Ik krijg er toch stilaan genoeg van: het lijkt wel of we ineens geconfronteerd worden met een onbekend fenomeen: de pedofilie. In een onverdachte krant als De Morgen wordt deze week door oud-rector Oosterlinck van de KU Leuven het verschijnsel in de kerk in een wat juistere context geplaatst. De commissie Adriaensen beschrijft 475 gevallen waarvan men redelijkerwijs mag aannemen dat ze over een periode van 30 à 40 jaar gaan: 10 à 15 gevallen gemiddeld per jaar. Dat doet natuurlijk niets af aan de gruwel van sommige feiten en praat niks goed.
Wil je misschien toch even noteren dat men het aantal pedofielen in een bevolking schat op 0,2 à 1 %: 20.000 tot 100.000 in België, 32.000 tot 160.000 in Nederland. Stop de eenzijdige aanval op de kerk.
Als we Rita en Fanny niey gehad hadden, ging het maar een mager beestje zijn, onze stand op UITKijk Mechelen. Maar gelukkig was Rita, ondanks een crash van haar pc toch nog op de proppen kunnen komen van foto's (weliswaar van voor 2008). Trek nu effe de standhouders af van de aanwezigen, en dan was het - toch zeker in de voormiddag - geen massale toeloop. Dat kon echter onze pret niet bederven. Van bij het inzingen was het duidelijk dat we het goed gingen doen. En ik heb dan ook met veel genoegen naar de beentjes gekeken: het beste beentje namelijk dat voorgezet werd. Leest mag gerust fier zijn op zijn aanwezigheid op deze vrijetijdsmarkt.
Heel eventjes was er een controverse: moest het nu sneller of juist langzamer? Deze discussie krijg je vaak in de klassieke muziek als de componist wel iets geschreven heeft als "allegro ma troppo" : iedere nieuwe editie wordt niet alleen beoordeeld op zijn muzikaliteit, maar vaak ook op de tempi die de dirigent heeft genomen. Een Bruno Walter deed het anders dan een Philip Herreweghe. En waarschijnlijk zou Mendelssohn het oneens geweest zijn met Harnoncourt als ze het over Bach hadden. Soms kan je heden ten dage terugvallen op een opname die door de componist of de originele uitvoerder zelf gemaakt is. Maar zelfs dat hoeft geen wet van Meden en Perzen te zijn: Muziek blijft iedere keer weer een herschepping.
Voor de onrustige zielen: luister eens naar Wannes Van de Velde in "Ik wil deze nacht". Deze uitvoering gaat er wel met een sneltreinvaart van door, en klopt blijkbaar niet met ons collectief geheugen. Hoe wij het doen zien we wel.
Raymond van het Groenewoud is een veelzijdige artiest die verschillende genres in z'n repertoire heeft steken. Rock, chacha, wals, kleinkunst, gospel, ... noem maar op hij heeft het wel al eens gedaan. En op enkele uitzonderingen zo goed als allemaal in het Nederlands.
Hij werd geboren in Schaarbeek op 14 februari 1950. In België dus, maar z'n ouders zijn afkomstig van Amsterdam. In de jaren '70 begon hij als gitarist bij Johan Vernimmen. Als snel vormde hij een eigen groep met oa Erik Van Neygen. Hij trad op de voorgrond en ging solo met een vaste begeleidingband: De Centimeters. In 1977 kwam de doorbraak met het album Nooit meer drinken. Daarop stond de hit Meisjes. De komende jaren stond hij op het festival Torhout-Werchter. Er volgende nog meer hits en hij had zelfs succes in Nederland. In 1981 trekt hij zich even terug uit de schijnwerpers en The Centimeters woren opgedoekt. Hij houdt zich bezig als producer en schrijft muziek voor films als Brussels by night. Hij maakt nog wel lp's maar het is vooral in 1990 dat hij helemaal terug is. Dan heeft hij zowel in België als Nederland een nummer 1-hit met Liefde voor muziek.
Hij maakt nog meer muziek, waaronder de hits Vanavond ga ik uit en Verlangen die door Clouseau worden opgenomen. In 1995 komt één van z'n mooiste pareltjes: Twee Meisjes, gecomponeerd voor de film Walhalla.
