheden om ontucht te plegen (vermoed ik toch). Maar wél tegen de betutteling, tegen de inperking van onze vrijheid, tegen die aanslag op ons "zelfbeschikkingsrecht". Protest ook omwille van het gebrek aan vertrouwen in onze verantwoordelijkheidszin. We werden behandeld als kleuters die door de juf de les gespeld moesten worden.
    Er is al bij al niets nieuws onder zon: de jongeren van vandaag protesteren nog altijd om precies diezelfde redenen.

    Ik moet eerlijk toegeven dat ik mij eigenlijk helemaal niet stoorde aan die idiote beperking. Want ik ontving geen vrouwelijk bezoek op mijn studentenkamer in Home Astrid. Zéker niet 's nachts. En ik ging ook nooit bij een vrouwelijke studente op bezoek in de late uurtjes. Maar mijn vriend Paul was bijzonder verontwaardigd, en wilde absoluut meedoen aan de protestactie. En dus heb ik dat ook maar gedaan, uit solidariteit. En die protestactie, dat was een sleep-in: we zijn met een groot aantal studenten enkele nachten in Home Fabiola, één van de meisjeshomes, gaan overnachten. Allemaal samen in de grote zalen beneden. Voor mij was dat een foltering en een ware opoffering, want op de kille grond slapen, in een deken gewikkeld, dat was écht niets voor mij. Ik ben al zo'n slechte slaper, zélfs in een comfortabel bed; een nacht op de grond, dat was voor mij helemaal een nachtmerrie. Veel heb ik dus niet geslapen, die paar nachten. Dat zou sowieso moeilijk geweest zijn, met al dat geroezemoes en gebabbel. Maar bon: het was voor de goede zaak. Al heeft het wellicht bij de universitaire overheden weinig indruk gemaakt. Het heeft ook niets uitgehaald, trouwens.

    Om te zorgen voor een grote opkomst, hadden de leiders van de "opstand" (wellicht studenten psychologie of sociologie, denk ik zo) ook posters laten drukken, om in de Gentse straten te verspreiden. In de hoop zo véél mogelijk studenten op te roepen om deel te nemen aan deze belangrijke actie tegen die conservatieve dictatuur. En om de Gentse bevolking op te roepen tot solidariteit en begrip voor onze acties.

    Ik heb me toen ook laten overhalen om, samen met Christine, een mede-studente, 's avonds laat in Gent rond te trekken om overal een poster te gaan aanplakken: aan bushokjes, aan de muren, aan de verlichtingspalen, ... Helaas was zoiets verboden, en helaas zijn we "betrapt" door de Gentse politie. Die ons, met de nodige dubbelzinnige en suggestieve commentaar, in een politiecombi gestopt hebben en naar het politiekantoor Zone Gent gebracht hebben. Alwaar we enkele uren mochten contempleren over onze misdaad. Het was al in de vroege uurtjes eer we weer mochten beschikken, en te voet naar ons kot mochten terugkeren vanuit de Antonius Triestlaan: Christine naar Home Fabiola, aan de Overpoort; ik naar Home Astrid aan de Sterre.

    Ik vermoed dat mijn ouders ook verontwaardigd zouden geweest zijn als daar beelden van verschenen waren in het journaal, destijds: hun zoon die opgepakt werd door de politie wegens illegaal aanplakken van posters, hun zoon die met een hele bende andere rebellen in een meisjeshome de nacht ging doorbrengen !

    Het hoort er nu eenmaal bij, dat soort opstandig en "onverantwoord" gedrag, als je jong bent.
    Alléén hoort geweld daar toch niet bij. Vernielingen horen daar niet bij. Met andermans leven spelen hoort daar ook niet bij.

    15-04-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (17 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    25-02-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een gladde Verkoper

    We hebben dringend een nieuwe keuken nodig. Onze bestaande keuken is al 30 jaar oud, en hoognodig aan vervanging toe: de oven was kapot, de kastdeurtjes waren scheef gaan hangen, de laden waren beschadigd.

    Zoals elke "bewuste" consument hadden wij dus het plan opgevat om een aantal keukenspecialisten te contacteren om zo meerdere offertes te kunnen opvragen en met elkaar te vergelijken. Kwestie van de concurrentie te laten spelen. Om te beginnen had ik al een afspraak geregeld met Keukens De Abdij, met DSM Keukens en met Eggo Keukens. Ook Ixina stond op mijn lijstje van kandidaten. En zélfs Dovy Keukens, zij het met enig voorbehoud. Ikea stond niet op mijn shortlist, omdat je daar in principe zélf enige handigheid moet voor hebben, en dát is niet bepaald mijn grootste talent.

    Hoewel ik vastbesloten was geweest om de nodige tijd uit te trekken en een grondige vergelijkende studie te maken, hebben we ons bij onze eerste afspraak al helemaal laten inpakken door de gladde verkoper: we zijn er buiten gestapt met een getekend contract. Mijn andere afspraken heb ik diezelfde avond afgezegd.

    Het klinkt een beetje naïef en lichtgelovig als ik zeg dat we ons hebben "laten inpakken". Alsof we domweg, zonder goed te beseffen wat er gebeurde, zouden getekend hebben en ons pas achteraf, thuis, zouden gerealiseerd hebben wat we gedaan hadden. Want inderdaad: we zijn bij die aankoop boven mijn vooropgesteld budget gegaan, én we hadden vermoedelijk bij andere keukenbouwers een heel stuk minder betaald. Maar toch niet: we hebben ons niet onbedachtzaam "laten inpakken". Want ik wist en besefte heel goed wat de man aan het doen was. Ik vond het zelfs intrigerend hoe hij elke verkooptruc uit de mouw schudde die hij geleerd had, en ik vond het aandoenlijk grappig. Maar hij was wél overtuigend.

    Het begon al met de keuze van de deurtjes van de kasten en lades, en van het werkblad, en met de keuze van de kleur van de meubelwanden, en van de elektro en de keukenkraan, enzovoort. Bij elke (min of meer uitgelokte) suggestie die we hadden, reageerde de man met een ongekend enthousiasme. Alsof wij net een geniale inval hadden gehad. En telkens bleek onze keuze, geheel toevallig, net dát te zijn wat de man zelf zéker ook zou gekozen hebben. Méér zelfs: als het van hem afhing, dan zou iedere klant met diezelfde opties buiten stappen.

    Deurtjes zonder een handgreep? "Héél verstandige keuze!"
    Granieten werkblad? "Het beste wat je kon nemen!"
    Een lichtgrijze front en een donkergrijs werkblad? "Prachtige kleurencombinatie!"
    Whirlpool toestellen, want Miele is duur en toch niet beter? "De beste keuze, want inderdaad: Miele is niet meer wat het was."
    Aan zijn reacties te zien en te horen, hebben wij de beste smaak die de man ooit had meegemaakt, en waren wij veruit de verstandigste klanten die ooit de winkel waren binnen gestapt.

    Nadat we alles gekozen hadden, stuurde hij ons wandelen, om eens rond te neuzen tussen de (peperdure) toonzaalmodellen, terwijl hij de berekening zou maken. En toen we weer aan zijn bureau zaten, had hij een blad voor ons met het resultaat van zijn rekenwerk. Maar hij legde het papier strategisch met de achterkant naar boven. Ik wist toen al dat mijn eerdere vermoedens zouden kloppen: dit was een winkel die eigenlijk voor ons budget te hoog gegrepen was.

    Vooraleer zijn blad om te draaien, haalde hij zijn allerbeste verkooppraatjes boven: over de kwaliteit van zijn producten en de duurzaamheid van de verkochte keukens: die bewuste keukenbouwer geeft een levenslange garantie. Hij had ondertussen al begrepen dat wij meerdere kandidaten op het oog hadden, en profiteerde er meteen van om zich van de concurrenten, die hij consequent "concullega's" noemde, te onderscheiden. Hij had het over de "keukens van het hogere segment", die dan (uiteraard) ook wat duurder zijn. Daar hoort blijkbaar ook Dovy Keukens bij, en dus ook, nóg een stapje hoger, de keukenbouwer waar we beland waren. En hij verwees naar de goedkopere keukens, die, in zijn verkoopslogica, van mindere kwaliteit zijn. Om zijn stelling te bewijzen klopte hij keihard op de achterwand van een kastje: dat gaf geen krimp. En toen ging hij gewoon in één van de lades staan: ook hier geen krimp, want de bodem kan tot 100 kilo dragen. Indrukwekkende vertoning! Al lijkt de toegevoegde waarde in werkelijkheid beperkt: ik ben niet van plan om in een lade van onze nieuwe keuken te gaan staan.

    Nu we overtuigd waren dat we echt wel topkwaliteit zouden kopen, die bijgevolg logischerwijze en heel terecht "wat duurder" was dan die van de concullega's, draaide hij triomfantelijk zijn blad met berekeningen om en toonde ons het resultaat. Maar vooraleer ik aanstalten kon maken om hem te vertellen dat dit écht wel véél te duur was voor ons, had hij dat bedrag al doorgestreept met de melding dat er door de solden 20 of 30% af ging, en had hij al een nieuwe bedrag opgeschreven. Geldig tot het einde van de solden periode.

