 27° Hoppelandtreffen AMC Hoppeland Poperinge Zondag 12 september 2010
Inschrijvingen : 8u30 tot 15u00
Start van de rondrit : 8u30 tot 12u00
Laatste aankomst : 16u00
Rondrit : 160km (50 km in Frankrijk) - Bepijld
Inschrijvingsrecht : 6 (4 UEM) waarvoor : deelname + 1 koffie + wafel + welkomstgeschenk
Prijsuitreiking : 17u00
Adres : Zaal "Maeke-Blyde", Doornstraat 43 Poperinge
Verantw : Mr Noel Vercruysse - 057/33 45 86 - 0478/99 28 59 vercruysse.noel@belgacom.net http://www.amchoppelandpoperinge.be
Telt voor : BMB - VMBB - Open Beker van Vlaanderen - VMF
Het had de ganse nacht geregend, dus dat beloofde niets goeds voor een motorrit 's anderendaags. Maar het was opgehouden tegen de ochtend en weg waren we... naar Poperinge.


Een beetje een 'koele' ontvangst aan de inschrijvingstafel. Ook de zaal zelf is niet zo geschikt voor een warm onthaal.

Aan het formulier hingen dan wel twee consumatiebons, maar geen herinneringsbadge of -medaille. Wel een zakje zuurtjes als welkomsgeschenk ! De trofeeën stonden reeds uitgestald, maar geen 'verstkomende'...

Op de parking, nog een Peeceetje gespot. Die van de 'velomaker' van Kachtem/Izegem.



We verlaten Poperinge langsheen het 'open' marktplein.

Via Reningelst...

... en rijden rond Dikkebus naar Voormezele. Op de baan naar Ieper passeren we de kazernes en Normandië en Kwartier Eerste Wachtmeester Lemahieu Albert (http://www.mil.be/mr/units/index.asp?LAN=nl&FILE=&ID=955&MENU=980&PAGE=1), beide Competentiecentra voor Steunmaterieel en Producten

Het Competentiecentrum Steunmaterieel en Producten (CCSP), in de volksmond bekend als de kazerne van Ieper, moest verleden jaar afslanken van 406 naar 285 personeelsleden. In Ieper worden kledij en uitrusting voor ons leger gemaakt: zowel persoonlijke uitrusting van de manschappen als collectieve uitrusting zoals tenten. De afslanking zou gebeuren via natuurlijke afvloeiingen: enerzijds de gewone oppensioenstelling, anderzijds via het nieuwe stelsel VOP (vrijwillige opschorting van de prestaties). Dit houdt in dat men vijf jaar vóór zijn officiële pensioen vrijwillig kan uitstappen met behoud van 75 procent van de wedde.
In Zillebeke hebben we het Railway Dugouts Burial Ground Transport Farm, een Engelse begraafplaats uit '14-'18. (zie http://inventaris.vioe.be/woi/relict/791)

Ook rijden we voorbij Hill 60.

Hill 60 is een heuvel even buiten het Belgische dorp Zillebeke, waar fel werd gestreden tijdens de Eerste Wereldoorlog. De heuvel ligt nabij de spoorweg Ieper-Kortrijk (Spoorlijn 69), langs de Zwarteleenstraat. De heuvel is circa 60 meter hoog en 230 meter lang. Eigenlijk is deze heuvel opgebouwd uit grond welke vrijkwam bij de aanleg van 'de' spoorweg. De oorlogssite van Hill 60 is bewaard gebleven en kan vrij bezocht worden. Vlakbij was het Hill 60 museum gevestigd in een typisch Belgisch café, dit museum/café is nu gesloopt en er is een restaurant voor in de plaats gekomen. De kijk-kastjes van het museum zijn ook niet meer aanwezig, deze zijn privé-bezit. Hill 60 is onderdeel van de zogenaamde Hoogte van Wijtschate-Zillebeke waar ook de Helling van Mesen, Helling van Wijtschate en Hill 62 deel van uitmaken. Op 10 december 1914 werd Hill 60 veroverd door het Duitse leger. De Britse 171e Tunneling Company begon echter meteen tunnels onder de Hill te graven. In april 1915 waren de tunnels klaar en waren zes mijnen geplaatst onder de Duitse posities. Op 17 april 1915 om 19.05 uur werden de mijnen tot ontploffing gebracht. De explosies duurden ongeveer tien seconden en verwoeste de verdedigingswerken van de Duitsers. Een Britse soldaat die boven de borstwering keek werd gedood door rondvliegend puin. De Britten konden Hill 60 innemen, zij verloren hierbij zeven man. De overwinning was echter van korte duur, op 18 april werden de Britten na een nachtelijke Duitse aanval weer verdreven van de heuvel. Britse versterkingen zorgden voor een nieuw offensief, en met succes: de heuvel kwam weer in Britse handen.
Dan gaat het naat Houtem waar we de Aero Modelisme Club van Comines tegenkomen. Er waren er enkele aan het oefenen met hun vliegtuigen op afstandsbediening.


