Muziek, tekst en gevoelens gaan sinds de vroege barok samen. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Noord Europese componisten trokken in de vroegbarok de Alpen over om in Venetië bij Gabrieli en Monteverdi de nieuwe muziekpraktijk te leren. De seconda prattica heette die. De revolutionaire muziekvernieuwers waren in hun naamgeving bescheiden. Prima prattica bleef de oude polyfonie.
Nieuw was de opvatting dat je met muziek bij de luisteraar gevoelens kon oproepen. De trillingen van de muziek wekken de levensgeesten en deze raken het gemoed van de mens.
We moeten bedenken dat de componist uitging van een aantal kernwoorden in de tekst en dat hij daarvoor vaste schemas gebruikte. In de barok werden woorden met een positieve betekenis weergegeven in stijgende toonreeksen, negatieve betekenissen gingen gepaard met dalende melodieën. Op dezelfde manier werden de maatschappelijke verhoudingen uitgedrukt:
Uitspraken van knecht tot ridder of van de mens tot God stijgend
Dalend spreekt God tot de mens of de ridder tot zijn knecht
Stijgend spreekt men van nu tot de toekomst
Dalend van heden tot verleden
http://www.youtube.com/watch?v=EdHFxkd7s0s&feature=related
|