 26ste Mandeltreffen Izegem 24 aug 2008



Klaar voor vertrek. Milan wuift naar de aankomende motoren, want ze kwamen allemaal langs ons huis om naar de Bellevue-school te rijden voor de inschrijving.

Voor onze 6-jarige Milan is het zijn eerste grote motorrit achterop.

Daar gaan we voor de volle 180 km !



Rode lichten in Bissegem...

1ste controle : Oud Gemeentehuis (Domino) te Rollegem. Tijd voor een donut (meegekregen aan de inschrijving)


Even buiten Doornik (Kain) even een hapje eten op een bankje terwijl de deelnemers een na een de pijlen naar rechtsaf mistten en rechtdoor reden.

2de controle : Le Tampon in Frasnes-les-Anvaing



Zelfportret in 'bolle spiegel' langs de Vlaamse Ardennen-route.

Aan de uitgang van het Bois de la Houppe in Ellezelles.

  
Na de 3de controle bij Motozaak Schietecatte in Vichte moesten we even bijtanken...

De molen ter Geest Ter Zande van Deerlijk.

Toestand jaren 1950. Foto coll. Rob Simons
Het is een stenen stellingmolen, gelegen aan de Waregemstraat te Deerlijk. Hij is eigendom van de familie Declercq en Jules is de molenaar. Het is een koren- en oliemolen uit 1888 met een witte romp en een metalen gaanderij. Het gevlucht heeft een lengte van 24 meter en bestaat uit geklinknagelde ijzeren roeden, een fabrikaat van de firma Verhaeghe uit Ruddervoorde. Het geheel bestaat uit drie steenkoppels, waarbij de olieslagerij op het gelijkvloers was. Het is uiteraard een beschermd monument (sinds 21-04-1993) en zelfs maalvaardig, maar heeft toch wat herstellingen nodig.
 
|
De stenen molen "Ter Geest en Te Zande" is het sieraad van de gemeente. De molennaam werd gegeven door de heemkundige Leon Defraeye en is samengesteld uit de namen van twee oudere molens. Enerzijds de staakmolen Ter Zande die voor het eerst vermeld werd in 1675 en verdween in 1888, en anderzijds de oliemolen Ter Geest die in 1768 opgericht was. In de volksmond wordt hij ook wel "Klerksken molen" genoemd naar de eigenaar Declercq. Het "bevallig draaiende gebouw", zoals de molen in de dichterlijke taal wel eens wordt genoemd, kijkt sierlijk en statig op de Molenhoek neer. Een monument om trots op te zijn. Daarom is de molen sinds 1986 's nachts verlicht. De molen was vroeger afhankelijk van de aloude heerlijkheid Ter Geest en kent een bewogen voorgeschiedenis. Eertijds stond er een houten staakmolen die in 1800 omwaaide tijdens een hevige orkaan. In 1888 is de molen in brand gevlogen. Het was op Goede Vrijdag. De kinderen Declercq, die sinds het begin van de 19de eeuw eigenaar zijn van de molen, verloren de moed niet en zij bouwden de prachtige stenen windmolen. Aldus dateert de huidige molen "Ter Geest en Te Zande" van 1888. Boven de ijzeren stelling leest men "gebouwd door ACJL Declercq 1888". Het ging om Aloïs, Camiel, Jules en Lucia Declercq. De nieuwe molen werd ingericht als olie- en korenmolen. In 1896 werd een eerste stoommachine geplaatst zodat de molen ook op windstille dagen kon werken. In 1914 werd de stellingmolen met een tweede stoommachine uitgerust. De molen werd tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar beschadigd, maar was na de nodige herstellingswerken in 1919 opnieuw maalvaardig. In 1964 en 1980-1981 werd hij gerestaureerd door de molenbouwers Peel uit Gistel. De stoommachine, de ketel en de maalstoel in de bijgebouwen werden in 1993 aanvullend beschermd. In 2004 werd de maalderij hersteld en in 2005 volgde de windmolen. Op 15 september 2005 werden de herstelde roeden (geklinknageld, fabr. Verhaeghe - Ruddervoorde, nrs. 1273-1274) weer in de askop geplaatst. De molentechnische werken gebeuren door molenmaker Eric Vanleene uit Ath. De molen is zeer groot en indrukwekkend opgebouwd. Beneden is er een olieslagerij met twee pletwielen die zorgden voor het breken van het lijnzaad. Dan volgt de voorslag in de persen (hydraulische persen, tweedehands uit Olsene en vervaardigd door het constructieatelier Rudolf Velghe uit Gent), het breken van de koeken en de naslag in de persen. Uiteindelijk worden de lijnzaakkoeken gebroken tot lijnmeel. Hogerop vinden wij verschillende zolders: voor de opslag van graan, de maalzolder waar de molenaar meest vertoeft en de steenzolder. Als koren- en oliemolen heeft hij drie koppels stenen en een haverpletter. Daarnaast ook twee pletwielen voor het zaad en de koeken. Bij windstilte werden de tuigen aangedreven door een stoomketel of door een elektrische motor. | |

