Wie van ons weet wat een cuesta is? Mijn dochter uiteraard, zij is geologe. Maar mijn kleindochter in het vierde studiejaar leert evengoed over de cuesta van het Waasland. Daarnaast krijgt ze stilaan de breuken onder de knie. Spelen met de poppen is al lang niet zo interessant meer als zelf via de pc een mail sturen naar de meester, met een tekstje voor zijn blog. En je kan natuurlijk op de pc in een filmpje over de jodenvervolging in WO II dingen leren zoals "Davidsster", concentratiekamp of razzia. Voor de nieuwsgierige leerling is de school al lang niet meer het saaie klaslokaal met de (eventueel verdroogde) geranium op de vensterbank.
Maar nu weet je nog niet wat een cuesta is. Ik zou zeggen: "google" zal het u leren. Want de school moet je helpen om zelf dingen te ontdekken, redzaam te worden.Toch blijf ik mij verbazen.
Muziek, tekst en gevoelens gaan sinds de vroege barok samen.
Noord Europese componisten trokken in de vroegbarok de Alpen over om in Venetië bij Gabrieli en Monteverdi de nieuwe muziekpraktijk te leren. De seconda prattica heette die. De revolutionaire muziekvernieuwers waren in hun naamgeving bescheiden. Prima prattica bleef de oude polyfonie.
Nieuw was de opvatting dat je met muziek bij de luisteraar gevoelens kon oproepen. De trillingen van de muziek wekken de levensgeesten en deze raken het gemoed van de mens.
We moeten bedenken dat de componist uitging van een aantal kernwoorden in de tekst en dat hij daarvoor vaste schemas gebruikte. In de barok werden woorden met een positieve betekenis weergegeven in stijgende toonreeksen, negatieve betekenissen gingen gepaard met dalende melodieën. Op dezelfde manier werden de maatschappelijke verhoudingen uitgedrukt:
Uitspraken van knecht tot ridder of van de mens tot God stijgend
Dalend spreekt God tot de mens of de ridder tot zijn knecht
Weet je wat ik leuk vind aan de twee koren die ik tegenwoordig dirigeer? Bijna nooit - zowel in de repetities als in de uitvoeringen - zingen zij onder de toon of zoals het populair gezegd wordt, zakken zij. Ik heb mij dikwijls afgevraagd bij een vorig koor wat de oorzaak kon zijn van dit euvel. Er zijn theoretisch verschillende oorzaken denkbaar. Niet genoeg opgewarmd zijn, vermoeidheid, een fundamenteel verkeerd gebruik van de ademhaling, onzekerheid, slecht luisteren, nonchalance en/of gebrek aan tonus. Het kan ook aan de manier van dirigeren liggen (maar wees gerust, ik ga u niet alle truken van de foor leren). Wat er ook van zij, zowel KORILE ans MaN lijden dus niet aan deze kwaal. En gelukkig maar, want als ik echt vals hoor zingen, dan krijg ik tandpijn of ... dan wordt het lachen zoals een aap met kiespijn.
Merkwaardig verhaal over Engeland. Sinds vorige week is daar het druïdisme officieel erkend als godsdienst.
Ons beeld van de druïden is grotendeels verkeerd. Wij zien een druïde immers als een oude man met een baard die een lang wit gewaad draagt met aan z'n riem een sikkel. Dit terwijl Druïden zowel in het zwart als in het wit gekleed konden zijn, wit was echter wel de overheersende kleur. De reden waarom een druïde als een oude man werd gezien is heel simpel: vooraleer men druïde kan worden moet men de opleiding van bard en ovaat afronden, tegen die tijd echter is men al een man van hogere leeftijd.
De benaming "druïde" is afkomstig van het Latijnse woord "druida" en ook van het Keltische "druveid", wat betekent: "die de eik ziet". Gezien druïden een grote kennis bezaten en de veertaling van "druiden" eigenlijk te maken heeft met bomen, kunnen we besluiten dat een druïde een kenner van de bossen of een "boswijze" was. Dit geeft ons een idee van wie de druïden werkelijk waren, mannen en vrouwen die nauw verbonden waren met de natuur.
De heilige boom was de eik, een boom die voor hen meer dan welke andere boom vervuld leek met symboliek. Zo vormde de eikenboom het symbool van de wijze man die zijn kennis onder de leerlingen verspreidt, vergelijkbaar met de eik, die zijn vruchten zo wijd mogelijk om zich heen rondstrooit.