    Ook dat was nog altijd méér dan ik van plan was te besteden, maar de verkooptechnieken van de man waren nog niet uitgeput. En hij kwam met een "commercieel voorstel".
    "Onmiddellijk te nemen of te laten."
    Volgens mij is dat een ongeoorloofde praktijk, want een klant moet altijd minstens een aantal dagen bedenktijd hebben en een vergelijkende studie kunnen maken. Wij hadden niet te kiezen. Ofwel zouden we nog even bedenktijd nemen en eerst eens bij de concullega's gaan horen en zien, zoals we van plan waren geweest, maar dan was zijn "commercieel voorstel" niet meer geldig. Ofwel zouden we onmiddellijk tekenen, zonder een andere mogelijkheid te bekijken, en zonder verder nadenken.

    Ik was me daar heel goed van bewust, en heb in stilte de bedenking gemaakt dat dit niet helemaal koosjer was. Maar toch hebben we toegezegd. Want het "commercieel voorstel" was best wel aardig. (Misschien wel té "aardig"? Want tenslotte: "Als iets te mooi is om waar te zijn, dan...")

    Waarop we getrakteerd werden op een glas cava. En zelfs nog een fles mee gekregen hebben om thuis na te vieren. Of om het idee te verdringen dat we véél meer geld uitgegeven hebben dan we van plan waren, en dat we voor veel minder geld een even mooie keuken hadden kunnen plaatsen (zij het misschien met een minder sterke achterwand of bodem).

    Achteraf heb ik ontdekt dat er bij Test-Aankoop behoorlijk wat klachten in behandeling zijn over onze keukenbouwer. Klachten over het niet respecteren van de leveringstermijn, over een hogere eindafrekening dat wat op de offerte vermeld was, over kosten die tóch aangerekend werden voor de afbraak van de oude keuken (hoewel dat zogezegd gratis was), over de eis om de volledige factuur te betalen vóór de keuken geplaatst werd, enzovoort...

    Ik houd mijn hart dus vast, en mijn (slapeloze) nachten zijn er niet beter op geworden!

    25-02-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (19 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    12-02-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fietsdiefstallen

    Eén van de grootste plagen in een studentenstad, is de plaag van fietsdiefstallen. Niet alléén in een studentenstad, overigens. Fietsdiefstal is sowieso een heel populair misdrijf in ons land. Er worden naar schatting jaarlijks gemiddeld 100.000 fietsen gestolen, zij het dat er maar in 35.000 gevallen aangifte gedaan wordt. (Dat aantal diefstallen is des te indrukwekkender, als je bedenkt dat er in België jaarlijks 500.000 fietsen gekocht worden: één op de vijf nieuwe fietsen wordt dus gestolen...)

    Waarom zou iemand een fiets stelen? Onder andere om te verkopen, vermoed ik. Maar toch vooral gewoon om de fiets "even" te gebruiken. En dan denk ik inderdaad in de eerste plaats aan studenten, die 's nachts na een aantal pinten liefst zo vlug mogelijk naar hun bed willen, en dan maar een gemakkelijk beschikbaar vervoersmiddel "lenen".

    Mijn fiets is nooit gestolen geweest tijdens mijn studententijd in Gent.

    Vermoedelijk omdat ie nogal kaduuk was. Ik was nog een pril student toen ik aan de Sterre, onderweg naar de les, omver gereden werd door een onachtzame automobilist die de voorrangsregels aan zijn laars meende te mogen lappen. En mijn rijwiel is daar zwaar gehavend uit gekomen. De arrogante man heeft mij 100 frank toegestopt, "en we spreken er niet meer over". Ik heb dat aanvaard, beduusd en onmondig als ik was, maar dat was nauwelijks een aalmoes. Want mijn fiets was onherstelbaar kapot: het frame was dubbel geplooid, en met die 100 frank kon ik geen nieuwe fiets kopen, zelfs niet tweedehands. Maar ons vader, een ware tovenaar als het op herstellen en prutsen aankwam, heeft mijn fiets toch min of meer kunnen oplappen, zodat ik de rest van mijn studententijd nog altijd met de fiets op pad kon. Maar echt aanlokkelijk voor dieven zag mijn vehikel er daarna niet meer uit.
    Ik moet wel toegeven dat dit niet mijn eerste fiets-ongelukje was. Al was het wel het ergste.
    Ik had mijn fiets gekregen van mijn doopmeter, "mémé van de Pauvre-Leute". En binnen de week lag ik er al mee op de grond, bij één van de vele kinderachtige pogingen om stoer te doen. Maar het was toch wel een goeie fiets. Met drie versnellingen! Samen met mijn oudste broer en een paar sportieve vrienden hebben we eindeloze fietstochten gemaakt in de buurt van Kortrijk. Waarbij ik ooit eens tegen een paaltje aangereden ben op een punt waar het fietspad opeens abrupt eindigde; ik was zó druk bezig de donderbeestjes van mijn armen en benen en T-shirt weg te vegen, dat ik het onverwachte obstakel niet eens gezien had.
    Vooral in de zomer, in de periode van de Ronde van Frankrijk, hadden wij ook bijna dagelijks onze eigen "koers". En daar waren zelfs "bergritten" bij, met onder andere de beklimming van de Bellegemberg en de Marionettenberg als hoogtepunten. We waren dus wel ervaren fietsers. En daarom mochten we op een zonnige dag eens met de fiets naar onze nonkel in Sint-Ulriks-Kapelle: een kleine 100 km ver, en dwars doorheen de Vlaamse Ardennen. Ik was amper 14 jaar oud toen, en eigenlijk was dat voor mij nog iets te hoog gegrepen. Ik ben daar na aankomst 's middags dan ook prompt in slaap gevallen... Aan tafel, bij de soep.

    Maar mijn fiets heeft mij al die jaren goed gediend, zelfs na die onfortuinlijke aanrijding. Ik moet nochtans bekennen dat ik er, zeker als student, niet altijd even vriendelijk of zorgzaam mee om gesprongen ben.

    Waar ik me nog het meeste voor schaam, is toen ik eens in de vroege uurtjes héél vlug naar mijn kot wilde fietsen van bij "El Gringo" in de Sint-Pietersnieuwstraat naar Home Astrid aan de Sterre. Ik was moe, en wilde rap naar bed. Ik had het ingenieuze idee om een kortere weg te nemen: dwars door het Citadelpark. En ook daar nam ik de kortste route: gewoon rechtdoor, niet langs de verharde paden, maar dwars over de grasperken. Waarbij ik vergeten was dat die afgeboord waren met een stalen draad op zo'n 30 cm hoogte. Ik heb het rap genoeg gemerkt, toen mijn voorwiel aan het eerste perkje bleef haperen, en ik met een indrukwekkende zweefvlucht op het weelderige gras terechtkwam.
    Gelukkig zonder al te veel erg, want ik kwam redelijk "zacht" neer. En gelukkig waren er geen getuigen om mijn stommiteit te aanschouwen, zodat ook mijn ego er vrij ongeschonden vanaf is gekomen.

    Het leven van een student: duidelijk een leven van "vallen en opstaan"...

    12-02-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (17 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    06-02-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De onverbiddelijke Zoener

    Ik was er toch even ondersteboven van, toen ik het nieuws hoorde over het overlijden van Kris De Bruyne.

    De man is amper vier jaar eerder geboren dan ik, en hij was blijkbaar al langer ernstig ziek. Het kan dus evengoed binnen de kortste keren ook mijn "beurt" zijn, niet?

    Maar ik was er vooral door geraakt omdat mijn eerste herinneringen aan een live optreden van een "rockband" verbonden zijn met Kris De Bruyne. Het evenement moet zich ergens in 1971 afgespeeld hebben. Het aanstormende talent zal dan ongeveer 20 jaar jong geweest zijn, helemaal aan het begin van zijn carrière.

    De "rockband" in kwestie was "Lamp, Lazerus & Kris". De voorloper van de Nederlandstalige rock. De "mutatie" van "kleinkunst" naar échte "rock", als je wil. In de band speelde toen ook al ene Raymond Van het Groenewoud mee. Als pianist, als ik me niet vergis.
    Wat dat optreden, in de sportzaal van het Koninklijk Atheneum van Kortrijk, des te specialer en gedenkwaardiger maakte, was dat ook ons moeder dat concert heeft meegemaakt. Of moet ik eerder zeggen: "heeft ondergaan". Want het was behoorlijk luidruchtig, dat optreden. En een ware aanslag op haar (toen al) gevoelige gehoororgaan. Ik weet niet meer hoe het komt dat ons moeder meegekomen is, die avond. Misschien omdat de opbrengst van de ticketverkoop ergens moest dienen voor een schoolactiviteit, en zij dan maar ook een ticketje gekocht had om de school te steunen? Of gewoon omdat ons moeder écht wel voor een uitdaging te vinden was, en (veel meer dan ons vader) open stond voor iets dat nieuw of onbekend was? Of omdat ze van de "kleinkunst" hield, zoals we die toen op de radio te horen kregen: Miek en Roel, De Elegasten, Miel Cools, Jan De Wilde, ... Ons moeder vond dat ook wel mooi, toen. Net als ik.
    "Lamp, Lazerus & Kris" was aangekondigd als "kleinkunst", maar bleek toch nét iets anders te klinken dan bijvoorbeeld Jan De Wilde. Zéker in die sportzaal met een abominabele akoestiek, en met die loeiende boxen vlak aan onze oren.
    Ze heeft achteraf geen commentaar gegeven, maar ik vermoed dat ons moeder niet echt enthousiast was. En wie weet: misschien lag daar wel de oorzaak van haar tinnitus en de latere Ménière-aanvallen?