In Houthem kwam de zon er door.
En wat we allemaal verwachtten, werd bewaarheid : modder. Er was geen landwegel of er was modder. Hier in Wijtschate, in de veldweg met toepasselijke naam Kleiputstraat ! Vrij gevaarlijk eigenlijk, maar die landbouwers hebben dan ook geen greintje verantwoordelijkheidszin en vegen hun laarzen aan alle veiligheidsraadgevingen.

Tijdens het oogstseizoen blijft er soms modder op de weg liggen. Daardoor kunnen er ongevallen ontstaan. Om dit te voorkomen werd de nationale actie Modder op de weg georganiseerd. Deze actie wil zowel de landbouwers als de weggebruikers wijzen op het eventuele slipgevaar. Aan de landbouwers die (willen) meewerken aan de actie wordt het volgende gevraagd : - De modder op de weg zowiezo verwijderen. - Als die niet onmiddellijk kan verwijderd worden, de weggebruikers waarschuwen door de zogenaamde modderborden te plaatsen en het lokale meldpunt te verwittigen.
Die Kleiputstraat heeft eigenlijk zijn naam niet gestolen, want even verderop komen we aan de (sinds begin de jaren '80 inmiddels leegstaande) geklasseerde gebouwen van 'buizen-bakkerij' Dumoulin (hoofdzetel in Langemark)

Even verder stond een fotograaf ons op te wachten...

(zie de ganse reeks op www.motobalade.be)
En we zitten nog altijd in 'oorlogsgebied'... In Wulvergem (niet te verwarren met Wulveringen bij Veurne..) profiteert JOLIE mee van de kerkhofpaaltjes.

In Nieuwkerke krijgen we geen wiereltoeristen, maar dit :

Het is altijd een beetje opletten geblazen met zo'n toestanden : je weet nooit hoe zo'n beest gaat reageren op een voorbijsnorrende motorfiets...

Er zijn bepaalde regels in acht te nemen : - Elke bestuurder moet meteen vertragen wanneer hij trek-, last- en rijdieren of vee op de openbare weg nadert. - Hij moest stoppen indien deze dieren tekenen van angst vertonen. - Het is verboden om door lawaai de dieren te doen schrikken. - Bij het kruisen of het inhalen van paarden doen bestuurders er trouwens goed aan om een voldoende grote zijdelinge afstand te bewaren. - Art. 45.5 verplicht bestuurders ook om de nodige maatregelen te nemen om te voorkomen dat de lading en al wat dient om de lading vast te maken, door lawaai de dieren zou doen schrikken. Meer weten ? www.vlaamspaardenloket.be


En zo komen we aan de feestweide van het folklorefestival van Dranouter, alwaar dit bizarre monument staat van een doedelzakspeler, van de hand van Johan Lemenu en getiteld : Dranouter New Tradition.

In Loker gaan we eerst nog even bijtanken alvorens Frankrijk in te trekken...


We volgden een eindje Flanders Fields Route.

Even verder de eerste controle bij Cordoba op de Zwarte Berg (Westouter).

Ze lieten ons nog een sterk stukje klimmen om die stempel te halen !

Van de 'zetellift' hebben we geen gebruik gemaakt...

Nog steeds is de mais niet 'gekapt' en ook over de grens komen we kleine hoppe-plantages tegen...


