Inhoud blog
  • Mozart :Serenaden, Divertimenti, Kassationen
  • Mozart : Bläsersextett KV 375
  • Mozart : Sextett für Streichquartett und 2 Hörner KV 522
  • Mozart : Quintette mit Bläsern
  • Mozart : Streichquintette
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    De ideale discotheek
    klassieke muziek is uniek
    18-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Serenades Op. 11 & 14
    Heerlijke muziek en van het mooiste en minst geforceerde wat Brahms ooit componeerde (zoals veel uit zijn vroege periode), naar vorm ogenschijnlijke klassieke serenades, maar in uitwerking veel gesofisticeerder : de beroemde Brahmsiaanse "zwevende" ritmiek gebroken door triolen en syncopes, de even beroemde Sextengangen, het gebruik van natuurhoorn en klarinet als sfeerschepping... De eerste serenade is hoofdzakelijk pastoraal-rustikaal van karakter met middenin een pathetisch adagio. De tweede serenade is veel minder vrolijk en gaat van idyllisch in het  aanvangs allegro moderato tot rustikaal in de finale, met in het midden een zwaarmoedig, melancolisch adagio. Een goede vertolking is die door de Capella Augustina o.l.v. Andreas Spering (cpo) ; het orkest treft overal de juiste toon, ook door het gebruik van historische instrumenten. Nochtans gaat het niet om een puristische HIP : de houtblazers gebruiken nogal eens vibrato, maar dat stoort hier nauwelijks. Nog (veel) beter is de vertolking door het Philharmonia Baroque Orchestra o.l.v. Nicholas McGegan, waarschijnlijk het beste authentiek orkest van de V.S. : hier wordt met ongelooflijk veel precisie gespeeld en de aparte sfeer van elk deel perfect vertolkt (Brahms is niet bang om zonder overgang van diepe weemoed naar exuberante vrolijkheid te springen). Ook de verschillende thema's waar Brahms kwistig mee omspringt worden naadloos aan elkaar geregen. Een genot om te beluisteren (PBP, het eigen CD label van het orkest). 

    18-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Streichsextette Op. 18 & 36
    Twee meeslepende, hoogromantische werken. Het eerste is  heel toegankelijk met zijn elementen uit de volksmuziek, de soms Schubertiaanse sfeer en hét kenmerk van Brahms : de variaties (een erfenis van de barok). Het tweede is weemoediger, soms ronduit somber, mist de jeugdige bravoure van 1 maar gaat toch wat dieper. Van deze sextetten bestaat een opname uit 1995 die boven andere uitsteekt en nog niet werd geëvenaard : die door L'Archibudelli (SonyVivarte). Ze klinkt nog altijd even fris en vernieuwend door de intonatie, het samenspel, de solistische tussenkomsten, het spaarzaam gebruik van vibrato en natuurlijk door de historische instrumenten met darmsnaren. Wat een fenomenaal team was (ook het uitgebreide) Archibudelli toch en wat voor schitterende uitvoeringen hebben ze in de jaren 90 van vorige eeuw gebracht. Dat waren hoogdagen voor de liefhebbers van authentieke vertolkingen en die dagen zijn nooit meer teruggekomen.

    17-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Klarinettenquintet Op. 115
    De klarinet werkte inspirerend op Brahms en dit werk is er de neerslag van ; het is kenmerkend en herkenbaar Brahms met zijn ingehouden lyriek, zijn a.h.w. geïmproviseerde zigeunermuziek en de variaties op een eenvoudig thema ; heel mooi ook is dat begin en einde in dezelfde weemoedige sfeer hangen waardoor de cirkel rond is. Het wordt vertolkt door waarschijnlijk de beste klarinettist ter wereld, Eric Hoeprich : zijn ademtechniek en zijn kunst om alle mogelijke nuance's uit zijn instrument te halen zijn grandioos ( hij speelt op een kopie van een Ottersteiner-Bärmann, het instrument van Brahms' inspirator Richard Mühlfelds). Het London Haydn Quartet speelt de harmonische achtergrond en doet dat voortreffelijk, hoewel het door de opname-techniek wat té letterlijk op de achtergrond wordt gehouden waardoor de balans wat teveel overhelt naar de klarinet (Glossa). Het kwartet speelt op historische instrumenten (darmsnaren) met de kenmerkende wat benepen toon : Catherine Manson op een Janarius Gagliano, Margaret Faultless op een Carlo Bergonzi, James Boyd op een altviool-kopie van Jan Spidlen en Jonathan Cohen op een cello van Giuseppe Guarneri. 