    Ik was wél enthousiast! Ik vond het fantastisch. En ik ben hun eerste, en enige, elpee zo vlug mogelijk gaan lenen in de bibliotheek van de stad, om (illegaal) te kopiëren op een cassetje.

    De muziek was keihard, naar onze "kleinkunstnormen", en de teksten waren compleet absurd. Zoals bijvoorbeeld in "De Peulschil". Maar ik vond het subliem. Ook, en vooral, "De onverbiddelijke zoener" is onweerstaanbaar in mijn hoofd blijven hangen.

    Kris De Bruyne is maar kort bij de ongerijmde humor van Lamp & Lazerus blijven toeven. Hij is na een jaar al solo gegaan, voor het "serieuzere" werk. Waarvoor hij nu, postuum, massaal bejubeld wordt. Maar voor mij blijft "Lamp, Lazerus & Kris" toch het absolute hoogtepunt. Dat was trouwens ook de enige keer dat ik hem live aan het werk heb gezien.

    Het was overigens ook de enige keer dat ons moeder naar een "rockconcert" geweest is. Nadien heeft ze het veiligheidshalve maar bij Marva gehouden...

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=D539H7LISFI   
    https://www.youtube.com/watch?v=jXg4ZRs10Vw   

    06-02-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (21 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    04-02-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een heerlijke Nachtrust

    Het is tien uur 's avonds: ik begin serieus moe te worden (na de vorige slechte nacht). Het bed roept. Maar ik wil nog niet gaan slapen, want ik vrees dat ik toch weer een hele poos wakker zal liggen.

    Tegen half elf slaat de vermoeidheid op mijn versleten linkerknie: ik voel de pijn opkomen, en ik voel mijn knie "trekken" en gloeien. Nu ga ik zéker niet naar bed; ik blijf beter nog even op. Om helemaal tot ontspanning te komen. Met een glas wijn en (vooral) mooie muziek. Op YouTube of iTunes.
    Neil Young, misschien? Met "Everbybody knows this is nowhere." Ik had die elpee al van toen ik nog student was, en ik herinner me dat ik toen zelfs een keer 's namiddags in slaap gevallen was met die muziek in de oren...
    Om half twaalf begin ik zo'n beetje weg te soezen. Hoog tijd om onder de lakens te duiken. Na een pijnstiller om de knie te sussen, kruip ik half-slaperig de trap op, verlangend naar het warme bed en de zalige dromen.
    Maar zodra ik in dat bed lig, gaat het duiveltje zich roeren. En dan begint het woelen en keren.
    Tegen middernacht heb ik me al dertig keer gedraaid: op mijn rug, en dan op mijn linkerzij, weer op de rug, op de rechterzij, weer op de rug, enzovoort. Waarna mijn knie weer ferm begint op te spelen. En mijn maag is ondertussen ook ambetant geworden, ondanks het Rennie'tje voor het slapengaan.
    Rond half één komt bovendien de jeuk opzetten en ga ik aan het krabben. De sporen daarvan zijn 's morgens bloedrood op het laken te vinden. Het woelen en draaien wordt ook intenser, en de kniepijn is niet meer te houden. Het afdreunen van de avondgebeden, "Wees Gegroet" en "Onze Vader", keer op keer, als een mantra, helpt ook geen zier.
    Ergens tussen één uur en half twee geef ik het dan maar op. Ik stap uit het bed, en ga nog een tijdje beneden zitten. Een half uur later waag ik dan toch een tweede poging. Met nóg een pijnstiller, in de hoop dat het geknaag in mijn knie daarna beter wordt.
    Wanneer het heel erg mee valt, ben ik tegen twee uur of daaromtrent in dromenland. Waar ik rond vijf uur alweer uit ontwaak. Maar ik laat me niet kennen, en blijf koppig liggen. En met een beetje geluk val ik terug in slaap. Tot half zeven of zo op werkdagen...
    Als het fysiek mogelijk was, dan zou ik de nachten eerlijk gezegd liever overslaan.

    Een ongestoorde en verkwikkende nachtrust, dat is voor mij een kostbare schat die ik helaas nooit gevonden heb. Misschien heb ik niet goed genoeg gezocht? Ik kan me in elk geval niet herinneren wanneer ik voor het laatst écht goed geslapen heb. Een "voordeel" daarvan was wel dat ik bij de minste nachtelijke kik van de kinderen, toen die nog een baby waren, alert was en gereed om te gaan troosten...

    Ik vermoed nu wel dat ik niet de enige ben met gefrustreerde nachten. Aan mijn "lotgenoten" zeg ik dus: "Je bent niet alléén!" Al biedt dat niet bepaald een grote troost, vrees ik...
    Aan diegenen die wél gezegend zijn met een goede nachtrust en die al in slaap vallen bij het zien van hun hoofdkussen, zeg ik: "Wees dankbaar en blij. Je hebt er geen idee van hoe gezegend je wel bent!"

    Warren Zevon had volgens mij ook zware slaap-frustraties. Maar dat had dan misschien eerder te maken met zijn ernstige hypochondrie: ik kan me voorstellen dat een hypochonder zelden goed slaapt. En zo te horen, heeft hij het uiteindelijk zelfs gewoon opgegeven om de slaap te zoeken: "I'll sleep when I'm dead'. (Bij die song is hij in elk geval niet in slaap gevallen...)

    De man heeft ondertussen wel de eeuwige slaap gevonden. Hopelijk heeft die hem ook de vredige rust geschonken die hij in zijn leven heeft moeten missen!

    Op een dag (of liever: nacht) zal ik zijn filosofie misschien moeten overnemen. Eerder dan dat kom ik toch niet aan een ongestoorde nachtrust toe...

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=ax6FaILE4aU   

    04-02-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (24 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    24-01-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nieuw Instrument

    Vervolg...

    Ik was een "verdienstelijk" muzikant, maar daar hield het wel ongeveer op. En ik was een ramp als ik een solo moest spelen, omdat ik het zowat bestierf van de stress en de zenuwen.

    Dat werd een complete catastrofe als ik helemaal alléén vooraan moest gaan staan om een deuntje te produceren. Dat was toendertijd de gewoonte bij het Sint-Ceciliafeest van de fanfare: elk jaar "mocht" een jonge veelbelovende muzikant een stukje ten beste geven, helemaal alleen op een podium, voor het oog van de voltallige fanfare en de in groten getale opgedaagde vrienden en familie. Ik had niet die zelfzekere flair als een aantal van mijn leeftijdsgenoten, en voor mij was dat een ware martelgang. Mijn optreden is dan ook op een gigantisch fiasco uitgedraaid: ik was zó nerveus dat ik het hele stukje een halve toon te hoog heb gespeeld. Zo vals als een kat, dus. Maar... ons vader heeft mij toch achteraf gefeliciteerd om mijn "toonvastheid". Want ik heb het hele stuk consequent die afwijking van een halve toonhoogte volgehouden. Wat een kunststukje op zich was. (En wat je vermoedelijk met een ander instrument dan een hoorn nooit zou klaarspelen.)
    Maar nee dus, ik was geen virtuoze muzikant, en ik had een voorkeur voor simpele partituren waarbij de hoorn eerder op de achtergrond kon blijven. Zoals bij een Weense Wals: daar voelde ik me nog het meest comfortabel bij. De bijdrage van de hoorn in het "oem-pa-pa" van een wals, was het repeterende "pa-pa", en dat kon ik als de beste.

    Ik ben trouwens later, als volwassene, nóg een keer naar de muziekschool mogen gaan. In Aalbeke was dat. Onze nieuwe dirigent, die vermoedelijk een mooi procentje mocht opstrijken bij de verkoper van muziekinstrumenten voor ieder instrument dat die aan de fanfare mocht slijten, had een splinternieuwe hoorn op de kop kunnen tikken. Een prachtig, goudglanzend ding. En dat juweel was voor mij bestemd. Helaas was onze dirigent een paar kleine details uit het oog verloren. Deze hoorn was voorzien van "klepventielen", en ik had al die jaren tevoren altijd een instrument gehad met "pompventielen". Ik moest dus zowat vanaf nul opnieuw beginnen leren. De hoorn had trouwens zelfs een vierde ventiel, en ik heb nooit geweten waar dat voor diende. De hoorn was bovendien afgestemd voor muziekpartituren "in D", terwijl alle muziekpartituren voor een hoorn altijd "in Bes" of "in F" geschreven waren. Ik moest daarom een soort simultaanvertaling verzorgen terwijl ik speelde: ik moest consequent een toon hoger of lager spelen dan wat op de partituur te lezen viel. (Misschien had onze dirigent zich nog mijn allereerste optreden herinnerd?)

    Dat is al bij al toch wel een stuk moeilijker dan het lijkt. En dus moest ik naar de muziekschool (waar, geheel toevallig, onze dirigent les gaf als betaald muziekleraar) om te leren "transponeren": ik moest leren om niet de noten te spelen die ik kon aflezen, maar wel een toon hoger of lager.

