Om te kunnen vliegen, moet je eerst bovenop de berg durven
staat, je armen spreiden en de sprong wagen. Om te blijven vliegen, moet je
terug omhoog durven klimmen en vol vertrouwen diezelfde sprong herhalen,
vergetende dat je eerst gevallen bent. Pas wanneer je keer op keer neerstort,
weet je dat je daar niet vliegen zal. Maar hoe moeilijk is het om die tweede
sprong te wagen. Hoe makkelijk om te besluiten dat je maar beter te voet kan
gaan. Je wordt er niet gelukkiger van en je zal je altijd blijven afvragen hoe
het geweest zou zijn als je die sprong gewaagd had. Maar je loopt niet het
risico om neer te storten, althans niet op dat moment of die manier.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Te voet gaan brengt ook een risico met zich mee. Je zou
kunnen struikelen en vallen. Je zou je lelijk kunnen bezeren of de tocht
opgeven omdat het te zwaar is. Alleen zie je die risicos niet wanneer je met
je hoofd bij vliegen bent. Je ziet enkel dat vliegen gevaarlijk kan zijn. En
alles wat niet vliegen is, lijkt haalbaar en veilig.
Maar wat als je er gewoon voor gaat en als het lukt! Wat als
je de wind door je haren kan voelen waaien, snelheid nemen en wolken
doorklieven. Wat als je de wereld te rijk kan zijn en al wat daarvoor nodig is,
is een sprong in het onbekende, een gok, een risico, een kans
Zou je daar dan niet voor kiezen?
Zijn de beste dingen in het leven niet diegene waarvoor we
gekozen hebben om juist dat te doen. Gewoon onze ogen sluiten en gaan, blind
voor wat in de toekomst lag en toch vol vertrouwen. Wie kinderen heeft, zal dat
zeker begrijpen, want hoeveel je ook twijfelt, overweegt, informeert en
voorbereidt, je kan nooit inschatten welke impact zon wezentje op je leven zal
hebben. Je kan nooit dromen hoe overweldigend dat gevoel is van moeder of vader
worden, hoe allesomvattend en tegelijk ook beangstigend. Weten dat je nooit
meer gelukkig zal kunnen zijn als dat wezentje het niet is. Dat vanaf dat punt
jouw zijn verbonden is met een ander en dat zal nooit meer veranderen.
En toch,
wanneer het over kinderen gaat, zijn er zoveel
mensen die de sprong wagen. Niet eens beseffen hoe groot die stap wel is en hoe
hoog die berg. Maar als het over liefde gaat, ligt dat blijkbaar anders. Zoveel
kleiner het risico, zoveel hoger de berg. Want daar weten we hoe het voelt om neer
te storten, hoeveel pijn een hart kan leiden en de schrik is verlammend en
houdt ons stil.
Zonde want wie niet springt, zal nooit vliegen. Misschien
wel stappen, lopen, varen, zwemmen,
en daar is niets mis mee. Maar de hoogste
piek zal nooit gehaald worden en er zal altijd die vraag blijven, wat als
?
|