Ik mis je. Ik mis middagen onder de brug en ik mis in je
armen liggen. Ik mis flesjes schuimwijn kraken en in de zetel hangen. Ik mis
lange wandelingen en leuke gesprekken. Ik mis het om gedachten uit te wisselen
met jou en om hand in hand te lopen. Ik mis je stem, ik mis hoe je mij noemt.
Ik mis om er voor jou te zijn en ik mis om te weten dat jij er voor mij bent. Ik
mis het om te gaan poolen of bowlen of samen een glas te gaan drinken. Ik mis
concertjes en beschonken naar huis te wandelen. Ik mis het om in je armen te
slapen en wakker te worden. Ik mis je passie en je gedrevenheid. Ik mis je
zachtheid, maar evengoed je directheid, al is die soms hard om dragen. Ik mis
je eerlijkheid. Ik mis hoe jij mij zag. Ik mis toekomstplannen maken en dromen.
Ik mis hotelletjes en gestolen uren. Ik mis ons. Ik mis wie wij waren en wat
wij hadden. Ik mis je en dat doet pijn.
En ik weet dat het voorbij gaat. Ik weet dat tijd verzacht
en heelt. Ik weet dat ik je op een dag zal zien zonder dat mijn hart zal
krimpen en mijn maag zal keren. Ik weet dat ik je op een dag zal horen zonder
een beetje te sterven. Maar nu nog niet.
En ik wou dat jij die woorden voor mij kon schrijven. Ik wou
dat jij mij zo kon zien als ik jou zie. Ik zou je mijn ogen willen lenen om
door te kijken. Mijn hart om mee te voelen. Mijn ziel om te begrijpen.
Ik verdraai geen realiteit. Ik weet dat er voldoende dingen
zijn gebeurd die we hadden moeten vermijden. Ik weet dat er genoeg zaken zijn
om niet te missen. Maar ik verkies om die te vergeten. Ze zijn niet relevant
voor mij. Ze zijn vluchtig en voor je het weet verdwenen. Ze zijn geen vast
gegeven en slechts een samenloop van omstandigheden.
Ik schrijf de dingen die ik hem had willen zeggen. De
woorden die ik niet over mijn lippen heb gekregen en nu rusteloos door mijn
hoofd blijven zwerven. Ik beschrijf de liefde die ik had willen geven. De
gevoelens die zich een weg naar buiten willen banen om dan in het ijle te
verdwijnen. Ik schrijf zoals ik had moeten zijn. De handelingen die opgeborgen
bleven uit schrik afgewezen te worden. Want wie een ander is, kan nooit geweigerd
worden om zichzelf. Ik schrijf omdat wie ik ben misschien nooit afgewezen was
geweest.
Ik schrijf om te vergeten en te herinneren, om los te laten
en vast te houden. Ik schrijf omdat ik niet anders kan, omdat ik alleen tot
mezelf kan komen op papier. Ik schrijf omdat het echt is en waarachtig, zonder
twijfels of onzekerheden. Ik schrijf omdat de grenzen dan verdwijnen en een
vrijheid zich van mij meester maakt. Ik schrijf omdat mijn gedachten zich niet
laten opsluiten. En ik wilde dat ik mijn woorden kon uiten, maar ik heb te lang
gewacht. Ik kan mezelf niet blootgeven om gekwetst te worden, ik ben al
gebroken.
Ik schrijf om te kunnen verdergaan, om s ochtends op te
staan en de dag door te komen. Om vrolijk te blijven voor mijn kind en sterk
voor mijn omgeving. Omdat ik hoop dat mijn kunstmatige sterkte op den duur
veranderd in een echte sterkte, een balans waaruit ik kan blijven putten.
En elke meevaller geeft mij kracht, maar elke tegenvaller
haalt mij terug naar beneden. Ik zou willen verdwijnen, er een tijdje tussenuit
gaan, maar ik weet dat zoiets geen zin heeft. Dit is mijn realiteit die ik moet
confronteren.
Ik ben al veel te lang mezelf niet meer geweest. Wanneer ik
in de spiegel kijk, zie ik wat anderen zien. Soms is dat een zegen en soms een
vloek. Ik weet niet meer wie ik ben. Ik ben alles en niets, ik ben wie een
ander van mij verwacht of wie ik denk te moeten zijn. Ik ben soms vrolijk en
soms melancholisch of down, ik ben actief en rusteloos, maar ook sloom en
traag. En heel af en toe ben ik gewoon ik, kom ik mezelf even tegen, maar even
snel ben ik weer verdwenen.
Ik snak naar een plek om thuis te komen. Ik ben overal
welkom, maar nergens thuis. Ik draai mee met de wereld, maar ben in gedachten
verzonken. En ik weet dat ik niet de enige ben, maar ieder verdriet is uniek en
daardoor nooit volledig te delen. Ik wil het uitschreeuwen en ik wil ergens in
een stil hoekje huilen. Ik ben gebonden door tegenstrijdigheden. Ik wil hem
elke dag zien en ik wil hem nooit meer zien.
Hoe lang heb je nodig om een hart te herstellen?
En wat met de littekens? Ze vervagen, maar ze verdwijnen
niet.
Hoe kom je sterker weer naar buiten?
Ik ben mijn eigen gevangenis, mijn eigen kerker en ik wil
wel naar buiten, maar ik vind de sleutel niet.
Waar je hart ligt, kan je niet kiezen. Liefde vindt zijn
eigen weg en laat zich niet temperen, noch vastleggen aan banden. Het overkomt
je en overstroomt je, hecht zich vast met scherpe klauwen om niet snel meer los
te laten.
Ik weet niet hoe ik daarmee moet omgaan. De intensiteit
maakt mij angstig, de kwetsbaarheid doet mij verstijven en verstarren. De
onzekerheid dwingt om mij te verschuilen achter een façade van boosheid bij
elke twijfel of elk teken van afwijzing.
En daardoor kan hij mij niet meer zien voor wie ik ben. Niet
geloven dat ik hem oprecht graag zie. Ik ben niet wie ik door zijn ogen zie,
maar hij kan of wil niet door de mijne kijken. En alle liefde van de wereld kan
daar niets aan veranderen.
Ik zou mezelf willen zijn als ik bij hem ben, handelen
vanuit mijn gevoel, zoals ik dat in het begin heb gedaan. Maar voor hem is die
brug al lang naar beneden gehaald. In alles wat ik zeg of doe, zoekt hij
bevestiging voor zijn keuze. Een teken voor zijn gelijk, het niet bij elkaar
passen van twee mensen. En ik pas mij aan en voldoe aan die verwachting, niet
sterk genoeg om ertegen te vechten.
Ik geloof niet in loslaten om terug te vinden. Ik geloof in
berusting en verlies. Misschien is dat mijn kruis om dragen. Ik kan niet
vastklampen, noch verlaten, mijn hart is er niet klaar voor. Wat zou ik er voor
over hebben om de tijd te kunnen terugdraaien. Maar zo werkt het leven niet.
Wat zou ik er voor over hebben om nog een kans te krijgen. Maar zo zijn mensen
niet.
Hij vraagt mij waarom ik met hem afspreek als het toch zon
pijn doet. Ik denk om hem niet volledig te verliezen. Maar misschien is dat
juist wat ervoor zorgt dat ik dat wel doe. Hij vraagt om vrienden te zijn, maar
voor mij benadrukt dat enkel wat verloren is en niet wat gewonnen kan worden.
Ik weet dat ik onze dromen moet laten varen, onze visie op
een mogelijke toekomst, onze ideeën, onze verlangens. Eraan vasthouden doet
pijn, soms in die mate dat ik er gek van word. Want hoe kan je zoveel moois
zomaar laten schieten, zonder het ook nog maar één kans te geven?
Ik weet dat ik hier een lijn moet trekken, al was het maar
om mezelf niet te verliezen, maar ik heb schrik om gelukkig te kunnen zijn
zonder hem en evenzeer om het niet te kunnen. Mijn geluk kan niet verbonden
zijn aan een persoon of een situatie. Het moet vanbinnen zitten. Hij zegt dat
hij mij niet graag kan zien als ik dat zelf niet kan. Ik vrees dat mijn gevoel
naar mezelf toe er echter weinig mee te maken heeft. Hij heeft zich afgesloten
en gaat verder, zal zichzelf nooit toelaten om mij te zien zoals ik ben.
Ik wil mezelf niet opsluiten, noch in honderden avonturen
storten. Ik zoek naar een manier om rust te vinden. Rust in mijn hart en rust
in mijn hoofd. En niet door drank of moedeloosheid, maar een rust die echt en
blijvend is.