Deze M108-tank vervangt sinds 11 mei 2008 de oude Houwitser-koepel aan de Leiebrug te Desselgem. Een herinnering aan de 'Slag aan de Leie' mei 1940.

|
Nieuw tankmonument aan Leiebrug Desselgem
 
|
XML:NAMESPACE PREFIX = O />
Op zondag 11 mei 2008 werd een nieuw tankmonument ingehuldigd aan de Leiebrug te Desselgem. Het monument moet de Leieslag 1940 in herinnering houden. Enkele weken ervoor verdween het oude monument, een Houwitser-koepel, en in de plaats kwam een tank in volle ornaat. Het is een gift van de verbroedering met de 6de Artillerie.
In 1997 werd naar aanleiding van 30 jaar peterschap van stad (toen nog gemeente) Waregem over het 6de Artillerieregiment door deze laatste legereenheid een koepel geschonken van een Houwitser. Deze koepel kreeg zijn stek aan de Leiebrug in de Ooigemstraat te Desselgem ter nagedachtenis aan de gesneuvelden van de Slag aan de Leie van 24-26 mei 1940.
In 2007 werd de 40ste verjaardag gevierd van de affiliatie. Het 6de Artillerieregiment was inmiddels opgedoekt en de Artillerieschool in Brasschaat (intussen weeral van naam veranderd in : Departement Artillerie) nam de tradities van het 6deArt. over, dus ook de affiliatie. De viering ging ook niet onopgemerkt voorbij met een actieparcours voor de jeugd in het Jeugdcentrum en een defilé en militaire taptoe in het Park Baron Casier.
Tijdens de voorbereiding van deze festiviteiten werd de idee geopperd om de koepel van de Houwitser te vervangen door een volledig stuk. Kol SBH De Jonghe stelde alles in het werk om deze wens te verwezenlijken. De Houwitser werd ingehuldigd tijdens een korte plechtigheid aan de Leiebrug. |

De Muizelmolen in Hulste
Hier hebben we aan de Muizelstraat (waarom ook niet...) de Muizelmolen waarvan de familie Tibergijn de eigenaar is. Hij werd gebouwd tussen 1799 en 1840 en het betreft een stenen stellingmolen : een korenmolen, maar vroeger ook een oliemolen met een volledig gietijzeren molenas. Het heeft eveneens een geklinknagels gevlucht van 24 meter en is ingericht met twee steenkoppels en een haverpletter. Het is een maalvaardig beschermd monument (sinds 09-02-1946). Johan Tibergijn en Eddy Soens staan jullie als molenaars graag te woord op molendagen.

