De zenmeester Hakuin woonde in een stad in Japan. Hij stond in aanzien en er kwamen veel mensen bij hem voor onderricht. Toen gebeurde het dat de jonge dochter van zijn buren zwanger werd. Haar boze ouders ondervroegen haar om de naam van de vader te weten te komen en ten slotte zei ze dat Hakuin de vader was. Woedend spoedden de ouders zich naar de zenmeester en vertelden hem met veel beschuldigingen dat hun dochter bekend had dat hij de vader was. Het enige wat hij zei was: Is dat zo?
Het nieuws over het schandaal verspreidde zich door de stad en de wijde omgeving. De meester was zijn reputatie kwijt. Niemand kwam hem nog opzoeken. Hij bleef onbewogen. Toen het kind geboren was, brachten de buren de baby naar Hakuin. U bent de vader, dus zorg maar voor hem. De zenmeester zorgde liefdevol voor het kind.
Een jaar later kreeg de moeder berouw en bekende dat de zoon van de slager de echte vader was. Zeer verschrikt gingen de ouders naar de zenmeester om hun excuses aan te bieden. Het spijt ons. Wij komen het kind halen. Onze dochter heeft bekend dat u niet de vader bent. "Is dat zo?", was alles wat hij zei toen hij hun het kind overhandigde.
In zijn woede had haar vader haar naar de steile rotskant gesleurd en over de rand in zee geworpen. Daar hadden de vissers haar vlees weggevreten. Nu lag ze op de zeebodem, terwijl haar skelet om en om draaide met de stroom.
Op een dag wierp een verdwaalde visser zijn hengel uit. De haak van de visser zakte langzaam naar beneden en vond de ribbenkast van het skelet. De visser dacht: 'Nu heb ik echt beet!'. Zijn kajak schudde en danste op de golven, want zij daar beneden vocht om zich te bevrijden. Maar hoe harder ze vocht, hoe vaster ze in de lijn verstrikt raakte. Verschrikt stootte de man haar met zijn riem van de boeg af en begon als een bezetene naar de kust te roeien. Ooo, jammerde hij toen hij het strand bereikte. Hij rende over de rotsen maar zij volgde hem. De man bereikte zijn sneeuwhuis terwijl zijn hart tekeer ging als een machtige trommel. Eindelijk veilig.
De man stak zijn lamp aan en daar lag ze, als een warrige hoop op zijn vloer. Naderhand kon hij niet zeggen wat het was geweest, misschien had het licht van het vuur haar trekken verzacht of was het omdat hij een eenzame man was. Maar een licht gemoed vervulde zijn gemoed en langzaam begon hij haar uit de vislijn te bevrijden. Hij werkte de hele nacht door totdat de beenderen van de skelettevrouw zaten waar ze bij een mens horen te zitten. En zij zei geen woord.
De man werd slaperig en lag algauw te dromen terwijl er een traan uit zijn oog rolde. Zij kroop naar de man en zette haar mond aan die traan. Die ene traan was een rivier en ze dronk en dronk tot haar jarenlange dorst gelest was. Ze stak haar hand in de borst van de man en begon op beide zijden ervan te roffelen terwijl ze luid zong: Vlees, vlees, vlees! En tijdens het zingen groeide er weer vlees om haar beenderen. Ze kroop bij hem tussen de huiden met haar vel tegen het zijne.
Zo werden ze wakker, verstrengeld. De mensen zeggen dat het echt is gebeurd en meer weten ze er niet van.
Een apenhouder die noten uitdeelt, zei: Jullie krijgen er 's morgens drie en 's avonds vier. De apen waren woedend. De apenhouder zei: Goed, jullie krijgen er 's morgens vier en 's avonds drie. De apen waren tevreden.
Aldus geschiedde. Toen Noesfibaäl, de vorst van Byblos, tot koning was gekroond, trok hij zich terug zijn slaapvertrek, het vertrek dat de drie kluizenaars-tovenaars uit de bergen voor hem hadden gebouwd. Hij zetten zijn kroon af, trok zijn koninklijk gewaad uit en stond middenin het vertrek te denken over zichzelf, de almachtige heerser van Byblos.
Opeens draaide hij zich om en zag hoe uit de zilveren spiegel die zijn moeder hem had gegeven een naakte man stapte. De vorst schrok en schreeuwde: 'Wat wil je van me?' De naakte antwoordde: 'Enkel het antwoord op deze vraag: Waarom hebben ze u tot koning gekroond?' De vorst antwoordde: 'Omdat ik de edelste ben van dit land'. Toen zei de naakte man: 'Als u nog edeler was, zou u geen koning willen zijn'. De vorst zei: 'Omdat ik de machtigste ben van dit land'. En de naakte man zei: 'Als u nog machtiger was, zou u geen koning willen zijn'. Toen zei de vorst: 'Ze hebben me tot koning gekroond omdat ik de wijste ben'. En de naakte man zei: 'Als u nog wijzer was, zou u geen koning willen zijn'.