    16-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Streichquintette Op. 88 & 111
    Beethoven's rijpe werken zijn als een motief(je) dat ontkiemt en als een boom met veel vertakkingen de hoogte ingaat ; Brahms is in zijn late werken als een bodembedekker die alle kanten uitgaat door thema's en variaties, zich soms wat verliest in overgangen daartussen en die daardoor meer dan eens meer doorwrocht als geïnspireerd lijkt. Dit geldt vooral voor zijn twee strijkkwintetten. Er bestaat jammer genoeg geen enkele opname die dit beeld zou kunnen bijstellen, hoezeer The Raphael Ensemble dat ook probeert (Hyperion). Hun interpretatie klinkt mooi en dramatisch maar kan de gekunstelde compositie niet echter maken - ook al door het (onvermijdelijke ?) vibrato.

    15-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Quintett für Pianoforte, zwei Violinen, Viola und Violoncello Op. 34
    Dit kwintet ontstond een tiental jaren na de kwartetten en ademt dezelfde romantisch sfeer uit : gevoelig, soms smartelijk, met de sterke hijgend-gejaagde ritmiek en het gebruik van (motieven uit) volksliederen. De beste - maar niet perfecte - uitvoering is nog steeds die door La Gaia Scienza op oude instrumenten uit 2001 (Winter & Winter). Het is geen puristische HIP opname, daarvoor wordt wat te ruim en niet altijd adekwaat gebruik gemaakt van vibrato. Bovendien gaat het om een zgn. "natuurlijke" opname  d.w.z. zonder processing en die klinkt heel ijl, afstandelijk en mono-toon. Beter geslaagd is het opus 60 op deze CD waarvan de dramatiek hen hoorbaar beter ligt. Hier echter gelden dezelfde opmerkingen.

    14-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms :Streichquartette Op. 51/1 & 2, Op. 67
     De eerste twee strijkwartetten illustreren de spanningen tussen lyriek en dramatiek die de romantiek kenmerkt , spanningen die geen oplossing vragen waardoor de muziek vaak onbeslist eindigt. Het eerste strijkkwartet is hoofdzakelijk donker en pathetisch met af en toe een lyrische tegenstem. Het tweede is meer bezonken en ingehouden onderbroken door dramatische climaxen. In de Finale is duidelijk te horen hoe Brahms Dvorak beïnvloed heeft : bij deze componist is nog amper sprake van muzikale conflicten en heeft de lyriek de overhand genomen. Het derde is een zwak werk : het is week, zonder diepte of spanning. De vele onhandige overgangen maken duidelijk dat het Brahms hier aan inspiratie ontbrak : een componist op zoek naar een melodie. Van deze werken bestaat geen HIP opname. Een aanvaardbaar alternatief biedt het Quartet Sine Nomine uit 1993 (Claves). Ze spelen op moderne instrumenten en door het oneigenlijk gebruik van vibrato ontaardt het Andante in een melo-drama. De snellere delen (waar vibrato technisch onmogelijk is) zijn wel heel geslaagd.  

    13-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Klavierquartette Op. 25, 26 & 60
    De kwartetten voor piano en strijkers zijn de mooiste kamermuziek van de hoogromantiek. Het zijn 2 vroege werken - alleen is het derde twintig jaar na de eerste twee grondig herwerkt. Ze hebben ook onmiskenbaar Brahmsiaanse trekken met hun smachtende thema's en motieven (vaak volkswijsjes) afgewisseld door een jachtige ritmiek (vaak van hongaarse en/of zigeuner oorsprong). Dt eerste twee zijn schitterende composities van een hoogbegaafd musicus, het derde treft door zijn donker-weemoedige, soms troosteloze toon waarin onrust, heimwee en smart doorklinken. In 1994 verscheen een eerste - en jammer genoeg laatste - opname op authentieke instrumenten en het was meteen de perfectie : het Italian Piano Quartet samengesteld uit vier eminente solisten nl. Corrado Bolsi op een Guarneri viool, Angelo Bartoletti op een Testore altviool, Sandro Meo op een Ventapane cello en vooral de buitengewone  Riccardo Cechetti op een Bösendorfer. Historische instrumenten gebruiken is niet zaligmakend, de solisten moeten vooral oog hebben voor de intenties van de componist. En dat gebeurde hier in overtreffende mate :  hun uitvoering was zo roerend mooi, zo trefzeker en ingeleefd in de geest van Brahms dat ze nooit overtroffen werd en nog altijd de standaard is (Symphonia). Het zeldzaam maar aangepast en natuurlijk gebruik van vibrato door de strijkers is opmerkelijk en Riccardo Cechetti speelt de klavierpartij verbluffend accuraat. Een tijdloze klassieker.

