Mobiliteitsorganisatie Touring meldt dat 8,5% van de Belgen met de motorfiets naar het werk gaan. Dat is meer dan tien keer zoveel als in 2008 gemeld door het Vlaamse gewest.
Het onderzoek omspande 6.800 respondenten. Meer dan de helft neemt de auto. Uit de cijfers blijkt ook dat een vijfde van de ondervraagden dagelijks de gok waagt op het openbare vervoer en 11% op eigen kracht pendelt.



De cijfers staan in schril contrast met die van de drie gewesten. Zo meldden de Brusselse en Waalse gewesten in 2001 en 2002 dat amper 1% van de pendelaars dat op de motor doet, het Vlaamse gewest meldde in 2008 nog dat het aandeel motorrijdende pendelaars slechts 0,74% zou bedragen.

Brussel (2001): Motor 1%, auto 41%, OV 45%, fiets/te voet 1,5%
Wallonië (2002): Motor 1%, auto 76%, OV 8,4%, fiets/te voet 1,2%
Vlaanderen (2008): Motor 0,74%, auto 67%, OV 12%, fiets/te voet 12,5%
Touring (2010): Motor 8,5%, auto 55%, OV 20%, fiets/te voet 11%

Touring: “Er is een groter gebruik van de motor in ons land en dat geldt waarschijnlijk vooral voor Vlaanderen waar met nieuwe cijfers allicht een daling van het autogebruik zal worden vastgesteld en een stijging van het motorgebruik en openbaar vervoer.”