Zo vroeg als ze gingen slapen zijn mijn collega's ook opgestaan. Reeds om half zes was er gestommel naar trekkersgewoonte, geen lawaai. Zelf bleef ik nog wat liggen, had geen zin om met hen te ontbijten . Tegen acht uur was iedereen buiten en ik het kot voor mij alleen,op Yolande, de poetsvrouw, na. Het lijkt wat koeler geworden vandaag, dus ga ik fietsen naar de dorpen in de buurt,maureilhan en puisseguier,quarante. Ik trap op mijn pedalen en mijn adem,mijn conditie is niet best. In puissegier overleg ik met een perrier en mezelf en rij maar direct terug naar mijn kamp. Pik boodschappen op onderweg: drank en zeep en wat fruit en nog meer drank. Ook steun ik de plaatselijke coöperative.
Yolande heeft de boel helemaal opgekuist (niet mijn kamer) en de luiken dicht gemaakt in de living, zo blijft het langer koel. Het is middag, maar ik heb geen zin in eten, eet straks wel wat fruit.
Even ben ik op mijn bed gaan liggen, toch weer een uurtje geslapen, ik weet niet waar ik die slaap blijf halen. Tsjee-Tsjeevlieg of zo? Ik word wakker door de aankomst van nieuwe logés, die beantwoorden aan het oorspronkelijk opzet van deze gîte : ze komen hier één nacht logeren om een trouwfeest te vieren, dan zijn ze weer weg. In vijf jaar dat ik hier kom heb ik het nog niet zo druk geweten. Ik neem tot mij een slaatje van tomaten en wat vis uit blik, accompagné du vin rosé du village. Zo is voor de feestvierenden ook een gewone tourist te zien..
Na de middag weer de luwte gezocht van de platanen langs le canal.ik wil dringend mijn boek "reus" van annelies verbeke uitlezen. Het is veel te kort, ik ben er in een simpele klaar.goeie literatuur,vind ik ! Onder de schaduw van de platanen rij ik langs het water naar Poilhs, in de richting van beziers. Je moet van goede wil zijn om dit pad een fietspad te willen noemen, kan me niet voorstellen dat ik ooit zo het hele trajektheb gedaan. Water tanken op het kerkhof dat hoog boven het dorp ligt,eigenaardig. Na Poihls verlaat ik het kanaal en fiets verder langs landweggetjes naar een gehucht Le Viala, eigenlijk één grote boerderij, hier liggen er zo'n paar uitgestrooid in een onmetelijke vlakte. Dat is genieten, al is er geen schaduw en de zon op zijn felst. Terug in capestang speel ik Jezus en verander water in wijn.
Tegen zeven krijg ik toch honger en begeef me naar Le Relais Bleu,waar ik in de week gewoonlijk een dagschotel eet,maar dat kan niet in het weekend. Zo eet ik dezelfde kost en betaal de dubbele prijs.. Ik blijf wat hangen met een man die daar in het weekend is blijven hangen ,ga dan naar huis waar ik vroeg in bed tuimel en als een blokin slaap val.
De feestjangers komen in ploegen afgezakt, maar daar word ik nauwelijks wakker van,wél van pijnscheuten in mijn schouder. De zuiderse zon blijkt dan toch geen remedie tegen alle kwalen.