HET SPEENKRUID
Eens maart bedekt een geel tapijt grote delen van vochtige bossen en kanten. Vooral op beschaduwde plaatsen is het terug te vinden. Bij slecht weer blijven de bloempjes gesloten. Schijnt de zon dan pronken de helgele sterretje. Het bloempje heeft maar 3 kelkbladeren en 8 12 kroonbladeren. Het is familie van de ranonkelachtigen.
Een deel van zijn Latijnse naam: ficaria verwijst naar de vorm van de wortelknolletjes. Ze gelijken op een vijg. Daar er zeer weinig vruchtzetting is zorgen deze knolletjes er voor dat het een echte woekerplant is. Zij zijn de opslagplaatsen van het reservevoedsel. Dat halen zij uit de bladeren wanneer deze in juni vergelen en verdwijnen. Eens de bomen in blad krijgen de planten niet meer voldoende licht en vinden ze het welletje en verdwijnen. De knolletjes zijn terug opgezwollen van het reservevoedsel en dus nu maar wachten tot de volgende lente.
Graaf je zo een plantje voorzichtig uit dan bemerk je die knolletjes en zie je hoe ze er na de bloei veel dikker uit zien Ook kan je in de bladoksels knolletjes ontdekken. Zij zorgen ook voor de voorplanting. Deze knolletjes kunnen afvallen, eventueel meespoelend met het regenwater, en later uitgroeien tot een nieuwe plant. De tarwekorrelgrote broedknolletjes hebben aanleiding gegeven tot een vreemd geloof in de middeleeuwen: wanneer in een jaar veel van deze knolletjes gevormd werden en deze door een sterke en overvloedige regen van de plantjes gespoeld werden, was men ervan overtuigd dat er een tarweregen had plaatsgevonden. Men sprak dan van hemelbrood. De Nederlandse naam hebben we te danken aan de signatuurleer.
De knolletjes
Dit is de leer die overeenkomsten tussen ziekten en planten weergeeft. Opdat de knolletje ferm op speen of aambeien lijken was de naam ook vlug gegeven. Het plantje werd dan ook gebruikt om dit ongemak te helpen genezen. Men zegt ook dat de knolletjes gelijke op de spenen van de koe-uier. Wel is het niet bloeiend speenkruid rijk aan vitamine C. Het is dus een uitstekend middel tegen scheurbuik. Die ontstaat door gebrek aan vitamine C. Wel moet men het speen gebruiken voor er ook maar één bloem opstaat. Eens die er zijn wordt het giftig.
In de middeleeuwen was de plant als zodanig een welkome groente zo vroeg in het jaar, vooral met het oog op het voorkomen en genezen van scheurbuik. Pluk je de bloesems en knoppen en doet het in zout water, dan kan je het voor lange tijd conserveren en lijkt het veel op kappertjes. Vroeger in de scheepvaart werd dit vaker toegepast, want daar had men aan vitamine C een gebrek, omdat er geen verse groente aan boord was.
Oude namen voor deze plant zijn ook wel "Vijgwortel", "Hoaneklootjes" (?) en "Katteklootjes", die natuurlijk allemaal verwijzen naar de vorm van de wortelknolletjes.
norbert mosselmans
INFO Veldbloemen Cera Wilde Planten Readers Digest Fotos Internet
|