We rijden de Mont des Cats op en af... Het is tegen het middaguur.
We zullen ongeveer een 50 kilometer op Frans grondgebied rijden, eigenlijk een stukje land dat vroeger aan Vlaanderen toebehoorde...

Een luxekapel in Boeschepe : 'Le Monument de la Reconnaissanse au Sacre Coeur'


We zitten in Frans-Vlaanderen en in Godewaersvelde komen we weer 'vlaamse' opschriften tegen, geflankeerd door leeuwenvlaggen en tekeningen, samen met de Franse symbolen als vlag en haan.



We rijden richting Cassel, voorbij Steenvoorde naar Hazebrouck. In St Sylvestre hebben we de plaatselijke brouwerij.

Brasserie St. Sylvestre-Cappel, gelegen nabij Steenvoorde brouwthet heerlijke bier 3 Monts. Bijzonder aan dit bier is dat het wordt gebrouwen met lokale hopsoorten. Er wordt een hoge gisting toegepast om het bier een alcoholpercentage van 8,5% vol te geven, uitgaande van 19˚ plato. Er wordt op deze brouwerij uitsluitend gewerkt met pilsmouten, waarbij ook een hoeveelheid suiker wordt toegevoegd.

Het bier is dan ook mooi goud van kleur. Via rusten in het traject van 50-55˚C 62-63˚C en 73-75˚C wordt het zetmeel omgezet in suikers. De wort wordt anderhalf tot twee uur gekookt. Een half uur na het begin van het koken wordt de hop toegevoegd aan de wort. Het bier heeft een uitgesproken smaak. Vol, middelbitter en weinig zoet met een vleugje koreander.
Een mooie muurschilderij bevestigd dat nog eens. (lees er alles over op http://www.brasserie-st-sylvestre.com/)

Ik installeerde mij op een bankje naast de imposante kerk, met zicht op een eigenaardig gebouw : dit leegstaand en onbewoond pand werd gedecoreerd met schilderijen van beroemde meesters.


Dan gaat het verder naar Sainte-Marie-Cappel en passeren de watertoren uit 1957.


We komen aan de Vilage Straete (let op het Vlaamse Leeuwke op de plakette) en daar staat de kapel Notre Dame de Graces, geschonken door Deheele-Werkeyn.


Even verder de kapel Notre Dame des Champs.

Over de oorsprong van deze kapel tast men nog steeds in het duister. Ze zou opgetrokken zijn geweest in de periode dat de monniken van de abdij van Récollets er zich installeerden : zij verzorgden namelijk besmettelijke zieken vanwege de vele moerassige landerijen in de streek. Het - toen reeds - vervuilde water kwam van Cassel. Een beek scheidde de stad van de armoedige streek en de inwoners ervan mochten die niet oversteken. Hiervoor werd de Heilige Maagd aanbeden. Eerst werd deze kapel Notre Dame des Miracles genaamd. Elke zomer werd hier op 15 september een ceremonie georganiseerd aan deze kapel, reeds generaties ver. Vele dorpelingen kwamen hier samen. Deze feestelijke samenkomst is, na jarenlange verloedering, sinds 1994 weer hervat.
In Cassel/Oxelaere hangt er nog een 'huisklok' boven de hoofdingang.

Dan de Casselberg op en af, met daarboven een prachtig panorama.

Richting Hardifort wordt er in Wormhout wel op een hèèl ludieke manier reclame gemaakt voor de 'Foire Expo' in Hazebrouck...


Le 'klokhuis' in Hardifort is gebouwd geweest na de vernieling van de kerkklokkentoren en was oorspronkelijk een noodoplossing om de klokken in op te hangen, maar is vreemdgenoeg blijven staan. Samen met deze van Eecke (10km verder) zijn zij de enige 'klokhuizen' in Frans-Vlaanderen.

Via Ouderzeele komen we in Herzeele waar deze brug over de A25/E42 (Duinkerke-Rijsel) een speciaal kleurtje heeft gekregen (waarschijnlijk een of andere homofiele stadsambtenaar die zijn handtekening onder het schilderscontract heeft gezet !)

Op weg naar Bambecque, deze huifkar...

(http://www.wulleminhof.be/)
Langsheen de baan naar Hondschoote, een plakaat 'La Croix Rouge'.