    Maar ons vader kon het (alweer) niet laten met mij en mijn nieuwe instrument te pronken. (Als hij kon stoefen met één van zijn kinderen, dan was hij niet te houden...) En dus heeft hij mij meegenomen naar de Koninklijke Filharmonie van Kortrijk, waar hij ook al een tijdje lid van was, en waar hij de "bombardon" speelde, of om helemaal precies te zijn: de "sousafoon". In zijn jonge jaren had hij trombone gespeeld, maar met het ouder worden was hij moeten overschakelen op een muziekinstrument met een groter mondstuk. Ook al omwille van het hardnekkige herpesvirus. Eerst werd het de tuba, en later dus de sousafoon.

    De Koninklijke Fanfare Sint-Jan haalde toen al niet meer het niveau van rond de jaren zeventig, toen de fanfare in "de hoogste klasse" speelde, en hoge toppen scheerde op allerlei muziekwedstrijden. We werden in die gloriejaren zelfs gevraagd om de "halftime show" te verzorgen van voetbal-interlands. Ons vader zag het verval met lede ogen aan, en was bezweken voor de lokroep van meer ambitieuze muziekgezelschappen. En ik mocht hem daar wat later bij gaan vervoegen, al stond ik niet direct te springen om "ambitieuze" muziek te spelen.  

    Maar ik wil mijn verhaal niet negatief eindigen. Want al is het niet gemakkelijk te bespelen, een hoorn is toch wel een héél mooi instrument, met een uitzonderlijk mooie, zoete en volle klank.

    En de hoorn wordt dan ook niet alléén gebruikt in de klassieke muziek, zoals bijvoorbeeld in dit "Hoornconcerto Nummer 3" van Mozart: https://www.youtube.com/watch?v=lNuJVfe-t3o
    Ook in de moderne muziek wordt dankbaar gebruik gemaakt van de toch wel heel aparte "ronde" klank van een hoorn. Zoals bijvoorbeeld in deze song van "The Alan Parsons Project": https://www.youtube.com/watch?v=76n_uE_W31A

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=76n_uE_W31A   
    https://www.youtube.com/watch?v=lNuJVfe-t3o   

    24-01-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (24 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    23-01-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muziekschool

    Ik ben geboren in een erg muzikale familie. In elk geval toch van mijn vaders kant. Zijn vader, "pépé van de Pauvre-Leute", was een begenadigd muzikant, en in zijn jongere jaren zelfs "tweede dirigent" van de Koninklijke Fanfare Sint-Jan. Zijn vier zonen, ons vader en zijn drie broers, hebben die muzikale genen geërfd en zijn alle vier talentvolle, of toch in elk geval enthousiaste, muzikanten gebleken. Drie van hen in de Koninklijke Fanfare Sint-Jan, en de vierde als dirigent van het harmonie-orkest van de (toenmalige) ASLK, in Brussel.

    Het leek dus vanzelfsprekend dat ook wij, de zes kinderen, in die muzikale voetsporen zouden treden. Maar dat is een beetje anders gelopen: het muzikale gen is op één of andere manier niet goed doorgegeven. Alléén mijn oudste broer en ik hebben de Koninklijke Fanfare vervoegd, de anderen hebben vriendelijk bedankt. En mijn broer vond het al bij al niet écht een hartverwarmende ervaring. Hij heeft de fanfare na korte tijd al in de steek gelaten. Ik moet toegeven dat onze eerste kennismaking met de muzikale wereld inderdaad niet bepaald opwindend of boeiend was: er waren de wekelijkse, oersaaie, lessen "Notenleer" (of "Solfège" zoals dat bij ons genoemd werd), en bij een optreden van de fanfare was onze bijdrage beperkt tot het paraderen met een stokje, een soort "baton". Een taak die in latere jaren met veel meer bravoure en flair door een stel majorettes vervuld werd.

    Maar ik heb het dus wel volgehouden. En ik mocht een instrument leren bespelen. Het is een "hoorn" geworden. Niet uit eigen keuze, want wist ik veel, op mijn 10 jaar, op welk instrument ik graag had willen spelen. Aan een hoorn had ik in elk geval niet direct gedacht. Vooral niet omdat ik zelfs niet eens wist wat een hoorn was. Maar de typische hoorn is een "linkshandig" instrument: de ventielen worden met de vingers van de linkerhand ingedrukt. En aangezien ik de enige linkshandige was in de nieuwe lichting...

    Een hoorn, dus.
    Voor de gevorderde lessen mochten wij, de jonge muzikantjes, naar de muziekschool van Wevelgem. Helaas was Wevelgem voor onze korte beentjes nogal onbereikbaar, al zeker omdat we zélf ons eigen instrument moest mee nemen. En dus werd er elke week, de zondag voormiddag, uitgekeken naar een zeldzame goede ziel met een auto. Een vader van één van de muzikantjes, of een bestuurslid, of een brave man die in het lokaal van de fanfare de zware woorden van de pastoor na de vroegmis aan het doorspoelen was. Een geschikte auto vinden was niet zo evident, want we waren door de band genomen met zes jonge gastjes, mét instrumentenkoffer. Ik herinner me levendig die ene keer toen de enige kandidaat-chauffeur de trotse bezitter was van een Volkswagen Kever. Wie een sterke verbeelding heeft, en zich nog het formaat van zo'n Kever herinnert, mag proberen zich voor te stellen hoe we ons met zes jongens van een jaar of 12, mét instrumentenkoffer, naast de chauffeur in dat kleine autootje gewrongen hebben.

    Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet het enorme muzikale talent van mijn grootvader heb geërfd. Wat ik wél van ons vader geërfd heb, was de aanleg voor koortsblaasjes. Ik was amper van een set lelijke blaren op mijn lippen genezen, en daar kwam de volgende pijnlijke blaas zich al aankondigen. Een hoorn is nu ook niet bepaald het meest "koortsblaas vriendelijk" muziekinstrument: het mondstuk van een hoorn is niet zo rond als dat van bijvoorbeeld een tuba, het is véél smaller. En dus een foltertuig voor kwetsbare lippen.

    Maar het is de schuld van Marc Van Ranst dat ik, net als ons vader, om de haverklap geteisterd werd door die uitbraak van "herpes". Of liever: het kwam door de afwezigheid van Marc Van Ranst. Nu komt die zowat elke dag op teevee met zijn welgemeende goede raad, maar toen bleef hij geheel en al afwezig. En dus was ik volkomen onwetend over de belangrijke richtlijnen om de verspreiding van een virus tegen te gaan. Ik heb er nooit aan gedacht om het mondstuk van mijn hoorn te ontsmetten met alcoholgel. Ook al omdat niemand anders daar zijn mond zou aan zetten. Maar het gevaarlijke herpesvirus bleef dus aan dat mondstuk floreren, en bijgevolg had ik elke keer opnieuw prijs. Tot bloedens toe.
    Maar "ware kunst" vraagt nu eenmaal offers...

    Wordt vervolgd...

    23-01-2021 om 08:13 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (23 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    01-01-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wensen 2021

    Nee, 2021 wordt nog géén zorgeloos jaar "zoals vroeger".

    We kunnen alléén maar heel hard ons best doen om voor elkaar, en ook voor onszelf, te zorgen...
    Bij deze toch mijn warme wensen voor het best mogelijke 2021.

    Eric

    https://www.jacquielawson.com/ecard/pickup/rd646bca45b9949d5bcb90cb0acd2ccc2

    ?source=jl999&utm_medium=pickup&utm_source=share&utm_campaign=receiver

    Bijlagen:
    https://www.jacquielawson.com/ecard/pickup/rd646bca45b9949d5bcb90cb0acd2ccc2?source=jl999&utm_medium=pickup&utm_source=share&utm_campaign=receiver   

    01-01-2021 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (18 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    09-12-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zomer van Zesenzeventig

    Als Brian Adams herinneringen mag ophalen aan de zomer van negenenzestig (de Woodstock-zomer), dan mag ik ook herinneringen met jullie delen omtrent de zomer van zesenzeventig.

    Wie sensatie en sappige verhalen verwacht, moet ik toch teleur stellen. Mijn zomer van zesenzeventig was géén zomer waarin jonge mensen naakt en high rondliepen en "Make love not war" met veel enthousiasme in de praktijk brachten.

    Maar Frank Deboosere heeft de zomer van negentien zesenzeventig wél al bekroond met de titel van "langste hittegolf" sinds 1833. De hittegolf van 2020 krijgt de titel van "meest intense" sinds 1833, maar in 1976 hebben we wél de langste hittegolf ooit beleefd: we hebben toen 15 tropische dagen op rij moeten doorstaan, terwijl dat er nu "maar" 8 waren.

    Het vreemde is nu dat ik me augustus 1976 totaal niet herinner als een zomer van puffen en zweten en slapeloze nachten. In mijn herinnering was de zomer van 1976 een heerlijke periode, en was die zomervakantie de mooiste en beste die ik ooit beleefd heb. Dat komt misschien voor een deel omdat ik toen nog jong was, vol onblusbare energie, en zonder zorgen die mij wakker konden houden. Maar het had vermoedelijk vooral te maken met het gevoel van over een belangrijke drempel heen gestapt te zijn. In 1976 ben ik immers afgestudeerd, en ergens in de loop van september kon ik beginnen werken.