Het spijt me als mijn blogs vandaag niet vrolijk zijn en
niet het grote inzicht met zich meebrengen, maar soms doet het leven gewoon
echt heel veel pijn en is er even geen ruimte meer voor optimisme. Ik weet dat
zoiets voorbijgaat, maar ik heb nog steeds niet de kracht gevonden om mij te
laten gaan en het verdriet in alle hevigheid te aanvaarden. Misschien als ik
terug in een eigen huis woon en alleen ben, dat ik dat kan toelaten. Want
zolang dat niet gebeurt, kan ik mijn hart niet helen.
Om te kunnen vliegen, moet je eerst bovenop de berg durven
staat, je armen spreiden en de sprong wagen. Om te blijven vliegen, moet je
terug omhoog durven klimmen en vol vertrouwen diezelfde sprong herhalen,
vergetende dat je eerst gevallen bent. Pas wanneer je keer op keer neerstort,
weet je dat je daar niet vliegen zal. Maar hoe moeilijk is het om die tweede
sprong te wagen. Hoe makkelijk om te besluiten dat je maar beter te voet kan
gaan. Je wordt er niet gelukkiger van en je zal je altijd blijven afvragen hoe
het geweest zou zijn als je die sprong gewaagd had. Maar je loopt niet het
risico om neer te storten, althans niet op dat moment of die manier.
Te voet gaan brengt ook een risico met zich mee. Je zou
kunnen struikelen en vallen. Je zou je lelijk kunnen bezeren of de tocht
opgeven omdat het te zwaar is. Alleen zie je die risicos niet wanneer je met
je hoofd bij vliegen bent. Je ziet enkel dat vliegen gevaarlijk kan zijn. En
alles wat niet vliegen is, lijkt haalbaar en veilig.
Maar wat als je er gewoon voor gaat en als het lukt! Wat als
je de wind door je haren kan voelen waaien, snelheid nemen en wolken
doorklieven. Wat als je de wereld te rijk kan zijn en al wat daarvoor nodig is,
is een sprong in het onbekende, een gok, een risico, een kans
Zou je daar dan niet voor kiezen?
Zijn de beste dingen in het leven niet diegene waarvoor we
gekozen hebben om juist dat te doen. Gewoon onze ogen sluiten en gaan, blind
voor wat in de toekomst lag en toch vol vertrouwen. Wie kinderen heeft, zal dat
zeker begrijpen, want hoeveel je ook twijfelt, overweegt, informeert en
voorbereidt, je kan nooit inschatten welke impact zon wezentje op je leven zal
hebben. Je kan nooit dromen hoe overweldigend dat gevoel is van moeder of vader
worden, hoe allesomvattend en tegelijk ook beangstigend. Weten dat je nooit
meer gelukkig zal kunnen zijn als dat wezentje het niet is. Dat vanaf dat punt
jouw zijn verbonden is met een ander en dat zal nooit meer veranderen.
En toch, wanneer het over kinderen gaat, zijn er zoveel
mensen die de sprong wagen. Niet eens beseffen hoe groot die stap wel is en hoe
hoog die berg. Maar als het over liefde gaat, ligt dat blijkbaar anders. Zoveel
kleiner het risico, zoveel hoger de berg. Want daar weten we hoe het voelt om neer
te storten, hoeveel pijn een hart kan leiden en de schrik is verlammend en
houdt ons stil.
Zonde want wie niet springt, zal nooit vliegen. Misschien
wel stappen, lopen, varen, zwemmen, en daar is niets mis mee. Maar de hoogste
piek zal nooit gehaald worden en er zal altijd die vraag blijven, wat als ?
Ik ben een fysieke persoon. Ik hou ervan om mensen te knuffelen
en vast te nemen, ik hou van contact en lichaamswarmte. Niets zo zalig dan hand
in hand lopen of in iemands armen slapen. Tenminste, als je op eenzelfde lijn
zit en je comfortabel kunt voelen bij de ander. Voor mij hoeft daar niets
seksueels aan te zijn, genegenheid komt in alle maten en vormen en vaak is dat
op zich al voldoende. Ik mis dan ook om samen met iemand te kunnen slapen.
Alleen in bed liggen, vind ik ronduit vreselijk. Ik heb een hele nacht kou,
woel en wroet en graai op zoek naar iemand om vast te nemen. Een
knuffelvriendje zou ideaal zijn voor mij. Geen risico om gekwetst te worden,
geen druk of spanning, gewoon genegenheid en affectie, niets meer, niets
minder.
Ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben die daar
behoefte aan heeft, een mens is niet gemaakt om alleen te zijn, maar ik merk
dat er een grote taboe rond hangt. Vanaf een bepaalde leeftijd is het niet meer
gepast om iemand gewoon te knuffelen. Er komt automatisch meer bij kijken, ten
minste voor één van beide partijen en dan gaat het hele idee van knuffelen een
beetje verloren. Want waar het zalig is om gewoon in iemands armen te slapen,
is het vreselijk wanneer de verwachtingen anders liggen en je gedoemd bent om
iemand teleur te stellen. Als kind vinden we het nochtans normaal om fysiek te
zijn en anderen vast te nemen. Maar ergens onderweg krijgen we ons seksueel
bewustzijn en kan dat niet langer.
Ik heb geen behoefte aan one night stands, mijn hart is al
verpacht en ik zou er mij enkel schuldig over voelen. Bovendien spreekt een
vreemde mij niet aan, affectie is meer dan lichaamswarmte, er komt vriendschap
en respect bij kijken. Het werkt alleen als je volledig vertrouwen kunt geven
en als het juist voelt.En daar knelt
het schoentje, want hoe weet je of een ander dat begrijpt? Je kan het vragen,
maar ik ken weinig mensen die een eerlijk antwoord geven. Meestal krijg je het
antwoord dat je wilt krijgen en de verwachting die je liever vermijdt.
Heel wat mensen zijn afgeschrikt door fysiek contact. Een
eenvoudige kus of schouderklop kan al een felle reactie veroorzaken. Wie niet
gewend is om een ander te voelen, is snel onder de indruk dat persoonlijke
ruimte binnengedrongen wordt en voelt zich snel bedreigd of onder druk gezet. Bovendien
is fysiek contact enkel een optie als je in wezen ook fysiek ingesteld bent.
Mensen die zich ertoe moeten zetten, komen geforceerd over en dan is het
helemaal een ramp.
Ik zeg niet dat ik enkel fysiek contact mis nu ik alleen
slaap, ik mis ook een goed gesprek s avonds laat, gezellig samen een glaasje
drinken of nog een wandeling maken, het gevoel om te kunnen delen met elkaar.
Maar dat zijn dingen die je makkelijker kan vinden, in vrienden, in kennissen,
in gelijkgestemden Los daarvan mis ik natuurlijk ook een persoonlijkheid, een
karakter en dat is niet zomaar te vervangen. Het leven zou eenvoudig zijn mocht
de persoon zelf er niet toe doen, want er is altijd wel een ander die
klaarstaat om die leegte te vullen. Het probleem is dat je niet een ander wil
en bijgevolg blijf je met een plek in je hart die niet zomaar op te vullen is.
Ik zit tijdelijk vast in een in between toestand. Of om
het anders te stellen, ik zit tussen twee toestanden in op een heleboel
vlakken. Ik zit vast tussen twee huizen,
tussen twee jobs, tussen twee autos, tussen twee relaties (of in between één relatie),
Daarnaast zit ik ook al meer dan een jaar te leven tussen
dozen. Mijn leven is een aaneenschakeling geworden van verhuizen,
veranderingen, inpakken en uitpakken en weer inpakken. Ik snak ernaar om al
mijn zaken terug in kasten te zetten, binnen handbereik en gesorteerd. Tussen
dozen leven, brengt het risico met zich mee om jezelf te verliezen. Je kunt
nergens meer aan, vindt niets terug. En elke dag die je thuis vast zit, is dus
een dag waarop je niets weet te doen omdat alles ergens is. Op de duur verval
je in tv staren en wijn drinken om de tijd te verdrijven.
Het probleem is dat dit ook uitstraalt op je omgeving. Je
leeft in een soort van in between modus waardoor je engagement nooit volledig
kan zijn. Alles is een onderweg zijn en er bestaat geen thuiskomen meer. En
bijgevolg ook geen echte rust of tot jezelf komen. Bovendien geldt dat ook voor
je kind en ook dat voel je aan. Voor je kind is het minder bewust, maar daarom
niet minder aangrijpend. Ik vraag me weleens af hoe zigeuners dat doen, altijd
maar onderweg zijn en nooit het gevoel om echt thuis te zijn.