    12-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Trio für Klavier, Klarinette und Violoncello op. 114
    Brahms en de klarinet, dat was liefde op het eerste gehoor en inspireerde de componist tot enkele van zijn mooiste werken. Dit trio wordt uitgevoerd door het beroemde Abegg Trio, dat voor het eerst historische instrumenten bespeelt : Birgit Erichson op een cello van Andrea Castagnieri uit 1747, Ulrich Beetz op een viool van Nicolas Lupet uit 1821(Tacet). Jammer genoeg staat spelen op een historisch instrument niet garant voor een perfecte uitvoering : beide solisten kunnen dan ook hun verleden niet vergeten en gebruiken flink vibrato waar dat ook kan. Gerrit Zitterbart speelt op een Hammerflügel van Johann Baptist Streicher ; hij is bekend als specialist van oude instrumenten en dus is zijn spel perfect aangepast. Martin Spangenberg speelt op een kopie van een historische klarinet en doet dat onberispelijk :  de hemelse hoge noten en de zacht brommende lage klinken nergens schel of hard. De mooiste stukken zijn de dialogen tussen klavier en klarinet waartussen de cello geen vibrato kan produceren. Schitterend. 
    Op dezelfde CD staat ook een Trio für Klavier, Violine und Violoncello dat van Brahms zou kunnen zijn. Het is een passioneel en virtuoos werk dat door het vibrato van beide strijkers grotendeels verknoeid wordt. Hier kan Gerritt Zitterbart alle klankrijkdom uit zijn instrument halen.

    11-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Trio für Violine, Horn und Klavier Op. 40
    Dit had de perfecte uitvoering kunnen zijn. Teunis van der Zwart is één van beste natuurhoornisten van het ogenblik en hij speelt schijnbaar moeiteloos op een natuurhoorn van Lorenz uit 1845 : de donkere, warme toon van de hoorn klinkt inderdaad als een Waldhorn met alle mogelijke nuances. Alexander Melnikov speelt op een Bösendorfer uit 1875 en doet dat in de sfeer van Brahms. Het probleem ligt bij Isabelle Faust, ongetwijfeld een schitterende violiste ...van de oude school d.w.z. zonder inzicht in de HIP. Ze speelt op een (gemoderniseerde) Stradivari zonder darmsnaren en met een gruwelijk vibrato dat vooral in het Adagio mesto contraproductief werkt : de innige dialoog tussen de hoorn en de viool bereikt door haar vibrato het tegengestelde effect : het klagende motief wordt een jammerklacht.
    Op dezelfde CD staan ook de Sonate voor viool en piano op. 78 waar Faust het alweer verknalt door haar vibrato (hoe mooi is de zuivere toon !) en de Fantasien op. 116 waar Melnikov niet de innerlijke diepte of bezieling bereikt van Jan Michiels.

    10-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Trios für Pianoforte, Violine und Cello Op. 8, 87 & 101
    Tussen het eerste (oorspronkelijke versie) en het laatste trio liggen 35 jaar : een enige kans dus om de evolutie van Brahms te volgen. Jammer genoeg bestaat er geen enkele opname die voldoet aan de basisvereisten om geslaagd te worden genoemd. Er is een versie met Renaud Capuçon (viool) en Gautier Capuçon (cello) op zgn. historische instrumenten, maar daar is niets van te merken. Ook hun interpreatie met een enerverend mekkerend vibrato mist elk inzicht. Nicolas Angelich op een moderne piano is ook al geen pluspunt. Te mijden dus. Afwachten. 