    Al weet ik, achteraf gezien, niet zeker of de term "werken" wel gepast is. Het was eerder: "betaald worden om me te amuseren", want ik mocht gaan doctoreren. Dat "betaald worden" mag overigens ook met een korrel zout genomen worden, want dat eerste jaar moest ik tevreden zijn met een onderzoeksbeurs van zowat 20.000 frank, of 500 euro, per maand. Rijk ben ik daar alleszins niet door geworden...
    Hoe ik het gepresteerd heb om die beurs te krijgen, is mij trouwens altijd een raadsel gebleven, want mijn onderzoeksgebied lag in de Kernfysica en had in de verste verte niets te maken met "Nijverheid" of "Landbouw", terwijl die beurs wél toegekend was door het IWONL: "Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw".

    Maar goed: de zomer van 1976.

    Voor mij was dat, vooral in augustus, een zorgeloze zomer van vrijheid en ontspanning. De vruchten op het stuk grond van ons vader waren allemaal al geoogst: de aardbeien waren geplukt, de aardappelen gerooid. Ik hoefde zo goed als niets te doen, en kon elke dag gaan fietsen en genieten. Ik herinner me vooral de veelvuldige tripjes, met de fiets langs de Leie, naar het openluchtzwembad van Kortrijk. Dat zwembad, langs het kanaal Kortrijk-Bossuit, is trouwens nu nog altijd open. Al is het in de voorbije zomer wel een tijdje dicht gemoeten omdat al het water verdwenen was. Het was pas opnieuw open gegaan, op 1 juli, na de eerste corona-beperkingen. En op 5 juli bleek al het water eruit weg gelekt te zijn...
    Er waren toen nog geen corona-beperkingen, in 1976, en dus was het druk in het zwembad: het enige openluchtzwembad in de buurt. Er was wel ook nog een overdekt zwembad in Kortrijk, maar daarvoor was het, voor mij en voor veel anderen, véél te mooi weer. Vraag het maar na bij Frank Deboosere.

    De zomer van 1976. Het is allemaal erg lang geleden, en veel is vervaagd in mijn herinnering. Die jaren uit het verre verleden beginnen ook allemaal in elkaar over te lopen in mijn geheugen. Maar als ik me niet vergis, was 1976 voor mij ook zo'n zomer waarover Rob de Nijs gezongen heeft. Al was ik toen wél al ouder dan 16.

    09-12-2020 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (21 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    04-12-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Steenput

    We hebben van die enkele zonnige novemberdagen geprofiteerd om eens in het landelijke Estaimpuis te gaan wandelen.

    Vroeger heette de gemeente "Steenput", maar na enig heen en weer geschuif van de taalgrens spreekt men er Frans, en is dat "Estaimpuis" geworden. De meeste namen van de oude Vlaamse gemeenten in die streek zijn trouwens ondertussen verfranst. Zo is "Evernijs" nu Evregnies geworden, en "Dottenijs" heet nu Dottignies.  Een beetje zoals "Broekzele" na verloop van tijd "Bruxelles" geworden is. (Het achtervoegsel "-zele" komt van het oud-Vlaams woord voor een "nederzetting". Daarom zijn er nogal wat Vlaamse gemeenten waarvan de naam eindigt op "zele". En Broekzele betekent dan: "nederzetting nabij een broek". Nabij een moeras, dus.)

    Het eerste wat er opvalt, is de open ruimte en de alomtegenwoordige landbouwgrond. Bij ons in Merelbeke moet je al met een vergrootglas zoeken om nog grote stukken landbouwgrond te vinden. Want projectontwikkelaars van allerlei pluimage liggen constant op de loer om elk braakliggend lapje grond in te palmen voor alweer een nieuw appartementsblok. Die ziekelijke neiging om alles vol te bouwen, is gelukkig nog niet tot in Steenput doorgedrongen. Voorlopig toch. Al blijkt de streek bijzonder aantrekkelijk te zijn voor gegoede Fransen die in Wallonië een luxueus optrekje kunnen komen bouwen voor de helft van wat het in Frankrijk zou kosten. Nu maar hopen dat ze niet op het idee komen om dit stukje België bij Frankrijk te annexeren zodra er een grote minderheid Fransen woont. Want zo gaat dat soms: kijk maar naar de Brusselse rand, de zogenaamde "faciliteitengemeenten". Daar waren het geen Fransen, maar wel Franstaligen die massaal in Vlaamse gemeenten zijn komen wonen en nadien, zodra ze met voldoende waren, zijn gaan eisen dat de officiële voertaal er Frans zou worden en/of dat de hele streek bij Broekzele zou gevoegd worden...

    Iets anders wat er opvalt, en wat de streek nét iets minder aantrekkelijk maakt, is het voortdurende geraas van een autosnelweg of een andere drukke verkeersader. Zélfs daar, op de "boerenbuiten", is "stilte" een zeldzaam goed geworden. Zo gaat dat bijna overal in België: zelfs waar er in geen velden of wegen mensen wonen, is er toch bijna altijd het lawaai van één of andere verkeersas waar zowat continu auto's en vrachtwagens voorbij razen. En daar in het rurale Estaimpuis is het helaas niet anders. Zoals in elke gemeente die door een "E-weg" doorsneden wordt, is er een aanhoudend geraas van voorbij vlammende vrachtwagens. Ook nu, ondanks de corona-beperkingen.

    Ook in de streek rond Kortrijk, zélfs in de zeldzame overgebleven groene gebieden, is er de nabijheid van de E17 en het helse lawaai dat daarbij hoort. Ik verbaas me er nog altijd over dat mensen blijkbaar wél met die onophoudelijke herrie kunnen leven, maar dan toch furieus protesteren tegen mogelijke plannen voor de bouw van windmolens in de buurt omdat die té veel geluidshinder zouden meebrengen.
    Ik heb trouwens tot nu toe op mijn fiets- en wandeltochten eigenlijk maar één echt "stil" plekje gevonden: langs de Asselkouter in Munte, op een zondagnamiddag.

    We hebben er een flinke wandeling van gemaakt, tussen de landerijen van Steenput. Iets langer en uitgebreider dan eerst voorzien, trouwens. Maar de beloning was navenant: mijn stappenteller was reuze enthousiast! Met veel toeters en bellen en virtuele confetti wist mijn stappenteller mij te melden dat ik "Level 9" bereikt had. Daarmee doe ik, volgens mijn stappenteller, "beter dan 99,1% van de gebruikers" van die app. Ik ben onmiddellijk 10 centimeter gegroeid uit fierheid en trots. Voor het eerst in mijn leven hoor ik tot de Top-1% in iets. En wat nog straffer is: ik hoef maar 63 km meer te stappen, en dan heb ik de afstand van Boston tot Philadelphia afgelegd. Te voet! Niet dat ik ooit die ambitie heb gehad.

    Ik zit al reikhalzend uit te kijken naar de volgende zonnige winterdag. Met de huidige klimaat-opwarming mogen we er zeker op rekenen dat er dit jaar nog veel "uitzonderlijk warme dagen" zullen komen...

    04-12-2020 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (19 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    15-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kindertijd

    (Vervolg...)

    Ik heb het gehad over het onthutsend pijnlijk gevoel als je kinderen zo te zien geen fijne herinneringen hebben aan hun kindertijd, en alléén de minder geslaagde momenten ter sprake komen wanneer er over "vroeger" gesproken wordt.

    Maar misschien moet ik dat toch een beetje relativeren. Misschien is het gewoon zo dat kinderen zich later, als volwassene, de warme en fijne momenten niet bewust herinneren, en die herinneringen alléén in hun onderbewuste hebben opgeslagen. En dat dikwijls enkel de pijnlijke details naar boven komen.

    Want als ik eerlijk ben: ik heb ook weinig vertederende herinneringen aan mijn kindertijd.

    En dat is héél vreemd, want ons moeder was veruit de meest zachtaardige vrouw die ik ooit gekend heb. Ze had een eindeloos geduld, en ze was onvoorstelbaar verdraagzaam. Ik kan me niet herinneren dat ze ooit haar stem verheven heeft tegen ons, of ooit een bestraffende tik zou gegeven hebben. Maar ik herinner me ook weinig warme omhelzingen of troostende knuffels.
    Toen ik nog een baby was, moet ze mij nochtans veelvuldig geknuffeld en getroost en stevig vastgehouden hebben. Heel zeker!
    Al was ik niet bepaald een gemakkelijke baby, toch niet de eerste vier weken van mijn leven. Ik ben immers geboren met slokdarm-atresie: "Oesophagusatresie (slokdarm-atresie) houdt in dat de normale verbinding tussen mond- en keelholte en maag is onderbroken. De slokdarm is niet goed aangelegd." Dat betekent dat de melk ergens in mijn slokdarm bleef steken en er langs mijn mond en neus weer uit kwam. Dat betekent ook dat ik voortdurend honger had, want ik kreeg nauwelijks iets van voeding in mijn maag. Het gevolg was dus dat ik de hele tijd aan het huilen en schreeuwen was. Ook 's nachts, tot grote frustratie van mijn ouders, en dan vooral van mijn vader die 's morgens vroeg naar zijn werk moest na alweer een slapeloze nacht. De afwijking is pas ontdekt toen ik al drie weken oud was, waarna ik met spoed moest geopereerd worden. Ik vermoed/hoop dat ik mijn ouders nadien toch wat meer nachtrust gegund heb.
    Ondanks mijn constant gehuil, dat haar tot wanhoop moet gedreven hebben omdat ze er geen idee van had wat er scheelde, of hoe ik kon getroost worden, vermoed ik dat mijn moeder mij als baby heel veel zal geknuffeld hebben. Maar die herinneringen zijn weg.
    Later, als opgroeiend kind, was er, voor zover ik me herinner, weinig tijd en plaats meer voor geknuffel. In een kroostrijk gezin was er nu eenmaal niet veel gelegenheid om met één van de kinderen urenlang rond te lopen om troost te geven. Ik vermoed dat dat toen ook niet de "gewoonte" was. In de tijdsgeest van onze prille jeugd moesten kinderen ook niet al te veel geknuffeld worden, want daar werden we alléén maar "softies" door. We moesten op tijd "gehard" worden voor het leven.

