 Volgens een persbericht van de MAG, de Motorcycle Action Group, kan de helft van de motorrijders niet rijden. Zij baseert zich daarvoor op de screenings die zij elk jaar bij haar eigen leden doorvoert. Dat zij dit soort subjectieve cijfergegevens maar meteen extrapoleert naar alle motorrijders én er bovendien nog de link mee legt naar het aantal ongevallen waar een motor is in betrokken, is behoorlijk kort door de bocht. Het probleem motorrijden en veiligheid is wel wat omvattender dan dat alleen. Het zou van evenveel kortzichtigheid getuigen om op basis van het feit dat in driekwart van de ongevallen waarbij een motorrijder én een automobilist is betrokken de automobilist aansprakelijk is, een persbericht uit te sturen met als titel: driekwart van de automobilisten kan niet rijden. Of de MAG nog los daarvan met dit soort ongenuanceerde geldingsdrang, waarbij en passant de hele motorrijdersgemeenschap wordt geschoffeerd, zal bereiken wat zij wil bereiken is hoogst twijfelachtig.
Wat de MAG door deze uitspraken alvast wél zal bereiken is dat de perceptie van de automobilist jegens de motorrijder, die net op de goede weg was, terug naar af is. Iemand die zelf niet motorrijdt kan niet beoordelen of een motorrijder die hij op de weg ziet goed zijn voertuig beheerst of niet. Hij zal zelfs eerder de omgekeerde perceptie hebben, en iemand die behendig door de files rijdt als een waaghals beschouwen en omgekeerd iemand die door een gebrek aan tractie en snelheid net niet omvalt in een bocht als een voorzichtige rijder. Dat is jammer, nu er de laatste jaren net meer begrip was gegroeid tussen beide groepen verkeersdeelnemers. En het belooft ook voor de perceptie en de eventueel daaruitvoortvloeiende maatregelen op politiek niveau. Want men mag van motorrijden en politiek veel zeggen, maar niet dat de regelgeving uitblinkt door kennis van zaken.
 Ook nog speelt de MAG de 75 % van de automobilisten die in een ongeval waarbij een motor is betrokken aansprakelijk zijn het ultieme argument in handen: ja, maar die vent kan niet rijden. Ik durf er mijn hand niet voor in het vuur steken dat hier geen betwistingen, waarbij zelfs in duidelijke gevallen de kans bestaat op gedeelde aansprakelijkheid, zullen uit voortkomen.
 Ten derde is het risico niet ondenkbeeldig dat één of andere politicus met dezelfde scoringsdrang als de MAG bevalt van het fijne idee om dure motorrijopleidingen die de MAG in haar persbericht zelf hekelt, verplicht te maken. Deze nestbevuiling zal daarenboven niks komma nul veranderen aan het probleem dat motorrijders 1% van de kilometers afleggen en 12% van de verkeersdoden voor hun rekening nemen. Iemand onkunde verwijten is ronduit de minst aangewezen manier om een probleem op te lossen. Het is des mensen: als de MAG zegt dat de helft van de motorrijders niet kan rijden, dan zijn u en ik daar toch niet bij, zeker ? En dan al zeker niet als we met zn allen publiekelijk te kakken worden gezet door wat een belangenorganisatie heet te zijn, maar in feite een organisatie is die eerst en vooral zn eigenbelang dient. Ik zie, alle bovenstaande negatieve bijverschijnselen in acht genomen, geen andere reden om als belangenorganisatie met zo n bericht naar de pers te stappen, dan het blote feit dat het mooie reclame is voor de eigen rijopleidingen en voor het eigen door de overheid gesponsorde screeningswerk. Het is altijd lekker sensationeel als een belangenorganisatie zijn eigen doelgroep beledigt. Als morgen de ABVV zou verklaren dat de helft van zijn eigen leden niet snapt waar het over gaat, zou dat ook voorpaginanieuws zijn. Maar los daarvan is wat de MAG in zijn persbericht zegt helemaal niks nieuws. Een motor is geen speelgoed en als je ermee wil rijden, rij je beter zo vaak mogelijk en zijn voertuigbeheersing en anticiperend rijgedrag de twee pijlers waarop veilig rijden is gesteund. Dat is wat het blad Motoren & Toerisme van bij het ontstaan heeft verdedigd en gesteund in woord en daad. Terwijl de MAG jarenlang ongevallen met motorslachtoffers in de schoenen schoof van iedereen (de overheid, de staat van de wegen, de vangrails, de gladde wegmarkeringen, de automobilist) is het het blad Motoren & Toerisme geweest dat zijn lezers er van bij het begin op heeft gewezen dat geen enkele van deze op zich wel goede en zinvolle maatregelen ook maar enig effect kunnen hebben zonder het allesoverheersende besef dat elkeen persoonlijk verantwoordelijkheid moet nemen voor wat hij/zij doet of niet doet, kan of niet kan. Altijd al heeft M&T een rijgedrag gepromoot dat in overeenstemming was en is met de eigen veiligheid en die van anderen. Het begrip defensief rijden is in Vlaanderen door dit blad gelanceerd, en Motoren & Toerisme was de allereerste om defensieve rijopleidingen te gaan organiseren, net zoals we de eersten waren die een goedkopere motorverzekering konden aanbieden op basis van het feit dat motorrijders nu eenmaal in driekwart van de gevallen geen schuld hadden aan een ongeval waarbij ook een derde was betrokken, en de verzekering dan ook in driekwart van de gevallen geen schade hoefde uit te keren. Ik ben er wel zeker van dat wij met zn allen met deze jarenlange inspanningen, ver weg van alle persbelangstelling (pour vivre heureux, vivons cachés), voor de verkeersveiligheid meer hebben bereikt dan welke ronkende persverklaring ook. Want hoe men het ook draait of keert : in verhouding tot het aantal motorfietsen en de toename van het verkeer, ìs motorrijden de afgelopen decennia wel degelijk veiliger geworden. Ondertussen was de MAG nog steeds druk doende om het probleem van gladde wegmarkeringen als hoofdoorzaak in de pers te krijgen, met als hilarisch hoogtepunt een MAG-man die zich - notabene voor de camera - over zo n wegmarkering een sleutelbeenbreuk remde. Dat was dan wellicht één van die kerels uit het MAG-persbericht die zijn eigen rijkunsten overschatte. En die nu voor alle motorrijders model staat in de door de MAG zelf gecreëerde perceptie: motorrijders kunnen niet rijden. Ze worden bedankt.

(Uit het gastenboek van Motor Touring Club Riemst)
|