    09-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Sonaten für Klarinette und Klavier Op. 120 Nr. 1 & 2
    Brahms schreef deze sonates in 1894, drie jaar voor zijn dood, maar daarvan is hier niets te merken, het is geen testament. Het zijn melancholische maar lebensbejähende rijpe composities. De eerste sonate is beroemd omdat ze alle kenmerken van zijn muziek inhoudt : zijn verering en eerbied voor Bach (letterlijk citaat van een koraal), motieven die zijn levensfilosfie uitdrukken f(rei) a(ber) e(insam) en zijn liefde voor Clara Wieck-Schumann b(rahms) en c(lara). De tweede sonate is een eerbetoon aan de componisten die Brahms hebben beïnvloed : Bach (koraal en polyfonie), Beethoven (ritme), Schubert (dialoog tuusen de instrumenten) en Schumann (passionele romantiek). Onder de vingers van een traditionele klarinetspeler zonder historisch besef en met continu vibrato kunen deze werken heel sentimenteel overkomen. Gelukkig bestaat er een opname zonder deze ergerlijke fouten : Kyrill Rybakov speelt heel ernstig (maar speels waar het moet en natuurlijk zonder vibrato) op een copie door Rudof Tuz van een B-klarinet Systeem Ottensteiner uit 1879. De B-klarinet kan misschien wat somber overkomen  maar is historisch perfect verdedigbaar. Anna Zassimova speelt met veel toewijding en ernst op een sonore Carl Bechsteiner uit 1876. Beide solisten zijn perfect op elkaar ingespeeld. Een echte aanwinst (ANTES Edition).  Op de CD staan ook de Fantasien für Klavier solo Op. 116 door Anna Zassimova in een wel erg traditionele uitvoering die absoluut niet kan tippen op de opname met Hardy Rittner.

    08-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Violinsonaten Op. 78, 100 & 108
    Nog mooier dan de sonates voor cello en pianoforte, zijn deze voor viool en pianoforte : hoogromantische composities met de typische grondtoon van emotie en passie en die ondertoon van melancolie, weemoed en heimwee naar een verloren paradijs. Maar Brahms is een beheerst romanticus en zijn spraak wordt nergens hoogdravend of bandeloos, ook niet in bepaalde klankuitbarstingen. De viool draagt het melos en de pianoforte speelt een complexe rol : aanvullend, dialogerend, versierend, verdiepend. Vooral opus 108 is een uiterst mooi werk. Gelukkig weer een uitvoering die Brahms respecteert  en de juiste instrumenten bespeelt: Ilia Korol speelt op een gemoderniseerde kopie van een Cremonese viool, gemaakt door Cai von Stietencron ( alle bespeelbare Stradivari werden in de 19de eeuw gemoderniseerd, authentieke exemplaren vindt men alleen nog in enkele musea), Natalia Grigorieva bespeelt een Streicher uit 1870 ; beide solisten zijn lid van het Ensemble modern_times dat, ondanks zijn naam, naar HIP neigt, zonder daarin puristisch te zijn en dus matige vibrato toepast (Challenge Classics).


    07-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Cello-Sonaten Op. 38 & 99
    Twintig jaar liggen er tussen deze twee sonates voor cello en pianoforte :  in het Allegro van de eerste klinkt een mini "Kunst der Fuge" als een staaltje van Brahms kunde om oud en nieuw te verzoenen ; in de tweede zijn het Allegro affettuoso en het Allegro passionato prachtige voorbeelden van de emotioneel-passionele late Brahms. Een opname uit 1992 (!) spant nog steeds de kroon : twee aanstormende Nederlandse supertalenten spelen hier een vlekkeloze uitvoering - in de eerste vooral geconcentreerd rond de cello, in de tweede vooral rond het klavier : Pieter Wispelwey op een 19de-eeuwe Boheemse cello, Paul Komen op een Josef Riedel uit 1865 (Channel Classics). Het was Wispelwey zijn bedoeling niet er een HIP van te maken en zijn tamelijk ruim vibrato maakt dat ook duidelijk. Door zijn meesterlijk spel stoort dat niet te danig. Leuk detail : op de hoes en het inlegboekje wordt de geboortedatum van Brahms 1774 (i.p.v. 1833) en zijn sterfdatum 1856 (i.p.v. 1897). Een vergissing of een inside joke

    06-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Fantasien Op. 116, Intermezzi Op. 117, Klavierstücke Op. 118 & 119
    De laatste werken voor piano worden ook hier gespeeld door de dertigjarige Hardy Rittner en het resultaat is alweer fenomenaal ; de intentie van elk deeltje wordt perfect weergegeven  : melancolie, de typische dolce agitato en met brio waar het voorgeschreven staat (maar niet met de lege virtuositeit van de deelnemers aan het Koningin Elisabeth Circus). Vooral de Johann Baptist Streicher uit 1870  maakt het Rittner mogelijk alle kleuren en nuances uit te drukken. Het andere instrument (J.M. Schweighofers Sohne uit 1876) klinkt meer als een vroege Steinway.
    Een waardig alternatief is de opname met een Jan Michiels op een Bösendorfer uit 1884 die dus uitermate geschikt is (Eufoda) en het resultaat is schitterend : elke miniatuur (want daarop lijken deze stukken met hun rijkdom aan details en kleuren maar zonder overbodige fiorituren) wordt precies vertolkt zoals Brahms aangeeft. Het is uitgepuurde, gebalde muziek, waarin de typische Brahmsiaanse, romantische melos vloeit ondersteund door de emotionele intensiteit en compositorische, expressieve inventiviteit en met die elegische ondertoon, typisch voor de rijpe werken van de componist. Magistraal vertolkt en schitterend opgenomen (1996 !)

