Wie zijn ze, die kostbare zeldzame stemmen die ik zo goed zou kunnen gebruiken in allebei mijn koren?
De bas is de (mannelijke) zangstem met het laagste stembereik van de menselijke stem. Een typische bas heeft een bereik van de mi onderaan de fa-sleutel tot de mi boven de middelste do (op de eerste lijn van de solsleutel).
In de klassieke muziek en dan vooral in de opera wordt onderscheiden we bij de bassen nog verschillende soorten.
o Basso profundo: een opmerkelijk diepe basstem. Een basso profundo kan een bereik hebben tot de B onder de fasleutel.
o Basso cantate: een lichtere, meer lyrische basstem met een iets hoger bereik
o Basso buffo: een komische bas
o Basbariton: zangstem waarvan het bereik en toon zich ergens tussen de bas en de bariton situeert
De chocoladen eieren bestaan nog niet zolang. Het is pas laat, nl. in de 18de eeuw, in Frankrijk, dat men er toekwam verse eieren te ledigen en ze op te vullen met chocolade. Later werden gietvormen gemaakt en werden chocoladen eieren in allerlei maten gemaakt en verspreid. Vandaag de dag nog vinden ouders en grootouders, geholpen door de klokken van Rome, echt plezier in het verbergen van Paaseieren in de tuin.
Men kan zich terecht afvragen wat het verband is tussen een religieus feest als Pasen, dat de verrijzenis van Christus gedenkt, en een zoektocht naar chocoladen eieren. Wel, men mag niet vergeten dat het feest van Pasen in de periode valt van de lente-equinox (rond het begin van de lente). Dat is natuurlijk de periode waarin de natuur terug tot leven komt. Niet eigenaardig dus dat het ei, net als bij de antieke Egyptenaren, ook bij ons een symbool van vernieuwing werd.
In onze contreien was het vroeger verboden van tijdens de vasten, de veertig dagen voor Pasen, eieren te eten. De boeren bleven dus met heel wat eieren zitten. Daarom namen ze vanaf de middeleeuwen de gewoonte aan eieren te versieren. De traditie van gekleurde eieren is vandaag nog steeds sterk aanwezig in landen als Rusland en de Oekraïne.
We zijn er niet meer over verwonderd rond Pasen chocoladen hazen in de winkels te zien liggen of Paashazen in Amerikaanse films te zien opduiken. Deze traditie is eigenlijk van Duitse oorsprong. Aan de overkant van de Rijn dacht men dat het de beurt was aan de hazen om de eieren uit te broeden. Vreemd, niet?
Op zaterdag 11/4 vindt om 11 uur inde Christus Koningkerk in Sint-Niklaas de uitvaartdienst plaats van priester Marcel Van Daele, oud-pastoor van deze parochie, maar vooral jaren lang leraar aan het Sint-Jozef Klein Seminarie en bezieler van het Knapenkoor In Dulci Jubilo. Onder zijn leiding vierde het koor grote triomfen en kreeg nationale en internationale bekendheid. Grote namen volgden Marcel op als dirigent van In Dulci Jubilo: Jan Van Landeghem; Godfried Van de Vyvere, en thans Dieter Vanhandenhoven. Maar zijn hart bleef kloppen voor de muziek, ook al stond hij niet meer lijfelijk verschillende keren per week voor zijn koor. Als de hemel is, zoals ik hem mij droom, dan zal Marcel zeker gauw aan de slag zijn met het engelenkoor.
Waar het voor de meeste oudere mensen onder ons evident is wat de woorden Goede Week willen zeggen, is het dat al veel minder voor de latere generaties: ze hebben het niet meer geleerd of zijn het vergeten. Nochtans is de Goede Week een onuitputtelijke bron voor (koor)muziek. Duizenden koorwerken houden met de Goede Week verband.
De Goede Week is de naam van de week vanaf Palmzondag tot Stille Zaterdag. Het zijn de laatste zeven dagen van de Vasten. In deze week wordt in de liturgie het lijden, sterven en verrijzen van Jezus Christus opgenomen. De Goede Week heeft als zwaartepunt Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag.
Op Palmzondag wordt verteld hoe Jezus als een koning in Jeruzalem werd ingehaald. Geen gewone koning: een koning op een ezeltje, een koning zonder leger. Een koning van de gewone mensen, die dan ook in groten getale uitliepen. Ze zwaaiden met palmtakken, riepen Hosannah en legden kleden en doeken op de weg, als een loper voor de koning. In de kerken worden op Palmzondag buxus-takjes uitgedeeld. Palmtakken in het klein.
