Van Beethoven : Trios für Pianoforte, Violine und Violoncello
Het romantische, unheimliche Largo van het Geister trio wordt, mede door het donkere, zware timbre van de Tröndlin waarop Jos van Immerseel speelt, expressief weergegeven ; Vera Beths en Anner Bylsma (twee van de drie leden van L'Archibudelli) spelen passend in dezelfde sfeer (Sony Vivarte). In Op. 97 - het nimmer overtroffen hoogtepunt in klaviertrios, met een overvloed aan stemmingen, kleuren, wendingen, gebruik van de instrumenten, maar nergens geforceerd - valt het timbre wat tegen. Hier is het Tröndlin Trio superieur, met zijn bijna impressionistische lezing door Jan Vermeulen op een delicaat parelende Graf kopie en daarin gevolgd door Peter Despiegelaere en Karel Steylaerts (Et'cetera). Beide CD's vullen elkaar dus best aan. Ze werden allebei opgenomen in 1999 en zijn nog steeds actueel. Opus 70 n° 2 en op. 97 worden ook vertolkt door Alexander Melnikov (Alois Graff uit ca 1828), Isabelle Faust (Stradivarius "Sleeping Beauty" uit 1704) en Jean-Guihen Querras (Geoffedo Cappa uit 1696) : een zeer bestudeerde en bedachte uitvoering door drie topmusici, die de ideale kon geweest zijn had Isabelle Faust haar ouderwetse speelwijze achter zich gelaten en daarmee haar overbodig en storend vibrato dat tegen alle historisch gefundeerde uitvoeringspraktijk indruist (harmonia mundi).
Van Beethoven / Trio für Pianoforte, Violine und Violoncello op. 1 Nr 3
Dit trio is het eerste meesterwerk van Beethoven dat breekt met het verleden ; het is een prachtig werk waarin de componist de typiciteit van elk instrument benut in de ontwikkeling van een thema, die niet langer gebeurt als een soort voortgezette versiering, maar als een bijna natuurlijk groeiproces waarin dramatiek, lyriek en pathetiek elkaar afwisselen en in elkaar glijden, als een perfect weefsel. De uitvoering door Patrick Cohen, Erich Höbarth en Christophe Coin is meesterlijk. Op dezelfde CD uit 1994 (Harmonia Mundi) staat ook nog het gelegenheidswerkje Nr. 8, en het entertainende Gassenhauer-Trio op. 11 met Wolfgang Meyer, klarinet.
Van Beethoven : Trios für Pianoforte, Violine und Violoncello op. 1 Nr. 1 & 2
Wortelen deze trios formalistisch/melodisch nog in de Haydn-Mozartiaanse traditie, qua motivisch-thematische uitwerking en ontwikkeling staan ze er ver van af. Voor een opname uit 1991 met Patrick Cohen (pianoforte), Erich Höbarth (viool) en Christophe Coin (cello), drie pioniers van de HIPP (Harmonia Mundi), heb ik nog altijd geen recenter, beter alternatief gevonden.
Van Beethoven : Trios für Violine, Viola und Violoncello Op. 9 Nr. 1, 2 & 3
De eerste twee trios van opus 9 passen nog min of meer in het traditionele (objectieve) kader door hun rethoriek, ornamentiek en lyriek ; nr 3 is andere koek : dit is puur subjectieve muziek, vol drama, passie, duisternis en opflakkerend licht, in een uitwerking die in niets meer herinnert aan de voorgangers van Beethoven - eigenzinnig, onformalistisch, onvoorspelbaar, verrassend, vernieuwend. De vertolking door L'Archibudelli ( Sony Vivarte 1992 !) is nog steeds ongeëvenaard.
Van Beethoven : Trios für Violine, Viola und Violoncello Op. 3 & Op. 8
Op. 3 kan men beschouwen als een eindwerk dat bewijst dat Beethoven de lessen van Mozart en Haydn goed geleerd had ; Op. 8 voegt daar ook nog Boccherini aan toe ; het is een opgeruimde, charmante, conflictvrije serenade die in niets naar de latere Beethoven verwijst ; L'Archibudelli vertolkt dit werk op pakkende wijze, zowel in de smachtende, trage delen als in de levendige ; de CD uit 1992 (Sony Vivarte) is nog steeds onovertroffen. In de jaren 90 stond Sony onder producer Wolf Erichson in de avant-garde en kon L'Archibudelli een reeks opnamen maken die nog niets van hun actualiteit hebben verloren...
Van Beethoven : Sonaten für Cello und Pianoforte op. 69, op. 102 Nr 1 & 2
Terwijl de sonate op. 69 in structuur eerder conventioneel lijkt, markeert de textuur de weg die Beethoven aflegde sinds zijn op. 5 ; het revolutionaire van zijn muziek is echter merkbaar in zijn op. 102, die, zoals zijn laatste pianosonates en kwartetten, hoogtepunten van de Westerse muziek en eigenlijk hun tijd ver vooruit zijn : a.h.w. geïmproviseerd, ongebonden, verrassend, eigenzinnig zoekt de muziek haar weg ; schijnbaar achteloos maar verduiveld bewust maakt Beethoven gebruik van barokke technieken zoals polyfonie, kontrapunt, fuga, en past die naadloos in in zijn concept van superieure, absolute muziek. Muziek die men talloze keren moet beluisteren om de originaliteit ervan te onderkennen (ook dat is Beethoven in zijn laatste werken: zo fascinerend dat men bijna niet hoort hoe ingenieus ze in elkaar zitten). Gelukkig bestaat er een geweldige opname die ons die mogelijkheid biedt : Tanya Tomkins op klassieke cello en Eric Zivian op pianoforte (Bridge). Virtuositeit, intimiteit, balans worden (ogenschijnlijk) moeiteloos bereikt. Een briljante CD.
Alle sonates voor cello en piano evenals de variaties op een thema uit Händels Judas Maccabäus, op Ein Mädchen oder Weibchen en op Bei Männern, welche Liebe fühlen uit Mozarts Die Zauberflöte werden ook opgenomen door Jan Vermeulen en France Springuel. Jan Vermeulen heeft spijtig genoeg niet gekozen voor drie verschillende instrumenten voor de drie verschillende stijlperiodes van de sonates maar voor één enkel instrument nl. een J.N. Tröndlin uit 1830. France Springuel speelt op een Tomaso Balestrieri uit 1752, een heerlijk instrument dat misschien ietsje te oud klinkt voor de speelse pianoforte. Mijn tweede ernstige bezwaar : France Springuel is iemand van de oude school en kan het vibrato niet laten Jammer. (Et'cetera).
Deze vroege sonates zijn al getekend door de latere, absolute eigenzinnigheid en zijn onmiskenbaar Beethoveniaans : origineel, uiterst muzikaal én rijk aan ideeën. Ze zijn ook zowat elkaars tegengestelde : de eerste sonate klinkt uitgelaten en onbezorgd, de tweede begint dramatisch en broeierig maar eindigt in een speels rondo. Rainer Zipperling (schitterende cello van Barak Norman) en Boyan Vodenitcharov (mooi klinkende Anton Walter copie door onze trots, Chris Maene) zorgen voor de perfecte uitvoering : perfect samenspel, perfecte balans, perfecte inleving en met respect voor de HIP. Beter kan eenvoudigweg niet (Accent).