Aan de andere kant heeft het in between leven ook
voordelen. Het geeft je de ruimte om te groeien, te ontdekken, te evolueren en
te veranderen. Doordat de vaste lijnen wegvallen, opent een wereld aan
mogelijkheden die zich anders verscholen houdt achter de muren van comfort.
Impulsiviteit is eigen aan wie geen wanden heeft om zich te beperken. Alleen
moet het niet te lang duren, want grenzen definiëren ons en zorgen dat we weten
wie we zijn en binnen welk kader we horen.
Maar voorlopig blijf ik in between zitten en daar valt
niet dadelijk iets aan te veranderen. Wel op korte termijn. Niet op ieder vlak,
maar op een paar vlakken. Rustig terug een kader opbouwen, alles in plooi laten
vallen en settelen. Liefst niet volledig, een beetje ruimte mag blijven. De
kans om gek te doen en dingen te laten gebeuren. Misschien een doos die niet
uitgepakt wordt om niet te vergeten dat ook een vaste plek veranderlijk kan en
mag zijn.
Onzekerheid is zwaar om dragen, maar het geeft ook hoop en
hoop is goed! Misschien is het valse hoop en wordt die op een zeker moment met
de grond gelijk gemaakt, volgt een tweede mokerslag die je gebroken achterlaat.
Misschien is de hoop terecht en kom je in een fase van extase, blijheid om wat
niet verloren is en waar je voor hebt gevochten.
Ik tracht niet langer te zijn wie ik voor jou moet zijn. Ik
ben mezelf, met slechte en goede kanten. Soms vind je dat fijn en soms erger ik
je, maar dat is menselijk, dus ik kan er mij geen zorgen meer over maken. Ik
ben niet perfect, maar dat ben jij evenmin. Ik ben niet altijd vrolijk en goed
gezind, ik loop niet altijd over van geluk en ik ben kritisch. Maar ik geef
minstens even vaak complimenten. Ik zeg wat ik denk en soms zou ik beter op
mijn tong bijten, maar dat is wie ik ben. Ik ben een hoge boom en ik vang veel wind,
maar ik ben er tegen bestand.
Jij bent koppig, een stijfkop zoals dat genoemd wordt. Je
stoot mij niet af en soms laat je mij zelfs toe, maar je komt niet snel terug
op een beslissing, ongeacht of ze goed of slecht voor je is. Daarom weet ik dat
het niet voldoende is of je mij mist en wat je voor me voelt, je moet een klik
in je hoofd maken en misschien gebeurt dat niet.
Ik hou ervan om je te zien, dingen samen te doen. Het voelt
juist en goed, comfortabel En aan het einde van de rit doet het pijn, want
waar er vroeger een samenzijn volgde, volgt nu een afscheid en dat valt me
zwaar, steeds opnieuw.
Er zijn geen ruzies meer, geen druk, geen reden tot
presteren en dat is fijn. We kunnen nu ongedwongen met elkaar praten en omgaan,
maar er mist iets. Ik zoek naar een teken, probeer te geven, maar niet te veel,
want ik wil je niet onder druk zetten. Misschien zie ik tekens die er niet
zijn, omdat ik dat wil, misschien zijn ze er wel en durf ik ze niet te zien.
Onzekerheid is mijn vijand en mijn vriend.
En er komt een dag waarop ik de knoop zelf moet doorhakken
als jij dat niet doet, maar die dag is niet vandaag. Vandaag kies ik voor
onzekerheid. Welke keuze ik morgen maak, staat nog niet vast, dat zien we dan
wel.
Ken je het gevoel van naar iemand te verlangen met elke
vezel van je lichaam, elke porie, elke zenuw die je rijk bent? Dat je iemand zo
graag wilt, dat het allesomvattend wordt? Dat je zo naar iemand verlangt dat
het bijna fysiek pijn doet. Dat is hoe ik verlang. En als dat wederzijds is, is
dat het meest zalige gevoel dat je kunt hebben. Dan is iedere aanraking
explosief, ieder woord muziek en iedere blik voldoende om door je benen te
zakken. Maar als je alleen blijft in dat verlangen, is het elke keer een beetje
sterven.
Gelukkig is het geen permanente toestand. Het komt op en het
zakt weer. Het wordt getriggerd door kleine zaken. Weten dat je iemand zal
horen of zien, kan al voldoende zijn. Ook een herinnering of een toekomstplan
dat wellicht nooit ten uitvoer zal worden gebracht. De tijd heelt en de tijd
doet vergeten en er komt een dag waarop dat verlangen verdwenen is, maar dat
lijkt een eeuwigheid. En hoewel het verlangen in die mate zwaar kan zijn dat
het je maag doet keren uit onmacht, hou ik er toch ook aan vast, want het
vertelt mij dat ik passie in me heb, intensiteit, liefde, en dat ik leef.
Zolang het verlangen beantwoord wordt, vergeet je vaak om er
bewust mee om te gaan. In het begin is dat wel zo, verliefdheid heeft datzelfde
effect, maar na een tijdje wordt alles normaal en gewoonte en raak je die
intensiteit een beetje kwijt. Pas als het wegvalt, besef je hoe zeer je het
mist en nodig hebt in je leven, maar vaak is het dan al te laat. Ik wou dat ik
meer intens was blijven genieten van elke seconde die ik had. Bewuster en
completer. Er zijn momenten waarop ik dat heb gedaan, maar niet voldoende.
Misschien is dat het mooie wanneer je elkaar een tweede kans kunt geven, dat je
bewuster met dingen omgaat. Als je weet wat het effect is wanneer je iemand
verliest, kan je meer genieten wanneer je die persoon terug hebt.
Elke knuffel, elke verloren kus is een marteling en een
zege. Het geeft hoop, misschien valse, het voelt zo juist en goed en
comfortabel, maar het benadrukt ook wat weg is. Het confronteert je met je
verlies en je gebrek aan aanvaarding. Het kan je laten panikeren, want wat als
dit niet meer goed komt. Wat als de ander geen kansen meer ziet of wil geven,
wat als de ander verder gaat zonder je. Liefdesverdriet is zo overweldigend en
pijnlijk en zwaar om dragen. Er zijn momenten waarop je het even kan laten
varen, gewoonverdergaan met je leven,
omdat het moet, om niet in een depressie te vallen. Maar er zijn ook tal van
momenten waarop dat gewoon niet gaat en het gevoel zo overweldigend is dat je
met jezelf geen blijf weet.
Vaak willen mensen vrienden blijven, afhankelijk van de
situatie waarin iets verkeerd loopt. Ik denk niet dat zoiets is weggelegd voor
mij. Zolang er hoop is dat het nog goed komt wel, want zonder contact ben je
gedoemd. En ten slotte was hij je beste vriend en je maatje, dat schuif je niet
zomaar opzij. Maar eens alle hoop
gevaren is, wordt een vriendschap te pijnlijk. Het zegt je alleen dat je niet
meer de grote liefde bent. Het zet je in een positie waarin je vroeg of laat
zijn grote liefde zult ontmoeten en dat wil je toch niet?
Wellicht zijn er enkele blogs die op elkaar lijken, maar dat
is nu eenmaal de mindset waar ik inzit en woorden zijn het enige dat ik heb om
rust te vinden en alles te kunnen plaatsen.
Deze is nog eens een verhaal in plaats van een gewone blog. Vanzelfsprekend zit er een bepaalde diepgang in, maar je kan het evengoed lezen als een gewoon sprookje zonder meer. Aan jou de keuze...
Er woonde eens een meisje in een land hier niet zo ver
vandaan. Het was een warme lentedag en ze wandelde door de tuin. Ze genoot van
de kleurenpracht van de bloemen, het fluiten van de vogels en de zon die haar
huid verwarmde. Rond haar lippen speelde een glimlach en ze genoot zichtbaar
van al dat moois om haar heen. Ze kende geen zorgen en keek door ogen van een
kind dat de wereld nog moet ontdekken. Ze was alleen, maar nooit eenzaam want
ze had het gras om door te rollen, een vijvertje om zich te koelen en bomen in
wiens schaduw ze kon schuilen. Ze hield van lange wandelingen en neuriën in het
bos. Ze zocht geen geluk, maar ze vond het achter iedere hoek.
Op een dag kroop een grote rosse kater door de haag in de
tuin van het meisje. Zijn nieuwsgierigheid was gewekt door de zachte klanken
die uit de tuin de weide wereld indreven en wilde de bron van dat gezang
kennen. Nadat hij zich door het gebladerte had gewurmd, liet hij zijn blik over
de tuin glijden tot zijn oog op het meisje viel. Ze lag op haar rug in het gras
en keek naar de figuren die door de wolken gevormd werden. Haar haren
schitterden goud door de zon en ze straalde puur geluk uit. De kater was
gefascineerd door zoveel moois en sloop langzaam dichterbij. Toen hij op enkele
meters van het meisje verwijderd was draaide ze haar hoofd en keek hem recht in
de ogen. Ze verroerde geen vin, maar glimlachte haar mooiste lach en de kater
liep naar haar toe en vlijde zich tegen haar aan.