Met in het achterhoofd de Rode Kruis ambulancedienst zie ik een eindje verder deze mooie bebloemde calvarie uit 1838. Tijd voor een rustpauze en een hapje...

Een prachtig - bijna levensgroot - uit hout gesneden Christusbeeld.

Altijd plezant die teksten die daar bijhangen... Vaak geschreven door ongeletterde gelovigen.

(Komt uit de bijbel : Mattheus 11/28)
We rijden langs Les Cinq Chemins en komen aan in Oost-Cappel. Daar rijden we opnieuw België binnen.

En die douanier (waar zijn we die nog tegengekomen ?) ... die zit daar nog altijd.

In Beveren Kalsijde (grondgebied Alveringem) rijden we over de Oude IJzer (let op de letterfout) en de IJzer en zo Roesbrugge binnen.

In Proven zitten de kalveren in kweek-containers : van die plastieken iglo's waarin het tot 40°C warm kan worden in de blakende zon ! Gelukkig hebben ze (lauw) water en kunnen de beestjes nog buiten liggen, want van rondlopen kan niet veel sprake zijn !


Even verder deze kapel van OLV van Bijstand.

Ik zei het al : die teksten die bij en boven die calvaries en gebedshuisjes hangen, zijn gewoon prachtig. Ik heb er enkele (van de tientallen kapellen die we op onze route tegenkwamen) op foto gezet... Let op het ouderwetse (en vaak verkeerde) taalgebruik...



(moet dat niet 'verdrukten' zijn...?)

De 2de controlepost was in Sint Jan Ter Biezen, in cafe De Ster.

We zijn nog altijd op grondgebied Proven en we komen aan in 'tCoudhof' en daar staat, een beetje verloren tussen de akkers, weg van de drukke autobaan , deze oude veldkapel (1802 !)

West-Vleteren : komt de laatste maanden nogal veel in het nieuws en niet vanwege hun lekkere trappist, maar vanwege hun asiel aan pedo-bisschop Vangheluwe. We rijden de Nonnen- en de Kallestraat (lijken een beetje op elkaar) in en arriveren voor de hoofdingang van de abdij.


Nog zo'n leukerd...


Deze was dan weer interessant... Het ligt aan de hoofdingang van een gerestaureerde hoeve en blijkbaar hebben ze daar het volle vertrouwen in de voorbijgangers, want het poortje stond er wagewijd open. Toch niet zo verstandig gezien daar toch mooie dingen instonden...

Een tekst in die kapel verteld ons het volgende :

Omdat het vandaag ook Monumentendag was, waren er ook hier enkele historische gebouwen open voor het publiek, zoals deze Meestersmolen in Oostvleteren.
Tijdens de eerste wereldoorlog verdween de laatste windmolen van Oostvleteren. In 1963 kocht René De Meester (burgemeester van Oostvleteren) de standaardmolen van Gijverinkhove aan. Deze molen is vermoedelijk rond 1760 gebouwd. Bij een grondige herstelling in 1952 was de oude standaard vervangen door de standaard van de Bergmolen uit Lendelede. Twee jaar later (in 1954) werd deze molen toch stil gelegd, waarna het verval toesloeg. In 1973 werd de molen ontmanteld te Gijverinkhove, en na restauratie in Oostvleteren weer opgebouwd. De plannen voor de restauratie werden opgemaakt door architect De Geyter. De molen werd heropbouwd op een open voet met vier bakstenen teerlingen. De gesloten voet, zoals in Gijverinkhove aanwezig was, werd niet herbouwd.

Dan gaat het via Reninge, Woesten en Boezinge naar Elverdinge waar dit mooie kasteel jammergenoeg niet voor het publiek open stond.