    Maar ik zou ons moeder onrecht aan doen door de indruk te wekken dat wij "hard" opgevoed werden, of dat zij nooit eens tijd had of maakte voor elk van ons.

    Ik herinner me bijvoorbeeld wél nog de tweewekelijkse bezoeken aan de neus-, keel- en oorarts, in Kortrijk, toen ik voor het eerst met sinusitis begon te sukkelen. Samen met mijn mama nam ik, als klein manneke, elke keer de bus naar de grote stad, en daarna moesten we nog een eindje te voet stappen naar de dokter. En dan zat zij bij mij terwijl ik mijn "sinusspoeling" te verwerken kreeg: met de buisjes in mijn neus en het opvangbakje in mijn handjes onder mijn neus om alle vuiligheid op te vangen met het spoelwater. Het was elke keer opnieuw een soort foltering, maar ik was niet bang en ik protesteerde niet. Want mijn mama was bij mij...

    Ongetwijfeld hebben we allemaal véél mooie en warme herinneringen aan onze kindertijd. Diep verborgen in ons onderbewustzijn. En misschien moeten we, zeker nu, in deze donkere en onzekere tijden, eens wat dieper gaan graven om die herinneringen weer boven te halen. Het zal bij elk van ons een glimlach op het gezicht toveren. Al dan niet verborgen achter een mondmasker...

    15-11-2020 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (33 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    14-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Best Day

    Ik vermoed dat "evaluatiegesprekken" in veel ondernemingen een beetje uit de mode geraakt zijn, tegenwoordig. Begrippen als "empowerment" horen nu tot de standaardwoordenschat van elke Human-Ressources aanpak. (Wat in veel gevallen neerkomt op: "Trekt uw plan.")

    Ergens vind ik dat wel een beetje spijtig, want het is voor een werknemer toch nuttig en handig om af en toe te horen wat zijn/haar leidinggevende over hem/haar denkt. Of hij/zij goed bezig is, of er dingen zijn die beter kunnen, en vooral: wat hij/zij goed doet. Een vleugje waardering, een pluimpje, kan wonderen doen.
    De keerzijde van zo'n evaluatie is wel dat zoiets altijd, per definitie, een "subjectief" gebeuren is: als je bij je leidinggevende op een slecht blaadje staat, dan is de kans op een negatieve evaluatie erg groot. Zo'n evaluatiegesprek is trouwens meestal een ongemakkelijk gebeuren, omdat de regels van het spel gebieden dat er ook negatieve, "te verbeteren", punten aan bod komen, en op dat moment wordt de ontmoeting tussen evaluator en geëvalueerde bijna altijd onaangenaam. Ik kan het weten, want ik heb véél evaluatiegesprekken moeten voeren, en ik heb bijna geen enkele ervan als "prettig" ervaren.

    Vroeger, lang geleden, bestond het evaluatie-systeem bij Het Gemeentekrediet dus wel nog. En ik heb er nog altijd nachtmerries over.

    Eén van de (veel te grote) projecten in het team waar ik de leiding over had, was zwaar over de verhoopte planning en over het geschatte budget gegaan. En dat was niet het beeld dat onze directeur, een beetje voortvarend, aan het Directiecomité had voorgespiegeld. Er moest dus een zwart schaap gezocht worden, en een "zwarte piet" uitgedeeld. Onze directeur was niet blij met de kritiek van het Directiecomité, en schoof bijgevolg de zwarte piet door naar zijn ondergeschikte: mijn baas. Ook die wilde absoluut niet met die zwarte piet blijven zitten, en de zwarte piet kwam dus bij mij terecht.
    (Het "management" in een grote onderneming is al bij al echt niet zó verschillend van de kleuterschool: het komt er vooral op aan om een ander de schuld te geven als er iets niet in orde is, en om met het vingertje naar "de ander" te wijzen.)
    Ik had de "zwarte piet" ook kunnen doorgeschoven hebben: naar de projectleider van dat project. Die had mij trouwens van bij het begin gesaboteerd omdat zij nooit had kunnen en willen accepteren dat ik haar "baas" zou worden. Zij had die job immers zélf geambieerd. (Het "grappige" is dat ik die job eigenlijk niet eens gewild had.) Ze had er dus haar missie van gemaakt om mij te dwarsbomen zoveel ze kon, en mij het leven zo zuur mogelijk te maken.
    Maar ik zit zo niet in elkaar, en ik heb de zwarte piet gehouden. Met als resultaat dat ik een "D"-evaluatie aangesmeerd kreeg. (Omdat mijn baas op die manier aan zijn baas hoopte te bewijzen dat hij "doortastend" kon optreden.) Bij het Gemeentekrediet varieerden de evaluatie-scores toen tussen "A" (boven verwachting goed gepresteerd), "B" (wel okee, zoals mocht verwacht worden), "C" (beneden niveau, en dringend te verbeteren) en "D" (totaal incompetent).
    Ik was dat jaar trouwens van alle 5000 personeelsleden de enige met een D-evaluatie; niemand anders had zo'n score gekregen. Het vreemde is dat ik ondanks die blaam van "incompetentie" toch verder moest doen met mijn (gehate) job, terwijl het logisch zou geweest zijn als iemand anders die taak zou overnemen. Aangezien ik "onbekwaam" was. Ik vermoed dat op dat moment geen andere kandidaten konden gevonden worden met voldoende masochistische neigingen.

    Het is later weer helemaal goed gekomen met mij, en ik heb daarna, in verschillende functies, eigenlijk alléén maar héél positieve evaluaties gehad. Maar in die periode ben ik wél door de hel gegaan, en ik heb heel lang héél diep in de put gezeten. Ik heb er inderdaad nog altijd nachtmerries over. Letterlijk.

    Dat is het soort ervaringen zoals een mens nooit meer hoopt te moeten meemaken, en die ik niemand toe wens.

    Maar al bij al: de beoordeling van je baas op het werk, is toch maar van relatief belang. Het allerbelangrijkste is en blijft altijd je gezin. En als ouder droom je er toch van dat je kinderen je ooit hetzelfde zouden zeggen als Taylor Swift tegen haar moeder in dit prachtige liedje: "That was the best day of my life."

    Helaas blijven positieve herinneringen blijkbaar moeilijker hangen dan de negatieve. En zo lijkt het alsof je kind zich vroeger vooral onrechtvaardig behandeld gevoeld heeft en zwaar tekort gedaan. Het lijkt soms alsof je kind geen enkele fijne herinnering aan zijn kindertijd en jeugd heeft overgehouden. Alléén een hoop trauma's. Het is erg pijnlijk te horen dat er schijnbaar géén "fijne dagen" geweest zijn, of in elk geval geen fijne herinneringen. Zeker als je naar best vermogen geprobeerd hebt om een goede vader/moeder te zijn.

    Zoiets komt véél harder aan dan een D-evaluatie van een chef die wanhopig naar een zwart schaap op zoek was.

    (Wordt vervolgd...)

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=l4_6eQm7RTQ   

    14-11-2020 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (35 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    04-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorrecht

    Veel mensen ergeren zich groen en blauw als ze zien of horen dat jongeren bij momenten de corona-voorschriften aan hun laars lappen en tóch samen komen voor feestjes of een party, of gewoon om te chillen. Ik erger me daar ook aan, en denk dan: "Jullie zijn jongvolwassenen. Zijn jullie echt niet verstandiger dan dat?"

    Maar als we heel eerlijk zijn, moeten we toegeven dat wij in onze periode als "jongvolwassene" ook stommiteiten begaan hebben. Of in ieder geval dingen waarvan ieder weldenkend mens zou gezegd hebben: "Hoe kom je daar in godsnaam toe? Heb je dan echt niet verder nagedacht?"

