Ik zit tijdelijk vast in een in between toestand. Of om
het anders te stellen, ik zit tussen twee toestanden in op een heleboel
vlakken. Ik zit vast tussen twee huizen,
tussen twee jobs, tussen twee autos, tussen twee relaties (of in between één relatie),
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Daarnaast zit ik ook al meer dan een jaar te leven tussen
dozen. Mijn leven is een aaneenschakeling geworden van verhuizen,
veranderingen, inpakken en uitpakken en weer inpakken. Ik snak ernaar om al
mijn zaken terug in kasten te zetten, binnen handbereik en gesorteerd. Tussen
dozen leven, brengt het risico met zich mee om jezelf te verliezen. Je kunt
nergens meer aan, vindt niets terug. En elke dag die je thuis vast zit, is dus
een dag waarop je niets weet te doen omdat alles ergens is. Op de duur verval
je in tv staren en wijn drinken om de tijd te verdrijven.
Het probleem is dat dit ook uitstraalt op je omgeving. Je
leeft in een soort van in between modus waardoor je engagement nooit volledig
kan zijn. Alles is een onderweg zijn en er bestaat geen thuiskomen meer. En
bijgevolg ook geen echte rust of tot jezelf komen. Bovendien geldt dat ook voor
je kind en ook dat voel je aan. Voor je kind is het minder bewust, maar daarom
niet minder aangrijpend. Ik vraag me weleens af hoe zigeuners dat doen, altijd
maar onderweg zijn en nooit het gevoel om echt thuis te zijn.
Aan de andere kant heeft het in between leven ook
voordelen. Het geeft je de ruimte om te groeien, te ontdekken, te evolueren en
te veranderen. Doordat de vaste lijnen wegvallen, opent een wereld aan
mogelijkheden die zich anders verscholen houdt achter de muren van comfort.
Impulsiviteit is eigen aan wie geen wanden heeft om zich te beperken. Alleen
moet het niet te lang duren, want grenzen definiëren ons en zorgen dat we weten
wie we zijn en binnen welk kader we horen.
Maar voorlopig blijf ik in between zitten en daar valt
niet dadelijk iets aan te veranderen. Wel op korte termijn. Niet op ieder vlak,
maar op een paar vlakken. Rustig terug een kader opbouwen, alles in plooi laten
vallen en settelen. Liefst niet volledig, een beetje ruimte mag blijven. De
kans om gek te doen en dingen te laten gebeuren. Misschien een doos die niet
uitgepakt wordt om niet te vergeten dat ook een vaste plek veranderlijk kan en
mag zijn.
|