Het eerste kasteel in Elverdinge werd gebouwd rond de 12de eeuw. Het behoorde oorspronkelijk toe aan de bastaards van de graven van Vlaanderen. Adrianus Vander Borcht kreeg de heerlijkheid in 1629. Hij liet een kasteel in Vlaamse renaissance-stijl bouwen. Het werd omringd door water. Dit kasteel stond op de plaats waar nu het oud klooster staat. Na de familie Vander Borcht kwam de heerlijkheid in handen van verschillende families. In chronologische volgorde had je de families: de Bever, de Lichtervelde, de Steenhuyse, de Bethune, dEnnetières en de Laubespin. Victor, markgraaf dEnnetière vestigde zich te Elverdinge in 1870. Hij vergrootte zijn heerlijkheid door gronden aan te kopen. Dankzij hem werd Elverdinge een aanzienlijke gemeente. Hij maakte van het park een van de mooiste waranden. In 1870 liet hij een nieuw kasteel en een familiegrafkelder bouwen. Hij liet op zijn kosten al de straten (14 km) in macadam leggen. Door zijn mildheid werd hij de vader van de armen genoemd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog brandde het kasteel uit, maar in 1925 begon de heropbouw, naar het ontwerp van Jules Coomans. Het kasteel werd nu gebouwd in rococo-stijl. Tijdens de Tweede Wereldoorlog namen de Duitse stafofficieren hun intrek in het kasteel, zodat het na 1945 nog eens opgeknapt moest worden. Het kasteel is nog steeds eigendom van de nakomelingen van de familie de Laubespin: Eric du Cauze de Nazelle en zijn echtgenote Isabelle de Rochechouart de Mortemart. Het bomenrijke park is sinds 1957 een vrij vogelreservaat en staat onder toezicht van de Belgische natuur en vogelreservaten. Het kasteel is niet te bezoeken, maar je kunt het vanop een afstand zien.

Even verderop was ook Vermeulen's Molen toegankelijk voor het publiek.
In 1843 liet de familie Vermeulen-Smagghe een bakstenen stellingmolen bouwen, als graan- en oliemolen, ter vervanging van een houten windmolen. De bouwdatum is aangegeven op een gevelsteen boven de deur. De stenen windmolen, eigendom van Charles Vermeulen, stond naast het nieuw aangelegde kasteelpark. Graaf d'Ennetières wilde die molen, met omringende gronden kopen. Beide eigenaars konden evenwel niet tot een vergelijk komen. d'Ennetières plantte daarop tientallen populieren op zijn grond, in de nabijheid van de molen, die - eens volwassen - de wind braken, zodat de molenwieken géén wind meer konden vangen. De molenaar zag zich verplicht de molen te verhogen. Toen omstreeks 1909 het wiekenkruis werd uitgehaald kon de molen enkel nog mechanisch aangedreven worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de molenromp als observatiepost gebruikt en daarom met enkele baksteenlagen verhoogd. De mechanische maalderij bleef bewaard en is ingericht op de benedenverdieping en op de eerste drie zolders. Er zijn nog drie koppels stenen, een buil, een haverpletter en een dieselmotor van het type L 25 PK aanwezig. De molenromp en deze mechanische maalderij werden in 1993-'94 hersteld. De romp is op afspraak te bezoeken, op aanvraag bij Toerisme Ieper (toerisme@ieper.be). In 2008 gebeurde een instorting van de derde verdieping. Het gaat om een moerbalk die vroeger v reeds werd versterkt met zweeijzers, evenwel niet tot op de dragende muur. Inmiddels heeft de tand des tijds en de aantasting door houtborende insecten zijn werk verder gezet en heeft de moerbalk ter hoogte van de balkslof het begeven en is neergestort tot op de graanreiniger die nu de helft van de vloer ( gedeeltelijk ) ophoudt. De schade zal hersteld worden. (http://www.molenechos.org/molen.php?AdvSearch=814)
Een voorlaatste halte bracht ons naar het Ferme Olivier Britsch Cemetry dat 408 Britse (waarvan 6 niet-geidentificeerd) en eigenaardig genoeg ook 3 Duitse graven teld. Allen slachtoffers van het beruchte Ieper Salient ('14-'18) (http://www.digilife.be/teleducatie/vbssj/omd98/omd20.htm)

Even verderop was dan een laatste (geheime) controle : we zaten op een 7-tal kilometer van Poperinge en de eindbestemming, Zaal Maeke Blijde.
Een mooie, leerrijke (bij momenten gevaarlijke) rit, maar dat hoort bij een zoektocht en zeker voor herhaling vatbaar.
|