Druïden hadden zeer veel functies en voordelen tegenover anderen, zo moesten ze onder andere geen oorlog voeren en geen belastingen betalen. Door hun inzichten, voorspellingen en genezingen genoten deze wijze mannen groot aanzien bij het gewone volk. Zij waren onder andere al in staat om zons- en maansverduisteringen te 'voorspellen'. Ook waren zij zeer goed op de hoogte van de werking van geneeskrachtige kruiden. Ze werden als een soort wijze mannen of medicijnmannen beschouwd die zich bezighielden met het onderwijzen van de religieuze traditie en met de opvoeding. Ze werden ook nog gezien als magiërs, dichters en filosofen. Hun cultusplaatsen bevonden zich in eikenwouden.
In de eerste eeuw voor Christus brachten de druïden ook mensenoffers, niet in een tempel maar in het diepste van een "heilig" woud. Dit hield in dat de Kelten bepaalde groepen bomen net zo heilig beschouwden als wij tempels en kerken. Gewone mensen mochten niet te dicht bij zo'n heilig bos komen. Daar hielden de druïden toezicht op. De Romeinse dichter Lucanus beweerde dat de Kelten de heilige bomen lieten verwilderen: ze lieten de bomen naar elkaar toegroeien zodat de kruinen het zonlicht tegenhielden. In deze boomgroepen waren beelden van goden uitgehakt in de boomstammen. Op deze heilige plaats werden de offers gehouden. Voor alle vier de natuurelementen hadden de druïden een verschillende dood, namelijk ophanging voor lucht, verdrinking voor water, verbranding voor vuur en levend begraven voor aarde. De personen die geofferd werden waren gewoonlijk krijgsgevangenen, verstotene of misdadigers. Wanneer er zeer weinig misdadigers waren, durfde men ook wel eens gewone burgers te offeren. Uit hun stuiptrekkingen meenden de druïden de toekomst te kunnen voorspellen.
Op een zonnige zondag in oktober, alhoewel ' 't is weer voorbij die mooie zomer'. Aperitieven met twee koren. Klachten van de MaN-mannen over de aankleding van de zaal: boven hun hoofden kartonnen Cavaflessen, in plaats van echte, al had een tonnetje wijn voor de chevaliers ook niet misstaan. Talrijke vrijwilligers die het maar weer mogelijk maakten om alles gesmeerd te laten verlopen. De elektronica die ons in de steek liet, maar toch een enthousiasmerende Music Family. Koren die er zin in hadden. Het leven is mooi. Borgerhout wenkt!
In de komende twee concerten zitten er weer een paar blokken waarin het publiek gevraagd wordt om mee te zingen. Het gaat dan niet alleen om hen te behoeden tegen het indommelen. Er is natuurlijk de kick om een hele zaal actief te laten meedoen met wat er in het koor gebeurt. Maar er is meer! Heel misschien zit er tussen het publiek iemand die ineens zegt: oh, zingen is leuk, dat wil ik ook wel eens gaan proberen. En misschien nog beter: een deuntje dat blijft hangen en dat een of andere mama of oma doorgeeft aan haar nageslacht. Wij hebben het zingen een beetje verleerd, maar oud geleerd is jong gedaan. Tussen haakjes: vergeten jullie niet de openrepetitie die we in Leest houden op 5 oktober in Zaal Ter Coose? Zelfde doelstellingen als hierboven, maar in intieme kring.
De priester Licinio Refice, verantwoordelijk voor de compositie van meer dan 30 missen, veroorzaakte sensatie door zich ook aan opera's te wagen en ze nog zelf te dirigeren ook. Hij had nochtans illustere voorgangers, zoals de "rode priester" Vivaldi. Maar daar gaat het mij eigenlijk niet over vandaag. Wat er zo merkwaardig is, is zijn manier van doodgaan: hij stierf namelijk toen hij in Rio de Janeiro de opera Cecilia dirigeerde, waarin Renata Tebaldi de titelrol zong. Is er een mooiere manier denkbaar voor een dirigent? Met mij gaat alles goed en ik hoop van u hetzelfde. Op die manier mag het van mij ook, maar liefst nog niet aanstaande zondag.