Op Witte Donderdag, de dag van 'het laatste avondmaal', denken we aan de laatste maaltijd van Jezus met zijn apostelen. In de liturgie staan de instelling van de eucharistie en het priesterschap door Jezus centraal. Het is niet zomaar een maaltijd, het is de vooravond van het Joodse Paasfeest (Pesach). Jezus en zijn vrienden gedenken hoe het joodse volk ooit door Mozes uit Egypte is bevrijd. Na de maaltijd gaan Jezus en zijn leerlingen de stad uit naar de Olijfberg, waar Jezus tot God zal bidden. Vluchten doet hij niet. Die nacht wordt hij verraden, gevangen genomen en verhoord.
Goede Vrijdag is de vrijdag voor Pasen. Op deze dag wordt de kruisiging en de dood van Jezus herdacht. Op veel plaatsen vindt op Goede Vrijdag om drie uur s middags de kruisweg plaats. Goede Vrijdag is de droevigste dag van het kerkelijk jaar in het algemeen en van het Paasfeest in het bijzonder. Toch spreekt men van Goede Vrijdag. Dit is omdat de dood van Jezus niet het einde betekende. Op Goede Vrijdag volgt, na de stilte en de rouw van Stille Zaterdag, immers de Paasmorgen.
Paaszaterdag of Stille Zaterdag volgt op Goede Vrijdag. Het is de zaterdag voor Pasen en de laatste dag van de lijdensweg die voorbereidt op het Paasfeest. Op deze dag herdenken we de tijd dat Christus dood in het graf lag en er als het ware een stilte in de wereld optrad. Het kruis is nu leeg en in veel kerken is het altaar leeggeruimd. Er liggen en staan geen bloemen, kaarsen of mooie doeken op het altaar. Op Stille Zaterdag wordt er net als op Goede Vrijdag geen eucharistie gevierd. Het is een dag van stille bezinning die eindigt bij aanvang van de vreugdevolle Paaswake.
"Mama, papa, zie je mij het liefst van al?" Wie heeft het niet meegemaakt dat een van je kindjes op je schoot klimt en je een dikke knuffel geeft en dat dan vraagt, heel stilletjes in je oor. En steevast is dan het antwoord: "Ik zie jou heeeel heeeel graag, maar de andere kindjes ook hoor". Ze zijn allemaal een beetje anders, ieder met zijn eigen karaktertje, met zijn eigen leuke kanten. Maar als het er op aan komt dan kan je natuurlijk niet kiezen. Ik moest eigenlijk wel een klein beetje glimlachen, toen ze me in één koor zegden dat ik hier op mijn blog een concert aankondigde dat op hun repetitiedag viel. Alsof ik geen twee kindjes heb die ik allebei even graag zie. En hetzelfde gevoel komt over mij als de oudere koorleden weer eens vergeten dat zij er een stel nieuwe bijgekregen hebben. Opa ziet ze allemaal even graag en trekt er geen voor, maar vergeet er ook geen. Als we dat nu allemaal doen, dan zijn we één grote fijne familie.
Op het gevaar af van versleten te worden als een brompot, wil ik vandaag toch nog maar eens een oproep doen om repetities niet als een leuke toevallige bijkomstigheid te beschouwen, als je koorlid bent. Niks is zo vervelend voor de trouwe koorleden en voor een dirigent dan te moeten vaststellen dat er weer eens een stel afwezigheden zijn: wat zieken, wat vakantiegangers, wat andere prioriteiten, moe zijn, een familiefeestje, moeten gaan fietsen met de fietsclub, een dochter die zou moeten gaan bevallen, een plotse repetitie in een ander koor ... Even zo veel redenen (excuses?) om de groep in de steek te laten en om er voor te zorgen dat het repetitieprogramma in de war geraakt en dat het nog maar eens haast- en vliegwerk wordt voor een volgende uitvoering. Om nog maar te zwijgen van frustraties bij diegenen die er wel waren en nog maar eens mogen herbeginnen op een volgende repetitie, en evengoed frustratie bij hen die herhalingen misten en nu niet meer zo goed meekunnen. Een speciaal probleem zijn langere afwezigheden: zo gauw dit opduikt, denk ik dat het de taak van de voorzitter is om koorleden persoonlijk te gaan opzoeken om hen terug te motiveren. De stap terug naar het koor, na een langere afwezigheid is vaak niet gemakkelijk.
Sandra Trehub van de universiteit van Toronto liet baby's van een half jaar kijken naar videos van hun moeder. Op de ene zong ze een kinderliedje, op de andere sprak ze het kind liefkozend toe. De baby's bleven veel langer naar de zingende moeder kijken, ze waren door haar gebiologeerd. En ouders maken daar ook instinctief gebruik van. Proberen ze hunbaby - geteisterd door darmkrampjes - te kalmeren, dan zetten ze met een zoete stem een kinderliedje in. Kinderen van drie jaar kunnen al heel duidelijk de vrolijke delen uit de muziek van hun cultuur duiden, zo bewijst ander onderzoek. En als ze zes jaar zijn, zijn ze net zo goed in het onderscheiden van melancholie, angst en boosheid in muziek als volwassenen. Een gave die ze de rest van hun leven niet meer kwijtraken. Muziek lijkt dus diep te zijn geworteld in onze hersenen. De grote vraag is nu of onze hersenen speciaal zijn uitgerust om muziek te begrijpen. Met andere woorden: zit er een speciaal muziekcentrum of -circuit in ons hoofd, net zoals we een taalcentrum bezitten? De Canadese neuropsycholoog Isabelle Peretz van de universiteit van Montreal is er heilig van overtuigd. Al enige jaren onderzoekt zij personen die op een of andere manier muzikaal gemankeerd zijn. Uit haar onderzoek blijkt dat muzikaliteit na een hersenletsel kan wegvallen, terwijl alle andere mentale functies gewoon behouden blijven.
Muziek in de Kathedraal van Mechelen : Van Nuffel, Tinel en Vyverman
Datum
woensdag 29 april 2009
Aanvang
20u15
Activiteit
Muziek in de Kathedraal van Mechelen: Van Nuffel, Tinel en Vyverman
Programma
programma: Jules Van Nuffel Statuit ei Dominus Jacques-Nicolas Lemmens Laudate Dominum de coelis Edgar Tinel Sonate in sol klein, voor orgel Jules Van Nuffel Cantica ad laudes vespertinas Edgar Tinel t Pardoent Edgar Tinel Heer, mijn hert is boos Jules Van Nuffel Pater noster Aloys Desmet Homo quidam Jules Van Nuffel Tria cantica eucharistica Jules Vyverman Psalmus 130: Domine non est exaltatum Jules Van Nuffel Psalm VI: Domine, ne in furore tuo arguas me uitvoerders: Koor van het Lemmensinstituut & Kathedraalkoor Mechelen o.l.v. Kurt Bikkembergs - Peter Pieters orgel
Nu Pasen dichterbij komt heb ik weer eens toegegeven aan mijn taalnieuwsgierigheid. Vijgen na Pasen lijkt me zo een gekke uitdrukking, dat ik het niet kon laten.
In de middeleeuwen waren de vastendagen zeer talrijk, niet alleen alle vrijdagen maar ook de quatertemperdagen, de vigiliedagen voor de grote feesten en natuurlijk de grote of veertigdaagse vasten. Na de wintertijd, de tijd van feesten en schrokpartijen, zorgde de Kerk voor afremming; dit was de grote vasten, tijd van soberheid en van versterving. Voor velen was het echter een onontkoombare noodzakelijkheid, de voorraden van vlees en dergelijke waren immers op en slechts een noodzakelijke en noodgedwongen vasten kon de burgers de lente doen bereiken. Op vastendagen mocht er geen vlees en geen vette spijzen gegeten worden. De reglementering verschilde wel eens van streek tot streek volgens het bisdom.De beenhouwers mochten het vlees niet etaleren op peine van zware straffen. Op het eten van vlees stonden lijfstraffen en zelfs de doodstraf kon men krijgen voor worteltjes met spek. Lodewijk IX, bijgenaamd de heilige, dreef de versterving wel zo ver dat hij zich ont hield van bij zijn vrouw te slapen, maar hij zal wel een uitzondering geweest zijn. Buiten de klassieke vastenspise, zoals vis, groenten en kaas werd er ook, maar dan door de rijken, de armen konden zich dit niet aanschaffen, zaken gegeten zoals rozijnen, dadels, noten en gedroogd fruit. Ook vijgen behoorden daarbij en als de vijgen te laat uit het verre Turkije arriveerden sprak men van vijgen na Pasen, vastenspijs na de vasten...
Nieuw repetitie-instrument voor het Ruysscheveldekoor
DGX-630 YAMAHA
88 standaardtoetsen met gegradueerde hamerinstelling met 503 natuurlijk klinkende voices en stijlen.
DGX-630 is Yamaha's beste pianobenadering ooit, met gewogen gegradueerde hameractie, ultra-echt aanvoelend en meer. Alle beste geluiden zijn beschikbaar via een druk op een knop en het opnemen van virtuoze uitvoeringen is eenvoudig met de ingebouwde recorder. De Yamaha Education Suite en usb-connectiviteit voegen functionaliteit toe.
Graded Hammer Standard (GHS)-toetsenbord met 88 toetsen
Akoestische, superexpressieve Live!-, Cool!- en Sweet!-voices en met ingebouwde DSP
Easy Song Arranger-functie en speelassistentietechnologie (P.A.T.)
Usb-aansluiting voor handige opslag en voor het afspelen van songdata
Optionele pedalenconsole met drie pedalen voor expressieve effecten
Op zondag 26 april e.k. organiseert de vzw Het Orgel in Vlaanderen een treforgeltrip waarbij leerlingen van de muziekacademies de kans wordt geboden om orgels in Beveren te bespelen. Erwin Van Bogaert is coach.
programma 14.00u: start te Vrasene, H.-Kruiskerk, Aegidius-Franciscus van Peteghemorgel 15.30u: Melsele, kapel van Gaverland, historisch Spaans orgel 17.00u: Beveren, hoofdkerk, Anneessens-orgel, deel 1 19.00u: Beveren, hoofdkerk, slotconcert
Dit weekend een leuk bericht in de kwaliteitskrant De Standaard:
Niet alleen Pink Floyd en andere Judas Priests zouden verborgen boodschappen in hun muziek hebben gesmokkeld. Volgens een bericht van de Britse openbare omroep zou ook de Franse componist Maurice Ravel zich zo hebben laten gaan.
Doorheen het werk van Ravel - in het bijzonder in "La Valse" - komt dikwijls een sequentie van drie noten voor en die slaan op een fameuze populaire Parisienne, aldus de BBC op gezag van Ravel-deskundige David Lamaze. Het gaat om de noten E, B en A ofwel mi, si en la waardoor de kenner uitkomt bij Misia Sert, een goede vriendin van de componist.
De vrouw was goed gekend in kunstmiddens en komt ook voor op doeken van Renoir en Toulouse-Lautrec.
Ravel, wiens leven achter een nevel was gehuld, was nooit getrouwd, terwijl Misia Sert drie keer eeuwige trouw heeft gezworen. Nog volgens de BBC heeft de man enkele werken gecomponeerd terwijl hij verbleef op een boot die eigendom was van Misia Sert en haar tweede man.
De laatste week hebben er hoe langer hoe meer mensen gevraagd hoe het met mijn vrouw gaat: lief dat jullie daar ook aan denken. Als je het mij vraagt - en ze zou niet akkoord zijn als ze dit las - vind ik dat ze er niet op vooruit gaat. Hoe langer hoe meer ademnood maakt het allemaal niet gemakkelijk. Gelukkig kunnen we morgen naar het Onze Lieve Vrouwziekenhuis in Aalst, waar haar misschien een "koninklijke" ontvangst wacht/ Een hartkatheterisatie zal er voor zorgen dat ze een leuke blauwe plek zal hebben. Maar daar zal ook meteen uitgemaakt worden wat er nog allemaal gaat volgen. En voor diegenen die hardop hun twijfels hebben uitgesproken over mijn eigen culinaire capaciteiten: de (bouillon)soep was lekker, de frietjes juist genoeg gebakken en de beefsteack perfect. Der zaten nog wel wat veel steeltjes aan de veldsla, maar een kniesoor die daar om geeft.
