Op het stamboomdocument staan de huidige zoogdierfamilies aan de buitenrand van de schijf.
Hoe meer naar het midden, hoe langer geleden.
De de eerste afsplitsing in de zoogdierstamboom onstond -166 million (My) : de monotremen zoals het vogelbekdier en de echidna ( zwart ) takten afvan de rest van de zoogdieren .
Buideldieren zoals opposums, kangaroes en koala's (oranje) scheiden zich af van de placentale zoogdieren ongeveer -148 My .
Binnen de placentale zoogdieren ( de andere kleuren ) , waren ALLE extante orden al aanwezig -75 MY.
( Een komplete lijst van de ingekalkuleerde soorten vindt je ---> NCBI Taxonomy website [Eutheria].<klik)
De stippellijn geeft de komeetinslag aan waardoor 65 miljoen jaar geleden de dinosauriërs uitstierven.
De oorsprong van veel zoogdiersoorten zou daarvoor al hebben gelegen.
Deze middencirkel geeft aan dat veel orden al minstens -10 MY voor de KT lijn bestonden
Het is een van de hoofdconclusies van deze meta-analyse ; De belangrijkste diversificaties in orden greep bij de zoogdieren plaats voor het uitsterven der non-aviale dino's
Dat zet de theorie dat de dino's plaatsmaakten voor "zoogdieren " op losse schroeven.
De volledige stamboom der zoogdieren van Olaf R.P. Bininda-Emonds
Deze stamboom toont hoe de verschillende groepen, zoals primaten en knaagdieren, met elkaar verband staan dmv gemeenschappelijke afstamming en documenteerd ook het moment van hun uiteengaan (aftakking )
Een internationaal team stelde de zoogdier "superstamboom " samen , op grond van bestaande fossiele gegevens en van vergelijkende genetische analyses.
Gedurende het Krijt beheersten de dinosauriers de Aarde, de zoogdieren waren toen relatief gering in aantal, en werden( volgens die oudere opvattingen ) verhinderd te diversifiëren en te evolueren in ecosystemen die gedomineerd werden door de oude heersende reptielen.
Explosieve ontwikkeling
Volgens de tot vrij recent gehuldigde meningen , veroorzaakte het uitsterven van de dinosauriërs het verwijderen van deze rem (2) op de zoogdierdiversificatie en kon deze diergroep gaan opbloeien in al zijn biodiverse mogelijkheden,wat meteen de modernere zoogdieren voorlopers op weg zette naar hun huidige machtspositie als nieuwe meesters /heersers van de Aardse biosfeer .
Volgens dit model , waarbij vrijgekomen niches onstonden en werden opgevuld , onstonden(3) en splitsten zich bijvoorbeeld de placentale zoogdieren in grote sub-groeperingen,die snel gediversifieerd raakten na de massa-extinctie der oude reptielen - waarvan altijd is gedacht dat deze primair was veroorzaakt door een vallende asteroïde of komeet 65 miljoen jaar geleden
(een scharnierpunt in de aardse geschiedenis dat duidelijk is geregistreerd in de gesteenten en bij geologen bekend als KT grens( 1).
Co-auteur van de paper Kate Jones, van de Zoological Society of London,
"Het ' meteoor effect ' is van oudsher ingeschat als de oorzaak van de uiteindelijke dood der dinosauriers en tilde de opkomende zoogdieren over de drempel van het grote succes "
Maar sommige zoogdierentakken profitereerden natuurlijk wél van de teloorgang van de dinosauriërs
Nadere details ;
Uit de " superstamboom" blijkt echter dat de placentale zoogdieren, 93 miljoen jaar geleden , reeds opgesplitst waren in diverse orden en lang voor de benodigde "niche" ruimten beschikbaar waren op een moment dat de dinosaurussen nog regeerden op de planeet.
Na dit opsplitsen in orden - of bundels verschillende afzonderlijke stamlijnen - bleef de vertakkende zoogdieren- evolutie erg laag om tijdens het Eoceen, 55 miljoen jaar geleden , opnieuw op te starten .
Het begin van het Eoceen werd gekenmerkt door een snelle opwarming van de aarde en een ware explosie van de diversiteit van de zoogdier geslachten.(genera)
"De [superstamboom] is een nieuwe manier om alle zoogdiersoorten van deze planeet te rangschikken en te beginnen met gemeenschappelijke voorouders.
De (collaterale ) verwantschappen relaties kunnen worden afgeleid uit morfologische kenmerken en uit(geselecteerde ) genetische sequenties," verklaarde Dr Jones.
"Indien we waren vertrokken van nul, dan hadden we de moleculaire en morfologische gegevens van de bekende +4000 verschillende soorten zoogdieren (4)moeten herinterpreteren en ontcijferen ....
....Wat we deden was de reeds gepubliceerde informatie uit honderden onderzoeken en de kennis van onderzoekers over de hele wereld, uitkammen
We gebruikten een nieuwe techniek genaamd "supertree construction " die ons in staat stelt om alle informatie die er is , te hercoderen en te heranalyseren , zodat het allemaal deel kon gaan uitmaken van de dataset. "
'Stroman theorie '
De samenstelling van gesteenten en mariene sedimenten onstaan en bewaard op de grens tussen het Palaeoceen en het Eoceen , toont aan dat de wereldwijde temperatuur steeg met ongeveer zes graden Celsius in minder dan 1000 jaar - een gebeurtenis die bekend staat als het " thermisch maximum. "
Dr. Rob Asher, een deskundige in de zoogdieren fylogenie aan de Universiteit van Cambridge, zei:
"paleontologen weten al meer dan honderd jaar dat niet alle moderne placentale zoogdier- groepen verschijnen direct na de KT grens. De meeste placentale zoogdieren - en wat ik daarmee bedoel zijn (bijvoorbeeld) katten , vleermuizen , walvissen en mensen - verschijnen in het Eoceen.
Ook lang niet alle dinosaurussen verdwenen aan het eind van het Krijt....
Er was een periode van een paar miljoen jaar aan het einde van het krijt , die getuigen van verschillende extincties van niet-aviaire dinosauriërs(De vogels zijn de nog steeds levende succesvolle afstammelingen van de dino's ).
Het oude" leerboek"- idee dat op de KT grens de dinosaurussen verdwenen en de (placentale )zoogdieren opbloeiden leek in paleontologische middens , vroeger al een beetje op een 'stro-man theorie ' "
Maar het idee dat
"zoogdier fossielen uit het Krijt ( van voor de kt lijn ) wel eens de ( reeds gediversifieerde ) voorouderlijke vormen vertegenwoordigden van de huidige zoogdieren was een controversiële kwestie..."
zei dr. Asher, nog
II
Maar natuurlijk stopte het andere onderzoek , de nieuwe theorie ontwikkeling en de ontdekking van nieuwe vondsten niet
in 2007
Zoals reeds vermeld profiteerden sommige zoogdieren-stamlijnen waarschijnlijk wél van de teloorgang van de dinosauriërs
http://noorderlicht.vpro.nl/artikelen/35191332/
http://www.volkskrantblog.nl/bericht.php?id=191094
http://www.nrc.nl/wetenschap/article1809755.ece/Primitieve_mol_leefde_naast_dino
Paleontologen willen vooral weten wanneer de voorouder leefde, van wie de mens de placenta heeft geërfd.
John Wible van het Carnegie Museum of Natural History en zijn collega's schetsen in Nature ,slechts een paar maanden na Olaf Bininda-Emonds , een nieuw beeld daarover.
Het eerste placentale zoogdier zou 65 miljoen jaar terug hebben geleefd.
In dat geval had hij weinig last van dinosaurussen.
Zo hadden placentadieren de vrijheid om snel te diversieren in nieuwe soorten .
(en uiteindelijk is het een heropleving van de traditionele" oude leerboeken-"hypothese , zoals hierboven reeds beschreven )
Deze conclusie is opmerkelijk, omdat in maart Olaf Bininda-Emonds van de Duitse Jena universiteit in hetzelfde blad iets heel anders schreef: Onze moederkoek-voorouders evolueerden geleidelijk en zouden al ruim honderd miljoen jaar oud zijn.
In dat geval leefden ze lang samen met de dinosaurussen
(OPMERKING dat is dus 35 miljoen jaar voor de uitsterving van de dinosauriers : de claim die in de populaire pers ( alweer veel te tendentieus en volkomen ongenuanceerd )wordt gemaakt dat nu is bewezen dat de "placentale zoogdieren "kort na het verdwijnen der dinosauriers moeten zijn onstaan , is sensatiezoekerij van die pers die het debat tussen creatie en evolutie allicht weer onnodig opstookt ... Merk op dat de "berekeningen van Wible" ook niet steunen op een daadwerkelijk gevonden fossiel )
Wible "berekende" het tijdstip van onstaan van de placentale zoogdieren met uiterlijke(morfologische ) kenmerken (5) , Bininda-Emonds rekende met genen( onder meer: biologische klokken ? ) .
Gerekend moest er worden, want
er is nog geen fossiel opgegraven dat uitsluitsel geeft. : dwz
Een dateerbaar fossiel waaruit onderzoekers duidelijk kunnen opmaken of het de eerste placentasoort is
http://www.newscientist.com/article/mg19426095.500-when-did-placental-and-marsupial-mammals-split.htmlhttp://www.sciencedaily.com/releases/2007/06/070621135213.htmhttp://www.sciam.com/article.cfm?alias=mammals-burst-on-the-scen&chanID=sa028&modsrc=reuters
INCOMPLEET FOSSIEL-VERSLAG
Zowel het moleculaire als het fossiele bewijsmateriaal hebben hun tekortkomingen, zo schrijven Richard Cifelli van het Oklahoma Museum of Natural History en Cynthia Gordon van de universiteit van Oklahoma in een commentaar in Nature.
*
De moleculair biologen baseren zich op de veronderstelling dat DNA verandert in een meetbaar tempo, ( moleculaire klokken) wat betekent dat de mate van genetisch verschil in moderne dieren een maat is voor de ouderdom van hun gemeenschappelijke voorloper in de evolutie.
Echter de ijking van moleculaire klokken dient te geschieden aan de hand van fossiel materiaal van de afzonderlijk bestudeerde groepen
*
Het fossiele bewijsmateriaal is echter incompleet
en dat geldt natuurlijk überhaupt voor de vergelijkende morfologen en vergelijkende anatomen
zie verder ook nog
http://www.bertsgeschiedenissite.nl/geschiedenis%20aarde/eutheria.htm
DIE EEUWIGE BEVERS /12 januari 2008
Michiel van Nieuwstadt
http://www.nrc.nl/wetenschap/article1878942.ece/Die_eeuwige_bevers
De zoogdieren waren ooit grijze muisjes die pas na het uitsterven van de dinosauriërs tot bloei kwamen ?
Welnee! Zoogdieren waaierenden al veel eerder uit tot een grote diversiteit aan soorten.Deze welles-nietes kwestie is uitgegroeid tot een controverse onder paleontologen en evolutiebiologen. In een overzichtsartikel heeft Zhe-Xi Luo van het Carnegie Museum of Natural History nu een elegante oplossing voor het probleem gepresenteerd (Nature, 13 december). Het is allebei waar.
Ja,
zegt dus Zhe-Xi Luo: de zoogdieren waaierden na het uitsterven van de dinosauriërs, 65 miljoen jaar geleden, uit tot de indrukwekkende verscheidenheid die we nu kennen: van de eengrams hommelvleermuis tot honderdtonners als de blauwe vinvis. En ja,
zegt Zhe-Xi Luo, de zoogdieren zijn ver voor het uitsterven van de dinosauriërs óók al eens in een soortenzwerm uitgewaaierd. Meerdere keren zelfs, maar deze oer-zoogdieren stierven daarna weer bijna allemaal uit. De zoogdieren waren in het eerste tweederde deel van hun bestaan helemaal niet uitsluitend onooglijke nachtdiertjes die overdag in het struikgewas zaten te beven van angst voor de dinosauriërs.
Evolutie in golven, noemt Zhe-Xi Luo zijn visie .
Hij ruimt de controverse niet helemaal uit de weg.
Na het uitsterven van bijna alle oer-zoogdieren bloeiden de moderne zoogdieren vanaf 65 miljoen jaar geleden wel degelijk in zeer korte tijd op. En dat valt nog steeds niet te rijmen met de bevindingen van moleculair biologen.
Uit het erfelijk materiaal van bestaande moderne dieren maken zij op dat de voorouders van de huidige 4.500 zoogdiersoorten al honderd miljoen jaar geleden verdeeld waren over verschillende superorden.
Zhe-Xi Luo onderbouwt zijn combinatie-hypothese met een gedetailleerd overzicht van zoogdieren uit het Krijt (145,5 tot 65 miljoen jaar geleden) en het Jura (200 tot 145,5 miljoen jaar geleden).
In dat laatste tijdvak, een slordige honderd miljoen jaar voor het uitsterven van de dinosauriërs, bestonden er bijvoorbeeld al een soort bevers, zoogdieren die zich door het water voortbewogen met een platte staart vol schubben (Castorocauda). Er leefden ook dieren die lijken op de moderne watermol (Haldanodon), roofdierzoogdieren die jaagden op kleine gewervelde prooidieren (Sinoconodon), een zoogdier met de graafpoten en de typische glazuurloze tanden van een insecteneter (Fruitafossor) en een zwevende eekhoorn (Volaticotherium).
Moderne namen voor deze uitgestorven zoogdieren zijn niet helemaal op zijn plaats.
Het gaat in werkelijkheid om zeer verre verwanten van de dieren die we nu kunnen zien in dierentuinen of daarbuiten.
Ze hadden haren en zoogden hun jongen. En als zwever, graver of waterdier exploiteerden ze niches in ecosystemen die vandaag de dag door hun moderne collegas worden ingenomen.
Ook in het Krijt, het geologische tijdvak dat aan het uitsterven van de dinosauriërs direct voorafging werden belangrijke ecologische niches door zoogdieren opgevuld. Zhe-Xi Luo noemt als voorbeeld onder andere Repenomamus, een roofdier dat is opgegraven met een kleine dinosauriër in zijn maag. Hij vergelijkt het dier met een wasbeer.
Hij erkent dat zoogdieren in het zogeheten Tijdperk van de Dinosauriërs (het Mesozoïcum, 251 tot 65 miljoen jaar geleden) waarschijnlijk minder voorkwamen dan dinosauriërs, maar legt de nadruk op hun diversiteit. Van de dinosauriërs zijn 547 verschillende geslachten bekend. Daar staan 310 geslachten van Mesozoïsche zoogdieren en zoogdierachtigen tegenover.
Verhelderend, noemt paleontoloog Lars van den Hoek Ostende van het natuurhistorisch museum Naturalis de analyse van Zhe-Xi Luo.
"Je houdt er de indruk aan over dat evolutie niet iets eenmaligs is, maar dat vergelijkbare typen dieren keer op keer kunnen ontstaan.
In zijn boek Het verhaal van onze voorouders (Nieuw Amsterdam, 2007) zet de Britse bioloog Richard Dawkins de verschillende scenarios voor het uitwaaieren van de zoogdieren op een rij.
1.- Er is het bigbangmodel dat in zijn meest extreme vorm stelt dat één enkele zoogdiersoort het uitsterven van de dinosauriërs overleefde. Dit muisje was de voorouder van alle levende zoogdiersoorten met een placenta.
2.- Er is het vertraagde-explosiemodel dat erkent dat de zoogdieren na het uitsterven van de dinosauriërs tot bloei kwamen, maar er ook vanuit gaat dat er ten tijde van het uitsterven van de dinosauriërs al allerlei afstammingslijnen waren van spitsmuisachtige soorten die misschien uiterlijk sterk op elkaar leken, maar elk een andere afstamming hadden.
3.- En dan is er( volgens de indeling van van Dawkins) nog het niet-explosieve model dat het uitsterven van de dinosauriërs helemaal niet ziet als een scherpe breuk in de evolutie van de zoogdieren. De zoogdieren waren al redelijk divers voor het uitsterven van de dinosauriërs en zijn de voorouders van de zoogdieren die wij vandaag de dag kennen.
4.- In het overzichtsartikel in Nature legt Zhe-Xi Luo naast deze mogelijkheden dus een vierde scenario waarin de zoogdieren en de zoogdierachtigen die eraan vooraf gingen keer op keer evolueerden en uitstierven.
In principe zou dat model kunnen aansluiten op Dawkins tweede scenario waarin slechts één muisachtig zoogdiertje het uitsterven van de dinosauriërs overleefde.( een bottle neck event dus )
In een toelichting bevestigt Zhe-Xi Luo dat hij inderdaad een aanhanger is van dit model:
De diversificatie aan het begin van het Tertiair [vanaf 65 miljoen jaar geleden] is een geheel nieuwe cyclus in de evolutie van de zoogdieren.
Het probleem is dat dit scenario niet strookt met de bevindingen van moleculair biologen. Een groot team van paleontologen en biologen onder leiding van Olaf Bininda-Edmonds van de Technische Universiteit van München publiceerde de bovenvermelde evolutionaire stamboom op basis van vergelijkingen van het erfelijk materiaal van levende zoogdieren.
Uitgangspunt is dat het tempo waarin het dna verandert zo constant is dat het gebruikt kan worden als een moleculaire klok.
Het moment waarop twee soorten uit elkaar moeten zijn gegaan is te bepalen door het aantal mutaties in het erfelijk materiaal te tellen.
De moleculair biologen concluderen dat grote categorieën in het Rijk van de zoogdieren, de zogeheten superorden, zeer ver terug gaan in de tijd. Zo zouden al circa 100 miljoen jaar geleden de Afrotheria (van olifanten tot klipdassen) zijn afgesplitst van de Euarchontoglires (primaten en knaagdieren), Laurasiatheria (hoefdieren, walvissen, carnivoren, egels en vleermuizen) en Xenartha (gordeldieren, miereneters, luiaards). Deze datering is des te interessanter, omdat zij aardig lijkt samen te vallen valt met het uiteenvallen van continenten.
De Xenartha zijn allemaal afkomstig van Zuid-Amerika en de Afrotheria ontstonden in Afrika. Een afsplitsing tussen deze twee takken op zon honderd miljoen jaar geleden valt grofweg samen met het moment waarop Zuid-Amerika en Afrika zijn losgekomen uit het moedercontinent Gondwana. Voor Laurazië, het continent waar de Laurasiathera naar zijn vernoemd, vallen de continentale verschuivingen minder mooi op zijn plaats.
De cruciale zwakte van het model van Bininda-Edmonds is dat er geen fossielen bestaan van de oer-ouders van moderne zoogdieren.
Het is absoluut waar, erkent hij desgevraagd, dat er geen fossiel bewijs is voor de grote ouderdom van de vertakkingen in de zoogdierstamboom die worden gevonden in moleculaire studies.
Dat zou te verklaren zijn kunnen zijn als de muisachtige verre voorlopers van de zoogdieren genetisch van elkaar gingen verschillen, zonder dat ze uiterlijk veranderden of zich specialiseerden in een nieuwe leefomgeving. Is dat niet een onwaarschijnlijk scenario?
Ten dele wel, erkent Bininda-Edmonds.
Maar het moderne dierenrijk laat zien dat ogenschijnlijk niet gespecialiseerde diersoorten wel degelijk lange tijd kunnen blijven bestaan. Insectivoren zijn op grond van uiterlijke eigenschappen ook vaak moeilijk te onderscheiden. Voor knaagdieren geldt dat ook.
Bininda-Edmonds gelooft dat genetische veranderingen niet automatisch hoeven te leiden tot grote veranderingen in het uiterlijk of de leefomgeving van soorten.
De vinken op de Galapagos Eilanden die zo belangrijk zijn in de evolutietheorie van Darwin lijken ook sterk op elkaar afgezien van de vorm van de bek. Maar deze betrekkelijk kleine verschillen betekenen toch dat deze soorten verschillende voedselbronnen kunnen gebruiken zoals insecten of zaden. Dergelijke verschillen zouden we in fossielen waarschijnlijk niet terugvinden.
Toch plaatst Bininda-Edmonds zelf ook een kanttekening bij zijn eigen instrument: de moleculaire klok.
Om die klok te kalibreren hebben we fossielen nodig. Uit de tijd na het uitsterven van de dinosauriërs zijn die ruim voorhanden, maar ze ontbreken nu juist in het Krijt. Dat betekent dat onze moleculaire data extrapolaties zijn waarbij we ervan uitgaan dat de moleculaire klok in grofweg het zelfde tempo doortikt. We kunnen niet uitsluiten dat de moleculaire klok na het Krijt plotseling explosief sneller is gaan tikken.
De zoogdierstamboom die Zhe-Xi Luo heeft opgesteld is er een waarin veel takken vroegtijdig zijn afgeknot. Het zijn korte perioden, waarin soorten zich in hun eigen tijd met succes aanpasten aan hun tijd en omstandigheden. Daarna stierven ze uit. Voor Zhe-Xi Luo staat het buiten kijf dat de oer-bever, oer-watermol, oer-vliegende vleermuis en de oer-miereneter geen directe verwanten hebben nagelaten.
Bininda-Edmonds wijst erop dat niet alle paleontologen het daar over eens zijn. Het fossiele bewijsmateriaal is uiterst fragmentarisch. Neem nu Ambondro mahabo.

Dat fossiel is ontdekt op Madagaskar en wordt beschouwd als de stamvader van alle zoogdieren, maar die analyse is gebaseerd op drie tanden in een onderkaak!
Maar in feite gaat de controverse toch voornamelijk over de stamvader van de PLACENTALE zoogdieren :
De komst van de placentale zoogdieren
 |
This fossil of Eomaia scansoria, preserved in shale, is about 125 million to 128 million years old. The fossil's skull is crushed, but its teeth, tiny foot bones, cartilage and fur are visible. The dark area around the skeleton is carbonized fur. Scientists are excited about the size and detail of the fossil; prior to Eomaia, the earliest record of a placental mammal was represented by a few teeth about 115 million years old.
Photo: Ji et al. Ms. for Nature |
Oudste placentale zoogdier
(Volkskrant ) 27 april 2002
Amerikaanse en Chinese onderzoekers hebben in China een fossiel gevonden van een 125 miljoen jaar oud zoogdier.
http://www.carnegiemnh.org/news/02-mar-apr/042502eomaia.html
Het dier - ongeveer zo groot als een kleine rat - is zo goed bewaard dat nog duidelijk te zien is dat het een dikke vacht had.
Gezien de lange vingers en tenen, aldus de onderzoekers van het Carnegie Museum of Natural History, kon het zoogdier waarschijnlijk in bomen klimmen.
De vondst, die Eomaia scansoria werd gedoopt (wat zoveel betekent als klauterende dageraadmoeder), wordt door de vinders beschreven in het tijdschrift Nature van 25 april 2002.
De vondst is in elk geval de gaafste van deze ( tot dan toe ) oudst bekende vertegenwoordiger van de diergroep waartoe ook de mens behoort: zoogdieren met een placenta
http://www.bertsgeschiedenissite.nl/geschiedenis%20aarde/eomaia.htm
http://www.bertsgeschiedenissite.nl/geschiedenis%20aarde/eutheria.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Eomaia
http://www.carnegiemnh.org/research/eomaia/
http://www.npr.org/programs/atc/features/2002/apr/mammals/
Voor paleontoloog en tandenspecialist Lars van den Hoek Ostende van Naturalis is de analyse van Zhe-Xi Luo wèl geheel overtuigend. Uit de kaken en tanden van de grote oer-zoogdieren uit het Krijt en Jura is volgens hem volstrekt duidelijk dat het hier gaat om zoogdieren die niet nauw verwant zijn aan moderne zoogdieren.
Moderne zoogdieren, van de mens tot het vogelbekdier, hebben zogeheten tribosphene kiezen.
Het is het perfecte gebit, zegt Van den Hoek Ostende.
Deze kiezen hebben elk drie knobbels die vanuit de boven- en onderkaak perfect op elkaar aansluiten. Het bijzondere aan deze kiezen is dat je er zowel mee kunt malen als snijden. Het is dé manier om bijvoorbeeld het chitinepantser van een kever kapot te krijgen.
Bininda-Edmonds merkt op dat parallelle evolutie paleontologen in de war kan sturen. Dit houdt in dat uiterlijke gelijkenissen tussen zoogdieren kunnen ontstaan, zonder dat ze verwant zijn.( De visvorm van de dolfijn is een bekend voorbeeld. )
Zhe-Xi Luo geeft in zijn review twee pregnante voorbeelden van parallelle evolutie.
Een daarvan is de verandering van delen van de onderkaak (bij reptielen) in botjes van het middenoor (bij zoogdieren). De onderkaak van reptielen bestaat uit meerdere stukken, die van het zoogdier uit een stuk. Twee beenderen die bij het reptiel tot de kaak behoren hebben bij zoogdieren een heel nieuwe functie gekregen: ze brengen in het middenoor geluid over van de gehoorgang naar het binnenoor. Zoogdieren danken hun scherpe gehoor mede aan deze innovatie.
Deze verandering is een schoolvoorbeeld van evolutie, omdat zij in zoogdierachtige reptielen in allerlei tussenvormen herkenbaar is.
Maar Zhe-Xi Luo concludeert dat de verandering van stukjes kaak naar stukjes middenoor bij reptielachtige zoogdieren niet een keer, maar meermalen in gang gezet.
Dan heb je het wel over hét basale kenmerk van zoogdieren, zegt Van den Hoek Ostende.
Dat zet je wel aan het denken.
Ook de uitzonderlijke tribosphene kiezen zijn in de loop van de evolutie twee en misschien wel drie keer ontstaan. De meeste paleontologen gaan ervan uit dat verwanten van het tandeloze vogelbekdier deze kiezen die kunnen knippen en snijden onafhankelijk van de andere zoogdieren ontwikkelden. Als dit soort fundamentele kenmerken meermalen kunnen ontstaan, dan neemt daarmee ook de zekerheid over de classificatie van de oer-zoogdieren af. De dwarsverbanden kunnen stambomen aardig in de war sturen.
Zo kampen moleculair biologen en paleontologen elk met hun eigen onzekerheden. Feit blijft dat allebei de kampen komen tot redelijke en consistente hypotheses die totaal met elkaar in tegenspraak zijn. Is er enige kans dat ze het binnen afzienbare tijd eens zullen worden?
"Uiteindelijk komt de bewijslast terecht bij de paleontologen, denkt Bininda-Edmonds.
Niet omdat ze ongelijk hebben, maar omdat zij de beste kans hebben om hun hypothese te onderbouwen of te verwerpen aan de hand van nieuw bewijsmateriaal.
De ontdekking van een giraffe of een tijger uit het Krijt zou het pleit in een klap beslechten in het voordeel van de moleculair biologen. Een onmiskenbare stamouder van één van de superorden natuurlijk ook.
Bininda-Edmonds heeft hoop. Antarctica is nog steeds een witte vlek als het gaat om fossielen uit het Krijt, meldt hij hoopvol. Als we in het Krijt ook maar een vroege voorouder ontdekken van de moderne zoogdieren, dan wordt het explosiemodel van de paleontologen zelf een fossiel. Als we zon fossiel daarentegen niet ontdekken binnen een jaar of tien, dan ontstaat een andere situatie. Dan moeten we onze moleculaire analyses misschien herzien.
Noten en APPENDIX
(1) Krijt-Tertiair scheiding
zie ook
http://news.bbc.co.uk/2/hi/uk_news/education/2997404.stm
(2)
De zoogdieren waren dan ook ( volgens die oudere opvattingen ) min of meer "geterroriseerde " onderkruipsels die eigenlijk klein van formaat moesten blijven en in het verborgene moesten verder leven ...een soort moeilijk uit te roeien "ongedierte "( = zoiets als de huidige ratten voor de heersende mens ) , dat niet te sterk de aandacht trok ( of aan de aandacht ontsnapte ) van de grote vleesetende dino's
Het feit dat men (kleine)zoogdier fossielen ( eierdieven en nestrovers ? ) heeft gevonden die daadwerkelijk jonge (en misschien kleine dino's )bejaagden/verorberden is een van de eerste vondsten die deze opvattingen enigermate deden betwijfelen
Een hapje dinosaurus/2005
Ten tijde van de dinos waren de zoogdieren miezerige wezentjes, nauwelijks groter dan een muis of een rat. Ze scharrelden wat rond in de schaduw van de heersers over de aarde: de machtige dinosauriërs, en aten vooral planten en insekten.Waarschijnlijk niet dus
want
Bij opgravingen in een van de rijkste fossiele vindplaatsen van dinosauriërs, in de Yixian-afzetting in Chinese provincie Liaoning, werd een zoogdier opgegraven met de, eveneens fossiele, restanten van een(jonge ?) dinosaurus in zijn maag. Het zoogdier in kwestie is de Repenomamus robustus.
Repenomamus robustus, voede zich o.a. met een psittacosaurus.
( artist) beeld : Xu Xiaping
Links Repenomamus skelet met de resten van de dino ....Rechts : Skelet van of Repenomamus giganticus, het grootste
toen bekende zoogdier mammal.
Wellicht waren zoogdieren uit die tijd toch niet de schuwe diertjes waar onderzoekers ze altijd voor hebben gehouden.
http://noorderlicht.vpro.nl/noorderlog/bericht/20847046/
http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/4165973.stm
http://darwiniana.org/NewFossilMammals.html
(3)
volgens sommige speculatieve ( toen nog sinds 2005 algemeen bekend geworden ) opvattingen : onstonden de placentale zoogdieren grotendeels door cruciale invasies ( en" inbouw "in de genomen van "overlevende " verschillende placentale zoogdiervoorouders ) van retrovirussen ....(Meer lezen? ) ---> MENSEN LEGGEN GEEN EIEREN (Tsjok45)
(4)
Er waren in 2007 ongeveer 4.554 soorten zoogdieren-soorten bekend ( er worden er nog steeds ontdekt )
Daarvan zij er 4.510 opgenomen in de "superstamboom "
(5)
Wible vond kort geleden een nieuw zoogdierfossiel dat een placenta had.
)
XML:NAMESPACE PREFIX = VF />Links :De schedel die Wible en zijn collega's gebruikten in hun berekeningen.
Rechts schedel van een hedendaagse mol
de papierclip is van de kleinere soort 2,5 cm
)
Een schets van de schedel. in zij-aanzicht
Hij besloot ermee een grote berekening te maken, waarin hij andere fossielen en levende dieren meenam.
(Het diertje zelf werd echter NIET tot de placentaria gerekend /het stamt van 10 miljoen jaar voor de kt lijn )
De methode van Wible gaat als volgt.
Hij deelde alle uiterlijke kenmerken, zoals hoektanden, in heel erg gedetailleerde categorieën in.
De uiterlijke verschillen tussen dieren van nu zijn groter dan tussen de fossielen.
Wible rekende terug naar het punt waar het verschil ophield.
En voilà, het eerste placentale zoogdier. Deze anonieme voorouder zou 65 miljoen jaar geleden hebben rondgestruind.
Dat rijmt aardig met de oudst gevonden verwant: het fossiel van een konijnachtig dier dat 63 miljoen jaar terug met moederkoek rondhuppelde
Maar of er geen oudere zijn ?
Zie ook
BIJLAGE