    05-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Werke für Klavier
    Het Scherzo Op. 4 is een jeugdwerk : Brahms was amper 18 jaar toen hij dit onstuimig werkje schreef, sterk onder de invloed van Schubert. De Walzer Op. 39 zijn (bedrieglijk) eenvoudige werkjes die heel wat populariteit hebben verworven onder amateur-pianisten. De Klavierstücke Op. 76 draaien rond levendige Capriccio's afgewisseld door gracieuze Intermezzo's. De Zwei Rhapsodien Op. 79 ten slotte : de eerste is erg bewogen, de tweede passioneel en dus zeer typisch voor Brahms en de romantiek. Deze werken worden met enorm inlevingsvermogen  en getrouw vertolkt door de integere Duitse Pianist Hardy Rittner die zich ontpopt tot Brahms specialist, wars van alle lege virtuositeit (MDG).

    04-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms : Klaviersonaten Nr. 1 Op. 1 & Nr. 3 Op. 5
    In de sonate nr 1 (eigenlijk de 2de) probeert Brahms Beethoven en Liszt te verzoenen, zodat bezonken delen afwisselen met briljante en het resultaat nogal tweeslachtig is. In de finale horen we wel de toekomstige Brahms en is die best geslaagd. In de sonate nr 3 heeft Brahms de zware erfenis van Beethoven en Liszt afgeschud en zijn eigen toon/spraak gevonden : passioneel, soms schwärmerisch en evenwichtig. In de finale horen we het beroemde f(rei) a(ber) e(insam) motto - dat ook in latere werken terugkeert - en de referentie naar Haydn.  Hardy Rittner bespeelt nu een Ignaz Bösendorfer uit 1850 (MDG) en het resultaat is alweer prachtig : geen enkele pianist heeft de muziek zo getrouw weergegeven en de diepe betekenis ervan blootgelegd. Onmisbaar.

    03-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brahms: Klaviersonate Nr. 2 Op. 2
    Dit is in feite de eerste pianosonate, een soort Proeve van Meesterschap van de jonge componist die erg schatplichtig is aan Liszt : onstuimige klanken met veel bravoure die indruk moesten maken. Ze wordt perfect gespeeld door Hardy Rittner op een Johann Baptist Streicher uit 1851 (MDG). Het is opvallend hoe op een aangepaste piano dit werk zo veel authentieker en begrijpelijker klinkt : op een moderne Steinway bv. uitgevoerd door een (platenmaatschappij)virtuoos, klinkt ze als een pastiche van de Koning van de Kitsch. Op dezelfde CD (Early Piano Works) staan ook de delicaat poëtische Variationen über ein Thema von Robert Schumann Op. 9 en de Ballades Op. 10, ook hier subliem gespeeld om de echte ballade-stemming weer te geven. De vierde ballade is een ontroerende hommage aan Schumann. 

    02-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JOHANNES BRAHMS
    Na Beethoven is dit de grootste componist van Westerse klassieke muziek : zijn muziek is een perfecte synthese van Bach en  Beethoven, van de strenge opbouw van de eerste en de ongebonden maar konsekwente stroming van de tweede, verzoent classicisme en (echte) romantiek, emotie en rede. Zij is zo boeiend dat men bijna vergeet hoe minutieus doordacht en intelligent ze is in haar opbouw (in die zin vertoont ze gelijkenis met die van Bach, naar wie Brahms trouwens vaak verwijst). Zijn rijpe werken hebben een heel eigen toon/spraak die ze onderscheidt van andere componisten : sensueel en passioneel met tussensluipende gevoelens van heimwee en stil verdriet.
    Brahms is een echte vertegenwoordiger van de romantiek in die zin dat de spanningen en conflicten in zijn muziek noch retorisch (Bach) noch dialectisch (Beethoven) zijn, maar puur muzikaal : tussen lyriek en dramatiek. Na de Eeuw van de Rede snakten kunstenaars naar een (subjectief)  gevoel van vrijheid en verbeelding. In feite was hun kunst een typisch voorbeeld van vlucht uit de harde werkelijkheid van het leven naar een innerlijke (geromantiseerde) wereld.

