De 4de symfonie perfectioneert deze methode en gaat konsekwent tot het uiterste zodat het barokke element slechts na enige tijd hoorbaar wordt. In de finale verdwijnen de overgangen tussen de verschillende variaties en ontstaat een soort gefragmenteerde oneindige melodie vol verrassende kleuren en stemmingen. Prachtig ook de inzet van de klarinetten en de hoorns en het dramatisch gebruik van de pauken. Al deze symfonieën zijn schitterende voorbeelden van romantische, sensuele en passionele muziek. De beste uitvoering ervan is zeker die door het Orchestre Révolutionnaire et Romantique o.l.v. John Eliot Gardiner (SDG). Op elke CD staan ook een aantal minder bekende werken van Brahms en voorbeelden van inspiratie uit barok en klassiek : uiterst interessant.
De 3de is een meesterwerk : een overrompelend werk, uitermate complex in structuur, instrumentatie en orkestratie en dat op een originele en meesterlijke manier alle technieken en vormen van de barok integreert in de romantische melodie en aldus een nieuwe Tonsprache ontwikkelt. Ondanks de extreme stemmingswisselingen wordt het op geen enkel ogenblik bombastisch of oppervlakkig virtuoos - wat niet kan gezegd worden van de zgn. progressieve Liszt. De beste uitvoering is weer door het Orchestre Révolutionnaire et Romantique o.l.v. John Eliot Gardiner. Op deze CD staan ook nog : "Ich schwing mein Horn ins Jammertal" Op. 41/1, "Es tönt ein voller Harfenklang" Op. 17/1, "Nachtwacht" Op. 104/1, "Gesang der Parzen" Op. 89 en "Nänie" Op. 82
De 2de symfonie klinkt veel idyllischer en zelfs pastoraal, ook door het uniek en voor Brahms karakteristiek gebruik van klarinetten en hoorns ; ze eindigt in een overrompelende jubelstemming die Tsjaikovski zeker heeft geïnspireerd. en passionele muziek. De beste uitvoering ervan is ook hier die door het Orchestre Révolutionnaire et Romantique o.l.v. John Eliot Gardiner (SDG). Op de CD staan ook de prachtige "Alt-Rhapsodie" Op. 53 met Nathalie Stutzmann, en 3 werken van Schubert : "Gesang der Geister über den Wassern", "Gruppe aus dem Tartarus en "An Schwager Kronos".
De 1ste symfonie is een sterk geladen, dramatisch werk dat de titel zou kunnen dragen van Schicksal (noodlot) symfonie ; compositorisch is het zeer bestudeerd en complex zonder evenwel artificieel over te komen ; integendeel, het is zowel emotioneel als intellectueel uitermate boeiend en aangrijpend. ijn schitterende voorbeelden van romantische, sensuele en passionele muziek. De beste uitvoering ervan is zeker die door het Orchestre Révolutionnaire et Romantique o.l.v. John Eliot Gardiner (SDG). Op de CD staan ook een aantal minder bekende werken van Brahms ("Begräbnisgesang" Op. 13, "Schicksalslied" Op. 54) en "Mitten wir im Leben sind" van Mendelssohn.
Heerlijke muziek en van het mooiste en minst geforceerde wat Brahms ooit componeerde (zoals veel uit zijn vroege periode), naar vorm ogenschijnlijke klassieke serenades, maar in uitwerking veel gesofisticeerder : de beroemde Brahmsiaanse "zwevende" ritmiek gebroken door triolen en syncopes, de even beroemde Sextengangen, het gebruik van natuurhoorn en klarinet als sfeerschepping... De eerste serenade is hoofdzakelijk pastoraal-rustikaal van karakter met middenin een pathetisch adagio. De tweede serenade is veel minder vrolijk en gaat van idyllisch in het aanvangs allegro moderato tot rustikaal in de finale, met in het midden een zwaarmoedig, melancolisch adagio. Een goede vertolking is die door de Capella Augustina o.l.v. Andreas Spering (cpo) ; het orkest treft overal de juiste toon, ook door het gebruik van historische instrumenten. Nochtans gaat het niet om een puristische HIP : de houtblazers gebruiken nogal eens vibrato, maar dat stoort hier nauwelijks. Nog (veel) beter is de vertolking door het Philharmonia Baroque Orchestra o.l.v. Nicholas McGegan, waarschijnlijk het beste authentiek orkest van de V.S. : hier wordt met ongelooflijk veel precisie gespeeld en de aparte sfeer van elk deel perfect vertolkt (Brahms is niet bang om zonder overgang van diepe weemoed naar exuberante vrolijkheid te springen). Ook de verschillende thema's waar Brahms kwistig mee omspringt worden naadloos aan elkaar geregen. Een genot om te beluisteren (PBP, het eigen CD label van het orkest).
Twee meeslepende, hoogromantische werken. Het eerste is heel toegankelijk met zijn elementen uit de volksmuziek, de soms Schubertiaanse sfeer en hét kenmerk van Brahms : de variaties (een erfenis van de barok). Het tweede is weemoediger, soms ronduit somber, mist de jeugdige bravoure van 1 maar gaat toch wat dieper. Van deze sextetten bestaat een opname uit 1995 die boven andere uitsteekt en nog niet werd geëvenaard : die door L'Archibudelli (SonyVivarte). Ze klinkt nog altijd even fris en vernieuwend door de intonatie, het samenspel, de solistische tussenkomsten, het spaarzaam gebruik van vibrato en natuurlijk door de historische instrumenten met darmsnaren. Wat een fenomenaal team was (ook het uitgebreide) Archibudelli toch en wat voor schitterende uitvoeringen hebben ze in de jaren 90 van vorige eeuw gebracht. Dat waren hoogdagen voor de liefhebbers van authentieke vertolkingen en die dagen zijn nooit meer teruggekomen.
De klarinet werkte inspirerend op Brahms en dit werk is er de neerslag van ; het is kenmerkend en herkenbaar Brahms met zijn ingehouden lyriek, zijn a.h.w. geïmproviseerde zigeunermuziek en de variaties op een eenvoudig thema ; heel mooi ook is dat begin en einde in dezelfde weemoedige sfeer hangen waardoor de cirkel rond is. Het wordt vertolkt door waarschijnlijk de beste klarinettist ter wereld, Eric Hoeprich : zijn ademtechniek en zijn kunst om alle mogelijke nuance's uit zijn instrument te halen zijn grandioos ( hij speelt op een kopie van een Ottersteiner-Bärmann, het instrument van Brahms' inspirator Richard Mühlfelds). Het London Haydn Quartet speelt de harmonische achtergrond en doet dat voortreffelijk, hoewel het door de opname-techniek wat té letterlijk op de achtergrond wordt gehouden waardoor de balans wat teveel overhelt naar de klarinet (Glossa). Het kwartet speelt op historische instrumenten (darmsnaren) met de kenmerkende wat benepen toon : Catherine Manson op een Janarius Gagliano, Margaret Faultless op een Carlo Bergonzi, James Boyd op een altviool-kopie van Jan Spidlen en Jonathan Cohen op een cello van Giuseppe Guarneri.