Het slot van Haydns levensgeschiedenis zorgde voor een note gaie: in 1805 stierf zijn broer Johann; men verwarde hem met den beroemden Joseph, die toen zijn eigen doodsbericht in de kranten las. Vooral Parijs heeft toen een figuur geslagen: men voerde er ter ere van den vermeende dode Mozart's Requiem uit en Cherubini schreef een speciale treurmuziek. Haydn had veel plezier in het geval:
Die goede heeren. Ik ben hen veel dank schuldig voor de ongewone eer. Als ik van de plechtigheid geweten had, was ik er zelf heen gereisd, om de Mis in eigen persoon te dirigeeren.
In hetzelfde jaar werd Wenen door de Fransen bezet; zelfs de vijandelijke officieren huldigden de oude componist. Maar Haydn voelde zich steeds zwakker: op zijn visitekaartje liet hij drukken Weg is al mijn kracht, ik ben oud en zwak
Doch hij bleef de oude charmeur; kort voor zijn dood riep hij een vertrekkende vriend nog na: Veel groeten aan de mooie vrouwen. Hij kon haast niet meer lopen en bracht zijn dagen door met bidden en het ontvangen van bezoeken. In 1808 ging hij voor het laatst uit en wel naar een opvoering van Die Schöpfung ter ere van zijn zes en zeventigste verjaardag: ook toen bleek zijn grote bescheidenheid, want hij beantwoordde den bijval door naar den hemel te wijzen en te zeggen Het komt alles van daar. Drie weken voor zijn dood trilde zijn huis door een kanonschot (het was in de dagen van Asperen en Wagram), maar nog bezat Haydn de geestkracht om zijn huisgenoten te kalmeren: Wees niet bang, waar Haydn is kan jullie geen ongeluk overkomen. Zijn geest was tot het einde toe helder; hij stierf rustig.
Het is algemeen bekend dat Joseph Haydn, de excellente componist, zijn uitspattingen niet altijd in toom weet te houden. Veel van zijn kerkelijke composities hebben niet de heilige ernst zoals het in huis van de Heer zou betamen, maar zijn komisch en profaan van karakter. Aan het woord is de kerkmusicus Mastiaux, een jongere tijdgenoot van Haydn en een echte purist. Als voorbeeld van de grappen en grollen van Haydn haalt hij het Agnus Dei uit de Missa in tempore belli aan. Volgens Mastiaux laat Haydn in dit deel een pauk de hartslag vertolken. Deze mis heeft dan ook de bijnaam Paukenmis gekregen. Echter, de pauken en trompetten zouden ook heel goed de weerslag kunnen zijn van de dreigende sfeer die er ten tijde van het componeren in 1796 in Europa hing. Het was immers de tijd van de Napoleonse Oorlogen. De Nikolai-messe schreef Haydn al in 1772, ter gelegenheid van de naamdag van Sint Nicholas, de patroonheilige van prins Nicholas Esterházy. Het was de eerste mis die Haydn schreef na zijn beroemde Abschiedssymphonie. De mis straalt van pure joie de vivre, alsof Haydn zijn patroon dankt voor diens positieve respons op zijn waarschuwingen in de Abschiedssymphonie.
Nu de Goede Week nadert, presenteert De Bijloke in Gent een prachtige reeks voorstellingen en evenementen onder de naam "Lamentatieweek". Van oudsher is de Goede week een muzikaal hoogtepunt in de aanloop naar Pasen. Natuurlijk hoor je overal de Mattheüspassie van Bach (Sigiswald Kuyken presenteert er eentje zonder koor, maar met alleen solisten). Reden te meer om ook eens andere horizonten te verkennen en terug te vallen op zowel de Westerse Christelijke traditie als opde bakermat van dat christendom - het middenoosten.
* dinsdag 31 maart om 20.00 uur in het Kraakhuis : "Settimana Santa in Corsica".
* woensdag 1 april om 20.00 uur in het Kraakhuis : "Settimana Santa in Granada".
* donderdag 2 april om 20.00 uur in het Kraakhuis: "Christelijke lamentaties uit het Midden-Oosten"
* vrijdag 3 april om 20.00 uur in de concertzaal van De Bijloke: "Leçons de ténèbres" van François Couperin
* zondag 5 april om 11.00 uur in het Kraakhuis: "Settimana Santa in Napels"
* zondag 5 april om 15.00 uur in het Kraakhuis: "Die sieben letzte Worte" van Jozef Haydn
Antonio Lucio Vivaldi werd op 4 maart 1678 in Venetië geboren en is gestorven in Wenen op 28 juli 1741.
Na de tweede wereldoorlog heeft het intensieve Vivaldi-onderzoek het licht doen schijnen op veel onduidelijkheden omtrent zijn leven en werk. Dit heeft een ware Vivaldi-renaissance teweeggebracht.
De eerste vioollessen kreeg Antonio van zijn vader Giovanni Battista Vivaldi, die violist was aan de kapel van San Marco hij was waarschijnlijk ook leerling van G. Legrenzi voor orgel en theorie. Hij groeide op in Venetië, waar de kerkmuziek in de San Marco bloeide en het opera - en concertleven op hoog niveau stonden. Antonio speelde al vroeg mee in de kapel van San Marco als plaatsvervanger van zijn vader.
Tijdens zijn leven was deze priester met vuurrood haar, vandaar il prete rosso, bekend als componist, pedagoog, violist en kapelmeester. Zijn priesterschap heeft niet lang geduurd, in 1693 kreeg hij de tonsuur en tien jaar later, in 1703, ontving hij de wijding. Maar op een dag in datzelfde jaar, viel hem onder het vieren van de mis een bruikbaar fuga-thema in, hij verliet ogenblikkelijk het altaar om de mooie melodie op te schrijven in de sacristie. Daarna keerde hij naar de dienst terug alsof er niets gebeurd was. Voor deze misstap verwees men hem naar Inquistie, die hem gelukkig maar voor een musicus aanzag, die men eigenlijk als een gek beschouwde en voor de rest van zijn leven werd hij het officie verboden. Hijzelf verklaarde dat zijn werkloosheid als zielenherder veroorzaakt werd door zijn slechte gezondheid, vermoedelijk astma.
Als componist en pedagoog vond Vivaldi zijn vaste baan tegen het einde van 1703 bij de afdeling voor musiekbeoefening van de Ospedale della Pietà, één der vier Venetiaanse tehuizen voor gelukkig geredde, ongewenste kinderen.
De weeskinderen werden er opgevoed tot aan het huwelijk. Het gebeurde vaak dat jonge dames voor wie geen geschikte echtgenoot gevonden werd, opgroeiden tot briljante musiciennes en zangeressen want het muziekonderricht stond op een hoog peil, want Vivaldi was niet alleen een groot vioolpedagoog maar ook een kundig zangleraar. De weesmeisjes vormden onder zijn leiding zowel een vermaard strijkorkest als een zangkoor. De namen van sommige meisjes kennen we via aanduidingen in Vivaldis partituren: La Bolognese, lAppolonia,, La Chiaretta.
De Engelsman Edward Wright gaf een beschrijving van de Pietà ten tijde van Vivaldi.
De meisjes die in de Pietà worden ondergebracht zijn meestal bastaardkinderen. Het zijn er bijzonder veel. Men beweert zelfs dat het er om en bij de 6 000waren. Voor de stichting van de instelling werden de babys in het kanaalwater gegooid. Elke zondag en feestdag worden in de kapellen van de Ospedali vocale en instrumentale concerten gehouden, gespeeld door de meisjes zelf. Ze nemen plaats in een hoger gelegen galerij en hoewel ze niet geprofest zijn, zaten ze achter een smeedijzeren traliewerk, verborgen voor het zicht van de toeschouwers. Zowel de orgelpartij als alle instrumentale partijen worden door de meisjes uitgevoerd.. Als muziekmeester hebben ze een eunuch, die voor hen ook muziek componeert.
Don Antonio Vivaldi, onvergetelijk vioolvirtuoos, beroemd componist en verdienstelijk dirigent, heeft in zijn carrière ooit 50 000 dukaten bij elkaar verdiend, maar is tengevolge van zijn grote spilzucht in grote armoede in Wenen gestorven. De grootmeester overleed aan inwendige ontstekingen ten huize van de familie Satler in de parochie van st. Stephanus, dicht bij de Kärntner-poort en is begraven op 28 juli 1741 op het armenkerkhof van het gasthuis, dat nu niet meer bestaat. Niemand is er ook achtergekomen wat hij de laatste veertien maanden van zijn leven heeft uitgevoerd of waar hij geweest is.
Geen muziek echter voor de laatste reis van Antonio Vivaldi.
Voor elke dirigent is een geslaagde uitvoering een moment van intense vreugde. En ook elk koor is gedreven om af en toe een mooi concert te geven, de bekroning van vaak maanden intensief werk. Als je daar, zonder tijd te verliezen maar toch op een rustige manier, kan naar toe werken is het dus alleen maar plezierig werken. Het ongeluk is dat bij nogal wat amateurkoren het studeertempo heel traag gaat: alles moet vaak op het gehoor aangeleerd worden, vergeetachtigheid is des mensen (en dus maar veel herhalen), afwezigheden op repetities dwingen de dirigent om regelmatig opnieuw te beginnen. Bij elke succeservaring komt een koorbestuur in de verleiding om er toch nog maar een extra optreden te aanvaarden, en dat doorkruist dan vaak het ritme van het halfjaarlijks of jaarlijks formele optreden: een serieus programma vraagt immers iedere keer opnieuw serieuze repetities (vergeetachtigheid, weet je wel), en eist eigenlijk ook altijd een paar nieuwe nummers. En dan begint voor de dirigent de stress: de deadlines worden bijna ondoenbaar, de afwerking van de muziek begint te lijden, de echte grote concerten komen in de verdrukking.
Ik geef - m.b.t. de twee koren die ik mag leiden - een paar voorbeeldjes. Het Ruysscheveldekoor plant een jubileumconcert (30 jarig bestaan) in november: hiervoor moet een avondvullend programma worden samengesteld, wat ons nog aardig lukt ook. Met wat geluk staat er tegen dan een mooi programma met allemaal nieuw werk. We weten allemaal dat het alle hens aan dek geblazen is om het af te krijgen. Maar dan komt daar tussendoor een performance op de cultuurmarkt, en een optreden in Rome (waar we ineens 3-stemmig werk nodig hebben bij gebrek aan deelnemende bassen). Gevolg: stress, stress, stress want voor het novemberconcert hebben we ineens een stuk repetitietijd te kort. Korile heeft pas een ideaal optreden gehad: we konden een jaar werken aan het opbouwen van een mooi repertorium dat uitmondde in een heel geslaagd concert. Nu beginnen we te denken aan een concert voor de kersttijd. Niks aan de hand, zou je zeggen, tenzij je plots ook Marialiederen moet gaan instuderen voor een optreden in Scherpenheuvel, of een optreden aanneemt een maand voor het kerstoptreden. Stress, stress, stress.
Waar dirigenten met een groep zangers staan die vlot muziek lezen en die in een tiental repetities een heel concert op poten zetten, is er niks aan de hand: de vreugde iedere keer men naar buiten kan komen. Maar in het andere geval: tussen droom en daad ligt een wereld van STRESS;
Voor veel mensen is het gevoel wat ze bij het zingen in een koor ervaren misschien wel de belangrijkste reden voor het samen zingen in een groep. Muziek is namelijk emotie en kan elke denkbare situatie weerkaatsen. Zo kun je met zingen zowel vreugde als verdriet uitdrukken. Iedere emotionele ervaring is uniek. Door deze uitingsmogelijkheid krijgen de meeste mensen veel positieve energie. Door het "wij" gevoel wat ontstaat bij samenzang kunnen emoties worden versterkt. Het is bekend dat een groep welke bestaat uit verschillende personen met op zich gemiddelde zangtalenten maar met voldoende zelfvertrouwen en de kwaliteiten om emoties over te brengen aan anderen, naar bijzondere prestaties te leiden is. De kracht van emotie is dus dat je het kun doorgeven aan anderen. Je moet je kwetsbaar op durven stellen. De meeste mensen kunnen aan de hand van uiterlijke verschijnselen signaleren wat iemand voelt. Zo komt het publiek iets te weten over iemands emotie en kan dit gevoel meebeleven.
Naast tekst en performance kan ook de opbouw van een muziekstuk, de gebruikte toonsoort, bepaalde klanken en akkoorden een bepaald gevoel losmaken. Zo is bekend dat de betekenis van een majeur klank over het algemeen "vrolijker" is dan een mineurklank. Emoties kunnen ook opgewekt worden bij een zekere associatie. Bij bepaalde nummers komen bepaalde herinneringen weer terug. Je waant je bijvoorbeeld weer even op de middelbare school, denkt even terug aan een moeilijk moment, of blikt, eventueel samen met je partner, terug naar je verkeringstijd (ze zingen ons nummer schat!).
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.