    01-05-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boccherini : Quintetti per archi
    Wat het (goedkope) label Brilliant Classics heeft gedaan is bewonderenswaardig  : vanaf 2004 heeft het de strijkkwintetten (2 violen, 1 altviool en 2 celli) op CD gezet ! Ze werden op onovertroffen wijze ingespeeld door La Magnifica Comunità, bestaande uit Enrico Casazza en Isabella Longo (viool), Alassandro Lanaro (altviool) en Luigi Puxeddu en Vittorio Piombo (cello), die bovendien authentieke instrumenten bespelen (jammer genoeg wordt niet gespecificeerd om welke instrumenten het hier gaat) en volledig volgens de regels van de Historically Informed Performance. Feilloos.
    Op. 10 (Gérard 265-270) illustreert alle kwaliteiten van Boccherini : echte, pure muziek, vol verrassingen en onverwachte wendingen, maar ook soms wondermooi als het meesterlijke Minuetto con variazione uit G 270. Boccherini combineert de zoete melancholie en de natuurgeluiden en -imitaties van de Italiaanse barok, de zangerigheid van de Italiaanse opera, de volkse inslag van Haydn, de elegantie van de preklassiek en de versieringen van de roccoco. Tussen de verschillende instrumenten heerst een onberispelijke harmonie en balans. Het nadeel is wel dat Boccherini geen eigen, herkenbare stijl schijnt te bezitten...maar schijn bedriegt : het is precies dat samensmelten van verschillende invloeden dat hem uniek maakt.
    Op. 11 (G 271-276), eveneens in 1771 te Madrid gecomponeerd, heeft dezelfde kwaliteiten : een bewonderenswaardige helderheid en harmonie tussen de vijf instrumenten ; ook hier worden (Italiaanse) cantabilità en (Spaanse) volksmelodie met elkaar verweven, af en toe onderbroken door dramatische akkoorden en accenten, en speelt de cello een belangrijke rol als harmonisch of solo element. Vooral de laatste drie kwartetten van het opus bereiken een hoog niveau en kunnen de vergelijking met de kwartetten van Haydn doorstaan. Ze zijn ook meer thematisch opgebouwd en hebben een langere melodielijn. G274 heeft een innig mooi Larghetto en Minuetto. Het Amoroso van G275  (con sordino) is briljant en spiritueel. Het beroemde Minuetto wordt niet gebanalisserd door de traagheid van uitvoering maar volks, levendig gespeeld. Het virtuoze Rondeau bewijst hoe onderschat Boccherini is.  Het even befaamde Allegro giusto uit G276 is een natuurtafereel waarin de vogels zingen tegen de achtergrond van het natuurgeruis. Het Allegro is een perfecte imitatie van herdersgezang en jachthoorns. Vivaldi, maar mooier...
    In Op. 13 uit 1774 (G277-282) vervangt Daniel Formentelli Alessandro Lanaro op altviool. G 277 is het minst geïnspireerd en lijkt op maakwerk (maatwerk voor zijn baas ?) ; de muziek meandert en fladdert van motief naar motief op zoek naar een melodie. Het Allegro maestoso van G278 begint als een opera ouverture en vervolgt met een aria en een duet ; opmerkelijk mooi is de cello partij (de componist-cellist !). Het Larghetto is alweer een langoureus stukje opera. Het Presto valt op door zijn barokke virtuositeit. G 279 heeft alweer opera trekken : het Prestissimo beklimt een toonladdertje en vult aan met een zwierig instrumentaal spel met dramatische accenten ; het Largo ademt weer de cantabila opera sfeer met de bekende dramatische accenten; de cello speelt een mooie concertante, de viool zijn smachtende diva rol. Het mooie Minuetto heeft weer enkele dramatische accenten en in het Trio speelt de viool zijn virtuose rol als coloratura. Het Presto is sterk ritmisch, met herhaling van een obsessief thema, de viool speelt virtuoos en wordt in balans gehouden door de cello. G 280 is veel mooier : het Allegro is één van de meest overtuigende door de zangerige melodie concertant gebracht en treffend door de balans tussen de instrumenten ; ook de opera-achtige onderbrekingen zijn weer van de partij. Het Andante is , zoals gewoonlijk bij Boccherini, het mooist : een concertante melodie waarin de cello in een zo hoog mogelijk register zingt. De verrassende Fuga lijkt wel een eerbeton aan Bach. Ook G 281 is zeer mooi : het kwintet begint met een melodie zo zoet als een liefdeslied en met smachtende tremolo's ; ook hier is de verdeling over de verschillende instrumenten exemplarisch. Het Allegro giusto is sterk ritmisch en verwijst naar Spaanse folklore.  Het Presto klinkt als een saltarello of een Spaanse alta danza. G. 282 is het mooiste van de zes en lijkt wel een divertimento van Mozart ; het is afgewogen, pure klassieke muziek, zonder de bekende verwijzing of referentie naar opera en volksmuziek en dus zonder de dramatische onderbrekingen. Klasse.