Toen wierp de vorst zich ter aarde en weende bitter. De naakte man keek naar de vorst, raapte vervolgens de kroon op en zette deze teder terug op diens gebogen hoofd. Hij wierp een liefdevolle blik op de vorst en ging de spiegel weer binnen. De vorst stond op en keek meteen in de spiegel. En zag enkel zichzelf met een kroon op. (K. Gibran)
Volgens sommigen ben ik een intrigante. Minder vanuit de optiek dat ik zelf intriges opzet maar meer vanuit de optiek dat ik die van anderen op intrigerende wijze graag ontmasker. Wat intrigeren juist betekent? Met slinkse streken te werk gaan, een heimelijke invloed aanwenden tot het bereiken van van zijn eigen oogmerken.
Straks ga ik uit eten met een aanbidder. Een aanbidder in de ouderwetse zin van het woord: geestelijke aanbidding. Het mag u belachelijk in de oren klinken: geestelijke aanbidding zonder fysieke implicaties? Het is niet meer van deze tijd, het is uit deze tijd waar geen enkel taboe meer overeind staat, waar alles kan en mag. Het is eigen aan een aanbidder dat niet alles kan en mag.
Wat is beter dan het gewone leven? Wat heeft een mens méér nodig dan een dak boven zijn hoofd, een beetje werk, een goede relatie en ontspannende activiteiten?
Hoewel, zo gewoon is dat dan ook weer niet. Velen moeten het met minder stellen.
Denkt u dat u uw leven zelf beheerst? Prima maar volgens bepaalde oosterse (denk-) wijzen is dat niet zo. Volgens hen is er slechts 'subjectief bewustzijn' dat zich manifesteert in lichaam-geest objecten, lees de mensen. Het 'ik' bestaat alsdusdanig niet. Wat wij 'ik' noemen, is slechts een object dat zich particulier identificeert met het grote bewijstzijn dat zich in dat object toont.
Ik ben bijna jarig. Ik zeg dat niet omdat ik dat fijn vind of omdat ik het ga vieren. Ik zegt het omdat het een feit is. Ik weet dat mijn moeder en vader er toen blij mee waren. Ik ben niet zeker of ze daar dit jaar nog even blij mee zijn.
Nog niet zó lang geleden was cultuur voor de gewone mens niet toegankelijk. Alleen een elite kon vrijelijk deelnemen aan theater, concerten en tentoonstellingen. Dat is heden niet meer zo dankzij o.a. de culturele centra.
Doorzetten, niet opgeven, doorbijten, niet afgeven, vasthouden, niet laten ontsnappen, tot het bittere eind doorgaan. Ondanks alles, ondanks de onbereikbaarheid. In dat geval gaat het niet meer om het bereiken van een bepaald doel maar om de activiteit op zich. Enkel en alleen om zichzelf te overtreffen.
Hoe weet u of u diegene die van iets beschuldigt ook daadwerkelijk schuld heeft? Volgens mij luidt het verdict als volgt: - indien hij/zij stoicijns blijf: niet schuldig - indien hij/zij kwaad wordt: schuldig
In het museum liepen we vermoeid en tegen onze zin de trap op van de vestaire naar de hal. Een kind huppelde ons voorbij terwijl het met een stralende lach de volgende mantra aan het zingen was: ik mag al de trap op, ik mag al de trap op!
Het contrast in visie tussen kinderen en rijpe vrouwen met betrekking tot het oplopen van een trap is nogal groot...
Appasionata is een paardenshow. Mens en paard lijken wel één te zijn. Een centaur is half paard en half mens. Een dierlijke natuur onder beheersing van menselijke cultuur. In de show overheerst het menselijke in het dier.
In de realiteit overheerst het dierlijke in de mens.
In het museum M in Leuven loopt momenteel een tentoonstelling over Koenraad Tinel, een beeldhouwer en tekenaar. Ondertussen haast 77 jaar oud. De tentoonstelling start met een meer dan levensgrote zwart-wit foto van hemzelf. De uitstraling van een krachtige 77-jarige man kan zeer indrukwekkend zijn.
De waarheid. Ze is niet als één te vatten maar slechts te begrijpen vanuit verschillende standpunten. Ik ben wel in staat om de standpunten van anderen in te nemen en van daaruit te begrijpen. In een ongelijkwaardige relatie hoeven die anderen niet eens mijn standpunt te begrijpen.
In een gelijkwaardige relatie is de erkenning van mijn standpunt wel noodzakelijk.
'Keeping up appearences' is tot op zekere hoogte wenselijk om geen herrie te veroorzaken waar die geen meerwaarde heeft. Maar authenticiteit kan zeer bevrijdend zijn, indien verstand en emotie daarbij coherent zijn.
Authenciteit. Eens je er van proeft, wil je niets anders meer.