De composities voor cello en piano behoren tot het mooiste wat Fauré heeft geschreven, ook al klinken de meeste heel traditioneel ; zijn sonates op. 109 en 117 zijn interessant en overtreffen het anecdotische : het zijn uitgepuurde composities die slechts met mondjesmaat en na lang beluisteren hun inhoud weergeven. Zijn best bekende, de Berceuse op. 16 en Elégie op. 24 zijn heel toegankelijke zij het oppervakkige (en daarom bekende) werkjes. Alles voor beide instrumenten is verzameld op één CD : van de jeugdwerken tot de op hoge leeftijd geschreven sonates. Ze worden idiomatisch vertolkt door Xavier Gagnepain ( op een cello van Gand en Bernardel uit 1878) en Jean-Michel Dayez (op een Erard uit 1902) ; perfect dus om er een geslaagde uitvoering van te maken - en die is het ook ten minste als men zich niet ergert aan het nodeloos en nutteloos vibrato van de cellist (Zig Zag Territoires). De mooiste vertolking echter wordt geleverd door Peter Bruns (op een cello van Carlo Tonini uit 1730) en Roglit Ishay (op een niet gespecifieerde Erard). Zij treffen perfect de bijzondere, delicate sfeer en het raffinement die uit de werken spreken. Jammer dat ze ook hier niet chronologisch worden weergegeven en dus de evolutie niet duidelijk hoorbaar maken (Opus 111).