Ik schrijf de dingen die ik hem had willen zeggen. De
woorden die ik niet over mijn lippen heb gekregen en nu rusteloos door mijn
hoofd blijven zwerven. Ik beschrijf de liefde die ik had willen geven. De
gevoelens die zich een weg naar buiten willen banen om dan in het ijle te
verdwijnen. Ik schrijf zoals ik had moeten zijn. De handelingen die opgeborgen
bleven uit schrik afgewezen te worden. Want wie een ander is, kan nooit geweigerd
worden om zichzelf. Ik schrijf omdat wie ik ben misschien nooit afgewezen was
geweest.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik schrijf om te vergeten en te herinneren, om los te laten
en vast te houden. Ik schrijf omdat ik niet anders kan, omdat ik alleen tot
mezelf kan komen op papier. Ik schrijf omdat het echt is en waarachtig, zonder
twijfels of onzekerheden. Ik schrijf omdat de grenzen dan verdwijnen en een
vrijheid zich van mij meester maakt. Ik schrijf omdat mijn gedachten zich niet
laten opsluiten. En ik wilde dat ik mijn woorden kon uiten, maar ik heb te lang
gewacht. Ik kan mezelf niet blootgeven om gekwetst te worden, ik ben al
gebroken.
Ik schrijf om te kunnen verdergaan, om s ochtends op te
staan en de dag door te komen. Om vrolijk te blijven voor mijn kind en sterk
voor mijn omgeving. Omdat ik hoop dat mijn kunstmatige sterkte op den duur
veranderd in een echte sterkte, een balans waaruit ik kan blijven putten.
En elke meevaller geeft mij kracht, maar elke tegenvaller
haalt mij terug naar beneden. Ik zou willen verdwijnen, er een tijdje tussenuit
gaan, maar ik weet dat zoiets geen zin heeft. Dit is mijn realiteit die ik moet
confronteren.
Ik ben al veel te lang mezelf niet meer geweest. Wanneer ik
in de spiegel kijk, zie ik wat anderen zien. Soms is dat een zegen en soms een
vloek. Ik weet niet meer wie ik ben. Ik ben alles en niets, ik ben wie een
ander van mij verwacht of wie ik denk te moeten zijn. Ik ben soms vrolijk en
soms melancholisch of down, ik ben actief en rusteloos, maar ook sloom en
traag. En heel af en toe ben ik gewoon ik, kom ik mezelf even tegen, maar even
snel ben ik weer verdwenen.
Ik snak naar een plek om thuis te komen. Ik ben overal
welkom, maar nergens thuis. Ik draai mee met de wereld, maar ben in gedachten
verzonken. En ik weet dat ik niet de enige ben, maar ieder verdriet is uniek en
daardoor nooit volledig te delen. Ik wil het uitschreeuwen en ik wil ergens in
een stil hoekje huilen. Ik ben gebonden door tegenstrijdigheden. Ik wil hem
elke dag zien en ik wil hem nooit meer zien.
Hoe lang heb je nodig om een hart te herstellen?
En wat met de littekens? Ze vervagen, maar ze verdwijnen
niet.
Hoe kom je sterker weer naar buiten?
Ik ben mijn eigen gevangenis, mijn eigen kerker en ik wil
wel naar buiten, maar ik vind de sleutel niet.
|