Op 30 september 1955 overlijdt Amerikaanse filmacteur James Dean aan de gevolgen van een auto-ongeluk op een kruising met Higway 466 (tegenwoordig de James Dean Memorial Junction). James Dean heeft drie films op zijn naam, waarvan hij er maar 1 in première heeft zien gaan. Dean kreeg de hoofdrol in 'Rebel Without a Cause' van regisseur Nicholas Ray (1955). Hierin speelde hij aan de zijde van Natalie Wood het personage van Jim Stark, een tiener die overhoop ligt met zijn ouders en niet goed weet hoe hij zich als een 'man' moet gedragen. Zijn uiterlijk, zeer korte carrière, levensstijl en de omstandigheden waaronder hij op zijn 24e overleed, maakten van Dean een cultvoorbeeld voor met name de jeugd die in of vlak na de oorlog werd geboren.
Ik ben wel tevreden over de repetitie van gisterenavond, waar voor de eerste keer twee koren die mekaar niet kennen, samen aan de slag gingen. Zo een integratie is natuurlijk een stuk gemakkelijker als ze allebei door dezelfde dirigent voorbereid zijn. En als het dan allemaal een beetje meevalt, dan zie je ook ineens dat de koorleden met een stuk meer zelfvertrouwen en musiceervreugde beginnen op te treden. Ik weet wel dat kamerkoren - vooral als ze mensen met een gedegen muziekkennis - bijzonder aantrekkelijk zijn omdat ze een repertoire kunnen aanboren dat voor hun opvang, zeg maar op hun lijf, geschreven is. Voor de wat minder ver gevorderde amateurkoren heeft het echter zeker voordelen als de schaal wat groter is: je moet niet langer staan schudden en beven als er eens een lid op vakantie gaat. Je voelt je sterker in een wat grotere groep. Bovendien, en dat gaat nog maar eens over repertorium, kan je andere dingen aan. Tot mijn verrassing hoorde ik echter achteraf dat sommige mensen de indruk hadden, dat ze nu wat minder aandacht van hun dirigent hadden gekregen. Met de hand op het hart kan ik wel zeggen dat ik mij daar niet van bewust was, maar dit heeft zeker ook te maken met de ongewone verdubbeling van het aantal zangers. Om het met Johan Cruyff te zeggen "elk nadeel heb zijn voordeel".
Zijn we er klaar voor? Ja, we zijn er klaar voor. Deze week ontmoeten KORILE en MAN mekaar drie keer: twee repetities en een eerste concert. Morgen, dinsdag, gaan we onze koren op mekaar afstemmen, eens kijken naar de goede opstelling, soundchecken met de "Music Family", hier en daar een probleempje uitvlakken. We beginnen om 20u30 stipt, kom dus maar liever een paar minuutjes vroeger naar Leest. Donderdag is er dan de generale repetitie in Borgerhout. Vergeet niet dat we daar om 20 uur starten, niet te laat vertrekken is de boodschap. We lopen dan doorheen heel het concert en maken de laatste afspraken. Niet te missen als je niet voor aap wil staan op zondagmorgen.
De blog mag dan al een beetje verwaarloosd zijn, voor mij is er heuglijk nieuws. Na meer dan een half jaar is eindelijk mijn manuscript af (430 blz.) over Rusland. Niet dat er zo een spectaculaire dingen instaan, maar voor mijzelf is het dan toch een compendium over de Russische geschiedenis, de orthodoxe kerk, de muziek, literatuur en schilderkunst plus een overzicht van de mooiste plekken (zeer individuele keuze) in Rusland. Tijd om aan iets nieuw te beginnen. Misschien wordt het toch wel iets over Napoleon: dat ben ik aan mijn stand verplicht.
Zoals meer Belgen/Vlamingen stort ik af en toe wel eens iets op een rekening voor "het goede doel". De officiële media laten wel zien hoe hoog sommige noden zijn, hoe gerechtvaardigd sommige verzuchtingen, hoe schrijnend het contrast tussen onze welvaart en de rampspoed van anderen. Deze morgen was er een bericht op de radio dat mijn neiging tot geven en mijn goedgelovigheid flink op de proef stelt. Als ik het goed begrepen heb, zouden er in Pakistan 30.000 spookscholen zijn, scholen die alleen op het papier van het ministerie van onderwijs bestaan, maar die noch gebouwen, noch kinderen hebben. De zgn. leraren worden daarentegen wel iedere maand betaald. En we weten dat daarnaast Pakistan ook beschikt over een leger met atoombommen. Dichter bij huis zijn de misstanden in de Bulgaarse wees- en gehandicapteninstellingen (toch een lid van de EU) nog altijd niet uitgeroeid. Ik begin te denken dat ik liever ter plekke zou gaan, dan geld te storten. Uit mijn (Russische) ervaringen weet ik dat aanwezigheid vaak veel meer uithaalt dan het sussen van je geweten met een symbolische geldstorting.
Ik ben aan het denken gezet door de vraag van Peeters en Pichal vanmorgen op Radio 1: hoe zijn de slaagkansen voor interculturaliteit ? 6 burgemeesters, die het probleem zouden moeten kennen (Genk, Heusden, Lokeren, Sint-Niklaas, Gent en Zele) lieten zich bijzonder pessimistisch uit over de slaagkansen van interculturaliteit en integratie. Opmerkelijk daarbij is dat zij het dan steeds hebben over de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen. Ik ben er helemaal niet uit of integratie mogelijk/noodzakelijk is. Als ik even terugplooi naar een domein dat ik iets beter ken: de muziek, dan zijn er toch wel wat opvallende dingen. Neem nu de Koningin Elizabethwedstrijd: mijn herinneringen gaan terug naar de massale aanwezigheid van Japanners, Chinezen, Koreanen, Russen, zelfs een verdwaalde Syriër. Eén van de toonaangevende Bachuitvoerders van dit ogenblik is het Collegium Bach Japan o.l.v. Masaaki Suzuki. En op elke koorweek van Europa Cantat zie je (jeugd)koren uit China, Japan, Singapore, ... prominent aanwezig. Opvallend is echter de totale afwezigheid van zgn. Islamitische landen. Kan iemand mij uitleggen waarom (vooral na de 15e eeuw, toen de Moren verdreven werden uit Spanje) er zo een afgrond gaapt tussen culturen van zeg maar de islamitische wereld en de onze?
Vandaag worden er in het Toscaanse Forte dei Marmi twee en vijftig kaarsjes uitgeblazen door Andrea Bocelli en zijn nieuwe vrouw Veronica Berti. Bocelli werd geboren in Lajatico (Toscanië). Vanaf zijn geboorte leed hij aan glaucoom. In het begin kon hij nog een beetje zien, maar, na een ongelukje bij het voetballen, werd hij op twaalfjarige leeftijd helemaal blind. Ondertussen gaat hij al 28 jaar mee in het internationale circuit, waar hij uitgegroeid is tot een ster met grote allure. Het blijft hinken op twee gedachten: zijn grote debuut was met een overwinning op het festival van San Remo in 1994, succes dat hij in 1995 nog eens dunnetjes over deed met Con te partiro: het popgenre dus. Maar even goed schittert hij in de klassieke wereld en maakte hij schitterende opnames van bvb. het Requiem van Verdi. In 2005 heeft hij, vlakbij zijn geboorteplaats het Theatro del Silenzio geopend, waar hij in de maand juli zijn grote nummers ten gehore brengt.
Tijd om weer terug te gaan naar de aanstaande concerten van KORILE en MUSICA AD NIVES. Eén van de liedjes die Koor & Stem ons aanreikte in "Zingen tot morgenvroeg" is Domino van Clouseau. Clouseau beheerst al 23 jaar de scène in Vlaanderen. Hun hits behoren tot het collectief onderbewustzijn: Daar gaat ze, Als je lacht, Domino, Anne, Nobelprijs ... Koen Wauters mag dan al heel relativerend zingen over Domino: "ze hield niet van Clouseau, wel van Mozart en zo". Ik houd in elk geval van de schitterende begeleiding die dit lied ondersteunt en maakt tot wat het is.
Op een bepaald ogenblik is verjaren niet echt leuk meer. Maar ... ineens horen van mensen die je een plaatsje in je hart hebt gegeven is dan weer des te leuker. Zelfs in Rusland en Hongarije schijnen ze te weten dat er nog ergens een oude knar rondloopt in België die al lang niet meer in de spiegel op zoek gaat naar een bijkomend grijs haar. Bedankt en ... hopelijk geen jaar wachten vooraleer we mekaar zien, horen, kusjes geven.
Ik krijg er toch stilaan genoeg van: het lijkt wel of we ineens geconfronteerd worden met een onbekend fenomeen: de pedofilie. In een onverdachte krant als De Morgen wordt deze week door oud-rector Oosterlinck van de KU Leuven het verschijnsel in de kerk in een wat juistere context geplaatst. De commissie Adriaensen beschrijft 475 gevallen waarvan men redelijkerwijs mag aannemen dat ze over een periode van 30 à 40 jaar gaan: 10 à 15 gevallen gemiddeld per jaar. Dat doet natuurlijk niets af aan de gruwel van sommige feiten en praat niks goed.
Wil je misschien toch even noteren dat men het aantal pedofielen in een bevolking schat op 0,2 à 1 %: 20.000 tot 100.000 in België, 32.000 tot 160.000 in Nederland. Stop de eenzijdige aanval op de kerk.
Als we Rita en Fanny niey gehad hadden, ging het maar een mager beestje zijn, onze stand op UITKijk Mechelen. Maar gelukkig was Rita, ondanks een crash van haar pc toch nog op de proppen kunnen komen van foto's (weliswaar van voor 2008). Trek nu effe de standhouders af van de aanwezigen, en dan was het - toch zeker in de voormiddag - geen massale toeloop. Dat kon echter onze pret niet bederven. Van bij het inzingen was het duidelijk dat we het goed gingen doen. En ik heb dan ook met veel genoegen naar de beentjes gekeken: het beste beentje namelijk dat voorgezet werd. Leest mag gerust fier zijn op zijn aanwezigheid op deze vrijetijdsmarkt.
Heel eventjes was er een controverse: moest het nu sneller of juist langzamer? Deze discussie krijg je vaak in de klassieke muziek als de componist wel iets geschreven heeft als "allegro ma troppo" : iedere nieuwe editie wordt niet alleen beoordeeld op zijn muzikaliteit, maar vaak ook op de tempi die de dirigent heeft genomen. Een Bruno Walter deed het anders dan een Philip Herreweghe. En waarschijnlijk zou Mendelssohn het oneens geweest zijn met Harnoncourt als ze het over Bach hadden. Soms kan je heden ten dage terugvallen op een opname die door de componist of de originele uitvoerder zelf gemaakt is. Maar zelfs dat hoeft geen wet van Meden en Perzen te zijn: Muziek blijft iedere keer weer een herschepping.
Voor de onrustige zielen: luister eens naar Wannes Van de Velde in "Ik wil deze nacht". Deze uitvoering gaat er wel met een sneltreinvaart van door, en klopt blijkbaar niet met ons collectief geheugen. Hoe wij het doen zien we wel.
Raymond van het Groenewoud is een veelzijdige artiest die verschillende genres in z'n repertoire heeft steken. Rock, chacha, wals, kleinkunst, gospel, ... noem maar op hij heeft het wel al eens gedaan. En op enkele uitzonderingen zo goed als allemaal in het Nederlands.
Hij werd geboren in Schaarbeek op 14 februari 1950. In België dus, maar z'n ouders zijn afkomstig van Amsterdam. In de jaren '70 begon hij als gitarist bij Johan Vernimmen. Als snel vormde hij een eigen groep met oa Erik Van Neygen. Hij trad op de voorgrond en ging solo met een vaste begeleidingband: De Centimeters. In 1977 kwam de doorbraak met het album Nooit meer drinken. Daarop stond de hit Meisjes. De komende jaren stond hij op het festival Torhout-Werchter. Er volgende nog meer hits en hij had zelfs succes in Nederland. In 1981 trekt hij zich even terug uit de schijnwerpers en The Centimeters woren opgedoekt. Hij houdt zich bezig als producer en schrijft muziek voor films als Brussels by night. Hij maakt nog wel lp's maar het is vooral in 1990 dat hij helemaal terug is. Dan heeft hij zowel in België als Nederland een nummer 1-hit met Liefde voor muziek.
Hij maakt nog meer muziek, waaronder de hits Vanavond ga ik uit en Verlangen die door Clouseau worden opgenomen. In 1995 komt één van z'n mooiste pareltjes: Twee Meisjes, gecomponeerd voor de film Walhalla.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.