    Ik vrees inderdaad dat het brein van een negentien- of twintigjarige nog verre van ontwikkeld is, en dat de term "volwassen" eigenlijk nog niet van toepassing is. En misschien is het gewoon "het voorrecht" van jongens en meisjes van die leeftijd om af en toe nog eens dom te mogen doen?
    Al denk ik toch dat de "stommiteiten" uit onze jeugdjaren iets onschuldiger van aard waren. We begingen in elk geval geen absurditeiten die fataal konden aflopen, zoals in deze moderne tijden af en toe wél gebeurt als het ene of andere genie een nieuwe "challenge" bedacht heeft. Zoals de "Choking Game", waarbij je zo lang mogelijk je eigen luchtpijp moet dichtknijpen voor de roes die je dan achteraf krijgt. Of de "Blue Whale" challenge, waarbij de finale stap een zelfmoordpoging zou zijn. Of zich in een winkelkarretje achter een rijdende auto laten meevoeren. Of de "Keke-challenge" waarbij je uit een rijdende auto moet stappen om een dansje te doen.

    Onze "stommiteiten" als jongvolwassene waren eerder "vertederend" van aard. Ingegeven door romantische ideeën: we waren "verliefd".

    Zo zijn we op een keer op een zondagavond, op weg van thuis naar ons kot in Gent, met z'n vieren in Waregem van de trein gestapt omdat ik persé eens op bezoek wou gaan bij een "oude vlam". Het ridicule hierbij is wel dat zij van mijn stuntelige avances nooit had moeten weten, en al een lief had. Maar om één of andere bizarre reden had ik het idee opgevat om toch eens op bezoek te gaan. En ik had onderweg naar het station zelfs een heus boeket gekocht. Voor haar moeder...

    En dus ben ik in Waregem van de trein gestapt, en mijn drie vrienden samen met mij. Helaas was het iets verder stappen tot aan haar huis dan ik verwacht had, zodat we méér dan een half uur door het stille en donkere Waregem gedwaald hebben. En helaas regende het pijpenstelen die avond. Zodat wij ongeveer doorweekt waren toen we daar aanbelden. En, erger nog, mijn mooi boeketje bloemen was helemaal kapot geregend, en er bleef maar een armzalig bundeltje stengels over.
    Over ons bezoek kan ik kort zijn. De bloemen zijn discreet in de keuken verdwenen en er is geen vaas met bloemen op de tafel gekomen. En het gesprek verliep stroef en moeizaam en ongemakkelijk. Na een half uurtje zijn we dus weer vertrokken. Door de regen, richting station. En over het voorval werd niet meer gesproken.

    En op een andere keer zijn mijn vriend en ik eens per "autostop" van Gent naar Kortrijk getrokken omdat in het atheneum waar wij samen het vorig jaar onze secundaire studies afgemaakt hadden, een T-Dansant doorging voor de "honderd dagen". Mijn vriend hoopte daar het meisje te ontmoeten waar hij smoorverliefd op was. Hoewel zij eerder nooit op zijn avances was ingegaan...

    Kort na de middag zijn we met z'n tweeën te voet uit Gent vertrokken, in de hoop al liftend spoedig in Kortrijk aan te komen. Helaas is dat behoorlijk tegengevallen. Uit pure armoede zijn we onderweg toch afgeweken naar een station, en hebben de rest van de weg per trein afgelegd. Die fameuze TD was ook al geen groot succes: het meisje in kwestie was in geen velden of wegen te bekennen, en gezien ons beider danstalenten hebben wij daar vooral "muurbloempje" gespeeld. En we zijn ruim op tijd weer naar Gent vertrokken. Met de trein.

    Misschien gaan mijn verhalen dan toch niet zozeer over de stommiteiten waar ook wij als jongvolwassenen ons aan bezondigd hebben? Maar eerder over échte vriendschap: over vrienden die elkaar steunen, door dik en dun, zélfs als de onderneming hopeloos is.

    Want mijn vrienden hoefden die doorregende en zinloze tocht in Waregem met mij niet mee te ondernemen. Maar ze wilden er zijn om mij te steunen. En ik hoefde niet mee te stappen naar Kortrijk, maar ik wilde er zijn voor mijn vriend zodat hij niet alléén zou staan.

    04-11-2020 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (22 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    21-10-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De slimste Mens

    Het nieuwe, achttiende, seizoen van "De slimste Mens" is weer gestart.

    "De slimste Mens ter Wereld": een quiz waarin onze BV's (in dit geval: "Bekende Vlamingen" en niet "Bekende Virologen") hun kennis, of het gebrek daaraan, komen etaleren. Ik heb wel al een paar jaar de indruk dat de spoeling erg dun geworden is. De BV's die écht nog iets te betekenen hadden, die iets gepresteerd hadden of die bijzonder talentvol zijn, die zijn ondertussen allemaal opgebruikt. Zo heel veel lopen er nu ook niet rond in Vlaanderen. En dus moet het programma het nu doen met "het overschot", zeg maar "pseudo BV's".
    Er zijn nog altijd enkele "gevestigde waarden" present, mensen die écht wel iets te vertellen hebben. Zoals een journaliste van de VRT die gespecialiseerd is in justitie, of een regisseur van populaire films, of een VRT-reporter die onder andere gespecialiseerd is in de luchtvaartproblematiek. Maar we moeten het vooral stellen met "would be" BV's: jonge mannen of vrouwen die hopen dat hun deelname aan de quiz hen zal lanceren in een carrière als stand-up comedian of als acteur/actrice. Of ook "dochters van", die geen andere verdienste of bekendheid verworven hebben dan dit: dat ze "dochter zijn van". Of een jongeman van wie de voornaamste prestatie deze is dat hij, voorheen "zij", op zijn/haar achttiende een man geworden is (en niet door soldaat te worden). Of een jonge politicus die zijn populariteit en die van zijn partij op die manier hoopt op te vijzelen. Of een paar (ex-) voetballers die nog maar eens komen aantonen dat het kopspel de hersenen beschadigt.

    Ik ben altijd wel fan geweest van het programma, maar ik ben gestopt met kijken toen het van de VRT naar Vier verhuisd is. Niet zozeer uit principe, maar wel omdat ik die onderbrekingen voor de reclameblokken haat. Sedert een paar jaar kijk ik toch weer, maar dan "uitgesteld": ik neem het programma op met de digicorder, en we kijken de volgende dag. Op die manier kan ik de reclameblokken grotendeels "doorspoelen".

    Het moet zijn dat reclame op tv, in de loop van een programma of tussen twee programma's in, wel degelijk loont, anders zouden we die overdaad aan reclame niet moeten verduren. Maar bij mij werkt dat dus niet. Wel integendeel: hoe meer een merk mij met reclame wil pushen en verleiden, hoe groter mijn aversie of afkeer voor het product of voor het merk zal worden. Als ik een reclame voor een product dan toch moet doorbijten op tv, dan is de kans groot dat ik dit product zeker niet zal aanschaffen.

    Een nog grotere afkeer heb ik voor "telemarketing". Als één of andere firma mij absoluut wil overtuigen om niet voor hen te kiezen, dan moeten ze mij maar opbellen om mij voor hen te winnen. Zélfs al zou het objectief een goede keuze zijn, dan nóg zal ik nooit kiezen voor iemand die mij via de telefoon wil overhalen. Ik probeer die vriendelijke mensen altijd beleefd af te wimpelen, want zij willen uiteindelijk ook alleen maar hun brood verdienen. Maar ik heb het telkens erg moeilijk om mijn irritatie te verbergen.

    Dat gaat dan meestal over een energieleverancier, die misschien wel een gunstig tarief heeft, maar voor wie ik nooit zal kiezen als die mij aan de telefoon lastig valt. Hetzelfde voor de netwerkproviders: ik ben er zeker van dat er zijn die een véél beter en goedkoper aanbod hebben dan Telenet, waar ik nu klant ben, maar als die mij bellen, dan mogen ze er op rekenen dat ik nooit voor hen zal kiezen. Helemaal tureluurs word ik als die van de Knack mij voor de zoveelste keer bellen nadat ik al een paar keer duidelijk heb laten verstaan dat ik géén abonnement wil, en gevraagd heb om mij daar niet meer voor aan te spreken. Vreemd genoeg zijn die van Test-Aankoop nog de ergste. Test-Aankoop, de consumentenorganisatie die ons voor dat soort praktijken waarschuwt, doet het evengoed zélf. En het toppunt is: ik bén al lid van Test-Aankoop, ik héb al een abonnement op de hele rist aan tijdschriften die ze uitgeven, en tóch bellen ze mij nog.
    Er is eigenlijk maar één uitzondering. Als ze mij bellen in naam van een goed doel, zoals 11.11.11, of Kom op tegen Kanker, of Plan International, of Handicap International, om mij te danken voor mijn "gulle" bijdrage, en dan langs de neus weg vragen of ik het zou zien zitten om mijn maandelijkse storting een beetje te verhogen, dan geef ik altijd toe. Misschien wel omdat ze zo sluw zijn om te beginnen met een complimentje en een woord van dank?

    Ik ben toch benieuwd wie dit jaar "de slimste mens" zal worden. Misschien wordt het wel Conner Rousseau? Dat hij een echte "kuitenbijter" is, heeft hij alvast al bewezen bij de laatste regeringsvorming.

    21-10-2020 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (21 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (1)
    17-10-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vermenigvuldiging van de Vissen

    De tropische temperaturen die we midden september gekend hebben, zouden volgens Bram en Frank onmiskenbaar wijzen op de klimaatverandering. Maar als ik terugdenk aan de zomers van in mijn tienerjaren, midden de jaren zestig tot begin de jaren zeventig van de vorige eeuw, dan herinner ik me eigenlijk ook alléén maar "echte" warme en zonnige zomers. En die begonnen in juni al.