Foto: Christiaan Debusschere, Kortemark
|
|
De eerste Muizelmolen werd gebouwd in 1799 door landbouwer Joseph Vandaele uit Hulste. Het was een houten molen op een hoog gemetseld torenkot; die gebruikt werd om graan en oliehoudende zaden te malen. In 1817 stak de buur boer Verhelle uit naijver jegens de toenmalige molenaar Joannes Delaere de molen in brand.
In 1840 werd er de huidige stellingmolen gebouwd. Het bouwjaar is met grijze bakstenen op de molenromp aangegeven. Bij de bouw werd Doorniks kalk en roggemeel gebruikt, terwijl de stenen werden gebakken uit klei van de 'Vryleghem' hofstede. De molen is gebouwd op het hoogste punt van Hulste, namelijk de heuvelkam tussen de Leie- en de Mandelvallei. Het werd een koren- en oliemolen. De korenmolen bezit twee koppel stenen en een haverpletter. De spanwijdte van de wieken bedraagt 25 meter.
Het timmerwerk is van de hand van Jan François Dugardyn. Op de benedenverdieping was een olieslagerij gevestigd. Dit is nu nog te zien aan de drie holtes in de muur en het gat van de schoorsteen. Op de eerste verdieping bevindt zich de maalzolder, met twee toegangen tot de houten gaanderij die de gehele molen omsluit. Op deze zolder werd het meel opgevangen. Aan het plafond is het hefboommechanisme bevestigd om de afstand tussen de maalstenen te regelen.
Nog een verdieping hoger, op de steenzolder, bevinden zich de twee koppels maalstenen, waarvan er één van Franse afkomst is. Eén koppel maalstenen dient om meel voor veevoeder te malen, het andere koppel is om bloem te malen. Normaal moeten hier twee hefboommechanismen aanwezig zijn om de bovenste steen op te tillen. Deze kan gedraaid worden om door een gespecialiseerde steenkapper 'gescherpt' te worden. Op dezelfde verdieping bevindt zich ook de haverpletter.
Nog hoger bevindt zich de luizolder. Hier is duidelijk te zien hoe men de oude verrotte balken hersteld heeft zodat deze opnieuw in de muur dragen. Bij de restauratie werd de buitenkant van de muur met silicone behandeld om waterindringing te voorkomen. Daarboven is er de kapzolder. De hoofdbalk is afkomstig van de eerste molen. De naam van de toenmalige eigenares, Maria Josepha Vandaele, staat er in gegraveerd. In de grenen as staat het jaartal: 1799.
De vroegere grote eiken wiekenas was gemaakt uit hout uit de kasteelbossen van Ooigem. De beweegbare kap draaide eertijds op een paternosterzetelconstructie, die in 1970 vervangen werd door een Engels rollenkruiwerk, waardoor de kap heel wat gemakkelijker gekruid kan worden.
De molen was oorspronkelijk uitgerust met twee paar stenen voor het malen van koren, een haverpletter en een kollergang, zodat ook olie kon worden geslagen. Dit koppel kantstenen werd in 1920 verwijderd en in 1938 werd een mechanische maalinrichting in een afzonderlijk gebouw bijgeplaatst. Het gevlucht heeft een diameter van 25 m, wat uitzonderlijk groot is voor een dergelijke windmolen.
In 1942 werden er belangrijke herstellingswerken uitgevoerd en in 1949 kreeg de molen nieuwe wieken. De oude slechtdraaiende zetel werd vervangen door een nieuwe lichtlopende kapring op 30 gietijzeren rollen. Men plaatste ook een nieuwe stellinggaanderij, nieuwe vloeren, vensters en steenkisten. In 1963 werd de molen grondig verbeterd met een nieuwe stellinggaanderij, nieuwe vloeren, vensters en steenkisten. Op 17 september 1965 brak, terwijl de molen in volle bedrijvigheid was, de houten as af, juist achter de schichten. Het molenkruis stortte naar beneden op de gaanderij, waar het bleef hangen. Pas 4 jaar later startten de herstellingswerken. Uit de stenen molen van Wortel (prov. Antwerpen), gebouwd in 1871, werd een gietijzeren as aangevoerd, die op zijn beurt afkomstig was uit Rijpwetering (NL). Toch zou de molen niet lang meer werken, want in 1974 besloot de toenmalige molenaar Abias Tuytens wegens gezondheidsredenen alle activiteit stil te leggen. In 1993 werd de molen verkocht aan P. Tibergijn. Een dossier tot volledige restauratie werd ingediend bij de Afdeling Monumenten en Landschappen op 20 december 1993 de Muizelmolen maalvaardig te herstellen.. Op 1 juni 1994 waren alle formaliteiten vervuld (zowel de goedkeuring van de verschillende instanties als de overeenkomsten met de aannemers). De restauratie werd uitgevoerd onder de deskundige leiding van architect Paul Gevers uit Kasterlee. Molenmaker Roland Wieme uit Petegem-Deinze stond in voor het molentechnisch werk en hield ook toezicht op de andere restauratiewerken. Na een jaar was de restauratie voltooid. Sedert Open Monumentendag 1995 is de molen terug toegankelijk voor het publiek. Naast de molen bevindt zich een gerestaureerde mechanische maalderij met twee koppels molenstenen en een builmolen, thans ingericht als restaurant.

Foto: Freddy Van Wonterghem
Bijlagen
Paul Rigolle, "Een slag van de muizelmolen", 12.12.2003
Zo gaat dat. Laatst zat ik op een mooie maar mistige avond, en wel in bijzonder aangenaam gezelschap, te eten in de Muizelmolen. Heel fijntjes en gezellig. Om dat nog even na te trekken (én de smaak van "Zeeduivel in een jasje van gerookte bacon, tomatenpiperade" nog wat na te proeven) kwam ik dagen later toch ook nog ns virtueel in de molen terecht. De muizelmolen, zo leerde ik, blijkt een houten staakmolen uit 1799 te zijn die in 1817 door een brand vernield werd. Het gaat hier om een korenmolen met twee koppelstenen en een haverpletter. Bij de bouw werd Doornikse kalk en roggemeel gebruikt, en de stenen werden gebakken uit klei afkomstig van de Vrijleghem hofstede. Nadat in het onheilspellende jaar 1965 de molenas brak, werd de molen in verschillende fases gerestaureerd om anno nu opnieuw helemaal maalvaardig genoemd te kunnen worden. Als dit alles geen mooi lesje in cultureel erfgoed genoemd kan worden! Na mijn virtueel bezoek aan de molen raakte ik daarna via onze vriend "het hoehel-zoekmasjien" ook nog in De Lochtienk verzeild. Zo zie je maar, van een menukaart naar een weblog, bij ons is dat maar een erg kleine stap. Van het restaurant naar de moestuin, da's hier bij ons in West-Vlaanderen immers wel vaker de énige en juiste volgorde! Eerst aan tafel! Daarna rest er nog tijd genoeg voor, zoals het hier heet, het krijgen van een slag van de molen! Al mag, met Rijsel hier vlak in de buurt, de Franse vertaling "avoir une araignée au plafond" er natuurlijk ook best zijn! Uit: "Arcadim in Arcadië - Een weblogboek van Paul Rigolle" (http://arcadim.skynetblogs.be) | |

Terug aangekomen begon men met de prijsuitreiking voor deelnemende clubs.

Maar eerst werd de jongste deelnemer in de spots gezet. Milan mocht een grote sporttas vol spulletjes in ontvangst nemen.

En dan moest hij uit de grabbelton het winnende nummer van de hoofdprijs (een mountainbike) trekken. Die ging naar een dametje uit Torhout.

De trofee van de club met het meeste deelnemers ging naar '2-route'.

De trofee voor de grootste groep ging naar MTC Vrijbos met 47 deelnemers.

Daarna ging men over tot de tombola-trekking. De organisatie had weer maar eens gezorgd voor een overvolle prijzentafel.


Er waren 931 inschrijvingen, waaronder 494 individuele rijders !
Nog meer sfeerfoto's op de site van MTC Freedom op www.mtcfreedomizegem.be
|