Een hele tijd ging het goed tussen het meisje en de rosse
kater. Wanneer zij in de tuin lag, spinde hij op haar schoot. Ze joegen samen
achter vogels, maakten lange wandelingen of genoten van de zon. Wanneer zij
neuriede miauwde hij met haar mee. Ze stoeiden en rolden door het gras of
rustten uit in de schaduw van een boom. Hun leven was zorgeloos en goed en ze
raakten gehecht aan elkaar. Maar mooie sprookjes duren meestal niet zo lang en
op een dag liep het mis.
Er kwam een konijntje door de tuin gehuppeld. Onverwacht en
verrassend genoeg zonder enige schrik voor de kater die naast het meisje op een
bankje zat. Het meisje keek naar het konijntje, glimlachte en richtte haar
aandacht terug op haar rosse vriend. Maar de kater vond het konijntje zo
fascinerend, dat hij het niet kon laten er wat dichterbij te sluipen. Zodra het
konijntje hem zag, vluchtte het weg. De kater ging bedroefd terug op het bankje
zitten en het meisje streelde hem, maar zijn gedachten waren niet meer bij
haar.
Zo ging het in de volgende dagen steeds opnieuw. De kater wachtte
op het konijntje, trachtte dichterbij te komen en nadat het vluchtte, zette hij
zich terug naast het meisje. Het meisje probeerde zijn aandacht te krijgen,
maar zonder resultaat. De kater begon zich zelf terug te trekken. Hij vond het
vervelend wanneer het meisje hem oppakte of streelde. Hij wilde niet meer met
haar spelen of door het gras rollen en hij kwam niet meer iedere dag langs. Het
meisje miste de kater en deed er alles aan om zijn vriendschap terug te winnen.
Wanneer het meisje de tuin in liep, zag ze de schoonheid van
de bloemen niet meer, ze hoorde de vogels niet fluiten en de warmte van de zon
ging aan haar verloren. Ze zocht de kater, riep hem, zette een bordje met melk
en miauwde in de hoop zijn aandacht te krijgen, maar niets mocht baten. Hoe
meer moeite ze deed, hoe vaker hij wegbleef, tot ze hem amper nog zag. En zo
zat het meisje in haar prachtige tuin waarvan ze de schoonheid niet meer kon
zien. Ze had nu de ogen van een mens die weet hoe het voelt om iets kostbaars
te verliezen. Ze kende de angst om gekwetst te worden en het verdriet van de
eenzaamheid. Ze zocht naar geluk, maar kon het niet vinden.
Een jaar ging voorbij en uiteindelijk gaf het meisje de
strijd op. Ze zocht niet meer naar de kater, zette geen melk meer en stopte met
miauwen. Een hele tijd kwam ze niet meer in de tuin. Ze sloot zich op in haar
huisje en troostte zichzelf om zoveel verdriet. Haar ogen waren rood van de
tranen die ze liet vloeien en haar haren kleurden dof nu de zon ze niet meer in
een gouden gloed kon vangen. De wereld kende geen schoonheid door haar ogen en
ze sloot zich af voor de buitenwereld. Tot ze op een dag door het raam keek en
het konijntje zag.
Voorzichtig ging het meisje naar buiten, haar
nieuwsgierigheid gewekt door dat wezentje dat zo onvermoeibaar de tuin bleef
bezoeken. Toen ze het gras onder haar voeten voelde, keek ze naar de lucht en
zag het blauw van de hemel. Ze voelde de warmte van de zon en rook de frisse
geur van de bloemen. Ze hoorde vogels fluiten en huppelde langs de schaduwen
van de bomen. Ze maakte een lange wandeling en ging spontaan neuriën. Ze keek
naar de wereld en vroeg zich af waar al dat moois zo lang gebleven was. Ze
zocht geen geluk, maar vond het achter elke hoek.
De hele lente lang genoot het meisje van de tuin en al het
moois dat die te bieden had. Tot ze op een dag geritsel hoorde in de struiken.
Ze draaide zich naar het geritsel en zag de rosse kater door de haag kruipen.
Hij kwam voorzichtig naar haar toe en vlijde zich tegen haar aan. Hij werd
aangetrokken door haar gouden haren, haar gezang en gerol door het gras, haar
blik op de tuin en de wereld. Ze zocht niet langer naar zijn aandacht, maar ze
vond die toen hij spinnend op haar schoot lag. Soms kwam het konijntje de tuin
inhuppelen en trachten ze samen dichterbij te komen. Tot het konijntje hen zag
en wegliep. Want dat is nu eenmaal wat konijntjes doen als iemand hen achterna
zit.
Er zijn twee manieren om met verdriet om te gaan. Een eerste
manier is om het los te laten. Niet enkel het verdriet, maar ook de persoon die
ermee verbonden is. De makkelijkste manier om dat te doen is door jezelf in
allerhande activiteiten te storten. Afleiding te zoeken en zo snel mogelijk te
vergeten. Wat je zeker niet mag doen is naar plaatsen gaan waar je met die
persoon geweest bent of plannen te overlopen die je samen gemaakt had. Je neemt
afstand op elke mogelijke manier tot je er geheel over bent. Dat kan snel gaan,
maar het kan ook een hele tijd duren. En je moet natuurlijk wel in de
mogelijkheid zijn. Als de ander een klasgenoot, collega of buur is, is het niet
zo eenvoudig. Als je maar één vriendenkring hebt of een kind samen lukt het ook
niet altijd. Maar in de meeste andere situaties is het een keuze die je kan
maken. Ik weet niet zeker of je het verdriet goed en volledig verwerkt op die
manier, maar het slijt uiteindelijk wel. Een mens is gemaakt om te overleven en
ons geheugen draagt daaraan bij.
Een tweede manier is door het verdriet te omarmen, het een
plaats te geven. Als je daarvoor kiest, kan je de ander nog zien. Dat is niet
altijd even gemakkelijk. Ten eerste moet je het zelf aankunnen en ten tweede
moet de ander jou ook willen zijn. Een derde probleem is dat het hoop kan
geven. Door iemand te zien word je geconfronteerd met je verdriet, maar als het
contact aangenaam is, word je evengoed geconfronteerd met mogelijkheden,
perspectieven, dromen en verlangens.
Ik kies ervoor om mijn verdriet een plaats te geven en
bijgevolg hoop ik ook. Ik weet dat die hoop ingevuld kan worden, maar ook dat
ze de grond ingeslagen kan worden. Maar deze keer is het mijn eigen keuze om
voor dat pad te kiezen. Mijn hart zit vol liefde, mijn hoop vol dromen en ik
voel gewoon dat wij nog niet klaar zijn met elkaar. Ik weet dat wij elkaar
gelukkig kunnen maken, maar ook dat ik daar deels alleen in sta. Ik word niet
volledig afgewezen, maar ik bots op een muur van schrik, twijfel en
tegenstrijdigheden. Elke aanhaling sterkt mij en elke afwijzing kwetst. Maar
dat is mijn keuze om te maken. Want alle pijnlijke momenten wegen niet op tegen
de mooie momenten en wie ik graag zie, is geen keuze. Mijn hart volgt zijn
eigen weg en ik kan niet anders dan het te volgen.
Ik heb geen zekerheden en ik krijg momenten van paniek,
waarop alles mij teveel wordt. Momenten waarop ik mezelf toelaat te zien wat wij
samen konden en wilden bereiken. Dat zijn de momenten waarop mijn maag keert en
ik haast gek word omdat ik hem niet door mijn ogen kan laten kijken. Omdat ik
zijn twijfels en angsten niet kan wegnemen. Omdat hij op dit ogenblik niet open
kan staan voor die toekomst. Ik weet niet of hij dat morgen wel zal kunnen, of
binnen een maand, een jaar, een leven Ik weet alleen dat dit mijn realiteit is
en dat ik ze nu, in dit moment, niet kan of wil loslaten.
Ik probeer te focussen op de dingen die wij wel nog samen
kunnen bereiken, binnen deze relatie, deze vriendschap die wij nu delen. Maar
dat is moeilijk want ik wil geen vriendin zijn, ik wil zijn vriendin zijn. Ik
weet ook niet of ik slechts een vriend kan zijn. Zolang ik gevoelens heb, lijkt
mij dat een onbegonnen taak, want ik zal altijd met een onvervuld verlangen
zitten en een steeds weerkerende pijn. Voorlopig hou ik vol, mijn gevoel zegt
dat dit is wat nodig is opdat wij elkaar zouden kunnen terugvinden. Wanneer ik
daar niet meer in geloof, weet ik dat ik mezelf zal moeten afsluiten.