    Op. 18 is alweer een voorbeeld hoe Boccherini erin slaagt een perfecte harmonie te creëren tussen de vijf instrumenten. Het bewogen Allegro van het eerste kwintet (G 283) is een pittoresk natuurtafereel, een onschuldige imitatie van een onweer en windvlagen onderbroken door windstille momenten. In het Grave speelt de viool een gevoelige, opera-achtige melodie, de andere instrument spelen de rol van orkestbegeleiding. Het Minuetto is licht zwevend, als een elegent danspaar in een kostuumfilm. In het stormachtige Allegro hoort men wind- en regenvlagen en af een toe een donderslag en een blikseminslag. In het Allegro assai van het tweede kwintet (G 284) hoort men na de inleidende en terugkerende pirouettes, vogelgekweel. Het Adagio vormt weer het Herzstück en lijkt op een dialoog tussen de hoge (vrouwelijke) en lage (mannelijke) instrumenten. Het Minuetto lijkt door de syncopes op een huppelende dans ; het Trio doet het rustiger aan met prachtige cellomomenten. Het Allegro assai verloop opgewekt en snel, fuga-achtig. In het Allegro molto van G 285 volgt na een fanfare signaal een vrolijke rondedans (à la Goya) met hoornsignalen. Het Larghetto lijkt op een opera duet tussen sopraan en bariton. In het Tempo di minuetto verlevendigen syncopes en voorslagen (in het Trio) het ritme. Het Rondeau Allegro is Spaanse rondjes draaien afgewisseld door een huppelend ritme en onderbroken door zware akkoordslagen. Het Allegro van G 286 is opgebouwd uit opeenvolgende motiefjes die uit elkaar voortvloeien; tussen elke herhaling hoort men een "fluitend" thema in de lage strijkers. De cello mag nog eens leiden naar een aria in de viool. Het Largo Cantabile is een mini opera aria als een vroege maart. Het Allegro assai heeft (alweer) opera allures :een ouverture met dramatische en minder dramatische accenten. Het Andantino is een speels intermezzo en een treurige afscheidsmelodie tot de herhaling van het Allegro dat met drie drie slagen besluit. Het Allegro moderato van G 287 is ongewoon lang : de opeenvolgende motieven worden gevarieerd en onderbroken door de cello, eerst in het hoge register, de tweede maal in het lage en ten slotte als voorbereiding op een dramatisch moment. In het Allegro con moto wordt het moto vanuit allerlei hoeken geanalyseerd en gedramatiseerd. In het Grave van G 288 wordt de melancholische melodie gevolgd door stijgende/dalende tegenmelodie, waarna een derde variante volgt die op haar beurt wordt gevolgd oor een variante met zeer ernstige accenten ; daarop volgt een romantisch thema en een variatie op de inzet die klinkt als een gebed. Het Allegro is een volksdans (een schilderij van Goya ) met horlepiep en doedelzak inmitaties. Het Minuett is een langzame dans die gevarieerd wordt, dan versneld, dan met roccoco variaties en eindigt met een herhaling. Het Presto wordt gekenmerkt door snelle loopjes van de viool maar eindigt in mineur.
    Het op. 39 bestaat uit 3 uitzonderlijk mooie, meeslepende strijkkwintetten die lust geven om te dansen ; de 2de cello is er vervangen door een contrabas ; dit resulteert in een kleurrijker en dieper klankbeeld. De melodie blijft natuurlijk primeren (Boccherini blijft trouw aan zichzelf) en van thematische uitwerking is geen sprake : Boccherini is een wat extraverte Spaanse Italiaan, geen introverte Weense klassieker. G 337 begint met een luisterrijk Andante lento dat eindigt in schitterende effecten wanneer de cello de melodie afmaakt. Het Allegro vivo is gevuld met gitaar imitaties, een volksdans, en een hoofse dans in het Tempo di menuetto. Het Allegro hervat ongeveer dezelfde melodie in hetzelfde tempo. Het Allegro ma non tanto treft door de nachtigaal imitaties en vervolgt met de cello in de hoofdrol ; het Tempo dit Minuetto is een cantabile melodie met opera-achtige interventies en typische barokke motoriek en wordt afgewerkt door een korte inval van de cello ; het Tempo 1 is een bijna letterlijke reprise. In het Allegro vivo ma non presto keert dezelfde motoriek terug, kort ingevuld door mooie optredens van de cello ; de melodie(tjes) volgen elkaar naadloos op, altijd vrolijk en extravert met een volks ritme en af en toe een dynamische opstoot. Het Adagio ma non tanto is een aria, zo uit de Italiaanse opera weggelopen met de nodige melodramatische ondertoon; ze wordt begeleid door subtiele pizzicati die doen denken aan gitaarklanken, en diepe strijkers. Het Minuetto sluit direct aan in de bekende stijl en een wat heftiger, dynamischer vervolg ; het Trio is een melancholisch Spaans lied met schitterende uitwisselingen tussen de instrumenten ; de reprise bevat geen verrassingen. In het Allegro vivo horen we een virtuoze opeenvolging van verschillende "stemmingen" die gaan van intiem melancholisch over sterk dramatische momenten tot een rtrimisch, dynamisch, triomfantelijk ouverture-achtig motief.Het Allegro vivo van G 339 bestaat uit een opeenvolging en herhaling van motiefjes met een mooie af- en uitwisseling van instrumenten (geen dialoog) waarin elk instrument de gelegenheid krijgt te brilleren en vooral de cello in de solo momenten begunstigd wordt. In de Pastorale heerst de landelijk, wat lome sfeer ; ze is zeer picturaal en doet denken aan een barok schilderij met berg, dal en een open plek waar een herder, leunend op zijn drijfstok, rustig zijn kudde gadeslaat en af en toe een signaal stuurt naar een collega ; het echo-effect is een element in de sfeerschepping. De Finale is een dynamisch stuk muziek met wat griezelige "sul ponte" effecten in de cello tegenover de lieflijke resp. hartstochtelijke melodie van de violen in een volkse, zigeunerachtige toon. De vertolkin door La Magnifica Comunità is alweer onovertroffen : het ensemble weet als geen ander de typische melodievoering, ritme en dynamiek van Boccherini's muziek weer te geven ; cellist Luigi Puxeddo is weer de ster.

    14-04-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boccherini : Six Quatuors pour le clavecin ou pianoforte, violon, viola et basse obligée (G 259)
    De kwartetten zijn een bewerking van de Quartettini op. 26 die Boccherini in de loop van 1778 componeerde ; de 1ste viool is er vervangen door een pianoforte. Boccherini leefde toen al 10 jaar in Spanje en had zich de Spaanse muziek eigengemaakt. In zijn splendid isolation in het kasteel van zijn beschermheer Don Luis, ver van de intriges van het hof in Madrid,  kon hij eindelijk aan het componeren gaan i.p.v. als cello virtuoos te fungeren. Hier horen we al die typische melodiek van Boccherini die de volgende 20 jaar nauwelijks zou evolueren, een mengeling van Italiaanse cantabilatà, Spaanse hofmuziek en ditto volksmuziek, en die ver stond van het gesofisticeerde Weense model. De kwartetten met het opmerkelijk klankspectrum van de prachtige pianoforte (een copie van een Johann Andreas Stein uit 1793 door William Jurgenson) klinken delicater, genuanceerder, eleganter, subtieler en intiemer, ook door het perfect harmonisch samenspel van de drie strijkers van La Real Camara (Emilio Moreno op een Antonio Gagliano uit 1760, Antonio Clares op een copie van een Stradivari door Corradi Belli en Mercedes Ruiz op een cello van Caressa & Français uit begin 19de eeuw) en de geraffineerde ritmiek. De hoofdprijs gaat alweer naar Arthur Schoonderwoerd die na zijn opmerkelijke vertolkingen van de pianoconcerto's van Beethoven en Mozart een nieuw juweel aan zijn kroon toevoegt (Glossa).

    13-04-2011 om 00:00 geschreven door authentiek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs