Het houdt toch nooit op. Gisteren heb ik de hele voormiddag geholpen om dieren te wisselen. Hij had het mooi gevraagd of ik daar tijd voor kon maken. Hoe lang was dat geleden? Het is allemaal niet dat ik dat niet wil doen. Indien de sfeer aangenaam is vind ik het zelfs leuk om te doen en gisterenvoormiddag viel dat mee. Vandaag vind hij het normaal dat ik er ben. Vaarsjes voor de eerste keer in de wei laten, nieuwe vaarsjes binden... Ik weet wel dat hij daarvoor hulp nodig heeft, maar de vanzelfsprekendheid waarmee hij aanneemt dat iedereen voor hem beschikbaar is... Ik moet wel zorgen dat ik genoeg verdien. Sterker nog : ik verdien nooit genoeg voor hem, maar ondertussen legt hij maar beslag op mij, volgens het hem past. Tegen eind van de week zouden vier dossiers afgewerkt moeten zijn. We zijn al donderdag. Ik weet niet hoe ik dat moet klaarspelen... Maar de sfeer is ondertussen toch ontvlambaar. Beter zwijgen en dan wat hij verlangt want het enige dat ik kan bereiken met mijn mond open te doen is een uitbarsting dat er niemand niets voor hem over heeft, dat iedereen te lui is om iets te doen...
Ondertussen is Ruben van uit zijn bed onmiddelijk moeten starten buiten. Hij kan 's morgens haast niet op zijn voeten staan van de pijn, maar wie moet dat aan Koen duidelijk maken? Zondag heeft mij alvast geleerd dat als ik er over begin, Koen alleen maar koppiger wordt en het voor Ruben alleen maar erger wordt. Ik heb heimwee naar de tijd dat ik nog steun had van mijn schoonvader. Hij bereikte wat ik niet kan : Koen doen inzien dat hij verkeerd bezig is.