Folkmuziek is moeilijk te definiëren. Over het algemeen zegt men dat het "muziek door en voor het volk" is. Het is geen orkestmuziek, meestal eenvoudig en kenmerkend is de pakkende melodie die gemakkelijk mee te zingen valt. De muziek werd/wordt vaak op plaatsen gespeeld waar mensen spontaan samen komen: in Engeland en Ierland de pub, op markten, op volksfeesten. De beste liedjes zijn vaak simpel en kunnen door iedereen meegespeeld of meegezongen worden. Tegenwoordig worden in het genre ook electronische instrumenten gebruikt (synthezisers), maar oorspronkelijk gebruiktemen vooral oude instrumenten zoals de gitaar, de viool, de banjo, de handtrom ... Als mensen het nieuws wilden horen in de tijd dat de radio en tv niet bestonden, dan moesten ze maar naar de markt om de liedjeszanger te horen zingen van de 'vreselijke moord in Nijlen'.
De aandacht voor de volksmuziek was in de 19e en bein 20e eeuw bijzonder groot. Musicologen deden hun best om de soms eeuwenoude volksliederen op te tekenen en te catalogeren: Bartok is daarvan een illuster voorbeeld, dichter bij ons bijvoorbeeld Van Duyse. De volksliedjes werden op een bepaald moment op een olympisch hoog niveau getild. Denk maar aan de vrouwengroep "Mystères des voix Bulgares".
In onze komende concerten brengen wij een lied van Laïs. Laïs is een Belgische folkgroep, die uit drie zangeressen uit Kalmthout bestaat. Hun carrière begon in 1994 en met hun speciale sound veroverden zij de podia. Sindsdien traden zij op over heel de wereld tot in China toe. Wij zingen "Dorothea", een meeslepend verhaal over een jong nonnetje, waarvan nog altijd niet duideliojk is waarom ze nu eigenlijk doodgaat. Komt daarheen, komt daarheen.
Mensen met een goede muziekkenis, die in een koor zingen; denken wel eens dat ze rustig wat repetities mogen missen. En zoals steeds ... "excuses zijn gemaakt om er gebruik van te maken". Het is aan de dirigent om uiteindelijk - in samenspraak met zijn bestuur - om te beslissen of iemand wel dan niet mag meedoen op een uitvoering. Misschien toch goed overwegen dat het heel demotiverend kan zijn voor de trouwe koorleden als daar ineens toch een einzelgänger op de eerste rij mag staan. Bijzonder gênant wordt het - zoals ik recent hoorde vertellen over een concertje - dat zelfs onschuldige toeschouwers merken dat een koorlid (wat inderdaad repetities miste) zelfs haar mond niet gelijk kon opendoen met de anderen. En wat te denken over een lied waarin de mannen noodgedwongen verstek moesten laten gaan?
Om u te troosten, een mooi stukje Russische koormuziek:
Leopold Stokowski (Londen 18 april 1882 - Londen 13 september 1977), was een Amerikaanse chef-dirigent, orkesttrainer, pionier in stereo-opnames, arrangeur van de muziek van J.S. Bach en ... vrouwenliefhebber. Zijn bijnaam was "the charlatan of orchestral playing". Op het moment dat Stokowski het podium van ieder willekeurig orkest beklom en het concert of de repetitie startte, nam het orkest bijna automatisch de klankkleur aan die Stokowski wilde horen. Hij zie niets, hij deed niets - hij dirigeerde nooit met een dirigeerstokje - hij keek alleen en projecteerde de klankkleur die hij wilde horen op het orkest. Stokowski vond dat een orkest gedreven, romantisch, orgelend, zwoel, gepassioneerd en precies moest spelen. Vooral in Londen was hij populair en ontstond er een echte personencultus rond hem. Controverses genoeg rondom hem. Hij kreeg alle banbliksems naar zijn hoofd toen hij bijvoorbeeld de laatste maten van de negende symfonie van Beethoven herschreef ("verbeterde"). Wat hij met Bach uitstak kan ik nog altijd horen op een plaat hier thuis met de titel "Bach Spectacular". Vandaag zouden zijn interpretaties absoluut niet meer aanvaard worden, maar in zijn tijd was hij een fenomeen. 33 jaar geleden stierf hij, bijna 96 jaar oud. Het jaar tevoren had hij nog een vijfjarig contract gesloten met CBS Records.
Enkele dagen geleden ben ik flink van leer getrokken tegen de Minister van Onderwijs. Maar gelukkig bestaan ze nog: de meesters en juffen met hart voor hun kinderen, met bezieling, met enthousiasme voor hun werk. Meester Ivan van de Sint Lugardisschool in Belsele is daarvan een geweldig voorbeeld. Niet dat hij de moderne media schuwt, integendeel : tik maar eens op Google in "De gabbers van meester Ivan" en je komt terecht op een blog om duimen en vingers van af te likken. Het beeld dat je van de pas beëindigde bosklas krijgt is schitterend. (Heeft natuurlijk ook te maken met ons Lise die er aan deelnam). Maar er is veel meer : de kinderen leren op een verantwoorde manier internet gebruiken. Kijk maar eens bij de interssante links: zelfs ik was geboeid.
Tussen 1806 en 1810 was de broer van Napoleon Bonaparte, Lodewijk Napoleon, koning van Nederland.
In een achtergebleven koets op het slagveld van Waterloo is een kristallen fluit gevonden. Naar alle waarschijnlijkheid ging het hier om één van de kostbare kristallen fluiten van de gebroeders Napoléon. Uiteindelijk bleek dat het een Laurent was, de zeer in trek zijnde Parijse bouwer. Toen na de nederlaag van Waterloo Lodewijk Napoleon gedwongen was uit Nederland te vluchten moest hij bovendien zijn omvangrijke muziekcollectie in het Koninklijk Paleis achterlaten. Deze collectie is tot op de dag van vandaag weinig bekend gebleven. In 1806 benoemde Napoleon Bonaparte zijn lievelingsbroer tot Koning der Nederlanden. Lodewijk Napoleon verbleef met zijn vrouw Hortense de Beauharnais in meerdere paleizen : hij liet bijvoorbeeld het oude stadhuis van Amsterdam verbouwen tot paleis, midden in het centrum van de hoofdstad, op het Dam plein. Sindsdien is dit paleis de residentie van de Nederlandse Koninklijke Familie gebleven en de fortepiano van Hortense de Beauharnais is daar zorgvuldig bewaard.
Aan het begin van zijn koningschap vroeg Lodewijk Napoleon aan zijn vrouw Hortense om een uitgebreide hofhouding te houden -Hortense was niet minder dan de dochter van de Keizerin van Frankrijk. Waarschijnlijk heeft Hortense zelf op haar fortepiano Hoffmeister met enkele gasten gespeeld, evenals het nogal virtuoze pianoconcert van Sterkel.
Lodewijk Napoleon hield in het bijzonder van de dwarsfluit en benoemde in 1808 Louis Drouet solist van de Koning der Nederlanden. Drouet was toen door heel Europa beroemd voor zijn virtuoos fluitspel. Hij werd de Paganini van de fluit genoemd. In 1792 te Amsterdam geboren was Louis François Philippe Drouet al op zijn zevende leerling van het Conservatoire de Paris. Vanaf 1811 zou Drouet solist van de Keizer van Frankrijk worden en fluitleraar van Napoleon Bonaparte.
De omvangrijke bibliotheek van Lodewijk Napoléon maakt deel uit van de Archieven van het Huis van Oranje.
Alida liet mij weten dat zij Bart De Wever vindt lijken op Napoleon. In oneliners zijn ze alvast aan mekaar gewaagd.
Napoleon was een machtig man, maar met een lengte van 1 meter 67 was het maar een klein mannetje. In de militaire staf van Napoleon bevond zich een veldmaarschalk die juist enorm opviel door zijn enorme lengte: maarschalk Michel Ney was ruim 2 meter lang.
Op een dag hield Napoleon een militaire bespreking waar ook maarschalk Ney bij aanwezig was. Het viel Napoleon op dat de maarschalk een beetje gebogen liep: een houding die onwaardig was voor een veldmaarschalk in het leger van Napoleon. Toen Napoleon hem vroeg waarom hij dat deed antwoordde Ney:
"Sire, ik vind het lastig dat ik groter ben dan u, terwijl u toch de keizer bent."
Napoleon schudde met zijn hoofd. "U ziet het verkeerd, mijn beste. U bent langer. Ik ben groter."
Sinds twee van mijn kleinkinderen op Elba op vakantie geweest zijn, zijn de spelletjes met piraten vervangen door Napoleon. Ik heb nooit iets speciaal met zeerovers gehad. De fascinatie voor Napoleon daarentegen werd ons in de Poësis (5e latijns-grieks heet dat tegenwoordig) ingelepeld door Pater Vandersmissen s.j., zelf maar een vuist hoog. Zoals het bij de jezuieten toentertijd de gewoonte was, dat de klastitularis de meeste vakken voor zijn rekening nam (latijn, grieks, frans, nederlands, geschiedenis, godsdienst); zo moest deze pater ook het tijdperk 'Moderne geschiedenis' aan ons geven. Napoleon was zijn geprefereerde figuur. De troepenbewegingen die met de slag van Austerlitz te maken hadden, kwamen uitgebreid aan bod. En als je dan die turf van Leon Tolstoi wilde lezen ("Oorlog en vrede"), dan steeg je nog twee treden op de ladder. Nu moet ik zeggen dat ik dit laatste met plezier gedaan heb, en het is niet bij die ene keer gebleven. Als ik historische gebeurtenissen moet relativeren, dan denk ik aan Tolstoï. Zijn opvatting is duidelijk: de zogenaamd belangrijke figuren denken dat zij geschiedenis maken, terwijl ze eigenlijk slechts radertjes zijn in het onomkoombaar lot.
Je hebt dagen dat alles een beetje grijs is, niks aan de hand, het leven stroomt verder gelijk een trage rivier (Paul van Ostayen ). En op andere dagen heb je ineens het gevoel dat alles wel ok zit, vaak onverklaarbaar of afhankelijk van kleine details. Kleine kriebeling in je buik, een gevoel van lichtheid. Het zal vandaag wel een happy day zijn ook al zijn er geen spectaculaire dingen gebeurd. Ik heb gisteren mijn brochure voor Londen afgedrukt en al deels kunnen uitdelen. Het ziet er naar uit dat we toch nog tickets kunnen krijgen voor The Phantom of the Opera, de reistickets voor de Eurostar zijn er. Dat zit dus wel goed. Bovendien hadden we gisteren in KORILE een repetitie die stilaan uitzicht geeft op twee goede concerten. Het koor was in optima forma, onze begeleiders waren een echte meerwaarde. Nog effe doorbijten en het wordt een succes. Rock my soul.
Oud worden is een raar ding: zelfs al sta je voor de spiegel; dan nog lijkt het of er niets verandert. En als je niet "geniet" van allerlei ouderdomskwaaltjes, dan realiseer je je het pas op een andere manier. Gisteren was er op TV een docu over Expo 58: 52 jaar geleden! En dan weet je het opeens: je ging er naar toe aan de hand van je vader (of in mijn geval suikernonkel). Jaren later stapte je door het leven met je dochter aan je hand, en nu kijk ik naar foto's waarop mijn dochter haar eigen dochter aan het handje heeft. Of, zoals gisteren ook, je moet je trouwring afdoen om nog het jaar te weten waarin je getrouwd bent: levenslange hechtenis zeggen ze dan, maar ook dat is ondertussen al weer 42jaar geleden. En dan ben ik nog een eind verwijderd van de (hopelijk) golden seventies.
Gisteren hadden we als voorbeeldje bij de Vier letzte Lieder van Richard Strauss een opname met de sopraan Renée Fleming. Wellicht is er geen zangeres die zoveel deze liedcyclus gezongen heeft in het openbaar als Fleming. Ik hoorde haar voor het eerst in dit werk in een opname uit 1955 met de Houston Symphony o.l.v. Christoph Eschenbach: een opname die je wellicht niet zou meenemen naar een onbewoond eiland, als je het voor het zeggen had. Fleming zelf was ook niet tevreden - dat is ze overigens nooit over haar opnames. Nu is er een nieuwe opname bij Decca. Het is weinig zangeressen gegund dat ze het een tweede maal mogen proberen, en alleen de grote Elizabeth Schwarzkopf deed het drie keer.
Renée Fleming zingt op deze tweede opname grandioos, alsof die Lieder voor haar geschreven zijn, wat in zekere zin ook zo is want haar ontroerende melancholieke timbre en haar natuurlijk talent om lange zinnen te zingen is weinigen gegeven. Zoals ze in het eerste lied Frühling vanuit de laagste laagte voor een sopraan als een vogel het luchtruim kiest en hoog boven het orkest zweeft, is een belevenis op zich.
Gisterenavond was op BBC een schitterende uitvoering te horen van Richard Strauss' "Vier Letzte Lieder", geschreven in 1948, toen hij 84 was. De liederen gaan over de dood en de composities werden geschreven kort voor Strauss zelf stierf. In plaats van de typische opstandigheid van de romantiek tegenover de dood, stralen deze liederen een gevoel van kalmte en acceptatie uit. De stem van de sopraan wordt op serene wijze begeleid door een groot orkest waarin hoorns een belangrijke rol vervullen. Ik geef één van de vier teksten hieronder: een gedicht van Joseph von Eichendorff "Abendrot". Het concert van gisterenavond was één van die magische hoogtepunten van de jaarlijkse Proms van de BBC: Sir Simon Rattle dirigeerde de Berliner Philharmoniker en de andere ster van de avond, de Finse sopraan Karita Matilla in het grootse decor van de Royal Albert Hall in Londen.
Het Klarafestival staat dit jaar in het teken van Gustav Mahler.
Sinds ongeveer twintig jaar wordt de componist GUSTAV MAHLER (1860 - 1911) steeds geliefder bij het publiek. In zijn eigen tijd was zijn werk omstreden. Na zijn dood raakte zijn werk vrijwel overal in de vergetelheid -niet in de laatste plaats door het toenemend anti- semitisme
"Dunkel ist das Leben, ist der Tod". Een zeer treffende zin uit de symfonische liederencyclus DAS LIED VON DER ERDE. Hij is typisch voor Mahler. Bij veel mensen wekt de naam Gustav Mahler associaties op met somberheid. Dat is zeker een kant van Mahler, maar niet de enige. Zijn muziek kenmerkt zich juist door de grote stemmingswisselingen, die de gevoels- en natuurmens Mahler eigen waren. Sombere passages worden afgewisseld met carnavaleske vrolijke passages, hoewel in een aantal werken wel het tragische domineert. Zeker is dat Mahler in zijn jeugd al niet vrij was van zwaarmoedigheid. Dat deze jeugd bepaald niet zorgeloos was, heeft hier veel mee te maken. Gustav Mahler werd op 7 juli 1860 geboren in Kalischt in het deel van Bohemen dat nu Tsjecho-Slowakije is, maar toen deel uitmaakte van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Zijn ouders hadden geen gelukkig huwelijk. Bernhard Mahler had een moeilijk karakter, de verschillende biografieën spreken van hartstochtelijk, driftig, autoritair en zelfs gewelddadig. Gustav's moeder, Marie Hermann, was ongeveer de tegenpool: een zachtaardige, kwetsbare vrouw die te kampen had met een zwakke gezondheid. Zes van haar kinderen stierven voortijdig.
Op 19 maart 1902 trouwde Gustav Mahler met de mooie en op veel gebieden zeer begaafde Alma Schindler met wie hij twee kinderen kreeg. Het huwelijk zou tot aan zijn dood stand houden ondanks veelvuldige crises. Maar die had Mahler eigenlijk van tevoren al over zich afgeroepen door de eisen die hij vooraf aan de jonge Alma stelde. De woorden die Mahler schreef in zijn brief waarin hij Alma (die zelf al liederen gecomponeerd had) ten huwelijk vroeg, zijn historisch geworden: "....Voortaan heb je slechts één taak: mij gelukkig te maken. Begrijp je me, Alma? Ik weet wel dat je gelukkig moet zijn (dank zij mij) om mij gelukkig te kunnen maken. Maar de rolverdeling in deze voorstelling, die evengoed een komedie als een tragedie kan worden (wat allebei niet goed zou zijn), moet juist zijn. En de rol van 'componist', van degene die 'werkt', komt mij toe. Jouw rol is die van een liefhebbende metgezel, een begripsvolle kameraad. Ben je daar tevreden mee? Ik eis veel, heel veel. Ik kan en moet zoveel eisen, want ik weet wat ik te geven heb en ook geven zal..." Een unicum in de geschiedenis van de liefdesbrief. Alma was dermate in de ban van Mahler dat ze toestemde en zich opofferde. Pas veel later zou Mahler inzien wat hij Alma als mens had aangedaan.
In 1907 gebeurde waarvan de ZESDE SYMFONIE al een verklanking lijkt. Deze symfonie staat ook bekend als de 'TRAGISCHE' en is beroemd door de drie hamerslagen, 'de slagen van het noodlot'. Alsof hij al in 1903-1904 het naderend onheil voorvoelde! Mahlers oudste en meest geliefde dochtertje 'Gucki' stierf, bij hemzelf werd een hartafwijking geconstateerd en dat alles net nadat hij de functie bij het Metropolitan in New York had geaccepteerd. New York kreeg een andere Mahler te zien. Hij was milder geworden door de existentiële problemen die het fundament onder zijn bestaan zo hadden aangetast. Hij kon grapjes maken in het theater, was minder veeleisend geworden. Hij "dorst meer naar het leven dan ooit en heeft meer oog voor de alledaagse dingen van het bestaan". Deze veranderde houding weerspiegelde zich ook in zijn late werk: de NEGENDE SYMFONIE, DAS LIED VON DER ERDE en de onvoltooide TIENDE SYMFONIE. Berusting, acceptatie van de dood, maar ook oog voor de schoonheid van het leven.
Ondanks zijn hartkwaal deed Mahler het niet rustiger aan. Integendeel, nog steeds leefde (en leed) hij in en voor de muziek. Hij overleefde nog een grote crisis in zijn persoonlijke leven. In 1910, toen hij de schetsen ontwierp voor de tiende, kwam het tot de grootste crisis met Alma, die hem ertoe brengt Freud te consulteren. Hij vreesde dat Alma hem zou verlaten en betuigde haar zijn spijt over het 'componeerverbod'. Eindelijk zag hij in dat hij een grote vergissing had begaan. Zij verliet hem niet, maar ze zou evengoed nooit meer componeren, zelfs toen Mahler haar bijna smeekte de draad weer op te pakken. In dankbaarheid droeg Mahler de ACHTSTE symfonie bij de première op 12 september 1910 in München op aan Alma. Deze 'Liefdessymfonie' met het intensieve gebruik van enorme koren werd zijn grootste succes bij zijn leven. Meer dan duizend uitvoerenden werkten eraan mee. Nog geen jaar later, op 18 mei 1911 stierf hij in Wenen aan zijn hartkwaal, minder dan drie maanden na zijn laatste concert. Naar verluidt heeft hij in zijn doodstrijd nog glimlachend twee maal de naam van Mozart geroepen......
Het is vandaag 71 jaar geleden dat W.O. II een feit werd: Engeland en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog. Opvallend hoe na al die tijd deze oorlog, maar vooral heel Nazi-Duitsland, de belangstelling blijft opwekken: je zou toch denken dat na al die tijd er stilaan bijna geen overlevenden meer zijn die nog noemenswaardige herinneringen hebben. Het tegendeel blijkt echter waar: loop in een boekhandel binnen en in de afdeling geschiedenis vind je alles wat met die periode te maken heeft op een prominente plaats aanwezig (wat overigens ook geldt voor de eerste Wereldoorlog; 'de zgn. "Grote Oorlog"). Het zou mij echt benieuwen om te weten vanwaar die fascinatie komt en welk publiek deze literatuur koopt. Misschien een leuk onderwerp voor een proefschrift.
Ik mag me dan nog zo voorgenomen hebben om deze blog niet te laten verzuren, en het voornamelijk te hebben over de mooide of leuke en triviale dingen van het leven, je kan natuurlijk niet uitvegen dat ik dertig jaar heel nauw met het onderwijs was verbonden. Wat ik de laatste dagen en maanden hoor van het geïmporteerde Brusselse genie Pascal Smet en het onderwijsbeleid doet alle haartjes op mijn armen (daar het eerst) rechtkomen. Met heimwee denk ik terug aan drie grote onderwijsministers die we in Vlaanderen gekend hebben: Daniel Coens, Luc Van den Bossche en recent Frank Van den Broucke.
Wat een triomf: alle schoolgaande kinderen zouden een dak boven het hoofd hebben op 1 september. Alsof een jaar geleden niet te voorzien was dat nieuwe geboortegolven zich zouden laten voelen in het onderwijs. Op dat vlak was het veel blabla en weinig boemboem van ons wonderkind. Maar gelukkig heeft hij een langetermijnvisie om het scholenprobleem op te lossen: leer de kinderen videogamen: weg met de klassen, met kennis van geschiedenis of aardrijkskunde, en zo lang de games niet in het Frans zijn, weg met lessen in de taal van Voltaire. Van de Egyptenaren leren we wel in het dungeon van een of ander oorlogsspelletje, en tegelijk word je er nog behendig ook in het afweren van aanvallen. Hoe je een belastingsbrief invult is belangrijker materie dan aardrijkskunde en de kennis van aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, en overstromingen. Je giften zijn immers fiscaal aftrekbaar. Nog een detail: bij het begin van het schooljaar merk ik dat van het zogenaamde kosteloos onderwijs van de vorige minister bitter weinig terecht komt in sommige scholen: ringmappen in het eerste studiejaar, allerlei fantasietjes, het kan niet op voor de ouders. Moeten we de videospelletjes ook zelf betalen?
Op dinsdag 5 oktober houden we in Leest bij KORILE een "open repetitie". Dat betekent dat iedereen die zin heeft om te zien wa wij doen en hoe wij het doen, gewoon mag binnenlopen - eventueel meedoen. Dat kan zowat iedereen zijn: een echtgenoot die niet altijd snapt wat er zo leuk kan zijn aan een koor, een kindje dat wel eens wil weten wat er daar allemaal gebeurt, een vriend of vriendin die misschien enige interesse heeft maar nog nooit de stap zette. Het is dus ook aan de koorleden om mensen mee te brengen. En natuurliojk maken we wel wat publiciteit zodat we misschien iemand kunnen recruteren om onze fantastische groep te vervoegen of om de smaak van het koorzingen te ontdekken. Ik ben benieuwd wie er komt opduiken.
Voor de buitenstaanders: plaats van het gebeuren: Zaal Ter Coose, Kouter 1A - Leest. Dinsdag 5 oktober vanaf 20.15.
Zoals bekend, bracht Joseph Haydn een groot deel van zijn leven door als kapelmeester aan het hof van de Esterhazy's. 11 missen componeerde hij. Zij waren meestal bestemd voor uitvoering op de naamdag van prinses Maria Josepha Esterhazy. De mis die later bekend werd onder de naam 'Nelsonmis' heeft ook nog een andere naam: "Missa in angustiis" "Mis in bange tijden". De naam Nelson werd er pas later aan gegeven. Zeker is dat zij oorspronkelijk niet zo kon heten. Tijdens de compositie van de mis versloeg Nelson weliswaar de vloot van Napoleon in de slag bij Aboukir, maar het nieuws van die overwinning bereikte Wenen pas nadat Haydn de mis al had voltooid. Zij werd echter wel uitgevoerd toen twee jaar later Lord Nelson het hof van de Esterhazy's bezocht in gezelschap van lady Emma Hamilton, Nelson's minnares, een niet onverdienstelijke sopraan. De petite histoire wil dat Nelson aan Haydn een gouden zakhorloge cadeau gaf in ruil voor de pen waarmee de zgn. nelsonmis was geschreven.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.