Ik zou willen dat ik het kon, een vriend zijn, want ik geef
om hem en ik wil hem dat gunnen, maar ik kan mezelf niet opzij schuiven voor
een ander. Ik heb recht op geluk en als hij dat niet bij mij kan vinden, zal ik
daar mijn lessen uit moeten trekken. Nu kan ik nog even wachten, mijn verdriet,
hoop en wanhoop ergens tussenin laten zweven, maar dat is een realiteit die
niet blijft duren. In mijn dromen verandert die realiteit in een tweede kans,
een zekerheid, liefde. In mijn nachtmerries verandert ze in een vriendschap die
ik niet zal kunnen dragen.
Ik ben mij bewust van mijn keuzes en de gevolgen die ze met
zich meebrengen. Ik weet dat ik gekwetst kan worden en verliezen. Maar op geen
enkel ogenblik twijfel ik eraan dat dit het juiste is voor mij. Want dit is
eerlijk en oprecht. En als ik dan faal, zal ik mezelf nooit kunnen verwijten
dat ik, uit schrik, de kans op geluk heb laten liggen. Dit is niet de
makkelijkste weg, maar dat moet ook niet. Dit is mijn weg en ik kies ervoor om
hem te volgen, mijn hart achterna.
Soms is het moeilijk te weten of je iets doet voor jezelf of
eigenlijk gewoon gebruik maakt van anderen. Hetzelfde geldt ook in de
omgekeerde richting. Naar mijn mening kan het evengoed dat je niet echt mensen
gebruikt, maar dat ze gewoon passen in je gevoel van het moment. Je krijgt dus
wel iets van hen, maar je geeft evengoed, dus als je vindt dat je hen gebruikt,
kan je evengoed vinden dat je gebruikt wordt. Maar dat geldt dan voor elke
menselijke interactie, want mochten ze ons geen enkele meerwaarde geven, dan
zouden we er snel van afstappen. Ze zouden ons niet meer boeien en we zouden er
geen behoefte aan hebben. Een kluizenaarsleven is het gevolg voor wie niet kan
geven en/of nemen.
Wanneer ik met vrienden afspreek doe ik dat om verschillende
redenen. Enerzijds om niet alleen te zijn, anderzijds omdat ik mensen nodig heb
om mee te praten, van gedachten te wisselen en te knuffelen, maar ook omdat ik
iets wil geven. De ene keer geef ik mijn verhaal, mijn aanwezigheid, mijn
dankbaarheid, de andere keer neem ik die dingen van een ander. Wanneer je
afspreekt en beiden eenzaam bent, gebruik je die ander misschien om je minder
alleen te voelen, maar je wordt ook gebruikt om datzelfde effect te bereiken.
Dat hoeft echter niet te betekenen dat je contact enkel daarom gaat draaien. Je
kan er ook vriendschap uithalen, een vervulling van elkanders behoeften, een
aangename avond en een leuk gevoel. En daar is eigenlijk niets mis mee, want je
helpt elkaar en je komt er beiden sterker uit en met meer zelfvertrouwen en
eigenwaarde.
Waar je wel mee moet oppassen is dat alles in balans blijft.
Met iemand afspreken om je eenzaamheid te verdrijven die andere intenties heeft
naar jou toe is in mijn ogen wel verkeerd. Op dat ogenblik bestaat er geen
gelijkheid en is één van beiden gedoemd om gekwetst of verloren achter te
blijven. Dan is het beter je eigen behoeftes aan de kant te zetten of gewoon
iemand te zoeken waarbij het wel goed voelt om elkaar te zien omdat het juist
voelt. Voor mij is dat de essentie van een afspraak. Een persoon moet juist
voelen op dat ogenblik. Wanneer je het gevoel hebt dat je beter met iemand
anders afgesproken had, maar dat alles beter is dan niet, kan je beter
afzeggen. Niet zozeer voor jezelf, maar voor de ander. Want je wilt elkaar
aanvullen en sterken, niet naar beneden halen.
Het is niet altijd even eenvoudig. Iemand kan juist voelen
op het ogenblik dat de afspraak gemaakt wordt en geheel verkeerd wanneer het zo
ver is. Vaak zetten we dan door omdat we mensen niet willen afzeggen of omdat
we niet weten hoe we dat moeten doen. We hebben al afgesproken en afzeggen
klinkt al snel als een afwijzing. Wanneer we mensen echter in hun waarde laten,
mag dat geen probleem zijn. Zelf heb ik niet veel moeite met een afspraak die
geannuleerd wordt. Als de ander op dat ogenblik niet het gevoel heeft dat ik juist
ben, dan is het beter een andere dag te kiezen voor een ontmoeting. Het wil
niet zeggen dat ik als persoon niet gewaardeerd of geliefd ben, enkel dat ik
niet pas in het moment. En momenten wisselen van dag tot dag, want elke
interactie die we hebben, heeft er een invloed op.
Dat wil niet zeggen dat ik niet kwaad kan worden,
frustraties opbouwen of mensen verwijten. Niemand is perfect en ik zeker niet.
Het wil wel zeggen dat ik het meestal snel kan plaatsen en dan vallen die
frustraties, kwaadheid of verwijten weg. Als het voor jou wel juist voelt en
voor een ander niet, is het moeilijk om dat in perspectief te zetten. Er kan
zelf een obsessieve dwingendheid uit ontstaan die eigenlijk geheel misplaatst
is. Mensen hebben de vrijheid om hun eigen keuzes te maken, ook op vlak van
interactie.
Er wordt mij weleens verweten dat subtiliteit mij vreemd is.
Dat klopt ergens wel, maar ergens ook helemaal niet. Ik kan zeer subtiel zijn,
maar bij vrienden vind ik dat niet nodig. Subtiliteit leidt al snel tot
misverstanden, ergernissen die blijven sluimeren en kleine zorgen die groeien
tot heuse dramas. Wie duidelijk is, krijgt wat vaker een deur tegen zijn neus,
maar op lange termijn meestal appreciatie. Wie zegt wat hij denkt, doet een
ander weleens slikken, maar na een periode van storm volgt rust en aanvaarding
en komt de ander meestal wel terug. En als dat niet zo is, dan is dat misschien
een interactie die niet past. Noch in dat moment, noch in dat leven.
Met duidelijkheid bedoel ik niet dat je anderen moet kwetsen,
daar is geen reden toe. Het is hardvochtig en ronduit verkeerd, behalve als er
geen andere keuze meer is. Duidelijkheid wil zeggen dat je een correcte en
eerlijke mening geeft, dat je mensen niet naar de mond praat om geliefd te
zijn. Doe je dat wel, dan ben je eigenlijk enkel bezig met jezelf en niet met
de ander. Wanneer je mensen zegt wat ze willen horen, doe je dat in de grond
niet om hen te plezieren, je doet het om door hen geliefd te worden en blijven,
want dat is een aangenaam gevoel voor jezelf. Je zal zien echter dat de mensen
die je oprecht liefhebben diegene zijn waarbij je wel gewoon kan zeggen wat je
denkt. Het zijn de mensen die aanvaarden dat jij een andere mening hebt en dat
die soms de juiste kan zijn. Het zijn de mensen die weten dat je dat enkel zegt
omdat je hen wil helpen en uit respect, ongeacht de gevolgen voor jezelf.
Toch hou ik soms mijn mond. Niet omdat ik iets niet wil
zeggen, maar omdat alles zijn plaats en tijd kent. Soms is het beter op je tong
te bijten en de dingen af te wachten. Niet omdat je niet eerlijk bent of geen
respect hebt, maar omdat een situatie niet klaar is voor die woorden. De kunst
is om aan te voelen in welk moment je leeft en welke woorden daarbij horen.
Soms moet je gewoon vertrouwen, maar dat is niet altijd even
evident. Zo wil ik vertrouwen dat als ik gewoon mij ben en mijn liefde bij mij
hoort, dat vanzelf wel terug goed komt. Dat ik gewoon kan zijn wie ik ben en
niet hoef te pushen of overtuigen. Dat ik door los te laten kan vasthouden. En
ik weet dat dit de realiteit is, maar er zijn zoveel filters, gedachten en
twijfels dat vertrouwen het moeilijkste kan zijn wat er is.
Vertrouwen is reageren vanuit te je gevoel en niet vanuit je
rationele denken. Er zijn mensen die hier ongelofelijk sterk in zijn, maar daar
hoor ik niet meer bij. Ik kan mezelf verliezen in dingen, maar ik ken mijn
eigen destructiviteit en heb geleerd om te rationaliseren. Het nadeel daarvan
is dat ik daar ook te ver in kan gaan. Als ik dit, dan dat, en als ik zus, dan
zo Op zich een absurde notie want dit denken gaat ervan uit dat een ander
hetzelfde denkt en dat is zelden het geval.
Eigenlijk is het zo dat je denk: als een ander zo is bij
mij, dan en als een ander zo doet tegen mij, dan En die gedachte projecteer
je dan op jezelf. Maar een ander reageert niet zoals jij dat zou doen en acties
die bij jou effect hebben, kunnen iemand anders juist afstoten en wegjagen. Nu
is er geen garantie dat een ander bij je blijft omdat je wel jezelf bent, maar
als hij dan loopt, is het tenminste om een juiste reden. Dan pas je misschien
gewoon echt niet bij elkaar.
Naast vertrouwen is ook geduld nodig. Het is niet omdat je
de juiste dingen doet, dat je daar een instant effect mee bereikt. Je moet
iemand de tijd en ruimte laten om te voelen dat dit echt is. Dat jouw acties
weergeven wie je bent en niet wat je denkt te moeten doen. Zeker als je het,
door omstandigheden, al anders hebt gedaan. Geduld is een mooie, maar moeilijke
deugd. Zeker wanneer je geen enkele verandering ziet, ga je al snel denken dat
dit toch niet de juiste weg is en herval je in oude patronen. Maar het is juist
die reactie die maakt dat er nooit iets kan veranderen.
De enige manier die ik ken om vertrouwen en geduld te
behouden, is aarden met jezelf. Af en toe zorgen dat je nog bewust omgaat met
wie je bent, wat je wilt, waarom je dat wilt en evalueren of je acties in
balans zijn met jezelf. Voor mij is schrijven een goede manier of muziek
spelen. Voor anderen is het misschien mediteren, praten, koken, Ieder moet
daar zijn eigen weg in vinden, maar er is voor iedereen wel iets dat hierbij
kan helpen.
Het zwaarste zijn de momenten waarop je gaat panikeren.
Plots alles zwart gaat inzien en er allemaal niet meer in gelooft. Zeker
wanneer je op die momenten alle acties onderneemt die je zeker moet laten en
alle inspanning van de periode ervoor teniet doet. Dit zijn voor mij de
momenten waarop ik ga wandelen of rijden. Mijn telefoon zet ik af zodat ik geen
andere mensen kan betrekken in mijn neerslachtigheid. Meestal werkt dat wel
Ik hou van het leven in al zijn facetten en
vormen. Ik hou van intensiteit en passie. Ik hou ervan mij volledig te smijten,
ongeacht de gevolgen. En daarmee heb ik het niet over illegale of gevaarlijke
praktijken, maar over emotionele investering. Ervaring leert dat zoiets
destructief kan zijn, dat je er jezelf volledig in kunt verliezen, maar toch
blijf ik het keer op keer doen, want de manier waarop je dingen beleefd als je
dat kan, is ronduit uniek.
Ik hou van mooie momenten, van gewoon genieten,
van jezelf laten gaan en gek doen, van wandelen en van luid en wellicht vals
meezingen met een goede cd. Maar ik hou ook van de dieptes die het leven met
zich meebrengt. Van verdriet, gemis en pijn. Van frustratie en niet weten wat
je met jezelf moet aanvangen. Want het is enkel door die dieptes dat je hoogtes
kunt herkennen.
Ik geloof ook in het leven. Ik geloof in
tweede, derde, vierde en zelfs vijfde kansen. Zolang je ze vanuit je gevoel
kunt nemen. Ik geloof ook dat sommige dingen niet meer te herstellen zijn. Dat loslaten
soms de enige optie is, maar dat overkomt me niet vaak. Want er zijn zoveel kansen
om zaken anders aan te pakken, om de toekomst te wijzigen om dingen te keren en
te draaien dat je gek zou zijn om daar niet voor te gaan en te vechten.
Ik hou van impulsiviteit en creativiteit, van
muziek en passie. Ik hou ervan om mezelf te verliezen in dingen, zolang ik
daarna de weg naar huis maar terugvind. Ik weet dat ik daardoor destructief kan
zijn, vooral op emotioneel vlak, maar dit is wie ik ben en ik vind dat
fantastisch.
Ik zou mijn zijn, mijn leven, mijn keuzes en
mijn manier van denken, handelen en voelen nooit willen ruilen met een ander. Pas
op, er zijn momenten waarop ik heel even spijt krijg van zaken, waarop ik wou
dat ik meer zo of minder zo was. Maar ik weet wat ik dan allemaal zou
verliezen. Dat mijn beleving minder volkomen zou zijn. Hetzelfde geldt dan
natuurlijk ook voor mijn verdriet, maar om daar mijn pieken voor op te geven?
Ik ben rationeel, heb mijn zaken min of meer
voor elkaar en leef in deze realiteit. Niet altijd even conventioneel in mijn
denken, maar wel bewust van de maatschappij en de mensen rondom mij en hoe ik
daartussen kan functioneren. Ik ben weleens onbegrepen, heb weleens mensen die
mij net iets té vinden of verwarrend of anders en daarom afstand houden. Maar
dat hoort bij wie ik ben, en net zo goed heb ik mensen die juist die zaken aan
mij appreciëren.
Ik hou van echtheid en openheid, al kan ik dat
zelf niet altijd geven. Want niets zo confronterend als jezelf tegenkomen in de
ogen van een ander. Want die zien het altijd toch net iets anders dan je zelf doet.
Anderzijds zijn dat ook de zaken die je inzicht geven en ruimte voor groei.
Zolang je ze kan plaatsen en een ander in zijn waarde laten. En op voorwaarde
dat die ander dat ook bij jou doet natuurlijk.
Mijn beste vrienden zijn diegene die wellicht
de meest kwetsende uitspraken hebben gedaan. Niet om mij te kwetsen, maar om
mij te helpen vanuit hun visie. En ik ben blij dat ze dat doen. Want ook al
zeggen ze dingen die ik op dat moment misschien liever niet wil horen, ze zijn
eerlijk en oprecht. Soms hebben ze gelijk en soms hebben ze mij gewoon niet
begrepen. Ik verwijt hen nooit en word niet kwaad. Ik laat bezinken en neem mee
wat ik kan gebruiken. En ik hoop voor hen hetzelfde te kunnen doen. Vanuit mijn
perceptie en op mijn manier en liefst zonder hen te kwetsen.
Ik hou van het leven en het leven houdt van mij!!!
Niets is zo moeilijk als reageren vanuit
eerlijkheid. Om dat te kunnen, moet je volledig in balans zijn met jezelf en
dat zijn we zelden. En zeker niet de hele tijd. Niet dat we niet proberen, maar
het leven geeft ons zoveel uitdagingen op de weg, dat we onze balans verliezen
en dan reageren we vanuit doordachtheid en niet vanuit wie we zijn. Dan
reageren we op een bepaalde manier omdat we een ander niet willen kwetsen of
omdat we ons sterk willen tonen of omdat we denken dat het beter is. En dat is
jammer, want enkel een eerlijke reactie kan de juiste zijn.
Het fijne aan eerlijke reacties en handelingen
is dat je er nooit spijt van kunt krijgen. Als je weet dat je vanuit jezelf
handelt, heb je daar altijd vrede mee, ongeacht de uitkomst. Ik ben mezelf lang
verloren en mijn reacties bestonden enkel nog uit een samenstelling van
gedachten, overwegingen en keuzes, maar nooit vanuit mezelf. Het probleem
daarmee was dat ik ook nooit vrede kon hebben met mogelijke gevolgen. Elk
gevolg leidde tot een verwijt naar mezelf. Mijn eigenwaarde daalde zienderogen
en ik geraakte niet meer in balans.
Het mag vreemd lijken dat je zo snel jezelf kan
terugvinden, maar het is ook logisch. Tenslotte is jezelf nooit weggeweest. Je
hebt het verdrongen of opgesloten onder een waaier van bedenkingen, maar jezelf
is nooit ver weg. Dus op het ogenblik dat je het toelaat, ben je zo weer terug.
Dat wil niet zeggen dat het vanaf dan een constante blijft en je altijd in
balans zult zijn. Het is iets waar je alert voor moet blijven en aan werken.
Tal van andere mensen en externe factoren hebben een grote invloed op wie je
bent en of je in balans blijft en het is niet altijd even eenvoudig om vast te
houden.
Maar je moet het eigenlijk wel doen, want het
is het meest vredevolle en fantastische gevoel dat er is. Al je acties zijn
juist en goed en voelen ook zo aan. En soms krijg je een tegenreactie die niet
leuk is, maar dat geeft dan niet. Je kan nooit voor iedereen goed doen of door
iedereen geliefd worden. Maar als je in balans bent met jezelf heb je daar ook
geen moeite mee. Dan zijn dat gewoon aanvaardbare feiten, niets meer en niets
minder.
Jezelf terugvinden wil ook niet zeggen dat je
gedurig filosofische of diepe gedachten moet hebben. Je kan evengoed eens gek
doen of je met triviale zaken bezighouden. Want ook dat maakt deel uit van wie
je bent. Het is leuk om inzichten te verwerven, jezelf te ontwikkelen en
voorruit te komen, maar het is evengoed leuk om jezelf eens te laten gaan en
gewoon in het moment te leven en te zijn. Het leukste is wanneer je een balans
kunt vinden tussen beiden.
Vanaf het moment waarop ik mijn balans had
teruggevonden, kon ik s nachts terug slapen. Niet veel en niet altijd even
vast, maar wel rustig. De perfecte harmonie, want dankzij slaap krijg je de
rust en energie die je nodig hebt om je balans vast te houden.
Ik heb weleens schrik om mezelf te geven voor
andere mensen. Ergens is dat hetgene wat mij het meeste drijft en gelukkig
maakt, maar anderzijds weet ik dat anderen bij mij een grote invloed kunnen
hebben op mijn balans. Natuurlijk is dat enkel zo als ik het toelaat, maar ik
verlies dat weleens uit het oog. Aan de andere kant heb ik het nodig om mij
voor anderen te kunnen smijten om die balans te vinden. Op het ogenblik dat ik
kan geven, voel ik mij sterker, beter, stralender Wanneer dat niet zo is,
verander ik al snel in een schim van wie ik kan zijn. Hoe ik dat kan vermijden,
weet ik nog niet volledig. Misschien door erover te schrijven en mezelf er
bewust van te blijven maken. En als het niet lukt, is dat nog geen ramp. Hoe
ver ik ook van het pad afwijk, ik vind altijd de weg naar mezelf terug.
Opgedragen aan Kimberley en Bjorn, omdat ware liefde altijd de weg naar huis vindt.
Proloog: Deze blog wordt een A typische blog.
Hoewel het ook een gedachte is of inzicht, vertel ik ze deze keer vanuit een
verhaaltje. Iedereen is vrij om eruit te halen wat hij of zij wilt. Of je kan
er voor kiezen om gewoon een verhaaltje te lezen.
De kleine waarheid
Er woonde eens in een land hier ver vandaag (of
misschien heel dichtbij, afhankelijk van waar jij je nu bevindt) een meisje en
een jongen die samen door het leven gingen. Ze waren geen complexe mensen en
leidden een gewoon leventje, maar net zoals dat bij iedereen gaat, maakten ze
hun eigen kleine dramas en zorgen door. Ze zagen elkaar graag, al werd dat
zelden in woorden vertaald, maar ze hadden een gevoel van thuiskomen wanneer ze
s avonds in de zetel ploften en hun dag woordeloos overliepen.
Ze teerden niet op passie, maar kenden hun
momenten. Ze waren niet gedreven door intensiteit, maar voelden wel diepgang. Ze
spraken met elkaar, maar niet alles raakte de oppervlakte en dat was al lang
geleden een feit geworden. Ze waren niet onnoemelijk gelukkig, maar ze waren
ook niet ongelukkig. Ze leefden hun leventje en hadden daar vrede mee. Nu mag
dat een beetje zielig en kleurloos lijken, maar niets is minder waar. Want zo
leven de meeste mensen hun leven en daar is niets verkeerd mee.
Overdag werkte hij als meubelmaker en zij als receptioniste.
Hij maakte niet de meest creatieve meubels, maar hij zorgde voor kwaliteit en
zijn klanten waren tevreden. Zij was niet de meest gedreven receptioniste, maar
ze voerde haar job uit zoals dat moest en haar bazen waren tevreden. s Avonds haakte
zij terwijl hij naar voetbal keek.
Zo ging het leven jaren door en de tijd sloop
stil en gestadig voorbij. De dingen waren wat ze waren en wat ze altijd zouden
blijven. Tot zij op een dag tot de conclusie kwam dat er meer moest zijn in het
leven. Toen zij s avonds in de zetel plofte, keek ze hem aan en zei Vertel
mij de waarheid, is dit leven genoeg voor jou? Hij wist niet wat ze bedoelde,
staarde haar aan en zweeg. Zijn hoofd zal vol gedachten, maar hij kon geen
enkele uiten want hij was lang geleden verleerd hoe met haar te praten.
En dus vertrok ze. Amper na twee dagen waren
haar spullen gepakt en de deur achter haar toegevallen. Hij bleef alleen en
verdwaasd achter, maar half beseffend wat hem overkomen was. En daarna ging het
leven verder en maakte hij overdag meubelen en plofte s avonds in zijn zetel
om voetbal te kijken.
Zij trok de wereld in, ontdekte nieuwe oorden,
deed ervaringen op en leerde mensen kennen. Wie haar kende, had bewondering
want zelden had iemand zo ten volle geleefd. Zo liep het leven verder tot het
ogenblik waarop het niet meer mogelijk was om te reizen en te verkennen en haar
zoektocht ten einde liep.
Ze waren oud en wisten dat hun leven op zijn
einde liep. Zij had de wereld gezien, maar nooit gevonden wat ze zocht. Hij had
vooral veel voetbal gezien en nooit gezocht wat hij wilde vinden. En toen kwam
ze naar huis. Hij deed de deur open en liet haar binnen en ze plofte in de
zetel en nam haar haakwerk in de hand. Vertel mij de waarheid zei hij was
dit leven genoeg voor je? Ze keek hem aan en zag wie zij was door zijn ogen en
knikte. Want pas toen had ze gevonden wat ze zocht en wat grootse avonturen
niet hadden kunnen bieden. De kleine waarheid.
Misschien is het wat vroeg om hier al een
mening over te hebben en neer te pennen, maar ik wil me er toch aan wagen. De
kans is groot dat met het verstrijken van de tijd mijn mening zal wijzigen,
maar ik schrijf enkel neer wat ik nu denk en voel. Morgen is een andere dag en
dan zal ik even hard achter mijn ideeën van die dag staan. Het kan alleen dat
ze niet dezelfde zijn als vandaag.
Iedereen zegt mij dat ik nog jong ben en zoveel
te bieden heb en mij dus geen zorgen moet maken wat alleen blijven betreft. Dat
het nog altijd kan goedkomen als de tijd de ergste wonden heeft geheeld en we
elkaar terug tegenkomen zonder stress en andere problemen. Ik wil dat graag
geloven, maar op dit moment laat mijn hart dat niet toe. Ik heb teveel schrik
om vast te klampen aan onbestaande dromen en te verdwijnen in een fantasie.
Maar zelfs als het niet goed komt en ik leer
iemand anders kennen, maak ik mij daar zorgen over. Toen ik jong was kon ik
makkelijk van het ene naar het andere vriendje gaan. Mezelf elke keer voor 100%
gooien, ongeacht of ik gekwetst was of gekwetst had. Geloven in ware liefde en
eeuwige trouw. Zelfs bij mijn laatste relatie was ik overtuigd van een toekomst
en eeuwigdurende liefde.
Maar ik ben ouder geworden en de wonden zijn
dieper en pijnlijker. Ik vraag me af of ik ooit nog mijn hart op die manier
voor iemand zal kunnen openstellen. Of ik geen reserves zal houden, uit schrik
om terug gekwetst te worden, uit zelfbehoud en zelfbescherming. Ik leef intens,
ik ga volledig, ik stort mij in die mate in een gevoel dat ik mezelf dreig te
verliezen. Dat wil zeggen dat ik met een intensiteit geniet en liefheb die veel
mensen niet kennen, maar ook dat ik met diezelfde intensiteit tegen de grond ga
wanneer het misloopt.
Ik weet dat ik overweldigend ben in een
relatie. Misschien té intens, té veel, té snel, té passioneel, maar dat is
wie ik ben en er moet toch iemand zijn die daar waardering voor kan opbrengen?
Ik voel hoe ik voor het eerst in mijn leven
mijn hart een kleine beetje afsluit. Hoe ik voor het eerst niet meer zomaar
durf te vertrouwen. Hoe ik voor het eerst een stukje van mezelf ben
kwijtgeraakt. En ik vraag me af of ik dat stukje ooit zal terugvinden en waar
ik het moet gaan zoeken.
Het is vreemd hoe kleine zaken je terug een
warm gevoel kunnen geven, hoe tijdelijk dan ook. Een eerste feit zijn de
talloze vrienden die tijd en ruimte maken voor mij en mijn verhaal. Die mij mee
op stap willen nemen, hun huis en hun hart voor mij openen, luisteren naar mijn
zorgen, verdriet, frustraties, maar ook de inzichten die ik verwerf en hoe ik
hiermee om wil gaan. De mensen die mij steunen op mijn pad en daar bewust voor
kiezen. Bereid zijn om hun eigen zorgen even opzij te zetten en enkel te geven,
want dat is wat ik nu nodig heb. Ik hoop dat ik hen iets teruggeef door mijn
openheid, mijn waardering voor hun vriendschap en mijn visies op dingen.
Een tweede feit zijn de mensen die mij
complimenten geven, zeggen dat ik er goed uit zie en dat ook menen, zeggen dat
ik mijn leven voor elkaar heb, een fantastisch kind heb en een goede moeder
ben, boeiend ben of leuk om mee te praten. Mensen die mij een andere kijk geven
op mezelf die ik zelf al lang verloren was. Mensen die mij even door hun ogen
laten kijken waardoor ik plots een jonge vrouw vol ambities en potentieel zie
en niet een verloren hoopje verdriet. En hoe meer die mensen mij hun bril
voorhouden, hoe meer ik mezelf terug zo ga zien en hoe beter ik me voel.
Een derde feit zijn de reacties die ik krijg op
mijn blog. Helaas blijkt niemand de knop reacties onder de artikels te
vinden, maar veel mensen sturen mij privé een bericht of een mailtje om te
zeggen dat ze volgen en houden van de manier waarop ik mijn verhaal neerpen.
Een kopie van een artikel kreeg op Yunomi.be zelfs een speciale plek toegewezen
omdat de reactie het zo goed vond. Ik was lang geleden vergeten dat ik ervan
hou om te schrijven, om zaken aan papier toe te vertrouwen, om alles om te
zetten in blijvende woorden.
Maar wat mij vooral een warm gevoel geeft, zijn
die mensen van wie ik nooit verwacht had dat mijn verhaal hen zou boeien.
Mensen die oprecht willen helpen en met mij begaan zijn ongeacht tijd, afstand
of gebrek aan contact. Mensen die mij zeggen dat ik een geweldige meid ben
omdat ze het menen en niet enkel om mij beter te doen voelen. Mensen die mij
lezen omdat het hen boeit en niet uit leedvermaak of omdat ze van een leuke
soap houden. Bij elke reactie, ieder contact, elke mail, sms of eenvoudig
gebaar warmt mijn hart en kom ik terug dichter bij mezelf.
Ik weet niet hoe lang het duurt om je hart te
helen, want het mijne doet nog ontzettend veel pijn. Ik weet niet hoelang het
duurt voor gemis verdwijnt, want elke dag sterf ik een beetje. Maar ik weet wel
wat er nodig is om door te kunnen zetten: vrienden! In alle maten, kleuren en
vormen. Vrienden die praten en vrienden die je gewoon een schouderklop geven,
vrienden met warme armen om in te schuilen en vrienden die je meenemen voor een
stapje in de wereld. En die heb ik in overvloed!
Verliefdheid is niet meer dan een chemisch proces in de
hersenen dat voor de aanmaak van bepaalde stoffen zorgt die ons een goed gevoel
geven. Deze stoffen zijn verslavend en ons lichaam zal ze dus in steeds grotere
mate aanmaken. Tot er een punt komt waarop ons lichaam weer in balans moet
geraken.De belangrijkste stoffen zijn
PEA, het geen je energieker maakt, Dopamine, hetgeen je kortstondig euforisch
maakt en Endorfines, het geen je rustig maakt. Daarnaast stijgt na een tijdje
ook de productie van Oxytocine (wat vrouwen betreft) of Vasopressine (bij de
mannen) en dit kan je beschouwen als de stoffen die je doen knuffelen.
Liefdesverdriet is dus deels een afkick van deze stoffen. Ik
zeg wel deels, want het graag zien van iemand omwille van zijn of haar
kwaliteiten staat hier los van. Dat gevoel van gemis heeft te maken met het
ontbreken van een wezenlijk deel van je leven. Daar kan je helaas weinig aan
doen behalve ontwennen aan iemand zijn aanwezigheid.
De verliefdheid echter of het gebrek eraan, kan je trachten
te compenseren. Er bestaan geen toverdrankjes die al deze stoffen combineren of
opwekken en ook de dokter zal geen medicijn kunnen voorschrijven, maar er zijn
wel enkele middeltjes.
Een eerste optie is ervoor te zorgen dat je terug verliefd
wordt. Helaas is dit de moeilijkste optie, want wanneer je hart aan iemand
toebehoort, is het eigenlijk geen optie om het aan iemand anders te schenken.
Bovendien zal die tweede verliefdheid niet echt zijn en bijgevolg je wonden
niet verzachten.
Een tweede optie is chocolade. De lekkernij zorgt ervoor dat
bepaalde stoffen (in kleinere mate weliswaar) opgewekt worden waardoor je een
beter gevoel krijgt en de pijn mindert. Voor diegene die alles kunnen eten
zonder een gram bij te komen, is dit ideaal, maar in het andere geval geen
echte aanrader. Af en toe een stukje kan geen kwaad, maar de kilos die je
nodig hebt om je verliefdheid te vervangen, zijn echt geen optie.
Een laatste optie is sport. Zeker de ietwat extremere of
fellere sporten komen in aanmerking. Zelf heb ik teveel last van gewrichten,
rug en knieën om volop aan het sporten te gaan, maar ik merk dat een goede
wandeling wel deugd kan doen. Zeker wanneer deze in gezelschap kan gebeuren en
gecombineerd met een goed gesprek.
Wat naar mijn gevoel ook helpt, is affectie. Een goede
knuffel met vrienden, een compliment, jezelf verwennen zodat je terug een
beetje verliefd kan worden op wie je bent, een aanraking Als je van nature
fysiek bent en voldoende vrienden hebt die dat ook zijn, is dat zeker een
optie. Het zal er niet voor zorgen dat je iemand niet meer mist of graag ziet,
maar het maakt het wel allemaal veel draaglijker.
Gisterenavond ben ik naar een vriend gegaan die ik al jaren
niet meer gezien had. Mensen spreken niet snel af wanneer iemand al zo lang uit
hun leven is verdwenen en dat is eigenlijk jammer. Pas wanneer het slecht gaat
en alles tegenzit, neem je het initiatief om mensen van weleer terug te
contacteren en op te zoeken. Eigenlijk zou je dat ook op goede momenten moeten
doen want het is een fantastisch idee.
Het leuke aan sommige mensen is dat ze altijd juist en goed
zullen aanvoelen. Hoeveel tijd ook verstreken is, ze geven je een gevoel van
thuiskomen en comfort. Zo ook met mijn jeugdvriend. Alsof het gisteren was
dat we elkaar uit het oog verloren zijn en vandaag gewoon een nieuwe dag. Ze
geven je energie en liefde, waardoor de wereld er terug wat zonniger uitziet.
Het is fijn te weten dat mensen er voor je zijn als je ze
nodig hebt. Men zegt wel eens dat men in tijden van nood zijn vrienden leert
kennen. Veel mensen ervaren dat dan als iets negatiefs. Ze blijken minder
vrienden te hebben dan verwacht en veel vrienden komen niet over de brug. Ik
heb gemerkt dat het voor mij iets positiefs is.
Door mezelf te verliezen, kwam ik niet meer buiten. Dat gaf
mij het gevoel geen vrienden meer te hebben of toch maar in zeer beperkte mate.
Maar in mijn momenten van nood, blijkt het tegendeel waar te zijn. Ik heb massas
vrienden. Sommige wat recenter, sommige al een leven lang. Sommige zie ik
geregeld en sommige heb ik al in geen tijden gezien. Maar allemaal staan ze
klaar voor een babbel, een knuffel en een troostend woord. En dan vraag ik me
af hoe ik die vriendschappen heb kunnen laten verwateren. Hoe ik mijn tijd heb
kunnen doorbrengen met wachten in plaats van leven. Want al die verloren uren
had ik ook met hen kunnen doorbrengen.
Mocht ik dat gedaan hebben, was ik niet gefrustreerd
geraakt. Ik was niet boos geworden omdat een ander eens later thuis was, ik had
het wellicht niet eens gemerkt. Ik zou rust gevonden hebben in mezelf en die
kunnen doorgeven hebben. Nog een inzicht dat te laat komt.
Niettemin voel ik me goed en ok vandaag. Vrienden werken als
een drugs. Ze zijn verslavend en niet te weerstaan. Ze geven je een fantastisch
gevoel, maar je weet dat de kans bestaat dat er een afkick komt.