    Ik weet nog heel goed hoe zonnig die zomers wel waren, omdat wij in juni elke dag op het aardbeienveld van ons vader bezig moesten zijn. Dat kwam wel goed uit, omdat ik in juni examens had, en dus in de namiddag thuis was om te studeren. En om ook te helpen met de aardbeienoogst. Aardbeien plukken, uren aan een stuk, want het was een gigantisch stuk grond, en de rijen planten leken zich oneindig ver uit te strekken. We hadden uiteraard veel te veel aardbeien voor eigen gebruik, en dus mochten mijn broer en ik 's avonds op pad om aardbeien te gaan verdelen aan familie, en aan buren van de familie. Tegen een spotprijs die nauwelijks de kosten kon dekken. Elke avond reden wij, zwaarbeladen met bakjes van 500g aardbeien, met de bromfiets de "Pauvre Leute" op en mochten wij daar de liefhebbers van verse aardbeien bezoeken.

    Ons vader was nochtans begonnen met enkele plantjes: een beetje aardbeien voor thuis. Maar die enkele plantjes werden na een jaar al "enkele rijen", en het is geëindigd met een groot voetbalveld. Op één of andere manier had ons vader de gave om dingen te laten "vermenigvuldigen". Daar was maar één probleem mee: hij kende geen limieten.

    Zo is het ook gegaan met de aquariumvissen in huis. Het moet begonnen zijn met één enkele bokaal met een goudvis, vermoed ik. Maar na een aantal jaren stonden alle vensterbanken in huis vol met aquariums voor tropische vissen. Het ene aquarium al groter dan het andere. Nee, Jezus Christus was heus niet de enige die het mirakel van de "Vermenigvuldiging der vissen" op zijn CV kon zetten. En hij maakte alles zélf, ons vader: de aquariums, de zuurstofpompjes, de waterfilters, de verwarmingselementen. Hij kon echt alles maken. Of in elkaar steken, of herstellen.
    Als hij nu nog zou geleefd hebben, dan waren ze gegarandeerd al van "Iedereen beroemd" langs geweest voor een reportage. Of Martin Heylen zou zeker al aan de deur gestaan hebben. Wat zeg ik: er zou al een reality-reeks over ons vader bestaan hebben. Want hij was honderd keer interessanter dan de omhoog gevallen Pfaffs of de Planckaerts.

    En hij moest absoluut altijd bezig blijven met een hobby waar hij zich 200 procent in "smeet", zonder terughouding. En, zoals gezegd: zonder limieten.

    Vandaar dat de aquariums zonder pardon moesten verdwijnen toen ons moeder met geen mogelijkheid nog een kans zag om de ramen te wassen. Want de vensterbanken stonden overvol. Dat was trouwens eerder al eens gebeurd na de "vermenigvuldiging" van de Christusdoorns: ook bij die was het begonnen met één plantje aan het venster, maar op één of andere manier zijn die zich gaan vermenigvuldigen. Tot alle vensterbanken vol stonden en de tere witte gordijnen verstrikt raakten in een overvloed aan scherpe doornen. Ook toen was het geduld van ons moeder uiteindelijk op geraakt, en de Christusdoorns werden verbannen.

    Later zijn er konijnen gekomen. Een paar beestjes om te beginnen, maar ook dát is compleet uit de hand gelopen: minstens honderd waren het er op den duur. En ook daar een volledige "doe-het-zelf" onderneming: de hokken van de konijnen werden eigenhandig in elkaar getimmerd, met restjes van houten bakken. Ook hier mochten wij, de kinderen, onze bijdrage leveren: gras en klaver gaan snijden en plukken langs de weg, stro halen bij de Boerenbond, de hokken dagelijks uitmesten. Maar de beloning was navenant: elke week een heerlijk, pas geslacht, mals konijntje op tafel. Helaas is ook dat avontuur vroegtijdig geëindigd: de stank van de mest van die overvloed aan konijnen werd door de buren niet gewaardeerd. Exit de konijnen.

    Toen hij wat ouder werd, koos ons vader een meer bezadigde hobby: orchideeën. Eerst een paar plantjes. Maar ook daarbij kon hij zijn talent om te "vermenigvuldigen" niet verloochenen. En al gauw stond de veranda helemaal vol met orchidee-planten. Waar ze wél samen konden van genieten, ons vader en ons moeder. Van de schoonheid van de bloemen, en van de heerlijke geuren.

    Herinneringen aan ons vader: fijne herinneringen.

    En ook herinneringen aan de mooie zomers die we toen al gekend hebben. Láng voor iemand het begrip "klimaatverandering" uitgevonden had...

    17-10-2020 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (37 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)
    11-10-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ruist er...

    Toon Hermans, of liever: schoolmeester Frits Verkade, heeft het zich acht minuten lang afgevraagd, en hij zou nog veel langer bezig geweest zijn als de jury zijn "auditie" niet voortijdig had afgebroken: "Wat ruist er door het struikgewas?" Acht minuten lang heeft hij geprobeerd om er achter te komen wat er nu precies door het struikgewas kon ruisen: "Het is een euh..."

    Ik heb een beetje hetzelfde probleem als Toon: er ruist iets in mijn linkeroor, en ik heb er geen idee van wat het zou kunnen zijn. "Het is een euh...", maar het is er wel constant. Het gaat eigenlijk nooit weg. Als ik bezig ben, zoals nu, bij het schrijven, kan ik het min of meer negeren. Maar het is er toch. Het is er altijd. En het wordt alléén maar erger.

    Ik herinner me nog van onze kindertijd hoe we op het strand een schelp zochten die we dan tegen ons oor konden houden om het ruisen van de zee te horen. Ook als we terug thuis waren. Dankzij die schelp konden we blijven genieten van het ruisen van de zee. Zalig vonden we dat. Een beetje mysterieus ook: dat zachte geruis van de golven door die schelp aan ons oor, terwijl de zee zelf totaal niet in de buurt was. Ik vermoed dat iedereen daar wel fijne herinneringen aan heeft. Hoewel het al bij al niets met de zee te maken zou hebben: "Het ruisende geluid dat je hoort komt niet van de schelp en het is ook niet het geluid van bloed dat stroomt in je oor of hoofd. Het is gewoon het geluid dat er op dat moment om je heen te horen is. Maar waarom klinkt het dan als het ruisende geluid van de zee? Dat komt omdat de schelp delen van het geluid om je heen tegenhoudt en andere delen van het geluid door laat. Een schelp aan je oor werkt dus als een geluidsfilter. De delen van het omgevingsgeluid die worden doorgelaten weerkaatsen in de schelp."

    Dit geruis, nu, in mijn linkeroor, is nét iets anders. "Het is een euh..." en het klinkt minder idyllisch dan het geruis van een schelp, minder romantisch toch ook wel. Het is... "vervelend". Ik heb er geen beter woord voor.

    Helaas zal ik er heel mijn verdere bestaan moeten leren mee leven: "Bij oorsuizen, of tinnitus, hoort men steeds een geluid in het hoofd. Dit zou kunnen komen door overactieve hersencellen en zenuwcellen die voor het gehoor zorgen. Andere mogelijke oorzaken zijn afwijkingen aan bloedvaten, gehoorbeentjes of aan het binnenoor. Dat geluid komt niet van buiten, maar zit als het ware in één of beide oren of in uw hoofd. Iemand anders kan het geluid dus niet horen. Soms wordt het geluid harder en zachter. Soms is het geluid weg, omdat geluiden uit de omgeving het oorsuizen overstemmen. Er is meestal geen behandeling die oorsuizen geneest."

    Tinnitus kan verschillende oorzaken hebben. In deze moderne tijden is overdadig lawaai in de jonge jaren dikwijls de oorzaak, zeker nu zowat iedereen constant met "oortjes" rond loopt. Maar bij mij is Ménière dus wellicht de schuldige.

    "Tinnitus (of oorsuizen) kan meerdere oorzaken hebben. In de meeste gevallen is geluid de boosdoener. Geluid in discotheken, op festivals, op het werk of tijdens het luisteren naar muziek via oordopjes. Vooral jongeren onder de dertig jaar lopen regelmatig gehoorschade op door te harde muziek. Maar er zijn meer oorzaken. Sterker nog: er zijn ongeveer 400 mogelijke oorzaken bekend voor tinnitus. Bijvoorbeeld een oorinfectie, bij acute of chronische middenoorontsteking, of de Ziekte van Ménière. Daarbij kan het een symptoom zijn van andere ziekten of is het een bijwerking van medicijnen. Ook emotionele factoren kunnen een rol spelen. Zo kan stress tinnitus veroorzaken of verergeren."

    Maar als ik naar Toon Hermans luister, dan heb ik er véél minder last van. Misschien is lachen een goeie remedie tegen tinnitus? En hoe dan ook is het stukken leuker als er iets "in het struikgewas" ruist dan wanneer dat in mijn oor is...

    Bijlagen:
    https://www.youtube.com/watch?v=2Mpm6-5nXsM   

    11-10-2020 om 00:00 geschreven door Eric_Kerkhove  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (21 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijk
    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Archief per maand
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019

    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs