Een beetje beroering in de kranten vanmorgen omdat de Vlaamse regering het mes zet in het gebruik van opleidingscheques. Nu ben ik de eerste om te verdedigen dat mensen maar helemaal mens zijn als ze al hun talenten kunnen ontwikkelen, en dat dit een groot goed is voor de maatschappij. "De mens leeft niet van brood alleen". Maar je kan ook onmogelijk zeggen dat er moet bespaard worden (elke huisvader en -moeder weet dat je soms eens de broeks- of rokriem moet aantrekken) en tegelijk elke maatregel die aan je eigen gewoontes raakt, afkraken. De opleidingscheques werden inderdaad ooit gecreëerd om mensen die op de arbeidsmarkt zaten meer opleidingskansen te geven, en hen zo competitiever te maken voor een mogelijke beroepsloopbaan. En vanuit de idee dat ook sociale vaardigheden konden bijdragen tot een goede arbeidsintegratie, was het zelfs theoretisch mogelijk om met opleidingscheques te leren naaien, fotograferen, bloemschikken. Dit alles wordt niet afgeschaft maar de Vlaamse regering wil terug naar het oorspronkelijk doel: arbeidsmarktcompetenties. Het zal de VDAB zijn die bepaalt of je nut hebt van een cursus pottenbakken. In afwachting van betere tijden zingen we maar rustig verder en organiseren we desnoods eigen opleidings- en verrijkingsmomenten. Ook dat is de taak van organisaties als koren, toneelverenigingen enz. Is dat onlogisch in een tijd van crisis?
Ben je een beetje verwonderd dat deze blog die toch vaak wat te maken heeft met muziek vandaag aandacht besteedt aan de geboortedatum van de voormalige Ethiopische keizer HaileSelassie (° 23 juli 1892 - + 27 augustus 1975)?
Haile Selassiewas keizer van Ethiopië (van 1930 tot 1936 en van 1941 tot 1974) en wordt door de Rastafaribeweging gezien als god. Tijdens zijn regeerperiode ijverde hij voor onafhankelijkheid, vooruitgang en vrede
De oorsprong van de rastabeweging ligt in Jamaica in de 30er jaren van de vorige eeuw maar inmiddels verspreid over de hele wereld onder zowel zwarte als blanke bevolkingen. Sinds de opkomst van de reggaemuziek (rastafarian Bob Marley werd met zijn muziek bekend over de hele wereld) kreeg de rastabeweging ook veel aanhangers buiten Jamaica. Het Rastafarianisme ontleent zijn naam aan de verering van de Ethiopische Keizer Haile Selassie I, wiens eigen naam Ras Tafari Makonnen was (Ras is een Ethiopische eretitel zoals het Engelse Sir of Lord).
De eerste Rastafari waren afstammelingen van slaven op Jamaica. Zij geloofden sterk in een terugkeer naar Afrika, iets dat ook werd gepropageerd door bekende emancipatie/burgerrechten activisten als Marcus Garvey.
Rasta's leven naar de geboden van het Oude Testament. Deze vormt ook de basis voor veel van de Rasta rituelen. Veel Rastafarians dragen dreadlocks. Volgens het Oude Testament mag haar niet geknipt worden (Joden en Sikhs hanteren die regel ook). Dreads symboliseren ook de Leeuw van Judah. Rasta's volgen bepaalde voedingsvoorschriften waarbij veel dieren onrein worden beschouwd. Rasta's gebruiken (veel) marihuana. Marihuana is een middel dat de meditatie bevordert en mensen zo dichter bij JAH (God) brengt. Rasta's vermijden enige aanraking of associatie met de dood. Zij gaan dan ook niet naar begrafenissen. Zoals in het Oude Testament beschreven wordt de vrouw als ondergeschikt aan de man gezien. De rastakleuren zijn groen (vruchtbaarheid), goud/geel (rijkdom) en rood (het bloed vergoten), naar de kleuren van de Ethiopische vlag.
Gisteren was er naar aanleiding van de nationale feestdag een leuk programma op Radio 1 met medewerking van Fred Brouwers. De vraag die aan de luisteraars voorgelegd werd, was : welke nationaal lied vind je mooier dan het Belgische? Op de trappen van de Brusselse kathedraal was er deze keer al geen enkele politicus die de Marseillaise probeerde te kwelen, dus dat was al een vooruitgang.
Ikzelf heb natuurlijk ook een lijstje met mijn favoriete volksliederen, wat allicht te maken heeft met enerzijds sentimentele zaken, maar zeker ook met wat er muzikaal van gebakken wordt. Het zal niemand verwonderen dat het Engelse "God save the queen", het Nederlandse "Wilhelmus" (wist je dat dit nog maar sinds de jaren dertig van de vorige eeuw het volkslied is,) en het Duitse "Deutschland ..." bij de toppers staan. Ondanks alle bombast vind ik ook nog steeds de Amerikaanse en de Russische anthem echt iets hebben.
Het Engelse lied moet wel indruk gemaakt hebben, als we weten dat dezelfde melodie gebruikt werd in het tsaristische Rusland, en dat ook heden ten dage - bij een instrumentale versie - zowel Engeland als Liechtenstein rechtveren.
KORILE's deelname aan de cultuurmarkt 'UiTkijk' op 18 september is definitief. Behalve het feit dat wij daar een klein standje zullen hebben om voor ons koor en voor het aperitiefconcert reclame te maken, is er ook een optreden gepland. Ik reken op de aanwezigheid van zoveel mogelijk koorleden die aan Mechelen eens laten zien wat wij in petto hebben. Je krijgt zeker nog nader bericht maar hou die dag vrij tussen 12 en 13 uur voor een korte muzikale demonstratie van ons kunnen en van ons enthousiasme.
Het sijpelt weer langs alle kanten binnen. De vakantieperiode is blijkbaar heel geschikt om een beetje zout in de wonde te wrijven. Ondervonden in de tram: een jonge dame die recht staat om je een plaats aan te bieden. De caissière in het zwembad die spontaan zegt dat je als 'gepensioneerde' vermindering hebt. Een uitnodiging van de stad voor mijn vrouw om mee te doen met een feestmaaltijd voor de 65-jarigen. Je politieke partij die je uitnodigt voor een activiteit van de senioren. Je gratis kaart voor De Lijn. Een speciaal mailtje van Koor & Stem om je te herinneren aan "Grijs gezongen". Willen of niet, je wordt met je neus op de objectieve feiten geduwd. Maar ... ik wil dit allemaal niet. Ik ben nog lang niet toe aan een zetel in een hoekje bij de haard.
Je kan je nauwelijks voorstellen dat het nog maar 73 jaar geleden is dat de vader van de radio overleden is.
Op 20 juli 1937 overlijdt in Rome Guglielmo Marconi, algemeen aanvaard als initiator van de draadloze communicatie. Guglielmo Marconi werd geboren in Bologna in Italie. In 1895 begint hij te experimenteren met de nieuwe elektromagnetische golven die kort daarvoor zijn aangetoond door Hertz. Hij bouwt een telegraaf die over een afstand van 1,5 kilometer radioberichten kan ontvangen en verzenden. Marconi emigreert naar Engeland en richt daar de Wireless Telegraphy and Signal Company Ltd op. In 1901 slaagt hij erin een radiosignaal te verzenden over de Atlantische Oceaan. Acht jaar later ontvangt hij de Nobelprijs voor natuurkunde. Nadat hij lid wordt van de Fascistische partij maakt Mussolin hem president van de Accademia d'Italia, waardoor hij ook lid wordt van de Grote Fascistische Raad.
Dat we in een maatschappij leven die conventies en tradities aan zijn laars lapt wisten we natuurlijk al langer. Sommige zogenaamde artiesten menen dat hun werk maar geslaagd is als ze de gewone mensen schofferen en laten zien hoe stoer ze wel zijn als ze weer eens een heilig huisje afbreken. Wat Gunter Lamoot en Piet De Praitere echter gebrouwen hebben voor de Gentse Feesten getuigt echter van bijzonder slechte smaak en sensatiezucht die de grenzen van de welvoeglijkheid meer dan overschrijdt. Het 'Circus Vangheluwe' is een smerig stukje zoeken naar publiciteit. Voor diegenen die het nog niet zouden weten: een zgn. 'komische' voorstelling, waar alleen kinderen onder 1m35 toegelaten zijn zijn (zeker geen ouders of volwassenen) waarbij de kinderen - om binnen te geraken - tussen de benen van voormailg bisschop Vangheluwe door moeten. Zelfs als de voorstelling alleen maar over de wolf en de zeven geitjes zou gaan, is dit zo wansmakelijk dat het m.i. zou moeten verboden worden. Ik mag niet dromen dat ik de symboliek zou moeten uitleggen aan mijn kleinkinderen. Terecht werd klacht neergelegd en zal de politie aanwezig zijn. Maar voldoende is dat niet. Weg met die sh**!
Ik krijg nog altijd de "Berichten van de studiedienst van de Vlaamse Regering" in mijn mailbox. Soms zit daar heel interessant spul tussen, maar deze keer heb ik toch het gevoel dat ze het een beetje bruin bakken. Nu ja, als daarmee de werkloosheidscijfers bij onderzoekers gedrukt worden ... voor mij niet gelaten. Ik kopieer hieronder de inleiding van een recente publicatie en vraag mij af of je daar ook wakker van ligt? In elk geval zijn de conclusies geniaal: oudere mensen gaan meer dood (procentueel gezien) dan jongere mensen.
De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) actualiseert de bevolkingsprojecties die in 2004 werden gemaakt voor alle Vlaamse steden en gemeenten (Willems, 2006). Naast hypothesen over het toekomstige verloop van de vruchtbaarheid en de migratie moeten er ook hypothesen worden ontwikkeld over de verdere evolutie van de sterfte. In dat verband rijst er een specifiek probleem wat betreft de sterftekansen op oudere leeftijden, de sterftekansen bij de oudste ouderen, d.w.z. op leeftijden van 95 jaar en ouder. Sterfte is zeer ongelijk verdeeld over de leeftijd en ook het aantal mensen naar leeftijd is zeer ongelijk verdeeld. Figuur 1 illustreert dat. Het aantal inwoners (donkere lijn) staat op de linkerschaal, het aantal overlijdens (lichte lijn) wordt afgelezen op de rechterschaal. Bij borelingen zijn er relatief veel overlijdens, maar de grote aantallen situeren zich in de leeftijdsgroep van 70 tot 90 jaar. Voorbij die leeftijd zijn er opnieuw weinig sterfgevallen, maar op die leeftijden is ook het aantal inwoners zeer klein. Dat wil zeggen dat op die leeftijden de sterftekansen zeer groot zijn.
jij bent de muzieknoot waar ik na verlangde jij bent die muzieknoot met de zoete klank in je stem laat jij de vogels fluiten en de bloemen bloeien jij bent de muzieknoot die mijn muziekstuk afmaakt
Ik ben gisteren over en weer naar Oostende geweest: begrafenis van een aangetrouwde stieftante (leg dat maar eens uit aan een onschuldige ziel). Het zou niks speciaal moeten zijn, ware het niet dat het een indroevige toestand was. In een funerarium een half uurtje op een stoel zitten, om handjes te geven aan de paar mensen die nog wilden afscheid nemen, en dan hups ... gedaan, met de mededeling dat er een crematie zou zijn en uistrooiing in de late namiddag (geheel "vrijblijvend"). Een treurig einde voor iemand die waarschijnlijk heel eenzaam was. Ik hoop dat er voor mij toch minstens nog een woordje en een vaarwel afkan, als het zo ver is. Je sterft niet echt, zolang er nog iemand aan je denkt. Ik vrees dat er sommige mensen al sterven voor ze dood zijn.
Ik heb deze middag nog eens met veel nostalgie geluisterd naar De steppen van Midden-Azië van Borodin. Dit behoorde tot het standaardrepertoire tijdens de muziekstudie in mijn collegejaren. Misschien is door deze muziek ook de passie ontstaan bij mij voor het reizen.
Alexander Borodin was de onwettige zoon van een ouderwordende vorst en een volksmeisje. Hij werd geboren in Sint-Petersburg op 11 november 1833, en gaf reeds vroeg tekenen van een ongewoon veelzijdige aanleg. Veel talenten heeft hij trouwens niet laten verloren gaan: zijn leven lang werkt hij tegelijk als militair arts en professor in de scheikunde, terwijl het componeren hem een ideale afleiding bood. Balakirev hielp hem hierbij op weg, terwijl zijn vrouw Katharina Protopova als begaafde pianiste hem vertrouwd maakte met de Chopin- en Schumannstijl. In Europa kon hij rekenen op de hoge bescherming van Liszt. Uiteraard heeft deze uit tijdverdrijf componerende professor-arts minder werken nagelaten dan de eigenlijke componisten uit roeping of om den brode, maar het zijn dan ook stuk voor stuk pareltjes: drie symfonieën, een strijkkwintet, de onvoltooide sprookjesopera "Prins Igor", klaviermuziek en het beroemde orkestwerk "In de Steppen van Midden-Azië" (waarin het verschijnen, voorbijtrekken en verdwijnen van een karavaan muzikaal uitgebeeld wordt). Zijn werken zijn Russisch door ritme, melodie en harmonie.
Borodin sterft plots op 27 februari 1887 tijdens een fuif, terwijl zijn vrouw om gezondheidsredenen afwezig is.
Een bijzonder leuke column in de Nederlandse Volkskrant is die van ene Margot, die in Griekenland woont met haar 2 kinderen en regelmatig bericht over haar uitstappen in dat land, met alle bedenkingen die daar bij horen. Op 12 juni schreef ze het volgende:
"De Grieken hebben het uitgevonden!" is een veelgehoorde uitspraak. Bij het horen van die uitspraak gaan uw gedachten natuurlijk direct uit naar de democratie, de belangrijkste griekse uitvinding die vandaag de dag nog op vele plaatsen in de wereld toegepast wordt. Ik hoop dat de teleurstelling niet al te groot is als blijkt dat ik het over die ándere griekse uitvinding heb die vandaag de dag nog op álle plaatsen in de wereld toegepast wordt: sex. Terwijl we van de democratie zeker weten dat het een griekse vinding is, kunnen we dat over sex niet met zoveel zekerheid stellen.
Wat we wél weten, is dat er in de eeuwen vóór Christus in het oude Griekenland geen taboe bestond op het thema. Pas met de komst van het Christendom werd sex een ´verboden´ onderwerp en scoorden de verkoopcijfers van kuisheidsgordels met hangsloten ongekende hoogten.
Het begrip sex had in het oude Griekenland niet dezelfde betekenis als in onze tijd. Sex werd natuurlijk wel leuk en prettig gevonden, het was echt niet zo´n gewone bezigheid als boontjes doppen, en zodoende kon het ook gebruikt worden op een manier die ons in de 21e eeuw nog steeds niet vreemd is: als wapen en chantagemiddel!
In de komedie die Aristofanis in 411 v. Chr. schreef, ´Lysistratos´, wordt beschreven hoe de vrouwen van Athene en Sparta zich verenigden en in ´seksstaking´ gingen om hun mannen er toe te dwingen een eind te maken aan de oorlog. Zij spraken af hun mannen iedere dag te verleiden, maar als puntje dan bij paaltje kwam, of beter gezegd paaltje bij... dan keerden de dames hen de rug toe, tot grote frustratie van de strijdende manschappen. Iets wat voor beiden sexen een bijna onmogelijke opgave bleek, maar wel het gewenste resultaat had. Misschien dat het in Irak niet zo uit de hand gelopen zou zijn als Laura Bush hetzelfde wapen gebruikt had bij George. Of zou het ..... nou ja, daar willen we liever niet aan denken.
Maar goed, zo was het in de komedie van Aristofanis. In het dagelijkse griekse leven ging het er eigenlijk niet anders aan toe dan in de 2500 jaar daarna: de vrouw had een ondergeschikte positie en de man mocht gewoon vreemd gaan terwijl het voor zijn echtgenote ten strengste verboden was ook maar een blik buiten het huwelijksbed te werpen. Maar, als de gewone man naar hartelust mocht wippen en zich geen prostituée kon veroorloven, waar moest hij dan zijn lusten op botvieren? De vrouwen zaten allemaal thuis trouw boontjes te doppen!
Ligt hier dan soms de oorsprong in die andere griekse ´uitvinding´, het homosexuele gedrag van de mannen? Want als we alle keramieken getuigen mogen geloven, was homosexualiteit en pederastie in het antieke Griekenland ook al geen taboe! Er zijn tal van vonsten gedaan van schilderingen op gebruiksvoorwerpen, schilderijen, beeldhouwwerken van sexueel getinte scenes, die maar al te vaak mannen onder elkaar betroffen.
Toen aan het einde van de 19e eeuw opgravingen bij Pompeii gedaan werden, kwamen deze taferelen aan het licht tot grote shock and awe van de Victorianen, die altijd de Romeinen als hun grote intellectuele voorbeeld beschouwd hadden, en die hiermee dus van dat voetstuk duikelden, omdat zij maar al te graag het morele voorbeeld van de oude Grieken gevolgd hadden.
Om vrouwen en kinderen te beschermen tegen deze verdorven ´kunst´, werden de voorwerpen opgesloten in het ´geheime kabinet´ van het Archeologisch Museum van Napels. Eén van de eerste vondsten bij die opgravingen, een marmeren beeld van de griekse god Pan die de liefde bedrijft met een geit, wordt als zó obsceen beschouwd, dat het nu nog in het geheime kabinet bewaard blijft. Zou daar soms het woord ´horny´ vandaan komen?
Het is niet zo dat er in de oudheid meer homosexuelen waren dan nu, maar dat heterosexuele mannen het normaal vonden om met een andere man sexueel contact te hebben, zolang zij de actieve partij waren. Het was ook gebruikelijk in het leger, toen er oorlogen gevoerd werden en de manschappen soms jaren van huis waren, om niet alleen de spanning op elkaar te ontladen, maar het ook een manier was van de ´door de wol geverfde´ soldaten om de jongeren ´in te wijden´.
Ook werd sex in verband gebracht met religie. Vandaar dat ook de mythologie doorspekt is van sex in Godenland.
Sappho, een dichteres die uit Lesbos kwam, heette lesbienne te zijn (toeval? Nee, lesbienne betekent gewoon ´uit Lesbos´!) maar dat is niet echt bewezen, zij was eerder bisexueel, aangezien haar gedichten zowel mannen als vrouwen betroffen, en niemand zeker is of ze wel autobiografisch zijn.
Dat men anders dacht over sex in die tijd blijkt wel uit het feit dat het ideale mannelijke geslachtsorgaan van klein formaat was. De fallus in groot formaat trof je aan in huizen, boven de deur en aan de muur, want het werd beschouwd als talisman voor geluk en vruchtbaarheid. Er zijn beeldjes gevonden van Hermes, altijd met een enorme penis, die bescherming zouden bieden en geluk brengen.
Democratie, sex, homosexualiteit, van het lijstje met belangrijke griekse vindingen mag het volgende toch zeker niet ontbreken: het condoom. Nu geloof ik niet dat het merk ´Trojan´ hun product zo genoemd heeft omdat het een griekse uitvinding is, sterker nog, ik vraag me af of ze dat weten.
De eerste condooms werden gemaakt van geiten-of schapendarmen, of de blaas van die dieren. Er werd een soort zakje van genaaid, dat bij de vrouw ingebracht werd alvorens zij zich aan de zij van manlief vleide. En hoewel het in eerste instantie als doel had om de vrouw tegen haar man te beschermen als hij de één of andere enge infectie had, kunnen we het vernuftige maaksel wel degelijk als eerste condoom noteren.
Toch is niet iedereen het erover eens dat het heel gewoon was in de oudheid om dagelijks en met Yannis en alleman van bil te gaan. Als we grote filosofen als Sokrates, Aristoteles en Plato erop naslaan blijkt dat zij anders dachten over de goden, over sex. Sex was wat hen betreft een hindernis van het geestelijke proces op weg naar de zelfkennis. Sokrates is zelfs ter dood veroordeeld omdat hij de goden niet vereerde die iedereen toen vereerde, en als een slecht voorbeeld voor de jeugd te boek stond!
Ik behoor tot diegenen die als Vlaams volkslied liever de tekst van Anton Van Wilderode en de muziek van Ignace De Sutter zouden zien, dan het toch wel wat gedateerde gebrul van de Vlaamse Leeuw, die niet getemd kan worden. Toevallig zijn het Waaslanders, en deze mooie ode aan Vlaanderen kwam tot stand in het college van Sint-Niklaas op een zondagnamiddag toen beide priesters mekaar zoals zo dikwijls vonden in hun verbondenheid met hun geboorteland. En misschien zou ik dan niet meer moeten lezen wat mij bijzonder trof bij mijn bezoek aan de IJzertoren: een Franstalige tekst in het gedenkboek: Les Flamands prennent le pouvoir.
Lied van mijn land 'k zal U altijd horen Uit alle dalen der herinnering, Over de heuvlen van ruisend koren En de rivier in haar steigering.
Liefelijk land, in de bruisende horen Hoor ik U Vlaandren en zing en zing. Liefelijk land, in de bruisende horen Hoor ik U Vlaandren en zing en zing!
Lied van mijn land 'k zal U altijd horen Uit alle dorpen in de deemstering, En uit de warmte der huizen rond de toren Onder de huif van de zomerwind.
Lied van mijn land 'k zal U altijd horen Lied van verlangen en vertedering, Dat met de kindren altijd herboren, Zacht met de doden tot zaad verzinkt.
Liefelijk land, in de bruisende horen Hoor ik U Vlaandren en zing en zing. Liefelijk land, in de bruisende horen Hoor ik U Vlaandren en zing en zing!
Een rabiate Vlaming ben ik nooit geweest. Al herinner ik mij mijn kindertijd, toen ik met mijn peter naar de IJzerbedevaart ging, een dag op voorhand om toch maar zeker niet de relletjes te missen op de markt van Diksmuide waar kat en muis gespeeld werd met de rijkswacht. Op school hadden we al de Vlamse toppers met de paplepel ingegoten gekregen, want zoals in zoveel colleges leefde het Vlaamse gevoel heel sterk in Beringen. 'De Vlaamse Leeuw' was even verplicht als 'O dierbaar België'. De zaterdagmorgen was het ook altijd tijd om 'Lied van mijn land', 'Gebed voor het vaderland' en 't Zijn weiden als wiegende zeeën' te zingen. Natuurlijk werd dat in mijn geboortestreek overgoten met een sausje 'Waar in't bronsgroen eikenhout'. Misschien is het heden allemaal wat volwassener en nuchterder geworden. Maar ik laat niet na om iets van die geschiedenis en die mooie herinneringen door te geven aan de komende generaties. Ik ben blij dat mijn oudste kleindochtertje het verhaal kan vertellen van de gebroeders Van Raemdonck en dat zij weet dat de Vlaamse geschiedenis onlosmakelijk verbonden is met de leuze "Nooit meer oorlog".
Terug van weg geweest, ik ging bijna zeggen "fris en monter", maar dat "fris" zal ik maar eventjes weglaten. Aan de zee was het nog goed uit te houden, maar hier in Sint-Niklaas ... pfff. Ik denk zonder enige jaloersheid aan de moedigen van KORILE die vandaag een fietstocht van 50 km hadden gepland. Ik kan me zo voorstellen dat er menig druppeltje zweet gevloeid is, en dat dit noodzakelijk zal gecompenseerd zijn door enige vochtinname. En hoe het aan de zee was? Goede herbronning voor vake en moeke die een week lang konden genieten van hun grootouderrol. Compleet met verjaardagsfeestje, vlaamse educatie aan de Ijzertoren en strandgenoegens. Maar nu toch maar eventjes uitblazen, want jonger worden we er ook al niet op.
Op 9 juli 1984 dient de EEG een klacht in tegen West-Duitsland wegens het Reinheitsgebot des bieres. Deze Duitse wet belet de import van bier. Hertog Willem de Vierde van Beieren vaardigde in 1516 deze wet uit. Het gebod regelt aan de ene kant de prijs van bier, en aan de andere kant de inhoud, d.w.z. de ingrediënten waarmee bier gebrouwen dient te worden. Het is de oudste warenwet ter wereld. Bepaald werd dat bier alleen gebrouwen mocht worden van water, gerst en hop. Door de jaren heen nemen steeds meer Duitse staten het Reinheitsgebot over en in 1906 geldt het voor heel Duitsland. In het kader van de klacht van de EEG oordeelde het Hof van Justitie dat de benaming bier niet voorbehouden mag worden aan bier dat aan de Duitse recept-wetgeving voldoet. Ook bier uit andere lidstaten moet onder die naam geïmporteerd kunnen worden. De wet wordt afgeschaft.
Onder de titel: muziek der sferen was er in mei in de stad Mechelen een programma met als ondertitel: liefde en melancholie in de muziek. Bewust of onbewust hebben de programmatoren een term gebruikt die eigenlijk naar de oude Grieken verwijst. De muziek der sferen is al zo oud als de weg naar Jeruzalem, want Pythagoras (die van de stelling uit de meetkunde) had in de grijze oudheid al een beeld dat muziek de kosmische harmonie tussen sterren en planeten verbeeldt en Johannes Kepler deed dat begin 17e eeuw nog eens dunnetjes over.
Wat dat voor de hedendaagse muziek betekent kan je bijzonder indrukwekkend horen bij Holst in zijn opus 32 De planeten.
Vakantie is een moment om lectuur die is blijven liggen een beetje bij te werken.
Ik ga nog maar eens herlezen hoe de Mayas de schepping van de aarde beschrijven in het boek Popol Vuh dat ik een paar jaar geleden van mijn dochter Sophie cadeau kreeg bij haar terugkeer uit Mexico.
In het begin was er alleen maar stilte en rust. Niets bewoog, niets gaf geluid. Al wat bestond was de kalme zee en de uitgestrekte hemel. In de stilte van de donkere nacht bevond de Schepper en Vormgever zich in het water, omgeven door licht en bedekt met groene en blauwe veren. Hart van de Hemel is zijn naam.
Na deze woorden verteld de Popol Vuh hoe de Schepper en Vormgever de ruimte vult en de aarde laat verschijnen. Gehuld in nevels verrijzen de bergen en overal schieten cipressen en pijnbomen op. Het water wordt gescheiden en vrij stromen de rivieren tussen de bergen door. Een schitterend werk, waar het Hart van de Hemel en het Hart van de Aarde diep over nagedacht hadden. Vervolgens verschijnen de dieren; herten, vogels, leeuwen, tijgers en allerlei soorten slangen. De Schepper en Vormgever is verrukt over de pracht van de dieren die krijsen en kakelen. Toch ontbreekt er iets, geen enkel dier is in staat de naam van het Hart van de Hemel en het Hart van de Aarde uit te spreken. Er moeten mensen komen die de Schepper en Vormgever onderhouden en gehoorzamen en die in staat zijn de gedachtenis van het Hart van de Hemel en het Hart van de Aarde levend te houden.
Tot driemaal toe deed de Schepper en Vormgever een poging wezens te maken die hun opdracht zouden begrijpen. Eerst werd er een mens geboetseerd van aarde, maar die was slap en week. Wanneer het bovendien begon te regenen was het snel gedaan met de mens gemaakt van aarde. Een tweede poging van hout leverde ook niet het gewenste resultaat op. De mensen van hout waren bestand tegen de regen, maar stijf als ze waren en zonder bloed in de aderen waren ze niet in staat zich hun Schepper en Vormgever te herinneren. Driemaal was scheepsrecht, ook voor de Schepper en Vormgever. Met behulp van vier dieren werden witte en gele maïskolven verzameld. De maïs werd gemalen en uit het deeg van de gele en witte maïs werden vlees en bloed gemaakt. Uit de krachtige drank van de maïs werden vervolgens de spieren gevormd, die het lichaam stevig en sterk maakten. Uit maïs, en uit maïs alleen, boetseerde de Schepper en Vormgever de eerste mensen, vier mannen en vier vrouwen, de Mayas.
Rare jongens, die Romeinen. Als er één boek is dat aangeeft dat deze quote van Obelix uit de stripverhalen niet helemaal een verzinsel is, dan is het wel het boek Romeinse decadentie dat onlangs in de boekhandels werd opgenomen.
En het is waar, wanneer we aan de Romeinse tijd denken, zien we taferelen van weelde en extravagantie: uitgebreide bacchanalen, grootse gladiatorengevechten en keizers die nogal wat afwijkend sexueel gedrag vertoonde. En dan is er natuurlijk de weelde en luxe die spreekt uit de resten die in de loop der eeuwen zijn opgegraven, zoals bij Xanten, waar een "woning" is gereconstrueerd, een woning die zo groot is dat je er een dorp in kunt huisvesten. Het boek lijkt in sommige hoofdstukken te vergeten dat het voor de "geïnteresseerde leek" is bedoeld, waardoor het wat academisch dreigt te worden. Deze dreiging levert echter geen echte problemen op. Hierdoor is Romeinse decadentie een absolute must voor iedereen met interesse voor geschiedenis, of voor luxe. Ook voor de maatschappelijk betrokkene is het goed leesvoer, want de link met de moderne consumptiemaatschappij is natuurlijk snel gelegd.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.